Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

ICT uitgaven
In 2021 en ook in 2022 verwachten wij een piek in de ICT uitgaven die niet geheel uit de bestaande exploitatiebudgetten is te dekken. De oorzaak van deze piek is gelegen in de uitvoering van met name het programma DA’s waarin opgenomen de implementatie van zaakgericht werken, de uitrol van Windows 10 en office 365 en de voorbereidingen voor de uitfasering van het documentmanagementsysteem EDO.
In 2019 werd deze piek in de uitgaven al voorzien en is bij de jaarrekening 2019 een bedrag van € 2,1 miljoen in de algemene reserve geoormerkt opgenomen. Het precieze bedrag dat nodig is in 2021 is nog niet te bepalen, de schatting op dit moment is dat het zal gaan om € 0,75 miljoen.

Inkopen met Impact
In vervolg op het Rekenkamerrapport ‘De cirkel rond krijgen’ (onze reactie, kenmerk 2020/0356864) zijn wij voornemens de inkoopfunctie te onderzoeken. De verbetering van circulair inkopen is géén geïsoleerd vraagstuk; naast circulair inkopen faciliteren wij via inkoop ook andere doelen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid, innovatie en arbeidsmarkt/participatie.

De vraag leeft of de ondersteuningsstructuur - het inkoopbeleid, het inkoopproces en de advisering – in voldoende mate het ‘inkopen met impact’ in de volle breedte faciliteert. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit/deskundigheid hopen wij dit najaar te starten met het onderzoek.

Stijgende inhuur (inclusief risico naheffing)
De vraag naar inhuurkrachten neemt dit jaar nog toe; aflopende inhuurcontracten worden merendeels verlengd. Dit ondanks de ingezette beweging ‘van inhuur naar vast’ waarbij we vooral voor structurele inhuurposities formatieruimte creëren, gefinancierd met structureel en/of meerjarig incidenteel geld.

De toenemende vraag houdt gelijke tred met de uitvoering van het coalitieakkoord waarbij we de incidentele investeringsopgaven tevens bemensen met inhuur. We geven vol gas de Covid19-crisis achter ons te laten. Ook voor samenwerkingspartners huren wij in. Daarbovenop vergen nieuwe vraagstukken zoals de Gebiedsgerichte Aanpak en Kanaal Almelo-De Haandrik additionele inzet van inhuurkrachten.

Omwille van de balans tussen vast, flexibel en inhuur blijft het onverkort van belang scherp te blijven op keuzes rondom (veelheid) van opdrachten en de consequenties voor de bemensing. Ook kunnen andere vormen worden gekozen, bijvoorbeeld door het werken met tijdelijke contracten of detacheringen.

Om te kunnen voldoen aan (per 1 oktober a.s. te wijzigen) wet- en regelgeving houden wij de huidige inhuurpopulatie kritisch tegen het licht. Sommige zzp’ers draaien immers (al jaren) mee als ‘gewone’ werknemer. Er bestaat dan het risico op ‘schijnzelfstandigheid’. In dat geval bestaat de kans dat de Belastingdienst -ondanks dat er op papier sprake is van een ‘echte’ zzp’er- dit als een arbeidsovereenkomst ‘beschouwt. Mogelijk gevolg hiervan is dat de provincie voor de zzp’er loonheffingen en sociale premies moet afdragen. Daarom wordt momenteel, in afstemming met de Belastingdienst, de inhuurpopulatie en risico’s in kaart gebracht en worden waar nodig beheersmaatregelen getroffen. Met als uiteindelijke lange-termijndoel het optimaliseren/op orde brengen van de (instroom)processen en nauwe monitoring op inhuur omvang en vormen in relatie tot de organisatie opgaven.

Lening BNG Bank
We hebben in 2015 en 2016 leningen verstrekt aan de BNG Bank van in totaal € 74,5 miljoen. Medio mei 2021 mocht de BNG Bank de 1e tranche van € 49,5 miljoen aflossen, maar heeft hier niet voor gekozen. Dit betekent dat de rentebaten over deze € 49,5 miljoen langer doorlopen. Omdat met ingang van 2022 de BNG Bank de totale lening van € 74,5 miljoen (jaarlijks) per medio mei mag aflossen, ramen we de extra rentebaten over medio mei t/m december 2021 (€ 0,78 miljoen) en januari t/m medio mei 2022 (€ 0,47 miljoen). Deze extra rentebaten zijn meegenomen bij de Perspectiefnota 2022.

Verkoop obligaties
Evenals voorgaande jaren hebben wij begin 2021 vermogensbeheerder ASR opdracht gegeven de obligaties die aflossen gedurende het boekjaar, alvast per direct te verkopen. Als gevolg van de voortdurend zeer lage kapitaalmarktrente kon daardoor een boekwinst worden gerealiseerd van circa € 0,3 miljoen ten opzichte van de nominale aflossingswaarde. Omdat het verkoopmoment en de aflossingsdatum in hetzelfde boekjaar vallen is deze handelswijze toegestaan binnen onze ‘buy-and-hold policy’.

Vrijval Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel, prestatie 1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid:
Wij stellen u voor € 6.000 te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de algemene middelen. 

Van inhuur naar vast:
De inzet van ingehuurd versus vast personeel in relatie is nadrukkelijk onderwerp van het beleid sinds u in het coalitieakkoord 2019-2023 opdracht gaf op dit onderwerp een betere balans te bewerkstelligen.
In verband met de dekking van extra personele capaciteit zetten wij vanuit de prestaties 2.2.2, 2.3.1, 3.2.2, 3.4.3 en 5.1.1 budget in voor de dekking van personeelskosten. De begrotingswijzigingen hebben wij opgenomen onder de desbetreffende prestaties.

Kunstbunker Paasloo:
Het dak van de kunstbunker Paasloo is dit jaar aan vervanging toe, deze vervanging dient eerder plaats te vinden dan verwacht om mogelijke beschadiging van de aanwezige kunstcollectie te voorkomen. De kosten van de vervanging van het dak van dit monument bedragen € 335.000. Wij vragen u een investeringskrediet beschikbaar te stellen van € 335.000, de afschrijvingen van € 9.000 per jaar kunnen binnen de huidige exploitatiebudgetten van de kunstbunker worden opgevangen.

Brandmeld- en beveiligingsinstallaties:
De vervanging van de brandmeld- en beveiligingsinstallaties stond gepland in 2022 maar dient 1 jaar eerder plaats te vinden. Wij stellen u voor het investeringsbudget van € 459.000 in 2022 naar voren te halen naar 2021. In de begroting 2022 staan nog investeringen gepland die in 2023 gaan plaatsvinden, derhalve is er per saldo in 2022 en 2023 geen sprake van een verhoging van de afschrijvingslasten.

Financieringsmogelijkheden asbestdaken (PS/2021/1101552):
Wij stellen u voor, om conform het PS besluit 2021/1101552, vanuit prestatie 2.2.2 het beschikbaar te stellen bedrag voor leningen van € 0,5 miljoen vanuit de reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel over te hevelen naar de Algemene Financieringsreserve, dit ter afdekking van de te verstrekken leningen via SVN.

Ongelijkvloerse VRI kruising N346 Delden en invulling wens verlegging fietspad N741:
Bij de afronding van de activiteiten van het Pact van Twickel is bij de 2e Monitor 2019 € 0,7 miljoen beschikbaar gesteld om de landschappelijke barrierewerking van de N346 te verminderen. Uit ramingen die begin 2021 zijn opgesteld blijkt dat het eerder beschikbaar gestelde budget ontoereikend is om het onderdeel aanleg van de VRI uit het convenant uit te voeren, ook nadat diverse versoberingen zijn onderzocht. Hiermee is ook de gewenste herinrichting van het fietspad langs de N741 niet meer mogelijk.

Wij stellen u voor om een deel van de gelabelde restantmiddelen, ad. € 0,16 miljoen, uit de reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel voor het Pact van Twickel in te zetten om dit tekort op te vangen. Zo kan realisatie van de VRI-aansluiting N346-N741 zeker worden gesteld en is ook herinrichting van het fietspad haalbaar. Hiermee kunnen alle onderdelen uit het Pact van Twickel en de afspraken in het latere Convenant worden afgerond.

De begrotingswijziging is dan om de € 160.000 te onttrekken uit de reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel en te storten in de reserve Dekking Kapitaallasten activa, bestemd als dekking voor toekomstige afschrijvingen.

Rentebaten 2e tranche lening Enexis:
Zoals gemeld bij prestatie 2.3.1 stellen wij u voor om de rentebaten voor de 2e tranche van de lening aan Enexis te verhogen met jaarlijks € 48.000 (waarvan € 29.000 structureel en € 19.000 incidenteel) en dit bedrag jaarlijks toe te voegen aan de Algemene Financieringsreserve (oormerking ‘Participatie Enexis’).

Lagere kosten bovenwettelijke WW-uitkeringen en loonsuppleties:
In 2021 maken we minder kosten voor bovenwettelijke WW-uitkeringen en loonsuppleties dan begroot. In totaal betreft het € 30.000 aan lagere kosten. Aangezien deze kosten verrekend worden met de voorziening reorganisatie, betekent dit dat we € 30.000 minder onttrekken uit deze voorziening.