Status prestaties

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Status prestaties

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Facilitaire zaken

Stijgende energiekosten 
Onze exploitatiebudgetten voor gas en elektriciteit zijn gebaseerd op langlopende energiecontracten en genormaliseerde energieprijzen. Het afgelopen jaar is deze situatie drastisch gewijzigd. Vanuit het Ministerie van Economische Zaken hebben wij de opdracht gekregen het langlopende contract met Gazprom, dat wij collectief met omliggende gemeenten hadden afgesloten en zou lopen tot 31-12-2023, vroegtijdig op te zeggen in verband met de geopolitieke situatie en de bijbehorende internationale sancties tegen Rusland. Het contract met Gazprom is daarop per 1 oktober 2022 opgezegd.  Wij nemen nu tegen sterk gestegen variabele energietarieven energie af bij een andere leverancier (Greenchoice).

Om onze CO2 uitstoot te reduceren en energiekosten te besparen hebben wij in 2022 maatregelen genomen. Zo zijn extra zonnepanelen geplaatst, is er een warmtepomp geïnstalleerd voor het verwarmen van tapwater (in gebruik sinds 1 oktober jl.) en is de temperatuur in onze gebouwen met 1 C° naar beneden bijgesteld. In 2023 en 2024 nemen wij omvangrijke maatregelen om ons provinciaal vastgoed verder te verduurzamen. De middelen hiervoor zijn door u toegekend bij de Perspectiefnota 2023 (Provinciehuis) en de Monitor 2022-I (overig provinciaal vastgoed). 

Ondanks de reeds genomen maatregelen kunnen wij de gestegen energieprijzen niet langer geheel opvangen in onze exploitatiebudgetten. Wij verwachten dat deze budgetten zowel in 2022 tot en met 2023 ontoereikend zijn. Door verduurzaming van ons provinciaal vastgoed verwachten wij dat vanaf 2024 de budgetten toereikend zijn. Wij monitoren ons energieverbruik en de energiekosten nauwgezet en informeren u hierover in onze P&C-documenten. 

Wij stellen u voor in de jaren 2022 tot en met 2023 de exploitatiebudgetten voor gas en elektriciteit met  € 200.000 te verhogen ten laste van de buffer voor prijsindexeringen. 

Aanpassing steunpunten
In de Perspectiefnota 2023 hebben wij aangekondigd in Monitor 2022-II investeringsbudget aan te vragen voor aanpassingen van steunpunten in het kader van TOP Werken.
Het gebruik van de steunpunten Beukers, Raalte en Tubbergen is in de afgelopen jaren gewijzigd, doordat we meer regie zijn gaan voeren en uitvoerende werkzaamheden uitbesteden. Per 2023 zeggen we de huur van kantoorruimte bij twee steunpunten van Rijkswaterstaat op, evenals de huur van het Twentehuis. Dit leidt tot gewijzigd ruimtegebruik op de steunpunten. Daarnaast leidt de invoering van tijd-, omgevings- en plaatsbewust werken bij de provincie Overijssel tot de vraag om op meer plekken dan alleen het provinciehuis je werk te kunnen doen en overleg te kunnen voeren. De steunpunten kunnen hier een uitstekende aanvullende rol in vervullen.

Wij stellen u voor om voor de aanpassing van de steunpunten een investeringsbudget van € 531.000 beschikbaar te stellen en de afschrijvingslasten ter hoogte van € 19.700 vanaf 1-1-2024 te dekken uit het vrijvallende exploitatiebudget door opzegging van de huur van externe locaties. In 2023 investeren wij voor onze steunpunten tevens in meubilair, kantoorinrichting, audiovisuele middelen en vloerbedekking. Deze kosten bedragen € 37.520. Conform onze financiële verordening activeren wij kosten onder de grens van € 50.000 niet, maar nemen wij deze als last in de exploitatie. Wij stellen u voor € 37.520 in 2023 te dekken uit de vrijvallende exploitatielasten. Wij informeren u in het Jaarverslag 2022  over de exacte vrijval van middelen door opzegging van de huurovereenkomsten.

Vervangen beveiligingssystemen
Eind 2020 is vastgesteld dat de software van het in 2007 aangeschafte beveiligingssysteem (M3000) niet meer voldoet aan onze informatiebeveiligingsvereisten. Na een verkenning is in 2021 een Europese aanbesteding gestart om de software van het beveiligingssysteem te vervangen. In het aanbestedingstraject is bekend geworden dat het uitsluitend vervangen van de software niet mogelijk is. De software is teveel geïntegreerd met de gebruikte hardware. Wij zijn daarom een nieuwe Europese aanbesteding gestart voor de vervanging van de software en hardware van het beveiligingssysteem. 
Dit betekent dat het bestaande beveiligingssysteem versneld moet worden afgeschreven. Daarnaast verwachten wij nieuw investerings- en afschrijvingsbudget nodig te hebben voor de aanschaf van  het nieuwe aan te besteden systeem.

Wij verwachten u bij het jaarverslag 2022 nader te kunnen informeren over de budgettaire gevolgen van de aanschaf van het nieuwe beveiligingssysteem. Daarbij informeren wij u tevens over de budgettaire gevolgen van de versnelde afschrijvingen van het huidige systeem.

Informatie & digitalisering

Wet open Overheid (WOO) - vooraankondiging resultaatbestemming
Wij hebben via het provinciefonds in 2022 € 335.485 ontvangen voor implementatie en uitvoering van de WOO. Wij willen deze middelen inzetten om een projectorganisatie in te richten,  onze systemen verder 'WOO-proof' te maken en aan te sluiten op landelijke publicatieplatforms. Zo blijven wij voldoen aan de WOO. 
De provinciefondsmiddelen zijn in 2022 nog niet besteed omdat voorbereidende werkzaamheden door vaste formatie is opgepakt. In 2023 verwachten wij een versnelling van onze activiteiten (en daarmee een piek in kosten).

Voor de niet bestede middelen ad € 335.485 zullen wij u bij het jaarverslag een voorstel tot resultaatbestemming voorleggen.

Weerbaar bestuur

In de septembercirculaire 2022 heeft de provincie Overijssel een bedrag van € 0,4 miljoen voor "Weerbaar bestuur" ontvangen. Onder Kerntaak 20 Financiering en dekkingsmiddelen stellen wij u voor om dit bedrag toe te voegen aan prestatie 7.1.6. 

Informatiebeveiliging
In het jaarverslag 2021 heeft u middelen beschikbaar gesteld voor informatiebeveiliging (€ 0,35 miljoen) met het doel eind 2022 ISO27001 certificeerbaar te zijn.  In 2022 was er echter niet voldoende personele bezetting beschikbaar om alle stappen op het gebied van privacy en security te realiseren. Met de door u toegekende middelen bij de Perspectiefnota 2023 zijn extra formatie en middelen vrijgemaakt voor inzet op informatiebeveiliging. Wij verwachten met deze inzet dat we certificeerbaar zijn in 2023 en voldoende inzicht hebben in de risico’s rondom de informatiebeveiliging.  Zowel binnen de provincie en bij ONS-SSC en dat de genomen maatregelen voldoende (aantoonbaar) zijn. Daarnaast vraag dit van de organisatie als geheel dat er voldoende ruimte is om risico’s te duiden en maatregelen te implementeren om de risico’s te verkleinen als deze er zijn. Tot op heden is de focus gelegd op de grootste risico’s vanwege de beschikbare tijd in de organisatie. Vanaf 2023 richten we ons op het geheel.

