Status prestaties

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Status prestaties

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Zoutloods Beukers
In Monitor 2023-I hebben wij u gemeld dat wij onze zoutloods Beukers moeten aanpassen. De zoutloods en de vloeistofdichte vloeren waren van dusdanige verouderd dat de bodemgesteldheid in het geding kwam. Tevens voldeden we niet langer aan wet- en regelgeving. Bij de Monitor heeft u ingestemd met het beschikbaar stellen van een investeringskrediet ter hoogte van € 516.000. Dit betrof een omzetting van investeringskrediet dat eerder bestemd was voor vervanging van zoutstrooiers naar investeringskrediet voor de aanpak van zoutloods Beukers (zie prestatie 4.7.1 in Monitor 2023-I). Bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de zoutloods blijkt dat bodemgesteldheid van een slechtere kwaliteit is dan uit eerder (steekproefsgewijs) onderzoek is gebleken. Hierdoor dienen de fundering en de vloeistofdichte vloerconstructie ten opzichte van het ontwerp aangepast (verzwaard) te worden. Deze aanpassingen zorgen voor meerkosten ter hoogte van € 185.000. 

Wij hebben binnen onze bestaande (investerings)begroting gezocht naar dekking voor deze meerkosten. De kosten voor het plaatsen van zonnepanelen vallen lager uit dan het door u beschikbaar gestelde investeringsbudget. Wij stellen u voor het investeringskrediet dat beschikbaar was voor de plaatsing van zonnepanelen met € 185.000 te verlagen en het investeringsbudget voor de aanpak zoutloods Beukers met hetzelfde bedrag te verhogen. Onze verduurzamingsdoelstellingen worden niet geraakt door deze voorgestelde omzetting.

Generieke digitale infrastructuur (Meicirculaire Provinciefonds)
Een centrale financiering draagt bij aan de gewenste bredere deelname en een hoger gebruik van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Tot en met 2022 werden de kosten voor het beheer en exploitatie van de GDI doorbelast aan de afnemers, zoals gemeenten en provincies. Deze doorbelasting leidde tot onzekerheid over de bijdragen die gemeenten en provincies moesten doen aan de GDI. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt de financiering van de GDI ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK). Om dat mogelijk te maken is in de Programmeringsraad GDI, waar de VNG en het IPO zitting in hebben, afgesproken dat alle gebruikers van de GDI een bijdrage leveren aan de centrale financiering door het ministerie van BZK. Voor de provincies betekent dit dat er in 2023 in totaal € 0,7 miljoen van de algemene uitkering van het provinciefonds naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Voor Provincie Overijssel gaat dit om € 58.000. Wij stellen u voor om de lasten in jaarschijf 2023 van prestatie 10.0 te verlagen met € 58.000.   

Vervanging beveiligingssysteem
In de Begroting 2024 hebben wij u voorgesteld om € 0,8 miljoen investeringsbudget beschikbaar te stellen voor vervanging van ons beveiligingssysteem. Het beveiligingssysteem is verouderd en dient vervangen te worden. De investering vindt plaats in 2023. Conform onze financiële spelregels stellen wij u bij deze Monitor voor het door u vastgestelde investeringsbudget ter hoogte van € 0,8 miljoen voor vervanging van de beveiligingssystemen toe te voegen aan jaarschijf 2023 prestatie 10.0. De jaarlijks afschrijvingslasten vanaf 2024 zijn reeds verwerkt in de Begroting 2024.

 

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Rentebaten
Voor 2023 en voor 2024 hebben we aan rentebaten op de rekeningcourant bij de schatkist, de depositofaciliteit bij de schatkist en op leningen aan decentrale overheden (gemeenten) per jaarschijf  € 15 miljoen begroot. De afgelopen maanden heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente sterk verhoogd. Dit betekent een hoger rentepercentage bij de schatkist. Ook is ons saldo bij de schatkist gedurende 2023 hoger dan vooraf ingeschat. Dit leidt tot hogere rentebaten in 2023 en 2024. We verwachten voor 2023 een extra rente opbrengst van in totaal € 15 miljoen. Hiermee komen de rentebaten op de betreffende renteposten uit op € 30 mln. Ook voor de jaarschijf 2024 verwachten we hogere rentebaten. Omdat dit verder in de tijd ligt, is de onzekerheid over het saldo en rentepercentage groter. Daarom ramen we de extra rentebaten voor deze jaarschijf conservatiever op € 10 miljoen. De totale rentebaten over 2024 op de betreffende renteposten bedragen dan € 25 miljoen. De rentebaten komen ten gunste van de algemene middelen.
We nemen de rentebaten steeds voor één jaar vooruit op. Bij de perspectiefnota 2025 nemen we dan rentebaten 2025 op, gebaseerd op de dan bekende informatie.

We stellen u voor om de rentebaten 2023 te verhogen met € 15 miljoen en de rentebaten 2024 te verhogen met € 10 miljoen.

Stimuleringslening verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Onder prestatie 2.3.1 wordt een toelichting gegeven op de openstelling van regeling 3.9 Stimuleringslening verduurzaming maatschappelijk vastgoed ad € 2 miljoen. Omdat deze subsidie-openstelling in de vorm van een lening is, dient dit afgedekt te worden in de algemene financieringsreserve (AFR).

Wij stellen u voor om, conform het PS besluit 2021/1101552, vanuit prestatie 2.3.1 het bedrag van de openstelling ad € 2 miljoen vanuit de reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel over te hevelen naar de Algemene Financieringsreserve. Dit ter afdekking van de te verstrekken leningen via SVn.  

 

 

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Deze toelichting op de algemene dekkingsmiddelen is onderverdeeld in een 2-tal onderdelen, namelijk:

  • Mutaties uit de mei- en septembercirculaire van het Provinciefonds en
  • Overige mutaties

MUTATIES UIT MEI- EN SEPTEMBERCIRCULAIRE PROVINCIEFONDS

Bij de begroting 2024 is de meicirculaire toegelicht en het meerjarig effect van de meicirculaire verwerkt. In deze monitor verwerken we het effect van de meicirculaire voor het jaar 2023 en de (meerjarige) mutaties uit de septembercirculaire. Onderstaande effecten worden verwerkt:

  • Effecten 2023 meicirculaire op Algemene uitkering. Het budgettaire effect is in 2023 +/+ € 4,3 miljoen.
  • Effecten septembercirculaire op Algemene uitkering. Het budgettaire effect is in 2023 +/+ € 3,6 miljoen, voor 2024 en 2025 +/+ € 3,9 miljoen en vanaf 2026 +/+ € 2,2 miljoen.
  • Effecten op decentralisatie-uitkeringen. Deze hebben geen budgettair effect.
Meicirculaire 2023 Resultaateffect 2e monitor
Afrekening 2022 incidenteel +/+     € 0,5 miljoen +/+     € 0,5 miljoen
Afrekening 2022 structureel +/+    € 0,5 miljoen +/+    € 0,5 miljoen (onderdeel beklemming AR B2024)
Accres 2023 +/+    € 1,7 miljoen +/+    € 1,7 miljoen (onderdeel beklemming AR B2024)
Projecten Verkeer en vervoer  -/-    € 0,5 miljoen  -/-    € 0,5 miljoen 
Afrekening BCF  +/+       € 2,2 miljoen +/+       € 2,2 miljoen
GDI -/-    € 0,06 miljoen   
Bodembescherming -/-    € 0,1 miljoen   
Uitv.kn. PAS meldingen +/+    € 0,5 miljoen   
Aanvalsplan Grutto +/+    € 0,2 miljoen   
     
Septembercirculaire    
Accres 2023         -/-    € 3,4 miljoen -/-    € 3,4 miljoen
Afrekening BCF          +/+       € 6,6 miljoen +/+       € 6,6 miljoen
Programma Natuur     +/+    € 0,6 miljoen  
Overig              +/+     € 0,4 miljoen +/+     € 0,4 miljoen
     

Meicirculaire (met resultaateffect)

Afrekening 2022

De algemene uitkering 2022 is definitief vastgesteld, de afrekening over 2022 vindt plaats in 2023. Voor Overijssel resulteert dat in een plus van € 1.000.000. 

Accres 2023 

Het accres 2023 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2022, naar boven bijgesteld. Het structurele positieve effect van het accres 2023 is circa € 1,7 miljoen. 
Dit komt voornamelijk door een correctie voor inflatie in 2022 die het Rijk vorig jaar heeft aangekondigd. Vorig jaar was het accres vastgesteld op basis van inflatiecijfers van maart 2022, terwijl de inflatie gedurende het jaar aanzienlijk is gestegen.  

Projecten verkeer en vervoer 

In 2016 zijn de middelen voor de Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en vervoer toegevoegd aan het provinciefonds (paragraaf 3.1 en 3.2 van de meicirculaire 2015). Daaronder waren ook opgenomen de middelen voor de Projecten verkeer en vervoer. De middelen voor de Projecten verkeer en vervoer zijn in de periode 2016 tot en met 2020 uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Deze decentralisatie-uitkering is door de Algemene Rekenkamer als onrechtmatig aangemerkt. Sinds 2021 worden de Projecten verkeer en vervoer gefinancierd via een specifieke uitkering. In verband daarmee zijn de resterende middelen voor 2021 en verder teruggeboekt naar de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Bij deze terugboeking is de compensatie van opgebouwde indexatie per abuis niet overgeheveld. In de decembercirculaire van 2022 is de indexatie voor 2021 en 2022 alsnog overgeheveld naar de begroting van het ministerie van IenW. Middels deze mutatie is de indexatie voor 2023 en verder overgeheveld (€ 6,2 miljoen) van de algemene uitkering van het provinciefonds naar de begroting van het ministerie van IenW. Voor Overijssel betekent dit een negatieve bijstelling van circa € 0,5 miljoen voor 2023 en verder. Dit zal ten laste gaan van het resultaat. Het is nog niet duidelijk of dit bedrag in 2023 en verder via een specifieke uitkering aan de provincie wordt uitgekeerd. We hebben een aantal vragen gesteld bij het IPO en IenW, zodat we hier meer opheldering over krijgen.

Samenvattend voorstel

De bovenstaande 3 posten uit de meicirculaire (afrekening 2022, accres 2023 en Projecten verkeer en vervoer) leiden samenvattend tot onderstaand voorstel:

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verhogen met € 2,1 miljoen ten gunste van de algemene middelen. Bij het budgettair perspectief van de Begroting 2024 is hier reeds rekening mee gehouden door middel van een beklemming in de Algemene Reserve. 

Plafond BCF 
Bij de meicirculaire wordt het verschil tussen het plafond in het BCF (BTW-compensatiefonds) en de uitgaven ten laste van het BCF in 2022 afgerekend. Dit wordt verwerkt in 2023. Bij de afrekening blijkt dat het plafond naar boven bijgesteld is, de uitgaven lager zijn uitgevallen en het aandeel van de provincies in het verschil is gestegen. Een en ander leidt voor Overijssel tot een stijging van de Algemene uitkering in 2023 van € 2,2 miljoen.

Wij stellen u voor om een bedrag van € 2,2 miljoen niet alsnog toe te voegen aan de Algemene reserve egalisatie plafond BCF, maar te laten vrijvallen ten gunste van de Algemene middelen. Bij de Begroting 2024 is er ook al een fors bedrag afgeroomd uit de Algemene reserve egalisatie plafond BCF. Daarnaast overwegen wij om u op een later moment voor te stellen deze reserve op  te heffen.

Meicirculaire (zonder resultaateffect)

GDI (Generieke digitale infrastructuur) 

Onder overhead (prestatie 10.0.0 Bedrijfsvoering) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de meicirculaire met betrekking tot GDI.  

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verlagen met € 58.000. Onder prestatie 10.0.0 wordt u voorgesteld om de jaarschijf 2023 van prestatie 10.0.0 met eenzelfde bedrag te verlagen. 

Bodembescherming 
Voor apparaatskosten bodembescherming wordt de algemene uitkering van 2022 voor provincies van € 1,4 mln. gecontinueerd voor 2023. Deze continuering maakt onderdeel uit van de bestuurlijke afspraken bodem en ondergrond 2023 tot en met 2030, die eind 2022 zijn gemaakt tussen het ministerie van IenW, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen (UvW). Het betreft een tegemoetkoming in de kosten van het ambtelijk apparaat dat zorgdraagt voor het uitvoeren van de taken die de Wet bodembescherming toekent aan bevoegde gezagen (gemeenten en provincies). Voor Overijssel komt dit neer op een -/- van circa € 121.000.  Dit is een correctie op een eerdere verdeling van de middelen via de algemene uitkering. 

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verlagen met € 121.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Bodemsanering. 

Uitv.kn. PAS meldingen 

Onder prestatie 3.1.2. (Vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de meicirculaire met betrekking tot Uitvoeringskosten PAS meldingen.  

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verhogen met € 537.600 en dit bedrag toe te voegen aan de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Onder prestatie 3.1.2. wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 3.1.2. 

Aanvalsplan grutto 

Onder prestatie 3.1.5. (Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de meicirculaire met betrekking tot Aanvalsplan grutto. 

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 incidenteel te verhogen met € 156.000. Onder prestatie 315 wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 3.5.1. 

Septembercirculaire (met resultaateffect)

Accresontwikkeling

Het accres voor 2023 daalt flink met circa € 3,4 miljoen voor Overijssel. Dit heeft voornamelijk te maken met de onderuitputting op de Rijksbegroting. In 2024 is er juist een stijging van het accres van € 3,4 miljoen. Dit hogere accres komt door doorgeschoven rijkslasten en een hogere inflatie. Dit bedrag verwerken we voor voor 2024 en 2025. Voor 2026 en verder nemen we alleen de mutatie sinds de voorjaarsnota van de inflatie mee en dit komt voor Overijssel neer op circa € 2,2 miljoen. 

Accresontwikkeling tot en met 2025

De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven (accresrelevante uitgaven; ARU). Volgens de reguliere normeringssystematiek (trap-op-trap-af) hebben wijzigingen in de ARU direct invloed op de ontwikkeling van de algemene uitkering en daarmee op de omvang van het provinciefonds. De jaarlijkse toe- of afname van het provinciefonds, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd. In de septembercirculaire is een nieuwe accresraming opgenomen voor het jaar 2023 en verder. Het accres voor het provinciefonds wordt tot en met 2025 op deze reguliere wijze berekend.

Ontwikkeling accres vanaf 2026
Het kabinet heeft, als uitwerking van het coalitieakkoord, besloten dat het gemeente- en provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd worden op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Uitgangspunt is dat de fondsen (gemeente- en provinciefonds) meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bbp volgen. De volumeontwikkeling van de fondsen wordt gebaseerd op het 8-jarig historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp, waardoor de fondsen minder schommelen. De indexatie voor inflatie volgt de prijs bbp van het lopende jaar, waardoor de fondsen reëel ‘op niveau’ blijven. Het volume van de fondsen blijft in 2026 bevroren op het bedrag dat in 2022 door het kabinet was vastgesteld.

Conform de bestaande uitgangspunten ramen we de accresontwikkeling één jaar vooruit. Dat betekent dat we bij de Begroting 2024 de accresontwikkeling van 2024 hebben verwerkt. De ontwikkeling in de overige jaren dus niet. Indien er in de meerjarenraming sprake is van een negatieve accresontwikkeling, dan verwerken we die wel direct. In de begroting 2023 hebben we dus al rekening gehouden met de terugval van het accres in 2026 (ten opzichte van 2023). Het accres (de groei) van het provinciefonds bestaat uit een compensatie voor loon- en prijsontwikkelingen en uit een volumecomponent (de autonome groei). De compensatie voor loon- en prijs hebben we nodig om de kosten van indexatie te kunnen dekken. Net als de accresontwikkeling, verwerken we de indexering van onze eigen begroting één jaar vooruit. De meerjarige effecten blijven beperkt, alleen de accres mutatie 2024 wordt meerjarig verwerk. De terugval in 2026 is reeds verwerkt en blijft ongewijzigd. Rekening houdend met de gedeeltelijke compensatie van de terugval en de terugkeer van de opschalingskorting, bedraagt de terugval voor Overijssel circa € 12,3 miljoen (2026 ten opzichte van 2024). 

Samenvattend voorstel

De bovenstaande 2 posten uit de septembercirculaire (Accresontwikkeling tot en met 2025 en Ontwikkeling accres vanaf 2026) leiden samenvattend tot onderstaand voorstel:

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verlagen met € 3,0 miljoen ten laste van de algemene middelen. Tevens stellen wij u voor om in 2024-2025 de baten te verhogen met 3,9 miljoen en in 2026-2028 met 2,2 miljoen ten gunste van de algemene middelen.

Afrekening BCF

Bij deze septembercirculaire wordt de verwachte ruimte tussen het plafond in het BCF en de uitgaven ten laste van het BCF in 2023 toegevoegd aan de algemene uitkering. Voor Overijssel betekent dit een toevoeging aan de Algemene uitkering van € 6,6 miljoen.

We stellen voor om € 6,6 miljoen niet toe te voegen aan de Algemene reserve BCF, maar te laten vrijvallen ten gunste van de Algemene middelen. Wat betreft het BCF valt er dus bij Monitor II € 8,8 miljoen (€ 2,2 miljoen meicirculaire +/+ € 6,6 miljoen septembercirculaire) vrij ten gunste van de Algemene middelen.

Septembercirculaire (zonder resultaateffect)

Programma Natuur

Onder prestatie 3.1.4. (Beheer natuurterreinen) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de septembercirculaire met betrekking tot Programma Natuur. 

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 te verhogen met € 628.000. Onder prestatie 3.1.4 wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 3.1.4. 

Wijzigingen integratie- en decentralisatie–uitkeringen 2023 en verder (zonder resultaateffect)

In de mei- en septembercirculaire zijn een aantal wijzigingen aangekondigd met betrekking tot de decentralisatie-uitkeringen. Deze wijzigingen hebben geen direct effect op het budgettair perspectief. In de huidige werkwijze worden de decentralisatie- en integratie uitkeringen volledig ingezet voor het doel dat daar door het Rijk aan is gekoppeld.   
 
•    Regionale Energie Strategieën (RES) (mei- en septembercirculaire)

Onder prestatie 2.3.1. (Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de mei- en septembercirculaire met betrekking tot de decentralisatie-uitkering RES.

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023 incidenteel te verhogen met € 855.529 en vanaf 2024 structureel te verhogen met eenzelfde bedrag. Onder prestatie 2.3.1. wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 2.3.1. 

•    Hergebruik stedelijk afvalwater (meicirculaire) 

Onder prestatie 2.1.2. (Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu) wordt een toelichting gegeven op de mutaties uit de meicirculaire met betrekking tot de decentralisatie-uitkering Hergebruik stedelijk afvalwater. Specifiek voor de Provincie Overijssel betekent dit dat in de periode 2023 tot en met 2027 een jaarlijkse uitkering wordt ontvangen van circa € 21.000 per jaar. De ramingen 2024-2027 zijn reeds bij de begroting 2024 meegenomen.  

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2023  te verhogen met € 21.000. Onder prestatie 2.1.2. wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 2.1.2. 

•    Verkeersveiligheid/Wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet (septembercirculaire) 
De Wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet is in 2023 in werking getreden. De Provincie is verplicht over te gaan tot extra inspecties en analyses gericht op het structureler en diepgaander monitoren van de verkeersveiligheid. Bij de Perspectiefnota 2023 heeft u besloten om hiervoor extra geld beschikbaar te stellen.  In het voorstel bij de Perspectiefnota was nog niet bekend dat er middelen vanuit het Rijk toegekend zouden worden. Nu is er een structurele bijdrage van € 37.000 voor de Provincie vanuit de decentralisatie-uitkering van het Rijk vastgesteld. Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds structureel vanaf 2023  te verhogen met € 37.000 ten gunste van de Algemene Middelen.
 
•    Veilig Wonen (septembercirculaire) 

Onder prestatie 7.1.6.  (Ondermijning) wordt een toelichting gegeven op de mutatie uit de septembercirculaire met betrekking tot de decentralisatie-uitkering Veilig Wonen.

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds te verhogen met € 7.000 voor de periode 2023 t/m 2026. Onder prestatie 7.1.6. wordt u voorgesteld om de bijbehorende lasten toe te voegen aan de ramingen van prestatie 7.1.6. 

OVERIGE MUTATIES

Actualisatie opbrengsten Motorrijtuigenbelasting (volume)

Op basis van de meest recente tellijsten van de belastingdienst is de verwachting dat de inkomsten uit de MRB structureel toenemen met € 1,0 miljoen. Dit komt door een stijging van het aantal auto’s en het gemiddelde gewicht. Bij de begroting 2024 zijn de hogere inkomsten vanaf 2024 structureel meegenomen.  Bij deze monitor ramen we deze hogere inkomsten voor het jaar 2023.

Wij stellen u voor de baten aan opcenten in 2023 te verhogen met € 1 miljoen. Bij het budgettair perspectief van de Begroting 2024 is hier reeds rekening mee gehouden door middel van een beklemming in de Algemene Reserve. 

Administratieve correctie (budgetneutraal)

Bij de Begroting 2023 is bij de algemene dekkingsmiddelen per abuis een negatieve structurele bate en een negatieve structurele last gepresenteerd van 9,7 miljoen (Decentraal spoor vanuit Provinciefonds). Deze 2 negatieve posten hadden budgetneutraal tegen elkaar weggestreept moeten worden. Deze presentatiecorrectie verwerken we bij deze monitor (ophogen last en ophogen bate). Meerjarig is deze correctie reeds verwerkt bij de Begroting 2024. Wij stellen u voor de lasten en baten onder kerntaak Overhead, financiering en dekkingsmiddelen budgettair neutraal te verhogen met € 9,7 miljoen.  

Subsidie Regionaal Warmtenet Twente 

Wij stellen u voor om in 2023 € 2,5 miljoen vanuit de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel (prestatie 2.3.1) over te hevelen naar de Reserve Verstrekte Subsidies. U wordt verwezen naar prestatie 2.3.1.  (Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie) en 5.2.3 (Cleantech Regio) voor een inhoudelijke toelichting. 

Subsidie Slim Warmtenet Zandweerd

Wij stellen u voor om in 2023 € 1,25 miljoen vanuit de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel (€ 0,7 miljoen prestatie 5.2.3 en € 0,55 miljoen prestatie 2.3.1) over te hevelen naar de Reserve Verstrekte Subsidies. U wordt verwezen naar prestatie 2.3.1.  (Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie) voor een inhoudelijke toelichting. 

PPLG (voorfinanciering) 

Wij stellen u voor om € 4 miljoen van het voorfinancieringsbudget te laten vrijvallen en te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de Algemene Risico Reserve.  U wordt verwezen naar prestatie 3.5.6.  (Provinciaal programma landelijk gebied) voor een inhoudelijke toelichting. 

Overheveling KvO middelen voor werkveld ondermijning

Wij stellen u voor om in 2023 € 0,45 miljoen vanuit de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel (prestatie 7.1.1 Bestuurlijke inrichting en samenwerking) over te hevelen naar de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel (prestatie 7.1.5 Ondermijning). U wordt verwezen naar prestatie 7.1.5  Ondermijning voor een inhoudelijke toelichting. 

Opheffing beklemming Algemene Reserve

Bij de begroting 2024 is een aantal autonome ontwikkelingen verwerkt, welke deels invloed hebben op de begroting 2023 en dus op de vrije ruimte in de Algemene Reserve. Bij de begroting 2024 is een beklemming in de Algemene Reserve van € 1,4 miljoen opgenomen voor onderstaande 6 onderdelen, omdat deze per saldo een beslag zouden leggen op de vrije ruimte:
1.    Een hoger verwacht accres van +/+ € 2,2 miljoen.
2.    Een hogere verwachte opbrengst vanuit de opcenten MRB van +/+ € 1,0 miljoen
3.    Een reservering voor extra indexeringen op infrastructuur van -/- € 3,3 miljoen
4.    De lasten voor de verhoging van de vergoedingen voor PS van -/- € 0,2 miljoen
5.    De lasten voor sociale veiligheid op het spoor van -/- € 0,9 miljoen
6.    De lasten voor de investeringen in een nieuw GIS van -/- € 0,2 miljoen 
 
Bij deze monitor stellen we voor de mutaties te effectueren in 2023. Voor een aantal onderwerpen wijkt de definitieve verwerking af van wat we oorspronkelijk hadden verwacht. Zo valt het accres voor 2023 hoger uit en vallen de benodigde middelen in 2023 op een aantal posten lager uit. Dit heeft per saldo een positief effect op de vrije ruimte. Dit effect is volledig onderdeel van het saldo dat bij deze monitor wordt gepresenteerd. Met het verwerken van de mutaties komt de beklemming te vervallen.
 
Een toelichting op het accres en de opcenten op de MRB staan separaat toegelicht in deze monitor. Hieronder lichten we de overige vier posten nader toe.
 
3. Reservering voor extra indexeringen op infrastructuur
Om de hogere lasten door inflatie te kunnen opvangen hebben we bij de Begroting 2024 een structurele reservering gedaan. In 2023 zal geen aanspraak worden gemaakt op deze reservering. Dit heeft er onder meer mee te maken dat de actualisatie van de voorziening begin volgend jaar plaats zal vinden. We verwachten dat er dan wel aanspraak moet worden gemaakt op de structurele en incidentele buffer. Dat geldt mogelijk ook voor de hogere kosten voor de brug- en sluisbediening. De gereserveerde middelen in 2024 en verder zijn naar verwachting voldoende om deze ontwikkelingen te kunnen opvangen.
 
4. Verhogen vergoedingen PS
Deze post effectueren wij bij deze monitor. Onder prestatie 7.3.5 (Verstevigen samenspel PS-GS) wordt u voorgesteld de budgetten te verhogen met € 0,2 miljoen.
 
5. Sociale veiligheid spoor
Voor deze post is bij de begroting 2024 een beklemming van € 0,9 miljoen meegenomen, waarvan in 2023 € 0,3 miljoen (prestatie 4.2.3. Concessie- en contractmanagement van bus en trein) wordt geeffectueerd. De onderbouwing voor de lagere effectuering is als volgt: Om de sociale veiligheid op de spoorverbindingen in Overijssel (Zwolle-Emmen, Zwolle-Kampen en Zwolle-Enschede) te verbeteren is in overleg met de vervoerders afgesproken een veiligheidsteam in te stellen dat o.a. incidenten snel kan aanpakken. Voor de treinverbinding Zwolle-Emmen is dit in 2023 al gerealiseerd. Voor de andere treinverbindingen Zwolle-Kampen en Zwolle-Enschede zal dit met ingang van 2024 worden gerealiseerd. Wij werken samen met onze vervoerders om de Sociale veiligheid op onze spoorverbindingen in Overijssel (Vechtdallijnen, Zwolle- Enschede, Zwolle-Kampen en Zutphen-Oldenzaal) beheersbaar te houden. Met ingang van 2023 is hiertoe voor de Vechtdallijnen samen met de vervoerder, het ministerie van Justitie en Veiligheid en provincie Drenthe invulling gegeven aan de inzet van zogenoemde Sociale Veiligheidsteams die in staat zijn om incidenten snel op te pakken. Voor onze andere spoorverbindingen wordt samen met de vervoerders gewerkt aan een plan van aanpak om de Sociale Veiligheid ook op die lijnen beheersbaar te houden. Het voorstel van de vervoerders voor de spoorverbindingen Zwolle- Enschede, Zwolle-Kampen en Zutphen-Oldenzaal zal naar verwachting in 2024 worden geïmplementeerd. 
 
6. Data op orde: GIS
In de Begroting 2024 hebben wij u voorgesteld om in jaarschijf 2023 vanuit de algemene reserve € 0,2 miljoen te reserveren voor ontwikkeling van onze GIS-systemen. Op basis van geactualiseerde ramingen blijkt dat wij de kosten die gemoeid zijn met de ontwikkeling van de GIS-systemen in 2023 uit de huidige exploitatiebegroting kunnen dekken. De gereserveerde middelen zijn dus niet meer benodigd.

 

 

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

In dit hoofdstuk maken wij alle overige baten en lasten inzichtelijk. Het betreft hier de onderdelen 'overhead' waarin alle bedrijfsvoeringsbudgetten zijn opgenomen en de 'algemene dekkingsmiddelen', waarin met name de algemene inkomsten zijn opgenomen. Een nadere uitsplitsing van de algemene dekkingsmiddelen is te vinden onder financiën - meerjarig overzicht van baten en lasten.

Bedragen x €1.000
Saldo baten en lasten Primitieve begroting 2023 Doorgevoerde wijzigingen per 2 oktober 2023 Begroot per 2 oktober 2023 Realisatie per 2 oktober 2023 Ruimte per 2 oktober 2023 Voorgestelde wijzigingen Monitor II
Lasten
10.0 Overhead
10.0.0 Overhead 30.344 666 31.010 23.559 7.451 -58
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 30.229 2.478 32.707 0 32.707 0
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.3 Dividend 4 0 4 3 1 0
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 296 0 296 210 86 0
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -4.108 -5.698 -9.806 -965 -8.842 9.706
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen -3.808 -5.698 -9.506 -752 -8.754 9.706
20.20 Onvoorzien
20.20.1 Onvoorzien 5.791 -96 5.695 -5 5.700 0
Totaal Lasten 62.556 -2.650 59.906 22.803 37.103 9.647
Baten
10.0 Overhead
10.0.0 Overhead 742 0 742 328 414 0
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 97 0 97 0 97 0
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.1 Lokale heffingen 115.500 1.500 117.000 117.000 0 1.000
20.00.2 Algemene uitkeringen 230.308 4.519 234.827 244.841 -10.014 10.014
20.00.3 Dividend 12.472 29.524 41.996 41.620 376 0
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 2.420 15.000 17.420 16.256 1.164 15.000
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -9.706 0 -9.706 134 -9.840 9.706
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen 350.995 50.543 401.537 419.851 -18.314 35.720
Totaal Baten 351.834 50.543 402.377 420.179 -17.802 35.720

Voorgestelde wijzigingen

Terug naar navigatie - Voorgestelde wijzigingen
Prestatie Doorgevoerde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo PS/GS/Vooraankondiging Toelichting financieel
10.0.0 Overhead 58 0 -58 58 PS Begrotingswijziging Generieke digitale infrastructuur (Meicirculaire Provinciefonds): Een centrale financiering draagt bij aan de gewenste bredere deelname en een hoger gebruik van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Tot en met 2022 werden de kosten voor het beheer en exploitatie van de GDI doorbelast aan de afnemers, zoals gemeenten en provincies. Deze doorbelasting leidde tot onzekerheid over de bijdragen die gemeenten en provincies moesten doen aan de GDI. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt de financiering van de GDI ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK). Om dat mogelijk te maken is in de Programmeringsraad GDI, waar de VNG en het IPO zitting in hebben, afgesproken dat alle gebruikers van de GDI een bijdrage leveren aan de centrale financiering door het ministerie van BZK. Voor de provincies betekent dit dat er in 2023 in totaal € 0,7 miljoen van de algemene uitkering van het provinciefonds naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Voor Provincie Overijssel gaat dit om € 58.000. Wij stellen u voor om de lasten in jaarschijf 2023 van prestatie 10.0 te verlagen met € 58.000.
20.00.1 Lokale heffingen 1000 1000 0 1000 PS Begrotingswijziging Meicirculaire (met resultaateffect): Afrekening 2022 De algemene uitkering 2022 is definitief vastgesteld, de afrekening over 2022 vindt plaats in 2023. Voor Overijssel resulteert dat in een plus van € 1.000.000.
20.00.2 Algemene uitkeringen 10014 10014 0 10014 PS Begrotingswijziging De teksten van de wijzigingen kunt u vinden bij "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen", onder het kopje "Algemene dekkingsmiddelen".
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 15000 15000 0 15000 PS Begrotingswijziging Rentebaten: Voor 2023 en voor 2024 hebben we aan rentebaten op de rekeningcourant bij de schatkist, de depositofaciliteit bij de schatkist en op leningen aan decentrale overheden (gemeenten) per jaarschijf  € 15 miljoen begroot. De afgelopen maanden heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente sterk verhoogd. Dit betekent een hoger rentepercentage bij de schatkist. Ook is ons saldo bij de schatkist gedurende 2023 hoger dan vooraf ingeschat. Dit leidt tot hogere rentebaten in 2023 en 2024. We verwachten voor 2023 een extra rente opbrengst van in totaal € 15 miljoen. Hiermee komen de rentebaten op de betreffende renteposten uit op € 30 mln. Ook voor de jaarschijf 2024 verwachten we hogere rentebaten. Omdat dit verder in de tijd ligt, is de onzekerheid over het saldo en rentepercentage groter. Daarom ramen we de extra rentebaten voor deze jaarschijf conservatiever op € 10 miljoen. De totale rentebaten over 2024 op de betreffende renteposten bedragen dan € 25 miljoen. De rentebaten komen ten gunste van de algemene middelen. We nemen de rentebaten steeds voor één jaar vooruit op. Bij de perspectiefnota 2025 nemen we dan rentebaten 2025 op, gebaseerd op de dan bekende informatie. We stellen u voor om de rentebaten 2023 te verhogen met € 15 miljoen en de rentebaten 2024 te verhogen met € 10 miljoen.
20.00.5 Overige alg dekkingsmiddelen 0 9706 9706 0 PS Begrotingswijziging Administratieve correctie (budgetneutraal): Bij de Begroting 2023 is bij de algemene dekkingsmiddelen per abuis een negatieve structurele bate en een negatieve structurele last gepresenteerd van 9,7 miljoen (Decentraal spoor vanuit Provinciefonds). Deze 2 negatieve posten hadden budgetneutraal tegen elkaar weggestreept moeten worden. Deze presentatiecorrectie verwerken we bij deze monitor (ophogen last en ophogen bate). Meerjarig is deze correctie reeds verwerkt bij de Begroting 2024. Wij stellen u voor de lasten en baten onder kerntaak 20 budgettair neutraal te verhogen met € 9,7 miljoen.
Totaal 26072 35720 9648 26072

Doorgevoerde wijzigingen

Terug naar navigatie - Doorgevoerde wijzigingen
Prestatie Doorgevoerde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo GS/PS Begrotingswijziging Financiële toelichting
10.0.0 Overhead - Catering en beveiliging -150 0 150 -150 PS 005 Jaarstukken 2022 Inbesteding catering en beveiliging: In 2022 hebben wij besloten onze catering- en beveiligingsdiensten in eigen beheer te nemen. Door het inbesteden van deze diensten zijn wij beter in staat in te spelen op toekomstige ontwikkelingen en te sturen op onze provinciale doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam en regionaal inkopen.  In ons vernieuwde hospitalityconcept wordt eigen personeel flexibel ingezet, hetgeen onze gastvrijheid en wendbaarheid ten goede komt.  De inbesteding van deze diensten brengen incidentele opstartkosten met zich mee. Zo moeten wij pin- en kassasystemen aanschaffen, (inkoop)systemen implementeren, producten aanschaffen (zoals kleding, schoonmaakproducten, e.d.) en onze (financiële) administratie inrichten. Deze kosten kunnen wij niet vanuit de lopende exploitatiebegroting 2023 dekken. Wij stellen u daarom voor om vanuit de overheadsbudgetten € 0,15 miljoen door te schuiven en in 2023 toe te voegen aan de budgetten voor catering en beveiliging. PS begrotingswijziging
10.0.0 Overhead - Wet Open Overheid -335 0 335 -335 PS 005 Jaarstukken 2022 Wet Open Overheid: Bij de Monitor 2022-II hebben wij u gemeld dat wij u een resultaatbestemming voorleggen voor implementatie en uitvoering van de Wet Open Overheid (WOO). Via het provinciefonds hebben wij in 2022 € 335.485 ontvangen. Wij willen deze middelen inzetten om een projectorganisatie in te richten,  onze systemen verder 'WOO-proof' te maken en aan te sluiten op landelijke publicatieplatforms. Zo blijven wij voldoen aan de WOO.  De provinciefondsmiddelen zijn in 2022 nog niet besteed omdat voorbereidende werkzaamheden door vaste formatie is opgepakt. In 2023 verwachten wij een versnelling van onze activiteiten (en daarmee een piek in kosten). Wij stellen u voor om vanuit de overheadsbudgetten € 0,335 miljoen door te schuiven en in 2023 toe te voegen aan de budgetten voor uitvoering en implementatie van de WOO. PS begrotingswijziging
10.0.0 Overhead - Shared Service Center ONS -455 0 455 -455 PS 005 Jaarstukken 2022 Uitloop projecten Shared Service Center ONS: Shared Service Center Ons (SSC Ons) is in 2022 met toestemming van partners gestart met een aantal projecten om haar dienstverlening en informatieveiligheid te verbeteren (bijvoorbeeld projectkosten Verhogen Digitale Weerbaarheid (VDW)). De benodigde middelen hiervoor waren gereserveerd in onze Begroting 2022. Daadwerkelijke betaling aan Ons vindt plaats op basis van realisatie. Door personele krapte bij Ons, de omvang en complexiteit van projecten heeft Ons meer tijd nodig om de projecten te realiseren. In haar eigen Jaarverslag 2022 zal Ons u hierover informeren. Door uitloop zijn de door Overijssel in 2022 gereserveerde middelen  niet besteed.  Ons verwacht de projecten in 2023 te realiseren. Als opdrachtgever sturen wij hierop. Wij stellen u voor om vanuit de overheadsbudgetten € 0,455 miljoen door te schuiven en in 2023 toe te voegen aan de budgetten voor SSC Ons. PS begrotingswijziging
10.0.0 Overhead - Informatiebeveiliging -70 0 70 -70 PS 005 Jaarstukken 2022 Informatiebeveiliging: In de decembercirculaire is voor alle provincies in totaal € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld om provinciale organisaties certificeerbaar te maken voor de ISO 27001 norm. Overijssel ontvangt circa € 70.000 voor deze taak. Wij streven ernaar om in 2023 certificeerbaar te zijn en stellen u voor de provinciefondsmiddelen beschikbaar te houden in 2023 en toe te voegen aan de budgetten voor informatiebeveiliging. PS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 58 0 -58 58 PS 007 Monitor Overijssel 2023-I Deze wijziging heeft betrekking op PS 007 Monitor Overijssel 2023-I PS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -211 0 211 -211 GS 101 Jaarstukken 2022 Impulsgelden digitalisering Coalitieakkoord 2020: De urgentie om een versnelling aan te brengen in onze digitaliserings- en datamogelijkheden is hoog. Wegens verloop van personeel en wisseling in aansturing heeft deze versnelling enige tijd stil gelegen en is er sprake van onderbesteding in 2022.  In Monitor 2022-II hebben wij aangekondigd u een resultaatbestemming voor te leggen voor het beschikbaar houden van de impulsgelden digitalisering. Tevens hebben wij voorgesteld om de einddatum van deze KvO middelen te verlengen met een jaar van 2023 naar 2024. Wij willen onze inzet in 2023 vergroten. Dit willen wij doen door deze impulsmiddelen, vooruitlopend op het PPLG,  in te zetten voor digitalisering in stikstofvraagstukken. Concreet wordt gesproken over de mogelijkheden van digital-twin (een digitale weergave van de fysieke omgeving) om zo simulaties van verschillende scenario’s uit te kunnen voeren. Wij verwachten dat in de gebiedsprocessen bij alle berokken partijen hieraan behoefte bestaat. Het is de bedoeling dat we door de inzet van dit instrument snel de gevolgen voor de omgeving inzichtelijk kunnen maken. Het impulsgeld wordt ingezet om kennis en competenties van de organisatie te vergroten. Ethische vraagstukken worden daarin meegenomen. Deze versnelling vraagt mogelijk om aanschaf van nieuwe technologie (impuls op instrumenten) en (inhuur van) expertise.  Hierover vindt nog nadere afstemming plaats en indien nodig informeren wij u hierover. Wij hebben besloten om vanuit de overheadsbudgetten € 0,21 miljoen door te schuiven en in 2023 toe te voegen aan de budgetten voor impuls digitalisering. GS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -200 0 200 -200 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 651 0 -651 651 Adm. 207 doorwerking Adm. 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 207 doorwerking Adm. 2022 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 0 0 0 0 Adm. 210 diversen januari 2023 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 210 diversen januari 2023 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 46 0 -46 46 Adm. 214 voorjaarswijziging personeel 2023 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 214 voorjaarswijziging personeel 2023 Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead 432 0 -432 432 PS 007 Monitor Overijssel 2023-I Overheveling budgetten thuiswerk- en Internetvergoeding: In de CAO provincies is afgesproken dat medewerkers recht hebben op een thuiswerkvergoeding van € 2 netto per thuiswerkdag en een Internetvergoeding van € 1 netto per thuiswerkdag. Het door u bij de Begroting 2023 beschikbaar gestelde budget van € 0,23 miljoen is destijds tijdelijk ondergebracht bij het onderdeel personeelsgebonden kosten. Wij stellen u voor het budget van € 0,23 miljoen over te hevelen naar het onderdeel Bedrijfsvoering. Deze overheveling is budgettair neutraal. Overheveling budget uitbreiding mobiliteitsregeling: Bij de Begroting 2023 heeft u in het kader van aantrekkelijk werkgeverschap ingestemd met een gerichte verbreding van de mobiliteitsregeling. Het door u beschikbaar gestelde budget van € 0,2 miljoen is tijdelijk ondergebracht bij het onderdeel personeelsgebonden kosten. Wij stellen u voor het budget van € 0,2 miljoen over te hevelen naar het onderdeel Bedrijfsvoering. Deze overheveling is budgettair neutraal. PS begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -2213 0 2213 -2213 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -651 0 651 -651 Adm. 207 doorwerking Adm. 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 207 doorwerking Adm. 2022 Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -46 0 46 -46 Adm. 214 voorjaarswijziging personeel 2023 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 214 voorjaarswijziging personeel 2023 Adm. begrotingswijziging
20.00.1 Lokale heffingen 1500 1500 0 1500 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
20.00.2 Algemene uitkeringen 4519 4519 0 4519 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
20.00.3 Dividend 29524 29524 0 29524 PS 007 Monitor Overijssel 2023-I Dividend Enexis uit verkoop Fudura: Netwerkbedrijf Enexis heeft in 2022 haar dochter Fudura verkocht en hierop een boekwinst gerealiseerd van € 1,1 miljard. De aandeelhouders van Enexis hebben ervoor gekozen om hiervan € 1 miljard binnen Enexis te laten voor investeringen in de energietransitie en € 100 miljoen uit te laten keren als dividend. U bent met de statenbrief van 18 januari 2023 (kenmerk D2023-01-005519) in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen kenbaar te maken over de bestemming van de boekwinst Fudura. Omdat de provincie Overijssel (afgerond) 19,7% van de aandelen bezit, is in 2023 eenmalig € 19,7 miljoen in 2023 ontvangen. Deze baten komen ten gunste van de algemene middelen en maken deel uit van de integrale afweging. Wij stellen u voor om de dividendopbrengst Enexis in de begroting 2023 te verhogen met € 19,7 miljoen. Dividend Enexis regulier: Het dividend Enexis dat in 2023 over het boekjaar 2022 is uitgekeerd over de reguliere winst (dus zonder de boekwinst op Fudura) aan de provincie Overijssel bedraagt € 18,3 miljoen. We hadden dit al gemeld in de 2e Monitor 2022. In de begroting 2023 is € 9,8 miljoen opgenomen. De extra baten van € 8,5 miljoen komen ten gunste van de algemene middelen en maken deel uit van de integrale afweging. Wij stellen u voor om de dividendopbrengst Enexis in de begroting 2023 te verhogen met € 8,5 miljoen. Dividend Wadinko: In 2021 is het dividendbeleid van Wadinko vastgesteld door de aandeelhouders. Voor de provincie Overijssel betekent dit dat, indien Wadinko voldoet aan de gestelde voorwaarden voor dividenduitkering, ze jaarlijks € 375.000 uitkeert aan dividend. In 2023 ontvangen we over het jaar 2022 € 375.000. Ook voor de komende jaren is de kans zeer reëel dat deze dividendbate uitgekeerd wordt. Tot nu toe hebben we geen dividendbate in onze begroting opgenomen. We stellen u voor om met ingang van het boekjaar 2023 jaarlijks een dividendbate Wadinko in de begroting op te nemen van € 375.000, waarvan (conform de huidige afspraken) 60% structureel en 40% incidenteel. De baten komen ten gunste van de algemene middelen. Dividend BNG Bank: Over het boekjaar 2022 keert de BNG Bank in 2023 € 0,2 miljoen dividend uit. Aangezien deze opbrengst niet is begroot, betekent dit een meevaller van € 0,2 miljoen. De afgelopen jaren hebben we steeds een dividenduitkering in de orde van grootte van € 0,2 miljoen ontvangen. Ook naar de toekomst toe is het reëel te veronderstellen dat de BNG Bank jaarlijks dividend uitkeert. Tot nu toe hebben we geen dividendbate in onze begroting opgenomen. We stellen u voor om met ingang van het boekjaar 2023 jaarlijks een dividendbate BNG Bank in de begroting op te nemen van € 0,2 miljoen, waarvan (conform de huidige afspraken) 60% structureel en 40% incidenteel. De baten komen ten gunste van de algemene middelen. Lening BNG Bank: We hebben in 2016 een lening van € 25 miljoen verstrekt aan de BNG Bank. Jaarlijks heeft de BNG Bank het recht (dus niet de plicht) om per 16 mei de lening volledig af te lossen. Op 2 mei 2023 heeft de BNG Bank aangegeven om de lening niet af te lossen per medio mei 2023. Dat betekent dat we nog (minimaal) een jaar een rentebate van € 1,2 miljoen ontvangen, toe te rekenen aan 2023 (medio mei - december) en 2024 (januari - medio mei). Deze werkwijze is conform voorgaande jaren. Wij stellen u voor om de rentebate over de BNG Banklening toe te voegen aan de begroting 2023 (€ 0,8 miljoen) en de begroting 2024 (€ 0,4 miljoen). De baten komen ten gunste van de algemene middelen. PS begrotingswijziging
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 15000 15000 0 15000 PS 007 Monitor Overijssel 2023-I Rentebaten over schatkistsaldo en leningen aan decentrale overheden: Conform de wet Fido stallen we (het overgrote deel) van onze tijdelijk overtollige liquiditeiten bij de Rijksschatkist. De afgelopen jaren was het rendement daarop nihil (0% rente). Eind 2022 is daar verandering in gekomen en ontvangen we rente over ons saldo bij de schatkist. Ook maken we nu (beperkt) gebruik van de depositofaciliteit bij de schatkist, wat ook rentebaten genereert. Tenslotte zijn we, vanwege de gestegen rente, met ingang van 2023 begonnen om (beperkt) leningen te verstrekken aan decentrale overheden (gemeenten). Dit is een uitzondering die de wet ons biedt op het verplichte schatkist bankieren. Het uitzetten van leningen bij decentrale overheden levert veelal een hoger rendement (rentepercentage) dan de schatkist. Meerjarig is in de begroting nog geen rekening gehouden met rentebaten over het saldo op de schatkistrekening en de verstrekte leningen aan decentrale overheden. Op basis van een voorzichtige raming schatten we in dat de genoemde rentebaten in 2023 ongeveer € 15 miljoen bedragen. Voorzichtigheidshalve stellen we voor om eenzelfde baat incidenteel op te nemen in de jaarschijf 2024. Wij stellen u voor om de rentebaten over het schatkistsaldo en over de uitgezette leningen aan decentrale overheden toe te voegen aan de begroting; € 15 miljoen voor de jaarschijf 2023 en € 15 miljoen voor de jaarschijf 2024. Deze extra baten komen ten gunste van de algemene middelen en zijn onderdeel van de integrale afweging. PS begrotingswijziging
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 5698 0 -5698 5698 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
20.20.1 Onvoorzien -2949 0 2949 -2949 PS 005 Jaarstukken 2022 Dit budget wordt meegenomen als restant buffer onvoorzien indexering naar 2023 PS begrotingswijziging
20.20.1 Onvoorzien 2420 0 -2420 2420 PS 007 Monitor Overijssel 2023-I Prijsindexering beheer en onderhoud: De kosten op het gebied van infrastructuur zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de inflatie binnen de GWW-sector. De prijsindex van de GWW-sector wijkt in 2022 en 2023 veel af van de HICP. In 2022 is de begroting daarop reeds structureel bijgesteld. In 2023 is de prijsindex van de GWW-sector circa 13%. Dat is 10% hoger dan waar de begroting mee is geïndexeerd per 2023. Deze kosten zijn onontkoombaar. In de dagelijks onderhoudscontracten is indexatie conform de GWW-index opgenomen. Dit betekent, dat de eenheidsprijzen automatisch verhoogd worden en dat hier extra middelen voor benodigd zijn. Het voorstel is om daarvoor aanspraak te maken op de algemene buffer voor indexeringen. De onderhoudscontracten worden geïndexeerd conform de GWW-index. Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,57 miljoen te onttrekken aan de toegekende buffer voor prijsindexeringen en structureel toe te voegen aan prestatie 4.7.1 van de begroting 2023. Prijsindexering brug- en sluisbediening: Het huidige budget voor de inhuur van brug- en sluisbediening is door de nieuwe tariefstijgingen, ontoereikend. De gesprekken over de nieuwe tarieven lopen nog. Duidelijk is dat de extra kosten zeker € 0,2 miljoen bedragen. Wij stellen u voor om dit bedrag te onttrekken aan de toegekende buffer voor prijsindexeringen en structureel toe te voegen aan prestatie 4.7.1 van de begroting 2023. Over de verdere uitkomsten van de lopende gesprekken informeren wij u indien nodig via Monitor Overijssel 2023-II. Stijgende kosten Shared Service Center Ons door loon- en prijsstijgingen: Medewerkers van SSC Ons zijn verbonden aan de CAO-gemeenten. De budgettaire gevolgen van de recent afgesloten CAO-gemeenten zijn hoger dan ten tijde van het opstellen van de Ons begroting 2023 (in het voorjaar van 2022) waren voorzien. Tevens zijn door de hoge inflatie de prijzen die leveranciers rekenen voor het leveren van soft- en hardware sterker gestegen dan destijds voorzien. Dekking voor deze autonome ontwikkeling kan niet gevonden in de bestaande exploitatiebudgetten. Wij stellen u voor om het exploitatiebudget voor SSC Ons vanaf jaarschijf 2023 structureel te verhogen met € 0,37 miljoen ten laste van de buffer voor prijsindexeringen. Prestatie 466 N307: Wij stellen voor om extra indexatielasten ad € 1,1 incidenteel toe te voegen aan de dekkingsmiddelen voor het investeringskrediet in de Reserve Dekking kapitaallasten activa en ten laste te brengen van de algemene reservering voor indexatie. Het voorstel is om het investeringskrediet in 2023 te verhogen met € 0,63 miljoen en in 2024 met € 0,463 miljoen. Paddenpol: De begrote kosten voor de realisatiefase van het project Paddenpol stijgen van €17,5 miljoen naar €35 miljoen. Een deel van de kostenstijging wordt veroorzaakt door prijsindexering (31%). Het prijspeil is daarmee geactualiseerd van 1 januari 2019 tot en met 1 januari 2023. Op 29 juni is er bestuurlijk overleg waarin van de deelnemende partijen onder andere een standpunt wordt gevraagd over hun bijdrage in de meerkosten. De provinciale bijdrage helpt om andere partijen te overtuigen de verdere meerkosten te dragen, waardoor doorgang van het project mogelijk blijft. Wij stellen voor om naast de oorspronkelijke bijdrage van € 2.000.000 een aanvullende eenmalige bijdrage ten laste van de buffer voor prijsindexatie van € 650.000 te doen. Deze wijziging wordt verwerkt in Kerntaak 20 (Overhead, financiering en dekkingsmiddelen). PS begrotingswijziging
20.20.1 Onvoorzien 625 0 -625 625 Adm. 205 doorwerking PS 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 205 doorwerking PS 2022 Adm. begrotingswijziging
Totaal 53193 50543 -2650 53193