Prestatie |
Lasten |
Baten |
Saldo |
GS/PS Begrotingswijziging |
Financiële toelichting |
|
4.1.1 Beleidsontwikkeling mobiliteit |
327 |
0 |
-327 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Resultaat 2023Op prestatie 4.1.1 is het budget van € 21.000 overschreden met € 53.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de personele inzet groter is geweest dan verwacht. De dekking wordt gevormd door gereserveerde middelen in de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel die ruimte bieden om een aanvullende onttrekking te doen voor het ontstane tekort.
Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij voor prestatie 4.1.1 € 53.000 extra onttrokken aan de voor deze prestatie beschikbare middelen in deze reserve.
Verlenging looptijdeindeMet het Statenvoorstel Inzet projecten Nationaal Groeifonds (PS/2021/1103334) heeft u procesmiddelen en middelen voor het voorbereiden en ondersteunen van projectaanvragen voor het Nationaal Groeifonds ter beschikking gesteld. Daarin is € 0,5 miljoen opgenomen voor de voorbereiding van een aanvraag voor de corridor Zwolle-Twente- Munster (ZTM). Er zijn diverse studies uitgevoerd, zoals de analyses om te komen tot een integrale visie op het belang van versterking van de corridor Zwolle-Twente-Munster. Samen met de regio’s en andere gebiedspartners wordt gewerkt aan een vervolg hoe we samenwerking op ruimtelijke, sociaalmaatschappelijke en economische opgaven langs de corridor kunnen faciliteren en stimuleren. Het meerjarig budget is nog niet geheel tot besteding gekomen. Voor de resterende middelen geldt een looptijd einde datum van 31-12-2023. Het project kent een doorloop naar 2024 waarvoor een plan van aanpak wordt voorgelegd.Zoals bij Monitor 2 2023 is aangekondigd stellen wij voor de resterende middelen beschikbaar te houden voor het Gebiedsprogramma Zwolle-Twente- Munster tot einde 2024.
Wij stellen u voor € 0,33 miljoen beschikbaar te houden voor het Gebiedsprogramma Zwolle-Twente- Munster tot einde 2024 en toe te voegen aan de begroting 2024 prestatie 4.1.1 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. |
|
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken |
24 |
24 |
0 |
GS 110 Jaarstukken 2023 |
Resultaat 2023Binnen beleidsdoel 4.1 is er aan lasten € 2,1 miljoen geraamd voor prestatie 4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken. Hiervan is ruim € 1,6 miljoen gerealiseerd. Verder zijn er baten gerealiseerd voor bijna € 1,0 miljoen ten opzichte van een raming van bijna € 0,5 miljoen; er is € 0,5 miljoen meer aan baten gerealiseerd. De hogere baten zijn specifieke rijksuitkeringen voor mobiliteitsprojecten (Specifieke uitkering (SPUK) Laadinfrastructuur GO-Ral en Specifieke uitkering (SPUK) Veilige Duurzame Doelmatige Verkeersinfrastructuur). Door deze specifieke uitkeringen was het mogelijk kosten van mobiliteitsprojecten werkgeversaanpak die ten laste van reguliere budgetten komen gedeeltelijk toe te rekenen aan de specifieke rijksuitkeringen. Dit heeft mede geresulteerd in de onderbesteding van € 0,5 miljoen op de lasten.
Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij voor prestatie 4.1.3 € 43.000 extra onttrokken aan de voor deze prestatie beschikbare middelen in deze reserve.
Veilige Duurzame Doelmatige VerkeersinfrastructuurVan het Rijk is een specifieke uitkering ontvangen voor het doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur. Via deze regeling wordt bijgedragen aan projecten en maatregelen die door Rijk en regio zijn afgesproken in de Bestuurlijke Overleggen MIRT. De projecten en maatregelen zijn gericht op het stimuleren van doelmatiger en duurzamer gebruik van verkeersinfrastructuur.Voor de niet bestede middelen (€ 24.000) en de bijbehorende dekking uit de rijksbijdrage hebben wij besloten deze door te schuiven naar 2024.
Wij hebben besloten om de begrote baten en lasten van de jaarschijf 2024 van prestatie 4.1.3 in de begroting 2024, vanuit de doeluitkering ‘Duurzame Doelmatige Verkeersinfrastructuur’, te verhogen met € 24.000. |
|
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen |
666 |
0 |
-666 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Resultaat 2023Op deze prestatie is een positief resultaat te zien van € 0,67 miljoen. Dit resultaat is te verklaren doordat het bestedingsritme en het declareren door Prorail van de onderzoekskosten voor de verduurzaming van de spoorlijnen Almelo-Mariënberg en Zutphen-Hengelo afwijkt van het verwachte bestedingsritme en het geraamde bedrag in de begroting. De overgebleven gelden zullen in 2024 voor doorlopende verplichtingen op deze prestatie worden ingezet. Dit wordt gedekt uit de Reserve Sporen en Wegen
PS begrotingswijzigingWij stellen u voor om een bedrag van € 0,67 miljoen te onttrekken aan Reserve Sporen en Wegen en toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen van de begroting 2024. |
|
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen |
400 |
0 |
-400 |
PS 013 Verkenning elektrificatie en doorkoppeling Enschede-Gronau |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 013 Verkenning elektrificatie en doorkoppeling Enschede-Gronau |
|
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen |
-1846 |
0 |
1846 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Onderzoekskosten verduurzaming van de spoorlijnen Almelo-Mariënberg en Zutphen-HengeloProrail heeft het onderzoek in de verkenningsfase voor de verduurzaming van de spoorlijnen Almelo-Mariënberg en Zutphen-Hengelo afgerond. De volgende fase van elektrificatie van Almelo-Mariënberg is in gang gezet door Prorail de opdracht te geven een Plan van Aanpak te maken voor de planuitwerkingsfase . Voor Zutphen-Hengelo zal dat op korte termijn gebeuren. Het bestedingsritme en het declareren door Prorail van de kosten van het maken van een plan van aanpak voor de planuitwerkingsfase wijkt af van het verwachte bestedingsritme en het geraamde bedrag in de begroting voor 2024. Wij stellen u voor de ramingen in de begroting aan te passen op het verwachte bestedingsritme van de onderzoekskosten.
Wij stellen u voor de lasten van prestatie 4.2.2 in 2024 met € 1,8 miljoen te verlagen en in 2025 met hetzelfde bedrag te verhogen. Tegelijkertijd hiermee de onttrekking aan de Reserve Sporen en Wegen in 2024 met € 1,8 miljoen te verlagen en in 2025 te verhogen. |
|
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen |
2430 |
0 |
-2430 |
PS 003 Elektrificatie Alm. - Hardenb. |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 003 Elektrificatie Alm. - Hardenb. |
|
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein |
614 |
0 |
-614 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Resultaat 2023
Prestatie 4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein geeft voor 2023 per saldo een voordeel van € 5,7 miljoen ten opzichte van de begroting. Hiervan draagt € 5,1 miljoen bij aan het resultaat van de jaarrekening en € 0,6 miljoen heeft betrekking op de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Het voordeel van € 5,1 miljoen dat bijdraagt aan het jaarrekeningresultaat is een saldo van hogere lasten als gevolg van een actualisatie van indexeringen enerzijds (ca. € 1,4 miljoen nadeel) en hogere baten anderzijds (ca. € 6,5 miljoen voordeel). De hogere baten bestaan uit incidenteel hogere reizigersopbrengsten uit voorgaande jaren (ca. € 3,4 miljoen voordeel) en een incidentele nabetaling van indexatie in verband met de specifieke uitkering Decentraal Spoor (voordeel ca. € 3,1 miljoen voordeel). Voor de hogere structurele lasten als gevolg van indexering geldt dat deze niet gecompenseerd worden door structureel hogere reizigersopbrengsten. Wij brengen de gevolgen hiervan in beeld en informeren u hier over in de P&C cyclus.
Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO's)Via PS 2020/0058230 is € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanpak van NABO's. Hiervan is € 2,0 miljoen gedekt uit KVO middelen en € 0,5 miljoen binnen de regulier mobiliteitsmiddelen (prestatie 4.2.3). In 2023 zijn de begrote KVO middelen van € 0,6 miljoen niet gerealiseerd. Dit betreft meerjarig verleende subsidies Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van meerjarig verleende subsidies moeten de lasten aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij besloten om een bedrag van € 620.000 te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.2.3 van de begroting 2024.
Vloedbeltverbinding en (NABO) Het VlierBij voorstel ