Status prestaties

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Status prestaties

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Intensivering ICT
U bent onder andere bij de Monitor 2021-I geïnformeerd over de noodzaak voor intensivering van ICT-projecten in de periode 2021 en verder. In de afgelopen maanden hebben we onze meerjarenagenda Informatievoorziening/ICT herzien. Bovendien hebben wij een extern bureau gevraagd de kwaliteit van de eigen IV-organisatie te beoordelen. Dit alles heeft geleid tot een noodzaak voor bijstelling op het gebied van projecten, de structurele begroting en de kosten voor de IV-organisatie.
De meerjarenagenda en de analyse geeft voor de jaren 2021 en 2022 een duidelijk beeld van de benodigde middelen. Voor de jaren daarna werken we de consequenties verder uit en komen we met een afzonderlijk voorstel bij de Perspectiefnota 2023. Aanvullend op de hier geschetste bijstelling doen wij u nog een afzonderlijk investeringsvoorstel ten aanzien van de besteding van het budget van € 1 miljoen voor digitalisering dat bij het coalitieakkoord beschikbaar is gesteld.

In tegenstelling tot voorgaande jaren, waarin wij op basis van meerjarige onderuitputting € 1 miljoen hebben bijgedragen voor de herprioriteringsopgave, zijn we nu genoodzaakt voor Informatievoorziening extra middelen in te zetten. De budgettaire ruimte om onvoorziene uitgaven op te vangen is steeds kleiner geworden. Deze situatie is inmiddels onhoudbaar geworden als gevolg van structurele kostenstijging (primair ONS-ICT) en enkele grote incidentele projectuitgaven.

Extra benodigde middelen voor ICT voor 2021 en 2022 (€ 1,4 miljoen)
Bij de jaarrekening 2019 heeft u al besloten om de in 2019 niet bestede ICT-budgetten ter grootte van € 2,1 miljoen te beklemmen in de algemene reserve, ter dekking van de verwachte intensivering. In 2021 en 2022 stellen we voor dit beklemde deel in de algemene reserve volledig aanwenden. Daarbovenop is in deze jaren € 1,4 miljoen extra benodigd. Dat lichten we hieronder nader toe.

  1. Het programma DA’S digitaal werken.
    Dit programma zorgt voor de invoering van zaakgericht werken ten behoeve van dienstverlening en de stukkenstroom en voor een digitale samenwerkomgeving voor beleidsmatige of projectmatige samenwerking. Door de ontwikkelingen (direct en indirect) rondom dit programma wordt een additioneel budget gevraagd van € 3,1 miljoen in de jaren 2021 en 2022. Hiervan kan € 2,1 miljoen worden gedekt uit de beklemming in de algemene reserve, aanvullend is € 1,0 miljoen benodigd. De onderliggende redenen voor de toegenomen kosten heeft meerdere oorzaken. Ten eerste heeft ONS-ICT het randvoorwaardelijke Windows10 later opgeleverd. Hierdoor is vertraging ontstaan. Omdat we voor de bemensing van ICT-Informatievoorziening vrijwel volledig afhankelijk zijn van externe inhuur, leidt vertraging -ook in dit project - tot kostenverhoging. Wegens doorschuiven van DA’S naar 2022 kunnen diverse systemen nog niet worden uitgefaseerd. Ten tweede voldeed de geboden oplossing/software niet aan de gestelde eisen en het had bovendien geresulteerd in afhankelijkheid van de softwareleverancier. Inmiddels biedt de standaard van Microsoft steeds betere mogelijkheden om te voldoen aan verantwoord en duurzaam informatiebeheer. Om die reden hebben we recentelijk de strategische keuze gemaakt voor de standaard Microsoft oplossing. Hoewel dit een langere doorlooptijd (kostenverhoging) oplevert tijdens de projectfase, levert dit wel een beter, en op de lange termijn, goedkoper product op. De tweede strategische keuze betreft de inbedding in de organisatie. Gezien de complexiteit en het belang, in combinatie met de beperkte capaciteit, is gekozen om niet big-bang te implementeren, maar om meer tijd te nemen voor de ingebruikname dan initieel gepland. Deze langere doorlooptijd laat zich vertalen naar hoger projectkosten, maar resulteert in een beter product en acceptatie.
  2. Stijgende bijdrage aan ONS-ICT
    De bijdrage van Overijssel aan ONS-ICT laat de afgelopen jaren een sterk stijgende lijn zien. Sinds 2019 zijn er kostenstijgingen van jaarlijks 5 tot 10%. In het algemeen liggen de prijsstijgingen op het gebied van ICT ook hoger dan de gemiddelde inflatie en de daaraan gekoppelde jaarlijkse indexatie van onze begroting. Daardoor loopt onze begroting inmiddels behoorlijk uit de pas. Voor 2022 bedraagt onze bijdrage € 6,8 miljoen, dit is een verdere stijging van € 400.000 ten opzichte van 2021, die we niet binnen de begroting kunnen opvangen. De stijging is het gevolg van hogere kosten voor onder andere applicaties en licenties, die ONS-ICT aan ons doorberekent. Dit zijn niet beïnvloedbare kosten en vormen 56% van de totale IV-begroting. In de komende jaren verwachten wij verder kostenstijging als gevolg van het herstellen van achterstallig onderhoud op de infrastructuur door ONS-ICT. Dit is ontstaan doordat, wegens de uitloop van Windows 10, het ICT-projectenportfolio was bevroren. Het kostenverloop hiervan zal worden meegenomen in de P-nota 2023.

Wij stellen u voor om in totaal aanvullend € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor ICT in de jaren 2021 en 2022 (respectievelijk € 0,8 miljoen en € 2,7 miljoen) en dit voor € 2,1 miljoen te dekken vanuit de hiervoor bestemde beklemming in de Algemene Reserve en € 1,4 miljoen vanuit de Algemene middelen.

Actualisering meerjarenbegroting bij Perspectiefnota 2023
In de komende periode actualiseren we de totale meerjarenbegroting voor Informatievoorziening en specifiek voor de jaren 2023 en 2024. We voorzien op dit moment een structurele kostenstijging als gevolg van de volgende ontwikkelingen:

  • De toenemende dreiging van cybercriminaliteit maakt technische en organisatorische versterking ten behoeve van informatiebeveiliging en privacy noodzakelijk.
  • Nieuwe informatiewetten, zoals de Wet open overheid, vragen om nieuwe informatievoorziening en/of aanpassing van de informatievoorziening.
  • ONS-ICT zal moeten transformeren van beheerorganisatie naar een leverancier met een breder aanbod. Dat zal niet lukken binnen de huidige capaciteit/budget. Voor de lange termijn willen we op basis van een business case een strategie opzetten. 
  • De huidige opzet en omvang van de IV-organisatie blijkt niet meer te passen bij de eisen van vandaag en morgen. Daarom is een doorontwikkeltraject gestart. De intentie is om de benodigde versterking te financieren uit de omzetting van flexibel naar vast.

Bij de uitwerking betrekken we de extra middelen (jaarlijks circa € 0,5 miljoen) die beschikbaar zijn gekomen vanuit het Rijk ter compensatie van onze kosten voor de Wet open overheid. In 2020 heeft u vooruitlopend op deze compensatie bij de Begroting 2020 reeds € 0,4 miljoen (waarvan € 0,2 miljoen structureel) beschikbaar gesteld voor de Wet open overheid. Bij de Perspectiefnota 2023 zullen we u aangeven in hoeverre het totaal van deze middelen benodigd zullen zijn.