Impulsgelden coalitieakkoord 
In het coalitieakkoord 2019-2023 heeft u € 1 miljoen beschikbaar gesteld om onze maatschappelijke opgaven beter te ondersteunen met digitaliserings- en datamogelijkheden. In november 2021 heeft u ingestemd met het Statenvoorstel 'Slim digitaal Overijssel' (kenmerk 2021/0227857). Bij de Monitor 2022-I heeft u ingestemd met een toevoeging van € 0,35 miljoen aan de Begroting 2022.  Wegens verloop van personeel en wisseling in aansturing heeft dit traject enige tijd stil gelegen. Voor het niet bestede deel van de middelen zullen wij u bij het jaarverslag een voorstel voor resultaatbestemming voorleggen. Op basis van de huidige prognoses bedraagt dat voorstel circa € 0,19 miljoen.

Wij willen in 2023 een versnelling  aanbrengen in onze digitaliserings- en datamogelijkheden. Dit willen wij doen door deze impulsmiddelen, vooruitlopend op het PPLG,  in te zetten voor digitalisering in stikstofvraagstukken. Concreet wordt gesproken over de mogelijkheden van digital-twin, een digitale weergave van de fysieke omgeving, om zo simulaties van verschillende scenario’s uit te kunnen voeren. Wij verwachten dat in de gebiedsprocessen bij alle berokken partijen hieraan behoefte bestaat. Het is de bedoeling dat we door de inzet van dit instrument snel de gevolgen voor de omgeving inzichtelijk kunnen maken.

Zo wordt het impulsgeld ingezet om kennis en competenties van de organisatie te vergroten. Ethische vraagstukken worden daarin meegenomen. Dit vraagt mogelijk om aanschaf nieuwe technologie (impuls op instrumenten) en (inhuur van) expertise.  Hierover vindt nog nadere afstemming plaats. Uitgaande van daadwerkelijke realisatie vinden de bestedingen plaats in 2023 en 2024. Wij stellen u daarom voor de einddatum van deze KvO middelen te verlengen van 2023 naar 2024. 

Archiveringsachterstanden
In het Jaarverslag 2021 hebben wij middels een resultaatbestemming middelen gereserveerd voor het wegwerken van archiveringsachterstanden in de jaren 2022 (€ 0,2 miljoen) en 2023 (€ 0,25 miljoen). We hebben het traject om de achterstanden weg te werken opgestart. Het is in de huidige arbeidsmarkt echter moeilijk om medewerkers te werven en te behouden. De realiteit is dat we voor dit traject nog geen geschikte kandidaten hebben gevonden. De extra inzet van medewerkers in het gelijktijdig lopende en cruciale DA’S programma loopt binnenkort af en we verwachten daaruit dat de ingehuurde medewerkers vanaf Q1 2023 ingezet kunnen worden voor het wegwerken van de achterstanden. Voor het niet bestede deel van de middelen zullen wij u bij het jaarverslag een voorstel voor resultaatbestemming voorleggen. Op basis van de huidige prognoses bedraagt dat voorstel circa € 0,12 miljoen.

Vooraankondiging aanbesteding verzekeringen 
Wij dienen onze grote verzekeringen (aansprakelijkheid en opstal) opnieuw aan te besteden. Wij verwachten dat uit de aanbesteding blijkt dat de premies ten opzichte van onze huidige premies zullen stijgen. Wij informeren u bij het jaarverslag over de uitkomsten van deze aanbesteding en zullen indien nodig u verzoeken een beroep op de algemene middelen te doen.

Verwerking effecten CAO 
Via de perspectiefnota 2023 heeft u geld beschikbaar gesteld voor het opvangen van de effecten van de nieuwe CAO. Dit budget is reeds als reservering opgenomen in kerntaak 20.  Via deze monitor voegen we in 2022 en verder geld toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering. 

Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten in 2022 te verhogen met € 2,7 miljoen, 2023 met € 5,7 miljoen, 2024 met € 5,5 miljoen, 2025 en 2026 met € 5,4 miljoen en de reservering in kerntaak 20 met hetzelfde bedrag te verlagen.

 

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Dividend Wadinko
Op 22 mei 2022 heeft de aandeelhoudersvergadering van Wadinko op voorstel van de directie en de RvC besloten tot uitkering van een interim dividend 2022 aan de aandeelhouders van € 3 miljoen. Voor de provincie Overijssel gaat het om € 0,75 miljoen. Dit bedrag is inmiddels ontvangen. Deze dividendbate volgt uit een in 2022 verwacht hoog netto resultaat en hoog liquiditeitssaldo van Wadinko. Dit maakt een voorschot op het dividend 2022 gerechtvaardigd. Omdat wij geen dividendopbrengst van Wadinko in de begroting 2022 hebben geraamd, nemen we bij deze 2e Monitor de dividendopbrengst Wadinko nu op in de begroting 2022 voor € 0,75 miljoen.

Actualisatie obligatieportefeuille
In afstemming met de Treasurycommissie is in december 2021 en juli 2022 een aantal optimalisaties doorgevoerd in onze obligatieportefeuille. We hebben Duitse, Nederlandse en EIB-obligaties verkocht en daarvoor andere AAA-obligaties teruggekocht. Deze nieuwe obligaties hebben een lagere renteopbrengst gedurende de resterende looptijd. Echter is de (nominale) waarde van de nieuwe obligaties aanzienlijk hoger dan die van de verkochte obligaties. Dit heeft daarmee geleid tot een hogere boekwaarde van onze obligaties (o.b.v. nominale waarde). Deze stijging van de boekwaarde is ten gunste van het resultaat gebracht. Per saldo weegt deze stijging van de boekwaarde ruimschoots op tegen het totaal van de lagere rentebaten. Samengevat levert dit het volgende beeld: in 2021 een positief resultaat van € 2,5 miljoen, in 2022 een positief resultaat van € 2,2 miljoen en in de jaren daarna een negatief budgettair effect van € 0,3 miljoen. Per saldo een voordeel van € 1,8 miljoen. Bij de begroting 2023 is de structureel lagere rentebaat van € 0,3 miljoen verwerkt. Het incidentele resultaat van € 2,5 miljoen in 2021 is meegenomen bij de jaarrekening. Het incidentele resultaat van € 2,2 miljoen in 2022 komt ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2022.

Omlabeling Algemene Financieringsreserve SPV Hengelo - IFO
Jaarlijks ontvangen we een aflossing op onze verstrekte lening aan SPV-Hengelo. Voor 2022 betreft deze aflossing € 1,1 miljoen. Conform de gemaakte afspraken bij de ontvlechting van de houdstermaatschappij HFO is een deel hiervan (€ 0,1 miljoen) beschikbaar ter dekking van interne salariskosten van 1 formatieplaats om daarmee de wegvallende werkzaamheden van HFO op te kunnen vangen. Het restant wordt, zoals afgesproken, via een storting op agio (€ 1,0 miljoen) overgedragen aan het Innovatiefonds Overijssel (IFO). Daarmee is het noodzakelijk om de reservering binnen de Algemene Financieringsreserve van de SPV en IFO te wijzigen.
We stellen u voor om binnen de Algemene financieringsreserve (jaarschijf 2022) een bedrag van € 1,1 miljoen voor de SPV lening vrij te laten vallen, € 0,1 miljoen toe te voegen aan het salarisbudget en het restant van € 1,0 miljoen te storten in de Algemene Financieringsreserve t.b.v. IFO. Ook stellen wij voor om deze budgettair neutrale begrotingswijziging toe te passen op de toekomstige SPV aflossingen gedurende de looptijd van de SPV-lening. Daarmee voorkomt u dat we deze technische begrotingswijziging jaarlijks aan u moeten voorleggen. Dit sluit aan bij uw eerdere besluitvorming uit de 2e Monitor 2020 waarin u een vergelijkbaar besluit genomen heeft, toen nog onder de vlag van HFO.

 

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Lening collectieven

Wij hebben leningen verstrekt aan de collectieven voor het agrarisch natuurbeheer voor het actieplan weidevogels (€ 505.000) en ter leniging van een kasritmeprobleem (€ 600.000). De aflossing van deze leningen verschuift van 2022 naar 2024. 

Wij stellen u voor de vrijval uit de Algemene financieringsreserve van € 1.105.000 en de toevoeging van dat bedrag aan de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland te verschuiven van 2022 naar 2024.

Actualisatie hogere opbrengsten Motorrijtuigenbelasting (MRB):
In 2022 zijn de verwachte opbrengsten van de MRB  € 1,5 miljoen hoger dan begroot.  Deze hogere raming verwerken we bij deze monitor structureel. Bij het coalitieakkoord is afgesproken meeropbrengsten vanuit de opcenten MRB  voor deze coalitie-periode in te zetten voor verkeersveiligheid. Bij de Perspectiefnota 2022 is voorgesteld ook fietsprojecten te financieren uit de extra meeropbrengsten omdat deze investeringen in hoge mate bijdragen aan de verkeersveiligheid. Deze periode is er dus nog sprake van € 3 miljoen extra meeropbrengsten vanuit de MRB (€1,5 miljoen in 2022 en € 1,5 miljoen  2023).

Wij stellen u voor de baten aan opcenten in 2022 en verder te verhogen met € 1,5 miljoen. Deze baten komen voor 2022 en 2023 ten gunste van verkeersveiligheid. Wij stellen u voor de lasten van prestatie 4.5.1 in 2023 te verhogen met € 3,0 miljoen. 

Mei- en septembercirculaire provinciefonds

In de brief die u ontvangen heeft over effect miljoenennota 2022/1108667 vindt u onderstaande ook in grote lijnen terug.

Algemene uitkering
De meicirculaire is eerder toegelicht bij de Begroting 2023, bij deze monitor verwerken wij de mutaties die betrekking hebben op het jaar 2022. De bijstelling van de algemene uitkering voor 2022 die wij verwerken ten aanzien van de meicirculaire is +/+ € 17,3 miljoen.

De bijstelling van de algemene uitkering voor 2022 vanuit de septembercirculaire die wij verwerken is circa +/+ € 4,5 miljoen.

In totaal stijgt de algemene uitkering dus met € 21,8 miljoen, hiervan is reeds € 12,2 miljoen bij de p-nota meegenomen. Bij deze Monitor komt er dan nog € 9,6 miljoen bij.

Deze bijstelling bestaat uit:

Meicirculaire   Effect budgettair perspectief 2e monitor
Afrekening accres 2021 -/- € 0,3 miljoen -/- € 0,3 miljoen
Afrekening accres 2021  +/+ € 2,0 miljoen (regionaal cultuuraanbod, deels verrekend met voorfinanciering uit risicoreserve))  
Accres 2022 +/+ € 6,9 miljoen (€ 5 miljoen reeds meegenomen bij P-nota 2023) +/+ € 1,9 miljoen
Opcenten MRB +/+ € 7,2 miljoen (gehele bedrag reeds meegenomen bij P-nota 2023)  
Afrekening BCF +/+ € 1,2 miljoen (via reserve AREPB)  
Bodembescherming  -/- € 0,1 miljoen (via reserve bodem)  
Opschalingskorting +/+ € 0,8 miljoen +/+ € 0,8 miljoen
Overig -/- € 0,4 miljoen -/- € 0,4 miljoen
     
Septembercirculaire    
Accres 2022 -/- € 2,8 miljoen -/- € 2,8 miljoen
Afrekening BCF +/+ € 4,9 miljoen (via reserve AREPB)  
Beheerkosten natuurterreinen +/+ € 2,4 miljoen (via AR doorgeschoven naar 2023)  
     
Gevolgen budgettair perspectief 2022   -/- € 0,8 miljoen

Bij het budgettair perspectief wordt bij de Monitor Overijssel 2022-II hiervoor dus een negatief effect van circa € 0,8 miljoen voor 2022 meegenomen.

Bij de decentralisatie-uitkeringen wordt hieronder ook voorgesteld € 0,4 miljoen voor Klimaatakkoord vrij te laten vallen naar de algemene middelen. Dit zorgt voor een totaal budgettair effect van circa -/- € 0,4 miljoen.

Accres
Meicirculaire

Na het uitbreken van de coronacrisis was besloten om de stand van het accres bij de Voorjaarsnota 2020 te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021. Vanaf 2022 wordt het accres weer conform afspraak geactualiseerd op basis van de bestaande normeringssystematiek.

De algemene uitkering 2021 is definitief vastgesteld, de afrekening over 2021 vindt plaats in 2022. Dit komt voor Overijssel neer op ongeveer +/+ € 1,8 miljoen. Hier zit een plus van circa € 2,1 miljoen in voor regionaal cultuuraanbod. Dit bedrag wordt voor het grootste deel gestort in de algemene risicoreserve (€ 1,3 miljoen, dit  is bij de P-nota namelijk al voorgefinancierd) en voor € 0,8 miljoen toegevoegd aan prestatie 6.2.1. Het restant van -/- € 0,3 miljoen komt door de verdeling (obv definitieve maatstaven) van het accres.

Het accres 2022 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2021, naar boven bijgesteld. Het structurele positieve effect van het accres 2022 is circa € 6,9 miljoen. 

Septembercirculaire

In 2022 geeft het rijk minder uit dan begroot, waardoor het accres in 2022 voor ons circa € 2,8 miljoen lager uitvalt. De rijksuitgaven schuiven door naar de latere begrotingsjaren, waardoor het nominale accres vanaf 2023 weer op hetzelfde niveau uitkomt. Het rijk geeft bovendien extra middelen uit voor de reparatie van de koopkracht, waardoor het volume-deel van het accres tot en met 2025 verder toeneemt. Daarnaast valt de verwachte loon- en prijsontwikkeling hoger uit, waardoor het accres ook toeneemt. Met name vanwege dat laatste zal het accres vanaf 2023 € 2,6 miljoen hoger uitvallen dan nu begroot. Gezien de onderuitputting op de rijksbegroting en de schommelingen in de inflatiecijfers blijven de meerjarenramingen onzeker.
Vanaf 2023 wordt een hogere opbrengst verwacht van € 2,6 miljoen meer dan begroot. Per saldo leidt dat tot een positief effect van € 1,8 miljoen voor de Algemene Reserve begin 2023. Dit effect verwerken we bij Monitor 2022-II.

Het hogere accres van € 2,6 miljoen in 2023 verwerken we meerjarig in de begroting. Rekening houdend met de aftopping van het accres in 2026/2027, verwerken we vanaf 2026 € 2,4 miljoen extra inkomsten. Dit structureel hogere accres komt door een hogere inflatie. Ook het meerjarige effect verwerken we bij de Monitor 2022-II. De incidentele compensatie in 2026 leidt nu nog niet tot een aanpassing van de meerjarenbegroting.

Conform de septembercirculaire stijgt het accres vanaf 2023 structureel met € 2,6 miljoen. Deze stijging komt met name door de extra Rijksuitgaven die zijn gepresenteerd op Prinsjesdag. In de jaren daarna neemt het accres verder toe vanwege indexeringen van de Rijksbegroting.

In lijn met de bestaande uitgangspunten verwerken wij bij deze monitor de effecten van de septembercirculaire en nemen wij voorzichtigheidshalve alleen de accreseffecten van het komende begrotingsjaar (2023) mee. Hier staat tegenover dat wij onze budgetten niet meerjarig hebben geïndexeerd, ook dat doen we (bij de Pnota) enkel voor het eerstkomende begrotingsjaar. De accresontwikkeling vanaf 2024 zal daar grotendeels voor nodig zijn.

BTW-compensatiefonds (BCF)
Bij de septembercirculaire wordt de verwachte ruimte tussen het plafond in het BCF en de uitgaven ten laste van het BCF in 2022 toegevoegd aan de algemene uitkering. Voor Overijssel betekent dit een toevoeging aan de Algemene uitkering van € 4,9 miljoen. Dit bedrag wordt in zijn geheel toegevoegd aan de Algemene reserve egalisatie plafond btw-compensatiefonds (Arepb).
Gecombineerd met de toevoeging aan de Algemene uitkering bij de meicirculaire 2021 (€ 1,2 miljoen) zal in 2022 een bedrag van in totaal € 6,1 miljoen worden toegevoegd aan de Arepb.

Opcenten MRB
Elektrische voertuigen zijn tot en met 2024 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting (MRB). Daardoor lopen de provincies opcenten mis. Deze gederfde opcenten voor de periode 2021- 2024 van totaal € 372 miljoen worden gecompenseerd in de periode 2022 tot en met 2024. Dit betekent € 124 miljoen per jaar. Voor Overijssel is dit een plus van € 7,2 miljoen voor de jaren 2022, 2023 en 2024. Deze plus hebben wij reeds verwerkt bij de Perspectiefnota 2023.

Opschalingskorting (Coalitieakkoord)
Het kabinet heeft besloten deze kabinetsperiode voor zowel gemeenten als provincies de oploop van de opschalingskorting te bevriezen voor de periode 2022 tot en met 2025. Voor Overijssel is dit € 0,8 miljoen per jaar. Deze plus hebben wij reeds meerjarig verwerkt bij de Perspectiefnota 2023. Ook hebben we rekening gehouden met het vervallen van de bevriezing vanaf 2026.

Bodembescherming
Voor apparaatskosten bodem wordt de algemene uitkering over 2022 voor provincies met een bedrag van € 1,427 miljoen verhoogd. Dit is besloten tijdens het bestuurlijk overleg op 13 december 2021 tussen de minister van Infrastructuur en Waterstaat, het IPO en de VNG. Het betreft een tegemoetkoming in de kosten van het ambtelijk apparaat dat zorgdraagt voor het uitvoeren van de taken die de Wet bodembescherming toekent aan bevoegde gezagen (gemeenten en provincies). Voor Overijssel komt dit neer op een -/- van circa € 120.000. Dit is een correctie op een eerdere verdeling van de middelen via de algemene uitkering.

Natuur

Vanuit de septembercirculaire 2022 ontvangt de Provincie Overijssel, als aanvulling op de € 2,3 miljoen uit de decembercirculaire 2021,  totaal € 4,3 miljoen (extra) voor de jaren 2022 en 2023 vanwege de verhoging van de beheervergoeding vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), welke onderdeel is van het Uitvoeringsprogramma Natuur.

De Provincies voeren het SNL uit en vergoeden tot 75% van de standaardkostprijs voor het beheren van natuur. De vergoeding wordt met ingang van het beheerjaar 2021 verhoogd naar 84%. De provincies gaan de beheersubsidies dus met ingang van 2021 verhogen naar 84% van de standaardkostprijs. De budgettaire verhoging van de beheervergoeding 2021 is reeds verwerkt bij het jaarverslag 2021, waarbij het aanvullende budget van € 2,3 miljoen is toegevoegd aan de begroting 2022.  Voor de jaren 2022 en 2023 is door het rijk landelijk respectievelijk een bedrag van € 18,3 en € 18,8 miljoen beschikbaar gesteld. Voor Overijssel komt dit neer op € 2,39 miljoen voor 2022 en € 2,45 miljoen voor 2023. De rijksuitkering die de provincies nu ontvangen voor het jaar 2023 is nog niet volledig, deze aanvulling zal op een later moment beschikbaar gesteld worden (voor Overijssel is dit €  0,52 miljoen). De aanpassing van deze verhoging over het beheerjaar 2022 en 2023 zullen financieel verwerkt in jaren 2023 en 2024.

Samenvattend stellen wij u het volgende voor:

De baten uit het provinciefonds in 2022 te verhogen met € 21,8 miljoen ten gunste van de algemene middelen.

De baten uit het provinciefonds in 2023 te verhogen met € 4,5 miljoen ten gunste van de algemene middelen.

De baten uit het provinciefonds in 2024 en 2025 te verhogen met € 2,6 miljoen ten gunste van de algemene middelen.

De baten uit het provinciefonds in 2026 te verhogen met € 2,4 miljoen ten gunste van de algemene middelen.
De toevoeging aan de AREPB in 2022 te verhogen met € 6,1 miljoen.
De storting in de reserve Bodemsanering in 2022 te verlagen met € 121.000.

Het ontvangen bedrag voor cultuurcompensatie (€ 2,1 miljoen) voor € 1,3 miljoen terug te storten in de algemene risicoreserve en voor € 0,8 miljoen toe te voegen aan prestatie 6.2.1.
De storting in de reserve Bodemsanering in 2022 te verlagen met € 121.000.

De reservering op "nog toe te delen baten en lasten" van € 7,2 miljoen (MRB) en € 5,0 miljoen (accres) vrij te laten vallen.

Het ontvangen bedrag voor Natuur SNL (€ 2,4 miljoen) in 2022 toe te voegen aan de Algemene reserve en in 2023 voor € 0,5 miljoen te onttrekken en in 2024 voor € 1,9 miljoen te onttrekken aan de algemene reserve en de lasten op prestatie 3.1.4 in 2023 te verhogen met € 2,4 miljoen en in 2024 met € 1,9 miljoen.

Wijzigingen integratie- en decentralisatie–uitkeringen 2021 en verder
In de circulaire worden ook een aantal wijzigingen met betrekking tot de integratie- en decentralisatie-uitkeringen aangekondigd. Het betreft bijdragen van het Rijk voor specifieke doelen.

Meicirculaire:

• In het coalitieakkoord heeft het rijk aangekondigd de decentrale overheden te compenseren voor de uitvoeringslasten in het kader van het Klimaatakkoord. Bij de meicirculaire 2022 is bekend gemaakt dat dit jaar nog een eerste, vervroegde, bijdrage wordt verstrekt. Het gaat voor de provincie Overijssel om circa € 0,4 miljoen. Onze uitvoeringslasten hadden we voor dit jaar al gedekt vanuit bestaande programma's. Derhalve valt de bijdrage van dit jaar vrij naar de algemene middelen. We verwachten voor 2023 en verder een hogere compensatie. Deze zal nodig zijn voor de dekking van onze (toenemende) uitvoeringslasten in het kader van het Klimaatakkoord. Zodra de bedragen bekend zijn, komen we bij u terug met een voorstel voor de allocatie van deze middelen.

• Belangrijke mijlpaal in het Klimaatakkoord op weg naar 2030 is het opstellen en beleidsmatig verankeren van de Regionale Energie Strategieën (RES). Voor de ondersteuning van dit proces van de RES in de regio zijn destijds door het Rijk middelen beschikbaar gesteld voor drie jaar tot eind 2021. Het RES-traject kent een doorlooptijd tot 2030 en heeft een dynamisch karakter. Voor de resterende periode in 2022 heeft het kabinet € 2,677 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld. Overijssel ontvangt in 2022 € 0,918 miljoen. 

Septembercirculaire:

• De provincie Overijssel ontvangt een bedrag van € 0,4 miljoen voor "Weerbaar bestuur kleine gemeenten" ontvangen.  Doel van deze uitkering is om de weerbaarheid van met name kleinere gemeenten tegen ondermijnende invloeden te vergroten.

Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,9 toe te voegen aan prestatie  2.3.1.
Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,4 miljoen toe te voegen aan prestatie 7.1.6.

Wij stellen u voor de baten uit het provinciefonds in 2022 te verhogen met € 1,7 miljoen.

Per saldo bij de decentralisatie-uitkeringen dus een budgettair effect van +/+ € 0,4 miljoen.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

In dit hoofdstuk maken wij alle overige baten en lasten inzichtelijk. Het betreft hier de onderdelen 'overhead' waarin alle bedrijfsvoeringsbudgetten zijn opgenomen en de 'algemene dekkingsmiddelen', waarin met name de algemene inkomsten zijn opgenomen. Een nadere uitsplitsing van de algemene dekkingsmiddelen is te vinden onder financiën - meerjarig overzicht van baten en lasten.

Bedragen x €1.000
Saldo baten en lasten Primitieve begroting 2022 Doorgevoerde wijzigingen per 30 september 2022 Begroot per 30 september 2022 Besteed per 30 september 2022 Ruimte per 30 september 2022 Voorgestelde begrotingswijziging Monitor II
Lasten
10.0 Bedrijfsvoering
10.0.0 Bedrijfsvoering 25.780 4.098 29.878 28.344 1.535 200
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 24.042 -946 23.096 0 23.096 2.738
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.3 Dividend -20 0 -20 -24 4 0
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 681 0 681 347 334 0
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -9.806 2.738 -7.067 -751 -6.317 -2.738
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen -9.145 2.738 -6.406 -428 -5.978 -2.738
20.20 Onvoorzien
20.20.1 Onvoorzien 250 4.500 4.750 0 4.750 -885
Totaal Lasten 40.927 10.390 51.318 27.915 23.402 -685
Baten
10.0 Bedrijfsvoering
10.0.0 Bedrijfsvoering 721 0 721 384 337 0
10.66 Totaal personeelsgebonden kosten overhead
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead 95 0 95 0 95 0
20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen
20.00.1 Lokale heffingen 112.800 2.700 115.500 114.000 1.500 1.500
20.00.2 Algemene uitkeringen 196.836 4.116 200.952 200.952 0 23.565
20.00.3 Dividend 18.754 4.609 23.363 21.744 1.619 753
20.00.4 Saldo financieringsfuncties 4.496 0 4.496 6.173 -1.677 0
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 0 12.200 12.200 25 12.175 -12.200
Totaal 20.00 Overige algemene dekkingsmiddelen 332.886 23.625 356.511 342.894 13.617 13.618
Totaal Baten 333.701 23.625 357.326 343.278 14.048 13.618

Voorgestelde wijzigingen

Terug naar navigatie - Voorgestelde wijzigingen
Prestatie Doorgevoerde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo GS/PS Begrotingswijziging Financiële toelichting
10.0.0 Bedrijfsvoering (aanpassing steupunten) 0 0 0 0 PS-begrotingswijziging Aanpassing steunpunten: In de Perspectiefnota 2023 hebben wij aangekondigd in Monitor 2022-II investeringsbudget aan te vragen voor aanpassingen van steunpunten in het kader van TOP Werken. Het gebruik van de steunpunten Beukers, Raalte en Tubbergen is in de afgelopen jaren gewijzigd, doordat we meer regie zijn gaan voeren en uitvoerende werkzaamheden uitbesteden. Per 2023 zeggen we de huur van kantoorruimte bij twee steunpunten van Rijkswaterstaat op, evenals de huur van het Twentehuis. Dit leidt tot gewijzigd ruimtegebruik op de steunpunten. Daarnaast leidt de invoering van tijd-, omgevings- en plaatsbewust werken bij de provincie Overijssel tot de vraag om op meer plekken dan alleen het provinciehuis je werk te kunnen doen en overleg te kunnen voeren. De steunpunten kunnen hier een uitstekende aanvullende rol in vervullen. Wij stellen u voor om voor de aanpassing van de steunpunten een investeringsbudget van € 531.000 beschikbaar te stellen en de afschrijvingslasten ter hoogte van € 19.700 vanaf 1-1-2024 te dekken uit het vrijvallende exploitatiebudget door opzegging van de huur van externe locaties. In 2023 investeren wij voor onze steunpunten tevens in meubilair, kantoorinrichting, audiovisuele middelen en vloerbedekking. Deze kosten bedragen € 37.520. Conform onze financiële verordening activeren wij kosten onder de grens van € 50.000 niet, maar nemen wij deze als last in de exploitatie. Wij stellen u voor € 37.520 in 2023 te dekken uit de vrijvallende exploitatielasten. Wij informeren u in het Jaarverslag 2022  over de exacte vrijval van middelen door opzegging van de huurovereenkomsten.
10.0.0 Bedrijfsvoering (stijgende energiekosten) -200 0 200 -200 PS-begrotingswijziging Stijgende energiekosten: Onze exploitatiebudgetten voor gas en elektriciteit zijn gebaseerd op langlopende energiecontracten en genormaliseerde energieprijzen. Het afgelopen jaar is deze situatie drastisch gewijzigd. Vanuit het Ministerie van Economische Zaken hebben wij de opdracht gekregen het langlopende contract met Gazprom, dat wij collectief met omliggende gemeenten hadden afgesloten en zou lopen tot 31-12-2023, vroegtijdig op te zeggen in verband met de geopolitieke situatie en de bijbehorende internationale sancties tegen Rusland. Het contract met Gazprom is daarop per 1 oktober 2022 opgezegd. Wij nemen nu tegen sterk gestegen variabele energietarieven energie af bij een andere leverancier (Greenchoice). Om onze CO2 uitstoot te reduceren en energiekosten te besparen hebben wij in 2022 maatregelen genomen. Zo zijn extra zonnepanelen geplaatst, is er een warmtepomp geïnstalleerd voor het verwarmen van tapwater (in gebruik sinds 1 oktober jl.) en is de temperatuur in onze gebouwen met 1 C° naar beneden bijgesteld. In 2023 en 2024 nemen wij omvangrijke maatregelen om ons provinciaal vastgoed verder te verduurzamen. De middelen hiervoor zijn door u toegekend bij de Perspectiefnota 2023 (Provinciehuis) en de Monitor 2022-I (overig provinciaal vastgoed).  Ondanks de reeds genomen maatregelen kunnen wij de gestegen energieprijzen niet langer geheel opvangen in onze exploitatiebudgetten. Wij verwachten dat deze budgetten zowel in 2022 tot en met 2023 ontoereikend zijn. Door verduurzaming van ons provinciaal vastgoed verwachten wij dat vanaf 2024 de budgetten toereikend zijn. Wij monitoren ons energieverbruik en de energiekosten nauwgezet en informeren u hierover in onze P&C-documenten.  Wij stellen u voor in de jaren 2022 tot en met 2023 de exploitatiebudgetten voor gas en elektriciteit met € 200.000 te verhogen ten laste van de buffer voor prijsindexeringen.
10.66.66 Personeelsgebonden kosten overhead -2738 2738 -2738 PS-begrotingswijziging Neutrale doorvertaling effecten CAO: Via de perspectiefnota 2023 heeft u geld beschikbaar gesteld voor het opvangen van de effecten van de nieuwe CAO. Dit budget is reeds als reservering opgenomen in kerntaak 20.  Via deze monitor voegen we in 2022 en verder geld toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering.  Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten in 2022 te verhogen met € 2,7 miljoen, 2023 met € 5,7 miljoen, 2024 met € 5,5 miljoen, 2025 en 2026 met € 5,4 miljoen en de reservering in kerntaak 20 met hetzelfde bedrag te verlagen.
20.00.1 Lokale heffingen 1500 1500 1500 PS-begrotingswijziging Actualisatie hogere opbrengsten Motorrijtuigenbelasting (MRB): In 2022 zijn de verwachte opbrengsten van de MRB  € 1,5 miljoen hoger dan begroot.  Deze hogere raming verwerken we bij deze monitor structureel. Bij het coalitieakkoord is afgesproken meeropbrengsten vanuit de opcenten MRB  voor deze coalitie-periode in te zetten voor verkeersveiligheid. Bij de Perspectiefnota 2022 is voorgesteld ook fietsprojecten te financieren uit de extra meeropbrengsten omdat deze investeringen in hoge mate bijdragen aan de verkeersveiligheid. Deze periode is er dus nog sprake van € 3 miljoen extra meeropbrengsten vanuit de MRB (€1,5 miljoen in 2022 en € 1,5 miljoen  2023). Wij stellen u voor de baten aan opcenten in 2022 en verder te verhogen met € 1,5 miljoen. Deze baten komen voor 2022 en 2023 ten gunste van verkeersveiligheid. Wij stellen u voor de lasten van prestatie 4.5.1 in 2023 te verhogen met € 3,0 miljoen.
20.00.2 Algemene uitkeringen 23565 23565 23565 PS-begrotingswijziging De wijzigingen kunt u vinden bij "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen", onder het kopje "Algemene dekkingsmiddelen".
20.00.3 Dividend 753 753 0 753 PS-begrotingswijziging Dividend Wadinko Op 22 mei 2022 heeft de aandeelhoudersvergadering van Wadinko op voorstel van de directie en de RvC besloten tot uitkering van een interim dividend 2022 aan de aandeelhouders van € 3 miljoen. Voor de provincie Overijssel gaat het om € 0,75 miljoen. Dit bedrag is inmiddels ontvangen. Deze dividendbate volgt uit een in 2022 verwacht hoog netto resultaat en hoog liquiditeitssaldo van Wadinko. Dit maakt een voorschot op het dividend 2022 gerechtvaardigd. Omdat wij geen dividendopbrengst van Wadinko in de begroting 2022 hebben geraamd, nemen we bij deze 2e Monitor de dividendopbrengst Wadinko nu op in de begroting 2022 voor € 0,75 miljoen.
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen -9462 -12200 -2738 -9462 PS-begrotingswijziging Neutrale doorvertaling effecten CAO: Via de perspectiefnota 2023 heeft u geld beschikbaar gesteld voor het opvangen van de effecten van de nieuwe CAO. Dit budget is reeds als reservering opgenomen in kerntaak 20. Via deze monitor voegen we in 2022 en verder geld toe aan het budget voor de personeelsgebonden kosten, onder verlaging van de in kerntaak 20 opgenomen reservering.  Wij stellen u voor het budget voor de personeelsgebonden kosten in 2022 te verhogen met € 2,7 miljoen, 2023 met € 5,7 miljoen, 2024 met € 5,5 miljoen, 2025 en 2026 met € 5,4 miljoen en de reservering in kerntaak 20 met hetzelfde bedrag te verlagen. De overige wijzigingen kunt u vinden bij "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen", onder het kopje "Algemene dekkingsmiddelen".
20.20.1 Onvoorzien 885 -885 885 PS-begrotingswijziging Dekking stijgende energiekosten: Wij stellen u voor in de jaren 2022 tot en met 2023 de exploitatiebudgetten voor gas en elektriciteit met € 200.000 te verhogen ten laste van de buffer voor prijsindexeringen.  Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,425 miljoen te onttrekken aan de bij de Perspectiefnota 2023 toegekende buffer voor prijsindexeringen en structureel toe te voegen aan prestatie 4.7.1. van de begroting 2022. Dekking Kademuur Ossenzijl: We vragen daarom om een aanvullend budget in 2023 van € 560.000, bestaande uit € 260.000 indexering (onvoorzien) en € 300.000 als gevolg van de complexere opgave.
Totaal 14303 13618 -685 14303

Doorgevoerde wijzigingen

Terug naar navigatie - Doorgevoerde wijzigingen
Prestatie Doorgevoerde begrotingswijziging Baten Lasten Saldo GS/PS Begrotingswijziging Financiële toelichting
Totaal 13235 23625 10390 13235
10.0.0 Bedrijfsvoering -350 0 350 -350 PS 003 Jaarverslag 2021 Informatiebeveiliging: We hebben achterstand opgelopen in het op peil brengen van onze informatiebeveiliging. De provincie Overijssel heeft de ambitie om haar informatiebeveiliging conform de internationale standaard ISO 27001 te brengen en te houden, dit als aanvulling op de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Dit sluit aan op een interprovinciaal initiatief, om gezamenlijk te komen tot het niveau van certificeerbaarheid op ISO 27001 uiterlijk in 2023.  Uit de audit op de ISO 27001 die dit najaar is gehouden, is gebleken dat de provincie Overijssel achterloopt op haar ambities. Met name de controleerbaarheid van de voorgenomen maatregelen is op dit moment onvoldoende. Hierdoor halen we de doelstellingen niet en kunnen we geen garanties afgeven op beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie en kunnen we derhalve niet voldoen aan de minimale eisen op het gebied van informatiebeveiliging.  In 2022 werken we de achterstanden in de implementatie van de BIO en de ISO 27001 normering weg, zodat we eind 2022 certificeerbaarheid voor de ISO 27001 norm bereiken. Dit is in lijn met de interprovinciale doelstelling. In 2023 zullen wij dan naar verwachting het besluit tot certificering kunnen nemen. Wij stellen u voor om vanuit de overheadsbudgetten € 0,35 miljoen door te schuiven en in 2022 toe te voegen aan de budgetten voor informatiebeveiliging. PS begrotingswijziging
10.00 Bedrijfsvoering (informatiebeveilgiging) -170 0 170 -170 PS 003 Jaarverslag 2021 Vervanging websites: Het huidige systeem is verouderd en niet flexibel genoeg. We zijn beperkt in de mogelijkheid om uit te breiden met benodigde functionaliteit en om beter aan te sluiten op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening; kortom om onze dienstverlening up-to-date te houden.  De vervanging van het CMS in 2022 kunnen we niet uitstellen, want de organisatie heeft eerder al besloten om het huidige CMS uit te faseren per 31-12-2022 en verlenging van het huidige tijdelijke contract na die datum is juridisch problematisch.  Wij stellen u voor om van prestatie 7.2.1 kennisontwikkeling en kennisdeling een bedrag van € 0,17 miljoen door te schuiven van 2021 naar 2022 en over te hevelen naar het onderdeel overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen. PS begrotingswijziging
10.00 Bedrijfsvoering (archivering) -3294 0 3294 -3294 Adm. 201 doorwerking PS 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 doorwerking PS 2021 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 398 0 -398 398 Adm. 203 doorwerking Adm. 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 doorwerking Adm. 2021 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -182 0 182 -182 PS 004 Perspectiefnota 2023 Voor de stijgende kosten van SSC-ONS stellen we voor in 2022 € 69.000 en vanaf 2023 € 1,228 miljoen structureel beschikbaar te stellen. Daarnaast stellen we voor om in 2022 € 113.000 incidenteel beschikbaar te stellen. PS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -48 0 48 -48 PS 006 Monitor Overijssel 2022 - I IPO: Onder prestatie 7.3.1 hebben wij het voorstel opgenomen om € 48.000 over te hevelen naar onderdeel 10.0 Bedrijfsvoering van de kerntaak 'Overhead, financiering en dekkingsmiddelen' om de kosten van het IPO binnen deze prestatie te dekken. PS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -350 0 350 -350 GS 104 Monitor Overijssel 2022 - I Slim digitaal Overijssel: Vanuit het coalitieakkoord is € 1 miljoen aan investeringsimpuls gereserveerd voor “Slim Digitaal Overijssel”. Het impulsgeld wordt ingezet om de kennis, competenties en instrumenten van onze organisatie op gebied van digitalisering en data verder te versterken en deze in te zetten bij de opgaven. Bij uw besluit van 15 december 2021 (PS/2021/1104445) heeft u ingestemd met het beschikbaar stellen van deze middelen in de uKvO voor de jaren 2022 en 2023. Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij besloten om een bedrag van € 0,35 miljoen te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de jaarschijf 2022 aan het onderdeel 10.0 Bedrijfsvoering van de kerntaak 'Overhead, financiering en dekkingsmiddelen' van de begroting 2022. GS begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering -200 0 200 -200 Adm. 210 diversen mei 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 210 diversen mei 2022 Adm. begrotingswijziging
10.0.0 Bedrijfsvoering 99 0 -99 99 Adm. 211 Personeelsgebonden kosten voorjaarswijziging 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 211 Personeelsgebonden kosten voorjaarswijziging 2022 Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -100 0 100 -100 PS 003 Jaarverslag 2021 Thuiswerkmiddelen: Bij de Jaarrekening 2020 is vanuit de ruimte op de reis- en verblijfskosten € 0,51 miljoen bestemd voor de thuiswerkmiddelen in 2021. In 2021 is hiervan € 0,31 miljoen besteed. Wij stellen u voor om het restant beschikbaar te houden voor 2022 en 2023. Thuiswerken is onderdeel geworden van het nieuwe werken. Medewerkers kunnen nog thuiswerkmiddelen aanvragen en ook nieuwe medewerkers moeten hierin worden voorzien.  Wij stellen u voor om vanuit de personeelgebonden budgetten € 0,2 miljoen door te schuiven en toe te voegen aan de  thuiswerkmiddelen van de jaarschijf 2022 en 2023 (beide € 0,1 miljoen). PS begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -398 0 398 -398 Adm. 203 doorwerking Adm. 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 doorwerking Adm. 2021 Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead 800 0 -800 800 Adm. 208 diversen maart 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 208 Verrekening flexpool 2022+2023 verdeling Adm. begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead 743 0 -743 743 PS 006 Monitor Overijssel 2022 - I Deze wijziging betreft de aanpasing normbedragen naar kerntaken PS begrotingswijziging
10.66.6 Personeelsgebonden kosten overhead -99 0 99 -99 Adm. 211 Personeelsgebonden kosten voorjaarswijziging 2022 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 211 Personeelsgebonden kosten voorjaarswijziging 2022 Adm. begrotingswijziging
20.00.1 Lokale heffingen 1200 1200 0 1200 Adm. 201 doorwerking PS 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 doorwerking PS 2021 Adm. begrotingswijziging
20.00.1 Lokale heffingen 1500 1500 0 1500 PS 004 Perspectiefnota 2023 Opcenten motorrijtuigenbelasting en verkeersveiligheid: Het kabinet heeft mede naar aanleiding van het ROB onderzoek aangekondigd de provincies te compenseren voor de misgelopen belastingopbrengsten vanwege de vrijstelling van elektrische voertuigen (in het kader van het klimaatakkoord). De compensatie over de jaren 2020-2024 zal in 3 termijnen worden uitgekeerd en levert ons de komende drie jaar incidenteel € 7,2 miljoen per jaar op. Omdat de vrijstelling van EV’s vanaf 2025 vervalt verwachten we dat we vanaf dan ook structureel extra opbrengsten ontvangen. Tot slot heeft de Belastingdienst de ramingen voor de ontvangsten naar boven bijgesteld, omdat het wagenpark nog steeds groeit. Vanaf 2022 verwachten we structureel € 1,5 miljoen meer te ontvangen. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de meeropbrengsten op de MRB ten gunste komen van maatregelen voor verkeersveiligheid. Bij deze perspectiefnota zijn meerdere voorstellen opgenomen voor aanvullende budgetten die direct te relateren zijn aan verkeersveiligheid. De extra benodigde investeringen voor de N50 (€ 1,9 miljoen), N337 (€ 0,9 miljoen) en de N760 (€ 1,0 miljoen) zijn allen grotendeels in het kader van verkeersveiligheid en bedragen tezamen al meer dan de € 3 miljoen die we in 2022 en 2023 extra verwachten te ontvangen uit de MRB. Daarnaast verhogen we het budget voor de N35 (knooppunt Raalte) met € 9,3 miljoen, waarmee bovendien een belangrijk deel van de compensatie voor de misgelopen MRB ten gunste komt van verkeersveiligheid. PS begrotingswijziging
20.00.2 Algemene uitkeringen 4116 4116 0 4116 Adm. 201 doorwerking PS 2021 Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 doorwerking PS 2021 Adm. begrotingswijziging
20.00.3 Dividend 3751 3751 0 3751 PS 004 Perspectiefnota 2023 Naar aanleiding van het behaalde jaarrekeningresultaat keert Enexis haar aandeelhouders extra dividend uit. Voor provincie Overijssel betekent dit een extra incidentele ontvangst van € 3,8 miljoen in 2022. PS begrotingswijziging
20.00.3 Dividend 858 858 0 858 PS 006 Monitor Overijssel 2022 - I Leningen BNG Bank: We hebben in 2015 en 2016 leningen verstrekt aan de BNG Bank van in totaal € 74,5 miljoen. Jaarlijks mag de BNG-Bank deze leningen aflossen rond medio mei. De BNG-Bank heeft ervoor gekozen om de 1e lening van € 49,5 miljoen af te lossen in mei 2022 en de 2e lening van € 25 miljoen niet af te lossen. Aangezien we de rentebaten op deze leningen niet meerjarig ramen, maar steeds voor één jaar, heeft dit geen budgettaire gevolgen. We hebben halverwege mei 2022 het nieuwe vijf jaars rentepercentage over de 2e lening ontvangen van de BNG Bank. Dit rentepercentage bedraagt 4,742% (dit was 3,277%), waarmee de rentebaat € 1,2 miljoen bedraagt. We zullen deze rentebaat opnemen in onze begroting, jaarschijf 2022 (half mei t/m december 2022) en jaarschijf 2023 (januari t/m half mei 2023). Wij stellen u voor om de rentebaten over de 2e tranche BNG-lening toe te voegen aan de begroting 2022 (€ 0,8 miljoen) en de begroting 2023 (€ 0,4 miljoen). Aanpassing rentebaten lening Enexis: We hebben een lening verstrekt aan Enexis van € 102 miljoen. Jaarlijks ontvangen we daar rente over. Doordat Enexis een iets andere berekeningsmethode hanteert dan waar wij bij onze begroting van uit zijn gegaan, ontvangen we jaarlijks € 30.068 meer dan begroot. Omdat de rentebaten als dekking dienen voor de storting in de Algemene Financieringsreserve (ter financiering van de lening), moet ook de storting in de Algemene Financieringsreserve verhoogd worden. We stellen u voor de rentebaten op de lening aan Enexis met jaarlijks € 30.068 te verhogen en daarmee ook de storting in de Algemene Financieringsreserve met € 30.068 te verhogen. PS begrotingswijziging
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 9000 12200 3200 9000 PS 004 Perspectiefnota 2023 Deze wijziging betreft baten voor Compensatie opcenten MRB (€ 7,2 miloen) en accresontwikkeling regeerakkoord (€ 5,0 miljoen) en lasten voor indexering + CAO personeel (€ 3,2 miljoen). PS begrotingswijziging
20.00.5 Overige algemene dekkingsmiddelen 462 0 -462 462 PS 006 Monitor Overijssel 2022 - I Normbedragen 2022 en aanpassing personeelsbudget: Wij stellen u voor de personeelsgebonden budgetten aan te passen in verband met de gewijzigde normbedragen 2022. Dit betreft een verhoging met een bedrag van € 1,7 miljoen (aflopend tot € 1,6 miljoen in 2026) ten laste van de door u ter beschikking gestelde middelen bij de Perspectiefnota 2023 (€ 0,5 miljoen) en de binnen het directiebudget geoormerkte middelen in de meerjarenbegroting (€ 1,2 miljoen). PS begrotingswijziging
20.20.1 Onvoorzien -4500 0 4500 -4500 PS 004 Perspectiefnota 2023 Indexeringen: Op dit moment is er sprake van zeer ongebruikelijke inflatiecijfers. Dat leidt op verschillende terreinen tot flink hogere kosten die niet binnen budget kunnen worden opgevangen. Op dit moment is moeilijk te overzien wat de lange termijn effecten zijn voor onze begroting. We moeten rekening houden met verschillende scenario’s. Normaal gesproken indexeren we de begroting van het volgende jaar (nu 2023) met de indexcijfers van dit moment (maart huidig jaar). De geharmoniseerde consument- en prijsindex (HICP) bedroeg in maart 5,9%. Niet op alle terreinen zal er evenveel last ondervonden worden van de inflatie, op sommige terreinen meer en op andere terreinen minder. In de wegenbouwsector is het indexpercentage bijvoorbeeld veel hoger dan de HICP. Om deze reden stellen wij voor om de gehele structurele begroting voor volgend jaar met 3% (circa € 4,5 miljoen) te indexeren en daarnaast een buffer te creëren van nog eens structureel € 4,5 miljoen. De buffer voegen we voorlopig toe aan de post onvoorzien en is bestemd voor begrotingsonderdelen die met onontkoombaar hogere kosten worden geconfronteerd. Bij de begroting 2023 komen we waar nodig terug op een nadere invulling van deze buffer. PS begrotingswijziging