Omzetting ICT investeringen naar exploitatie
Onze investeringen in ICT  (structureel € 1,0 miljoen) werden tot 2020 afgeschreven in een periode van vier jaar. Voor de investeringen vanaf 2021 geldt dat wij niet langer eigenaar worden van de op te leveren ICT-producten en -diensten. Het eigenaarschap blijft bij het shared servicecentrum ONS en bij de leveranciers van de hard- en software. Om die reden mogen wij conform het BBV de investeringen niet langer opnemen op de balans, om in vier jaar af te schrijven. De investeringen komen vanaf heden in één keer ten laste van het betreffende boekjaar.  Dit is onvermijdelijk.

Doordat we de komende jaren de investeringen niet kunnen uitsmeren over de gebruiksduur van 4 jaar, maar ondertussen nog wel de afschrijvingslasten uit voorgaande jaren dragen, hebben we in de jaren 2021-2024 te maken dubbele lasten. Het gaat in totaal om een bedrag van in totaal € 2,6 miljoen. Het gaat in de jaren 2021-2024 respectievelijk om afgerond € 1,7 miljoen, € 0,6 miljoen, € 0,2 miljoen en € 0,1 miljoen. Wij stellen u voor dit ten laste te brengen van de Algemene middelen.

Facilitair
Investeringskrediet renovatie 4e en 5e verdieping vleugel provinciehuis
Met het Shared Service Centrum ONS is een nieuwe 10-jarige huurovereenkomst gesloten. De vierde en vijfde verdieping van de vleugel van het provinciehuis zijn opnieuw verhuurd. Om de beide verdiepingen van de vleugel aan de recente eisen aan te passen is een investering noodzakelijk van € 1,373 miljoen. In de huurprijs is naast de vergoeding voor de vaste en variabele kosten een verhoging opgenomen om de investeringslasten van de provincie volledig in 10 jaar terug te krijgen.

Voor deze investering vragen wij u om in 2021 en 2022 een investeringskrediet van in totaal € 1,373 miljoen beschikbaar te stellen. De budgettaire gevolgen zijn nihil omdat de afschrijvingslasten even hoog zijn als de hogere huuropbrengsten. Na de verbouwing (2022)  zullen de partners van ONS als gevolg van de verbouwing een hogere huur betalen.

HRM

  • Transitie ‘inhuur naar vast’ ingezet
    Op dit moment is er een disbalans tussen de verhouding vaste formatie en inhuur. Waarbij wij ten opzichte van andere provincies een relatief lage formatie hebben, staan wij qua inhuur bovenaan. Reden hiervoor is dat wij inhuren voor investeringen die we doen door gebruikmaking van de extra financiële middelen verkregen uit de verkoop van het ‘Essent’ belang. Deze inhuur betreft veelal inzet op tijdelijke (vaak meerjarige) projecten, met tijdelijke bemensing (in de vorm van inhuur). Daarnaast bevinden wij ons op het uitvoeringshoogtepunt van de collegeperiode; veel externe inzet hebben vanwege grootschalige programma’s zoals Stikstof, Nieuwe Energie en infrastructurele projecten. Aangevuld met de impact van onvoorziene Corona-maatregelen, wat ook heeft geleid tot extra inhuur. Inmiddels zijn er een aantal interventies ingezet voor een evenwichtiger balans vaste medewerkers – inhuur. Zo is een start gemaakt met het omzetten van een nauwkeurig geselecteerde groep structurele inhuur functies naar vaste formatieplaatsen. Op termijn zal daarnaast door het aflopen van de incidentele investeringsprogramma’s de inhuur verder verminderen. Hierbij moeten we rekening houden met een aantal jaren doorlooptijd, gezien de omvang en duur van de programma’s.
  • Inzet ZZP’ers in relatie Wet DBA
    Door een onafhankelijke partij is onderzoek gedaan naar de ingehuurde ZZP’ers. Alleen zij vormen een fiscaal risico in het kader van (handhaving op) de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (hierna: ‘de wet DBA’). In de bevindingen zijn een substantieel aantal door ZZP’ers uitgevoerde opdrachten als ‘rood’ aangemerkt. Hier lopen wij een reëel fiscaal risico. Daarom wordt er een actieplan opgesteld om dit risico te reduceren en werken we scenario’s uit voor uitstroom van deze ZZP’ers. Waarbij het doel niet is om de inzet van ZZP’ers tot nul te reduceren. Dat is niet realistisch en ook niet gewenst. Een ZZP’er kan prima worden ingezet voor een opdracht met een duidelijke resultaatverplichting.
  • Vernieuwd proces instroom vanaf 2022
    Daarnaast wordt gewerkt aan een vernieuwd proces van instroom (voor alle inzet en inhuur, ongeacht contractvorm) als onderdeel van een meer bewuste en weloverwogen afweging tussen bijvoorbeeld inhuur, een tijdelijke aanstelling, een detachering of een vaste aanstelling. Dit proces zal leiden tot het minder snel kiezen voor inhuur en vaker gebruik maken van andere mogelijkheden zoals (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten en detachering. En indien inhuur aan de orde is, vooraf toetsing plaats vindt op fiscale risico’s.


Inhuur projectleiding Wegen en Kanalen

De inhuur van 1 FTE kostendeskundige wordt omgezet van inhuur naar vast personeel.
Wij hebben besloten om het personeelsbudget Wegen en Kanalen voor 2022 en verder op te hogen met jaarlijks € 91.000.
Deze hogere personeelslasten worden vanaf 2022 jaarlijks voor € 23.000 gedekt uit een lagere toevoeging aan de Voorziening beheer en onderhoud en voor het overige uit investeringsbudget.

Aanpassing normbedragen
Via de perspectiefnota 2022 heeft u besloten € 1,2 miljoen beschikbaar te stellen voor het opvangen van premiestijgingen op de salariskosten. Dit budget is als reservering opgenomen in kerntaak 20. De werkelijke premiestijging bedraagt € 1,22 miljoen. Via deze monitor voegen we daarom € 1,22 miljoen toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten dat wordt toegerekend aan de kerntaken, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering van € 1,2 miljoen. Dit levert een incidenteel nadeel van € 20.000 op voor het saldo van deze monitor.

Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten te verhogen met € 1,22 miljoen en de reservering voor premiestijgingen in kerntaak 20 met € 1,2 miljoen te verlagen.

Financiën 
Vooraankondiging resultaatbestemming Lobby
Bij de Perspectiefnota 2022 zijn incidenteel middelen vrijgemaakt voor de Europese lobby van € 0,5 miljoen voor de periode 2021-2024. Die middelen zijn verdeeld over 3 jaar (2021-2023 - € 166.000 per jaar). Tegelijkertijd is in de P-nota aangekondigd dan we op de precieze jaarlijkse verdeling nog terugkomen bij een volgend P&C document. Inmiddels is er meer bekend over de exacte verdeling van de middelen. De medewerkers voor de Europese lobby worden op dit moment geworven, waarbij de verwachting is dat ze op zijn vroegst op 1 december kunnen beginnen. Daarom doen wij u bij de jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel  om € 166.000 door te schuiven naar 2024.

Concerncontrol
In het kader van de wettelijke verplichting (art. 217a PW) dat wij onderzoeken verrichten naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur, is het onderzoek naar externe inhuur binnen de provincie afgerond. Aan de hand van dit onderzoek is getracht de problematiek integraal in beeld te brengen, zodat de provincie beter in staat gesteld wordt om een werkbare balans te vinden tussen externe inhuur en vast personeel. Het onderzoek geeft geen waardeoordeel over de huidige omvang van de externe inhuur.
De inventarisatie van het volgende 217a onderzoek is tevens afgerond. In 2021 zal het te onderzoeken thema de leges en overige opbrengsten van de provincie zijn.


Informatievoorziening
Verantwoording over informatieveiligheid, privacy en archief 2020
Informatie is, naast financiële middelen en personeel, één van de voorwaarden om de provinciale maatschappelijke opgaven te kunnen realiseren. Hiervoor wordt veel data, waaronder persoonsgegevens, verwerkt. Als gevolg van technologische, maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen neemt de afhankelijkheid van betrouwbare informatie en IT-systemen toe.

Om de vindbaarheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie, met de daarbij behorende IT-systemen, te waarborgen wordt aansluiting gezocht met verplicht wet- en regelgeving op het gebied van informatie. Dit zijn de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Archiefwet.
De Archiefinspecteur, Functionaris Gegevensbescherming (FG) en Chief Information Security Officer (CISO) hebben onafhankelijk verantwoording afgelegd over 2020.

Hieronder volgt een samenvatting van de bevindingen die zijn gedaan en de opvolging die hieraan wordt gegeven. De bevindingen hebben betrekking op:

  1. Naleving Archiefwet
    De Archiefwet bepaalt op welke wijze archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat blijven. Dit met het oog op de duurzame toegankelijkheid: informatie is vanaf het moment van ontstaan beschikbaar en bruikbaar voor iedereen die daar recht op heeft en voor zolang noodzakelijk is. Burgers, bedrijven, ambtenaren, journalisten en bijvoorbeeld onderzoekers kunnen de informatie die ze nodig hebben vinden, raadplegen en interpreteren. Niet alleen nu, maar ook over pakweg 100 jaar.
  2. Naleving AVG
    De AVG is een Europese verordening die regelt hoe personen regie blijven houden over hun eigen persoonsgegevens. De AVG beperkt niet het verwerken en delen van persoonsgegevens. Het geeft aan hoe persoonsgegevens zorgvuldig verwerkt moeten worden door organisaties, zodat de privacy van personen is gewaarborgd.
  3. Voldoen aan BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid)
    De overheid verwerkt een grote hoeveelheid informatie. De BIO bepaalt hoe de overheid de betrouwbaarheid van haar informatiesystemen moet waarborgen. Hierbij gaat het om de beschikbaarheid, integriteit (juistheid en volledigheid) en vertrouwelijkheid van informatie.


Bevindingen audit informatieveiligheid

Onderdeel

Algemene conclusies 2020

Archiefwet

Het totaaloordeel over het informatie- en archiefbeheer bij de provincie Overijssel blijft oranje.

  • De provincie Overijssel voldoet deels aan de archiefwetgeving als het gaat om zorg en beheer over niet-overgebracht archief.
  • De provincie Overijssel heeft de zorg en beheer over overgebracht archief - op enkele bij te stellen punten na - op orde.
  • Bij de provincie Overijssel is op het gebied van de informatie- en archiefbeheer geen sprake van ernstige taakverwaarlozing.

Aanbevelingen worden serieus opgevolgd, zij het dat door onderlinge afhankelijkheden en prioriteitstelling enkele aanbevelingen nog blijven liggen. Er zijn goede stappen gezet in een betere beheersing van informatie en archief; meer zichtbare verbetering is nog nodig om van een groen oordeel te kunnen spreken. De organisatie verdient lof voor de manier waarop het primaire proces zonder al te grote problemen door kon blijven gaan tijdens de pandemie, en dat het er tegelijkertijd in geslaagd is om noodzakelijke veranderingstrajecten in gang te zetten.

AVG

Er zijn in 2020 een significant aantal stappen gezet om aan de aanbevelingen uit de vorige toezichtsrapportage tegemoet te komen. Gezien de grote achterstand op het gebied van AVG-compliance zal het echter langer dan een jaar duren om de grote hoeveelheid onrechtmatigheden (volledig) te repareren. De organisatie voldoet nog steeds niet aan essentiële aspecten van de AVG, zoals opslagbeperking (bewaartermijnen) en het recht op informatie.

BIO

Het doel van informatieveiligheid is om bij te dragen aan de realisatie van de maatschappelijke- en organisatiedoelen van de provincie Overijssel en risico’s die hierop mogelijk een negatieve impact hebben te beheersen.

In 2019 en 2020 zijn aantoonbare resultaten geboekt die zich richten op het beheersen van informatiebeveiligingsrisico’s. De provincie Overijssel heeft een goed beeld van aanwezige informatiebeveiligingsrisico’s. De provincie Overijssel heeft in 2020 passende beheersmaatregelen getroffen. In 2021 worden aanvullende noodzakelijke beheersmaatregelen getroffen, zowel bij de provincie Overijssel als bij belangrijke IT-leveranciers.

Belangrijkste gemeenschappelijke bevindingen met hoge prioriteit

  1. Incidenten met de informatiehuishouding hebben vaak een relatie met de kwaliteit van autorisatiemanagement. Het beheer van identiteiten en hun autorisaties en middelen zijn over het algemeen niet goed op orde. Een belangrijke oorzaak is dat functioneel beheer en anderen (cq autorisatiemanagement) niet kunnen vertrouwen op het in-, door- en uitstroomproces. Dit leidt tot een continue stroom aan incidenten die over het algemeen nu nog een lage impact kennen.
  2. De afhankelijkheid van leveranciers neemt toe voor de informatiehuishouding. Het outsourcen van componenten van de informatiehuishouding is een trend. Adequaat integraal leveranciersmanagement op deze informatiecomponenten blijft achter en brengt onacceptabele risico’s met zich mee die zich ook hebben gemanifesteerd.
  3. Een centrale aansturing op integraliteit van deeloplossingen voor de informatiehuishouding wordt nog gemist. Verbindingen tussen vakapplicaties en Microsoft365 en het zaaksysteem zijn in dit verband cruciaal en komen uiteindelijk niet altijd tot stand, waardoor kansen op een betere archivering, privacybescherming en informatieveiligheid worden gemist.
  4. Ter verbetering van de checkfase in de PDCA-cyclus: het opzetten en inrichten van interne IT-audits op de informatiehuishouding, als onderdeel van het House of Control.

Onderdeel

Belangrijkste positieve bevindingen

Archiefwet

  1. Er worden gericht stappen gezet om grip te krijgen op informatie en tot een meer planmatige aanpak van informatiebeheer te komen.
  2. De invoering van een organisatiebreed kwaliteitssysteem is opgepakt.
  3. Een onderzoek naar de meest gewenste – toekomstbestendige - verhouding en positie ten opzichte van het HCO is opgestart.

AVG

  1. Het awareness-traject (de e-learning module voor nieuwe medewerkers en de PowerApp voor bestaande medewerkers) is dit jaar gelanceerd en werpt vruchten af;
  2. De capaciteit op het onderwerp is uitgebreid met twee nieuwe medewerkers waardoor de organisatie beter in staat is om aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen;
  3. Het langverwachte privacy-beleid is de lijn in gebracht en zal op korte termijn vastgesteld worden. Daarmee wordt het fundament voor AVG-compliance verder versterkt.

BIO

  1. Bewustzijn: De provincie Overijssel heeft serieus werk gemaakt van een programma om medewerkers structureel en continu te trainen op het gebied van het informatiebeveiligings- en privacybewustzijn. Dit is belangrijk omdat de meeste incidenten worden veroorzaakt door menselijk handelen; of de impact van een incident geminimaliseerd kan worden door adequaat handelen van medewerkers.
  2. Risicomanagement: De provincie Overijssel heeft aanzienlijke stappen gezet in het systematisch steeds beter in beeld krijgen van risico’s en het steeds completer krijgen van het totale dreigingslandschap. De afhankelijkheid van leveranciers op dit vlak neemt steeds meer toe, en er zijn leveranciers die in 2021 forse stappen moeten zetten (en dit ook op de planning hebben staan).
  3. Digitale Weerbaarheid: Er is op meerdere vlakken geïnvesteerd in de digitale weerbaarheid en deze is significant verhoogd.

 

 

 

 

 

 

Onderdeel

Belangrijkste verbeterpunten

Archiefwet

  1. Vergroten bewustzijn van medewerkers van het belang van het op de juiste manier benoemen en opslaan van informatie, zeker bij de introductie van nieuwe systemen.
  2. Wegwerken van achterstanden in vernietiging van zowel analoog als digitaal archief. Bewaartermijnen voor digitale vernietiging worden niet nageleefd.
  3. Verkrijg duidelijkheid over de status van bodemdossiers in relatie tot Omgevingsdiensten.
  4. Krijg grip op de informatiepositie bij verbonden partijen en hou bij oprichting en opheffing van partijen (zoals het HFO) rekening met de eisen die vanuit de archiefwetgeving wordt gesteld.
  5. Stel een Strategisch Informatie Overleg (SIO) in of breng de elementen hiervoor bij elkaar in een al bestaande overlegstructuur waar strategie, doorwerking en uitvoering ten aanzien van de informatievoorziening bij elkaar komen.

AVG

  1. De organisatie verwijdert geen persoonsgegevens;
  2. Er moeten nog steeds veel (wettelijk verplichte) privacy impact assessments uitgevoerd worden;
  3. Interne datalekken (documenten in bv. het dms die niet correct zijn afgeschermd) blijven een prangend probleem.

BIO

  1. Borg aantoonbaar informatieveiligheid en privacy in de nieuwe werkplek;
  2. Ondersteun het team van security en privacy om door te groeien van uitvoerende naar een meer regisserende rol;
  3. Verken de rol van de provincie Overijssel ten aanzien van informatieveiligheid in de watersector en het mobiliteitsdomein;
  4. Houd grip op belangrijke IT-leveranciers en zorg dat zij aantoonbaar in control zijn op dreigingen die relevant zijn voor de provincie Overijssel;
  5. Ontwikkel een risicodashboard.

Wij herkennen ons in de bevindingen die zijn gedaan. In 2020 zijn belangrijke stappen gezet voor de opvolging van de aanbevelingen die gedaan zijn over 2019.
Wij zijn verheugd dat de Archiefinspecteur, Functionaris Gegevensbescherming en Chief Information Security Officer in hun jaarverslagen erkennen dat zij hiervan resultaten zien en de ingeslagen weg vruchten begint af te werpen. In 2021 gaan wij verder op de ingeslagen weg en werken wij aan de opvolging van de genoemde verbeterpunten.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Afboeking vordering Bio Rights B.V.
In 2011 is aan een v.o.f. een subsidie in de vorm van een geldlening van € 1 miljoen verstrekt. Bio Rights B.V. was vennoot in deze v.o.f. Omdat niet aan de subsidievereisten werd voldaan is in 2016 een invorderingstraject gestart om de subsidie terug te vorderen. In verband met rente is de vordering opgelopen naar € 1,2 miljoen. De v.o.f. is ontbonden, maar Bio Rights B.V. was als vennoot ook aansprakelijk voor het betalen van de subsidieschuld. Bio Rights B.V. had de afgelopen vijf jaar echter geen vermogen waarop verhaal kon worden gezocht. Bij vonnis van 29 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek van Bio Rights B.V. tot homologatie van een aangeboden schuldeisersakkoord toegewezen. Dat betekent dat het (door ons overigens betwiste) schuldeiserakkoord verbindend geworden is voor alle schuldeisers, waaronder de provincie Overijssel. Dit heeft tot gevolg dat de vordering van de provincie niet meer afdwingbaar is. Omdat we de vordering op Bio Rights van € 1,2 miljoen volledig hebben afgedekt in de voorziening dubieuze vorderingen, heeft de afboeking van de vordering geen gevolgen voor het resultaat. We zullen de vordering afboeken van de reservering in de voorziening dubieuze vorderingen.

Verlenging afdekking voorfinanciering collectieven in de AFR
In juni 2018 hebben wij het Actieplan weidevogels Overijssel vastgesteld. De uitvoering betreft een sterke uitbreiding van beheer- en inrichtingsmaatregelen. De uitbreiding van het beheer loopt via de reguliere subsidies voor agrarisch natuurbeheer. Voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen hebben de Collectieven agrarisch natuurbeheer (samenwerkingsverband van agrariërs en andere grondgebruikers) gebruik gemaakt van een landelijke subsidieregeling.
Bij de uitvoering moeten de kosten eerst worden voorgefinancierd. Hiervoor hebben de Collectieven geen middelen. Daarom hebben wij bij de 1e monitor 2019 besloten de drie Overijsselse Collectieven voor een periode van 3 jaar een lening van € 505.000 te verstrekken, zodat het Actieplan weidevogels tot uitvoering kan worden gebracht.
De tijdelijke lening van € 505.000 is, conform het statenbesluit PS/2014/1051 Optimale inrichting provinciale financiën, afgedekt in de algemene financieringsreserve (AFR). Daarnaast is in het verleden (2016) een voorschot verleend om het kasritme probleem van de collectieven op te lossen. Ook deze voorfinanciering (€ 600.000) is bij de 1e monitor 2019 afgedekt in de algemene financieringsreserve (AFR). In de huidige begroting is terugbetaling en de daarbij horende vrijval vanuit de AFR opgenomen in 2021. Echter de voorfinanciering voor beide leningen zal uiterlijk in 2022 verrekend of terugbetaald worden, daarom is voorgestelde financieel technische correctie van begroting noodzakelijk
Als gevolg van voorgestelde verlenging stellen wij u voor de onttrekking vanuit de AFR en de storting in de uitvoeringsreserve NNN door te schuiven naar 2022.

 

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Mei- en septembercirculaire provinciefonds

Algemene uitkering
De meicirculaire is eerder toegelicht bij de Begroting 2022, bij deze monitor verwerken wij de mutaties die betrekking hebben op het jaar 2021. De bijstelling van de algemene uitkering voor 2021 die wij verwerken ten aanzien van de meicirculaire is +/+ € 0,4 miljoen.

De bijstelling van de algemene uitkering voor 2021 vanuit de septembercirculaire die wij verwerken is circa +/+ € 2,2 miljoen.

Deze bijstelling bestaat uit:

Meicirculaire

 

Afrekening accres 2020

€ - 600.000

Afrekening BCF (via de Reserve Arepb)

€   900.000

Overig

€   100.000

Septembercirculaire:

 

Afrekening BCF (via de Reserve Arepb)

€ 2.178.000

Aanpassing algemene uitkering 2019/2020

€ -  100.000

Overig

€    100.000

Gevolgen budgettair perspectief 2021 *

€ -  500.000

* Voor het budgettair perspectief heeft de € 3.100.000 die via de Algemene reserve egalisatie plafond BCF gaat geen budgettair effect, zodat bij de Monitor Overijssel 2021-II een negatief effect van circa € 500.000 wordt meegenomen.

Accres
Meicirculaire
Het accres 2021 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2020, niet aangepast. De mutatie in de algemene uitkering is circa +/+ 0,4 miljoen als gevolg van aanpassingen in volumina van de maatstaven.

Septembercirculaire
De afgelopen jaren hebben fluctuaties in het accres regelmatig onrust veroorzaakt bij de medeoverheden. Het kabinet vindt het belangrijk in deze bijzondere tijd de schommelingen voor medeoverheden te dempen; hoe stabieler de inkomsten, hoe minder verstoringen van het gemeentelijke en provinciale begrotingsproces. In overleg met de VNG en het IPO is daarom besloten om het accres zoals gepresenteerd in de Voorjaarsnota 2020 te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021. Het accres 2021 blijft in deze circulaire dus ongewijzigd.
Voor alle jaren vanaf 2022 is sprake van een stijging, met name in het jaar 2022. De uiteindelijke ontwikkeling van het accres in 2022 en verder is afhankelijk van de keuzes die een nieuw kabinet maakt. Het accres 2021 wordt niet aangepast.

Conform de septembercirculaire stijgt het accres vanaf 2022 structureel met € 4,1 miljoen. Deze stijging komt met name door de extra Rijksuitgaven die zijn gepresenteerd op Prinsjesdag. In de jaren daarna neemt het accres verder toe vanwege indexeringen van de Rijksbegroting.

In lijn met de bestaande uitgangspunten verwerken wij bij deze monitor de effecten van de septembercirculaire en nemen wij voorzichtigheidshalve alleen de accreseffecten van het komende begrotingsjaar (2022) mee. De meerjarige effecten, die wij dus niet verwerken, zijn voor zijn voor 2023 € 4,8 miljoen, 2024 € 4,9 miljoen, 2025 € 7,0 miljoen en voor 2026 € 7,1 miljoen. Hier staat tegenover dat wij onze budgetten niet meerjarig hebben geïndexeerd, ook dat doen we (bij de Pnota) enkel voor het eerstkomende begrotingsjaar. De accresontwikkeling vanaf 2023 zal daar grotendeels voor nodig zijn.

BTW-compensatiefonds (BCF)
Bij deze septembercirculaire wordt de verwachte ruimte tussen het plafond in het BCF en de uitgaven ten laste van het BCF in 2021 toegevoegd aan de algemene uitkering. Voor Overijssel betekent dit een toevoeging aan de Algemene uitkering van € 2,2 miljoen. Dit bedrag wordt in zijn geheel toegevoegd aan de Algemene reserve egalisatie plafond btw-compensatiefonds (Arepb).
Gecombineerd met de toevoeging aan de Algemene uitkering bij de meicirculaire 2021 (€ 0,9 miljoen) zal in 2021 een bedrag van in totaal € 3,1 miljoen worden toegevoegd aan de Arepb.

Wet open overheid
In de meicirculaire zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld, deze waren verdeeld via de maatstaf inwoners. Conform de bestuurlijke besluitvorming van de 12 provincies is de verdeling voor de jaren 2022 en verder in deze circulaire gewijzigd, waarbij aansluiting is gezocht bij de verwachte kosten per provincie. Voor Overijssel resulteert dit in een kleine plus.

Samenvattend stellen wij u het volgende voor:

  • De baten uit het provinciefonds in 2021 te verhogen met € 2,7 miljoen ten gunste van de algemene middelen.
  • De toevoeging aan de AREPB in 2021 te verhogen met € 3,1 miljoen.
  • De baten uit het provinciefonds in 2022 en verder te verhogen met € 4,1 miljoen ten gunste van de algemene middelen.
  • De lasten op kerntaak 10 te verhogen met € 61.952 in 2022 oplopend tot € 105.743 in 2026.

Wijzigingen integratie- en decentralisatie–uitkeringen 2021 en verder
In de circulaire worden ook een aantal wijzigingen met betrekking tot de integratie- en decentralisatie-uitkeringen aangekondigd. Het betreft bijdragen van het Rijk voor specifieke doelen.

Meicirculaire:

  • In februari 2019 hebben dertien partijen - zowel overheid als maatschappelijke organisaties - de handen ineen geslagen om samen te werken aan een waardevolle leefomgeving. Het gezamenlijke doel is om de relatie tussen erfgoed en de inrichting van de leefomgeving te versterken. Provincie Overijssel ontvangt in 2021 € 186.000 voor Erfgoed deal.
  • In het Bestuurlijk Overleg Bodem, waarin het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de decentrale overheden zitting hebben, zijn op 23 september 2020 afspraken gemaakt over doelen en financiering van bodemopgaven in het jaar 2021. Het jaar 2021 is een overbruggingsjaar naar nieuwe bestuurlijke afspraken over de bodemopgaven vanaf 2022, als vervolg op het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020. Het doel is de gevallen van ernstige bodemverontreiniging met onaanvaardbare humane of ecologische risico’s of verspreidingsrisico’s (spoedlocaties) te saneren of de risico’s te beheersen. Het betreft een wettelijke taak van provincies. Voor 2021 zijn onder meer afspraken gemaakt over een apparaatskostenvergoeding en de afronding van spoedsaneringen, met een daarbij vastgestelde verdeelsleutel. Overijssel ontvangt in 2021 € 402.532.
  • Met ingang van 2021 is de decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en vervoer omgezet naar een specifieke uitkering. Dit om de rechtmatigheid van de uitkering te waarborgen. De beschikbare middelen bedragen structureel € 22,84 miljoen vanaf 2021. Voor Overijssel is € 9.705.750 structureel afgeraamd.

Septembercirculaire:

  • Voor de Regionale Energie Strategieën (RES) is in 2021 eenmalig € 0,729 miljoen aanvullend ter beschikking gesteld aan provincies. Een belangrijke mijlpaal in het Klimaatakkoord op weg naar 2030 is het opstellen en beleidsmatig verankeren van de RES. Voor de ondersteuning van dit proces van de RES in de regio zijn destijds door het Rijk middelen beschikbaar gesteld tot 1 juli 2021. De besluitvorming over de besteding van de aanvullende € 0,729 miljoen vindt in de regio plaats. Dit bedrag zal via de eerder gehanteerde verdeelsystematiek uitgekeerd worden. Provincie Overijssel ontvangt in 2021 € 306.052.
  • Het ministerie van OCW stelt voor 2021 eenmalig € 0,041 miljoen beschikbaar aan de provincie Overijssel voor het maken van een gebiedsbiografie van de NOVI -regio (Nationale Omgevingsvisie) Zwolle. Middels dit instrument worden de ontstaansgeschiedenis, de logica en de bestaande kwaliteiten van een gebied in kaart gebracht. De gebiedsbiografie kan diverse ruimtelijke inrichtingsvraagstukken in de fysieke leefomgeving voeden, zoals verstedelijking en woningbouw, klimaatadaptatie en natuur en waterveiligheid.

Samenvattend stellen wij u het volgende voor:

  • Wij stellen u voor om een bedrag van € 186.000 toe te voegen aan de jaarschijf 2021 van prestatie 6.1.1 om de middelen in te kunnen zetten voor het daarvoor bestemde doel.
  • Wij stellen u voor om een bedrag van € 402.532 toe te voegen aan de Reserve bodemsanering.
  • Wij stellen u voor een bedrag van € 9,7 miljoen toe te voegen aan kerntaak 20 Nog toe te delen baten en lasten.
  • Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,31 miljoen toe te voegen aan de jaarschijf 2021 (waarvan € 136.792 voor RES West-Overijssel, € 147.167 voor RES Twente en € 22.093 voor Kennisprogramma NWO) van prestatie 2.3.1.
  • Wij stellen u voor € 41.000 aan lasten toe te voegen aan de Begroting 2021 voor prestatie 1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid.
    Deze voorgestelde begrotingswijzigingen hebben geen direct effect op het budgettair perspectief. In de huidige werkwijze worden de decentralisatie- en integratie uitkeringen volledig ingezet voor het doel dat daar door het Rijk aan is gekoppeld.
  • Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2021 te verlagen met € 8,8 miljoen.

Opcenten Motorrijtuigenbelasting
Op basis van de ramingen van de belastingdienst en de realisatie tot en met september actualiseren wij bij deze monitor de raming van de opcenten. In 2021 zijn de volumes licht gestegen waardoor we een stijging zien in de ontvangsten. Tegelijkertijd zijn de inkomsten uit de MRB onzeker. De vrijstelling van elektrische auto's van MRB speelt hierbij een belangrijke rol.
De inkomsten ramen wij voor 2021 op € 115 miljoen en voor 2022 en 2023 € 114 miljoen. Dit betekent voor 2021 een plus van € 2,2 miljoen en voor 2022 en 2023 een plus van € 1,2 miljoen.
De meeropbrengsten die worden geraamd komen deze coalitieperiode zoals afgesproken ten gunste van verkeersveiligheid.

Wij stellen u voor de baten aan opcenten in 2021 te verhogen met € 2,2 miljoen en in 2022 en 2023 met € 1,2 miljoen. Deze baten komen ten gunste van verkeersveiligheid, prestatie 4.5.1 in 2022 € 2,2 miljoen en 2023 € 2,4 miljoen.

De Buffel (staat ook bij prestatie 4.7.1)
Bij de perspectiefnota is voor 2021 een aanvullend investeringskrediet beschikbaar gesteld voor de vervanging van ons werkschip De Buffel, waardoor een totaal beschikbaar investeringsbudget ontstaat van € 807.000. Nu deze middelen beschikbaar gesteld zijn, is begonnen met de verdere uitwerking van het programma van eisen. De aanbesteding is voorzien begin 2022. De oplevering van het nieuwe schip is naar verwachting in het voorjaar van 2023. Voor de aanwending van het investeringskrediet betekent dit dat de middelen grotendeels besteed zullen worden in 2022 en 2023.

Wij hebben besloten om van het beschikbare investeringskrediet 2021 een bedrag van € 0,8 miljoen af te ramen. Een bedrag van € 0,5 miljoen toe te voegen aan de het investeringskrediet 2022 en een bedrag van € 0,3 miljoen toe te voegen aan het investeringskrediet 2023.

Bij de perspectiefnota is de dekking van het beschikbaar gestelde investeringskrediet in één keer ten laste van de exploitatie gebracht (nog toe te delen baten en lasten). Volgens onze nieuwe financieringssystematiek, activeren wij dit schip en schrijven wij daarop af. Wij hebben nu een beter beeld van wanneer het schip naar verwachting in gebruik genomen kan worden en kunnen de begroting daar nu op aanpassen. Met onderstaande begrotingswijziging corrigeren wij de eenmalige last en creëren wij een structurele afschrijvingslast:

Wij stellen u voor om de begrote eenmalige last in 2021 van € 580.000 bij kerntaak 20 af te ramen. Vanaf het jaar 2024 een structurele afschrijvingslast te raming van € 40.000 bij prestatie 4.7.1

Rente Reserve provinciale infrastructuur
Voor de aanleg van de N34 is met het Rijk afgesproken dat de ontvangen bijdrage geïndexeerd zal worden. Nu de aanleg van de N34 gereed is, kan de indexatie over de reserve komen te vervallen.

Wij stellen u voor de rente op de reserve provinciale infrastructuur af te boeken en dus de lasten in kerntaak 20 te verlagen met € 50.000 voor 2021 en meerjarig met € 53.000 oplopend tot circa € 60.000 in 2026.

Rente Reserve Europese programma's
In de nota "reserves en voorzieningen" (PS/2021/1102699) heeft u besloten om de rentetoevoegingen aan de reserve Europese Programma’s stop te zetten. Bij de perspectiefbrief 2020 is € 30 miljoen gereserveerd voor cofinanciering van Europese fondsen. Omdat Europa haar budgetten niet indexeert, is een indexatie op de cofinanciering niet nodig.

Wij stellen u voor om een bedrag van € 213.000 af te ramen van kerntaak 20 en dit bedrag vrij te laten vallen naar de algemene middelen.

Labeling U-KvO budget onderkabeling hoogspanningslijnen
Bij het opstellen van de begroting 2021 zijn investeringsmiddelen, ad. € 3,3 miljoen, voor de onderkabeling van hoogspanningslijnen voor de gemeenten Raalte, Almelo, Deventer en Enschede gekoppeld aan de prestatie 1.1.2 uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid (was prestatie 2.3.1). De eerste storting in 2020, van € 1,9 miljoen, is in de reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel gekoppeld aan prestatie 2.3.1, de tweede begrote storting in 2022 is gekoppeld aan de juiste prestatie 1.1.2. De labeling van de eerste storting aan de juiste prestatie moet nog gecorrigeerd worden.

Wij stellen u voor om de (eerste) storting van € 1,9 miljoen te koppelen aan prestatie 1.1.2 en dit te herstellen van prestatie 2.3.1, op deze juiste wijze realiseren wij een juiste labeling van de middelen in de reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. 

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

In dit hoofdstuk maken wij alle overige lasten en baten inzichtelijk. Het betreft hier de onderdelen 'overhead' waarin alle bedrijfsvoeringsbudgetten zijn opgenomen en de 'algemene dekkingsmiddelen', waarin met name de algemene inkomsten zijn opgenomen.

Bedragen x €1.000
Financiën Primitieve begroting 2021 Doorgevoerde wijzigingen t/m 4 oktober 2021 Begroot per 4 oktober 2021 Besteding per 4 oktober 2021 Ruimte per 4 oktober 2021 Voorgestelde begrotingswijziging Monitor II
Lasten
10.0 Bedrijfsvoering
10.0.0 Bedrijfsvoering 27.243 -1.438 25.804 26.646 -841 2.468
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 22.678 1.340 24.018 0 24.018 1.221
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.2 Algemene uitkeringen 0 0 0 0 0 0
20.00.3 Dividend -40 0 -40 -44 4 0
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 1.109 0 1.109 1.110 -1 0
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -100 1.780 1.680 1.353 327 -1.780
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen 969 1.780 2.749 2.418 331 -1.780
20.20 Onvoorzien
20.20.1 Onvoorzien 250 0 250 0 250 0
Totaal Lasten 51.140 1.681 52.821 29.064 23.758 1.910
Baten
10.0 Bedrijfsvoering
10.0.0 Bedrijfsvoering 707 0 707 379 328 0
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 194 0 194 0 194 0
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.1 Lokale heffingen 112.300 500 112.800 112.800 0 2.200
20.00.2 Algemene uitkeringen 204.126 206 204.331 204.331 0 -6.094
20.00.3 Dividend 20.817 -1.330 19.487 16.497 2.990 0
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 9.697 0 9.697 7.545 2.152 0
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 0 0 0 0 0 9.706
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen 346.940 -624 346.315 341.173 5.142 5.812
Totaal Baten 347.840 -624 347.216 341.552 5.664 5.812

Voorgestelde begrotingswijzigingen

Terug naar navigatie - Voorgestelde begrotingswijzigingen
Prestatie Voorgestelde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo PS/GS Begrotingswijziging Financiële toelichting
10.0.0 Overhead -770 0 770 -770 PS Begrotingswijziging (extra benodigde ICT middelen) Extra benodigde ICT middelen voor 2021 en 2022 Bij de jaarrekening 2019 heeft u besloten om de in 2019 niet bestede ICT-budgetten ter grootte van € 2,1 miljoen te beklemmen in de algemene reserve, ter dekking van de verwachte intensivering op ICT. We stellen u voor dit beklemde deel in de algemene reserve volledig aan te wenden. Daarbovenop is in deze jaren € 1,4 miljoen extra benodigd. Dat lichten we hieronder nader toe. - Het programma DA’S digitaal werken: Dit programma zorgt voor de invoering van zaakgericht werken ten behoeve van dienstverlening en de stukkenstroom en voor een digitale samenwerkomgeving voor beleidsmatige of projectmatige samenwerking. Door de ontwikkelingen (direct en indirect) rondom dit programma wordt een additioneel budget gevraagd van € 3,1 miljoen in de jaren 2021 en 2022. Hiervan kan € 2,1 miljoen worden gedekt uit de beklemming in de algemene reserve, aanvullend is € 1,0 miljoen benodigd. De onderliggende redenen voor de toegenomen kosten heeft meerdere oorzaken. Ten eerste heeft ONS-ICT het randvoorwaardelijke Windows10 later opgeleverd. Hierdoor is vertraging ontstaan. Omdat we voor de bemensing van ICT-Informatievoorziening vrijwel volledig afhankelijk zijn van externe inhuur, leidt vertraging -ook in dit project - tot kostenverhoging. Wegens doorschuiven van DA’S naar 2022 kunnen diverse systemen nog niet worden uitgefaseerd. Ten tweede voldeed de geboden oplossing/software niet aan de gestelde eisen en het had bovendien geresulteerd in afhankelijkheid van de softwareleverancier. Inmiddels biedt de standaard van Microsoft steeds betere mogelijkheden om te voldoen aan verantwoord en duurzaam informatiebeheer. Om die reden hebben we recentelijk de strategische keuze gemaakt voor de standaard Microsoft oplossing. Hoewel dit een langere doorlooptijd (kostenverhoging) oplevert tijdens de projectfase, levert dit wel een beter, en op de lange termijn, goedkoper product op. De tweede strategische keuze betreft de inbedding in de organisatie. Gezien de complexiteit en het belang, in combinatie met de beperkte capaciteit, is gekozen om niet big-bang te implementeren, maar om meer tijd te nemen voor de ingebruikname dan initieel gepland. Deze langere doorlooptijd laat zich vertalen naar hoger projectkosten, maar resulteert in een beter product en acceptatie. - Stijgende bijdrage aan ONS-ICT: De bijdrage van Overijssel aan ONS-ICT laat de afgelopen jaren een sterk stijgende lijn zien. Sinds 2019 zijn er kostenstijgingen van jaarlijks 5 tot 10%. In het algemeen liggen de prijsstijgingen op het gebied van ICT ook hoger dan de gemiddelde inflatie en de daaraan gekoppelde jaarlijkse indexatie van onze begroting. Daardoor loopt onze begroting inmiddels behoorlijk uit de pas. Voor 2022 bedraagt onze bijdrage € 6,8 miljoen, dit is een verdere stijging van € 400.000 ten opzichte van 2021, die we niet binnen de begroting kunnen opvangen. De stijging is het gevolg van hogere kosten voor onder andere applicaties en licenties, die ONS-ICT aan ons doorberekent. Dit zijn niet beïnvloedbare kosten en vormen 56% van de totale IV-begroting. In de komende jaren verwachten wij verder kostenstijging als gevolg van het herstellen van achterstallig onderhoud op de infrastructuur door ONS-ICT. Dit is ontstaan doordat, wegens de uitloop van Windows 10, het ICT-projectenportfolio was bevroren. Het kostenverloop hiervan zal worden meegenomen in de P-nota 2023. Wij stellen u voor om in totaal aanvullend € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor ICT in de jaren 2021 en 2022 (respectievelijk € 0,8 miljoen en € 2,7 miljoen) en dit voor € 2,1 miljoen te dekken vanuit de hiervoor bestemde beklemming in de Algemene Reserve en € 1,4 miljoen vanuit de Algemene middelen.
10.0.0 Overhead -1699 0 1699 -1699 PS Begrotingswijziging (omzetting investeringen ICT naar exploitatiebudget) Omzetting investeringen ICT naar exploitatiebudget: Onze investeringen in ICT  (structureel € 1,0 miljoen) werden tot 2020 afgeschreven in een periode van vier jaar. Voor de investeringen vanaf 2021 geldt dat wij niet langer eigenaar worden van de op te leveren ICT-producten en -diensten. Het eigenaarschap blijft bij het shared servicecentrum ONS en bij de leveranciers van de hard- en software. Om die reden mogen wij conform het BBV de investeringen niet langer opnemen op de balans, om in vier jaar af te schrijven. De investeringen komen vanaf heden in één keer ten laste van het betreffende boekjaar.  Dit is onvermijdelijk. Doordat we de komende jaren de investeringen niet kunnen uitsmeren over de gebruiksduur van 4 jaar, maar ondertussen nog wel de afschrijvingslasten uit voorgaande jaren dragen, hebben we in de jaren 2021-2024 te maken dubbele lasten. Het gaat in totaal om een bedrag van in totaal € 2,6 miljoen. Het gaat in de jaren 2021-2024 respectievelijk om afgerond € 1,7 miljoen, € 0,6 miljoen, € 0,2 miljoen en € 0,1 miljoen. Wij stellen u voor dit ten laste te brengen van de Algemene middelen.
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead -1221 0 1221 -1221 PS Begrotingswijziging Aanpassing normbedragen: Via de perspectiefnota 2022 heeft u besloten € 1,2 miljoen beschikbaar te stellen voor het opvangen van premiestijgingen op de salariskosten. Dit budget is als reservering opgenomen in kerntaak 20. De werkelijke premiestijging bedraagt € 1,22 miljoen. Via deze monitor voegen we daarom € 1,22 miljoen toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten dat wordt toegerekend aan de kerntaken, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering van € 1,2 miljoen. Dit levert een incidenteel nadeel van € 20.000 op voor het saldo van deze monitor. Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten te verhogen met € 1,22 miljoen en de reservering voor premiestijgingen in kerntaak 20 met € 1,2 miljoen te verlagen.
20.00.1 Lokale heffingen 2200 2200 2200 PS Begrotingswijziging Opcenten Motorrijtuigenbelasting: Op basis van de ramingen van de belastingdienst en de realisatie tot en met september actualiseren wij bij deze monitor de raming van de opcenten. In 2021 zijn de volumes licht gestegen waardoor we een stijging zien in de ontvangsten. Tegelijkertijd zijn de inkomsten uit de MRB onzeker. De vrijstelling van elektrische auto's van MRB speelt hierbij een belangrijke rol, maar ook de coronacrisis kan op de korte en lange termijn gevolgen hebben voor onze inkomsten uit de opcenten. De inkomsten ramen wij voor 2021 op € 115,0 en voor 2022 en 2023 € 114 miljoen. Dit betekent voor 2021 een plus van € 2,2 miljoen en voor 2022 en 2023 een plus van € 1,2 miljoen. De meeropbrengsten die worden geraamd komen deze coalitieperiode zoals afgesproken ten gunste van verkeersveiligheid. Wij stellen u voor de baten aan opcenten in 2021 te verhogen met € 2,2 miljoen en in 2022 en 2023 met € 1,2 miljoen. Deze baten komen ten gunste van verkeersveiligheid, prestatie 4.5.1 in 2022 € 2,2 miljoen en 2023 € 2,4 miljoen.
20.00.2 Algemene uitkeringen -6094 -6094 -6094 PS Begrotingswijziging Meicirculaire: Ontvangst ten behoeve van Erfgoed deal: In februari 2019 hebben dertien partijen - zowel overheid als maatschappelijke organisaties - de handen ineen geslagen om samen te werken aan een waardevolle leefomgeving. Het gezamenlijke doel is om de relatie tussen erfgoed en de inrichting van de leefomgeving te versterken. Provincie Overijssel ontvangt in 2021 € 186.000 voor Erfgoed deal. Ontvangst ten behoeve van reserve bodemsanering: In het Bestuurlijk Overleg Bodem, waarin het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de decentrale overheden zitting hebben, zijn op 23 september 2020 afspraken gemaakt over doelen en financiering van bodemopgaven in het jaar 2021. Het jaar 2021 is een overbruggingsjaar naar nieuwe bestuurlijke afspraken over de bodemopgaven vanaf 2022, als vervolg op het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020. Het doel is de gevallen van ernstige bodemverontreiniging met onaanvaardbare humane of ecologische risico’s of verspreidingsrisico’s (spoedlocaties) te saneren of de risico’s te beheersen. Het betreft een wettelijke taak van provincies. Voor 2021 zijn onder meer afspraken gemaakt over een apparaatskostenvergoeding en de afronding van spoedsaneringen, met een daarbij vastgestelde verdeelsleutel. Overijssel ontvangt in 2021 € 402.532. Aframing decentralisatieuitlering Projecen verkeer en vervoer: Met ingang van 2021 is de decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en vervoer omgezet naar een specifieke uitkering. Dit om de rechtmatigheid van de uitkering te waarborgen. De beschikbare middelen bedragen structureel € 22,84 miljoen vanaf 2021. Voor Overijssel is € 9.705.750 structureel afgeraamd. Ontvangst Algemene Uitkering provinciefonds meicirculaire: Het bedrag wat toegevoegd wordt aan de algemene uitkering provionciefonds is € 0,429 miljoen. Septembercirculaire: Ontvangst ten behoeve van RES: Voor de Regionale Energie Strategieën (RES) is in 2021 eenmalig € 0,729 miljoen aanvullend ter beschikking gesteld aan provincies. Een belangrijke mijlpaal in het Klimaatakkoord op weg naar 2030 is het opstellen en beleidsmatig verankeren van de RES. Voor de ondersteuning van dit proces van de RES in de regio zijn destijds door het Rijk middelen beschikbaar gesteld tot 1 juli 2021. De besluitvorming over de besteding van de aanvullende € 0,729 miljoen vindt in de regio plaats. Dit bedrag zal via de eerder gehanteerde verdeelsystematiek uitgekeerd worden. Provincie Overijssel ontvangt in 2021 € 306.052. Ontvangst ten behoeve van gebiedsbiografie NOVI -regio: Het ministerie van OCW stelt voor 2021 eenmalig € 0,041 miljoen beschikbaar aan de provincie Overijssel voor het maken van een gebiedsbiografie van de NOVI -regio (Nationale Omgevingsvisie) Zwolle. Middels dit instrument worden de ontstaansgeschiedenis, de logica en de bestaande kwaliteiten van een gebied in kaart gebracht. De gebiedsbiografie kan diverse ruimtelijke inrichtingsvraagstukken in de fysieke leefomgeving voeden, zoals verstedelijking en woningbouw, klimaatadaptatie en natuur en waterveiligheid. Ontvangst Algemene Uikering provinciefonds septembercirculaire: Het bedrag wat toegevoegd wordt aan de algemene uitkering provionciefonds is € 2,247 miljoen.
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 11486 9706 -1780 11486 PS Begrotingswijziging Werkschip de Buffel: Bij de perspectiefnota is de dekking van het beschikbaar gestelde investeringskrediet in één keer ten laste van de exploitatie gebracht (nog toe te delen baten en lasten). Volgens onze nieuwe financieringssystematiek, activeren wij dit schip en schrijven wij daarop af. Wij hebben nu een beter beeld van wanneer het schip naar verwachting in gebruik genomen kan worden en kunnen de begroting daar nu op aanpassen. Met onderstaande begrotingswijziging corrigeren wij de eenmalige last en creëren wij een structurele afschrijvingslast. Wij stellen u voor om de begrote eenmalige last in 2021 van € 580.000 bij kerntaak 20 af te ramen en vanaf het jaar 2024 een structurele afschrijvingslast te raming van € 40.000 bij prestatie 4.7.1. Premiestijgingen salariskosten: Via de perspectiefnota 2022 heeft u besloten € 1,2 miljoen beschikbaar te stellen voor het opvangen van premiestijgingen op de salariskosten. Dit budget is als reservering opgenomen in kerntaak 20. De werkelijke premiestijging bedraagt € 1,22 miljoen. Via deze monitor voegen we daarom € 1,22 miljoen toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten dat wordt toegerekend aan de kerntaken, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering van € 1,2 miljoen. Dit levert een incidenteel nadeel van € 20.000 op voor het saldo van deze monitor. Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten te verhogen met € 1,22 miljoen en de reservering voor premiestijgingen in kerntaak 20 met € 1,2 miljoen te verlagen. Projecten verkeer en vervoer: Met ingang van 2021 is de decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en vervoer omgezet naar een specifieke uitkering. Dit om de rechtmatigheid van de uitkering te waarborgen. De beschikbare middelen bedragen structureel € 22,84 miljoen vanaf 2021. Voor Overijssel is € 9.705.750 structureel afgeraamd en toegevoegd aan kerntaak 20 nog toe te delen baten en lasten.
Totaal 3902 5812 1910 3902

Doorgevoerde begrotingswijzigingen

Terug naar navigatie - Doorgevoerde begrotingswijzigingen
Prestatie Doorgevoerde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo GS/PS Begrotingswijziging Financiële toelichting
10.0.0 Overhead 1000 0 -1000 1000 PS 001 Herprioritering Deze wijziging heeft betrekking op PS 001 Herprioritering
10.0.0 Overhead -105 0 105 -105 PS 009 Jaarverslag 2020 Deze wijziging heeft betrekking op PS 009 Jaarverslag 2020
10.0.0 Overhead -48 0 48 -48 PS 015 Monitor Overijssel 2021-I Herverdeling centraal IPO budget Op 24 maart jl. is de IPO-meerjarenbegroting behandeld in de commissie Bestuur & Financiën. Hierbij bent u meegenomen in het vernieuwde proces van de meerjarenraming van het IPO. De vernieuwde opzet zorgt voor meer transparantie en leesbaarheid van de begroting. Bijkomend voordeel is dat deze vernieuwde begroting nu makkelijker te verdelen is naar de prestaties van de Provincie Overijssel. Omdat tot nu toe die toedeling niet te maken was werd een deel van de IPO begroting centraal begroot onder prestatie 7.3.1. De nieuwe opzet van de begroting is aanleiding om u voor te stellen om het centrale IPO budget, budgettair neutraal, te herverdelen over de prestaties waar de kosten van het IPO betrekking op hebben. Voor overhead betekent dit dat er € 48.000 van prestatie 7.3.1 (Samenwerking met partners) overgeheveld wordt naar deze prestatie om de kosten van het IPO binnen dit budget te dekken. Het voorstel hiertoe is opgenomen bij prestatie 7.3.1.
10.0.0 Overhead 591 0 -591 591 Adm. 203 doorwerking Adm. 2020 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 doorwerking Adm. 2020
10.66.66 Toegerekende personeelsgebonden kosten -737 0 737 -737 PS 009 Jaarverslag 2020 Deze wijziging heeft betrekking op PS 009 Jaarverslag 2020
10.66.66 Toegerekende personeelsgebonden kosten -591 0 591 -591 Adm. 203 doorwerking Adm. 2020 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 doorwerking Adm. 2020
10.66.66 Toegerekende personeelsgebonden kosten -11 0 11 -11 Adm. 204 personeelsgebonden kosten januari 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 204 personeelsgebonden kosten januari 2021
20.00.1 Lokale heffingen 500 500 0 500 Adm. 201 doorwerking PS 2020 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 doorwerking PS 2020
20.00.2 Algemene uitkeringen 206 206 0 206 Adm. 201 doorwerking PS 2020 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 doorwerking PS 2020
20.00.3 Dividend -1378 -1378 0 -1378 PS 013 Perspectiefnota 2022 Deze wijziging heeft betrekking op PS 013 Perspectiefnota 2022
20.00.3 Dividend 48 48 0 48 PS 015 Monitor Overijssel 2021-I Deze wijziiging heeft betrekking op rentebaten lening Enexis 2e tranche
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -1780 0 1780 -1780 PS 013 Perspectiefnota 2022 Deze wijziging heeft betrekking op PS 013 Perspectiefnota 2022
Totaal -2305 -624 1681 -2305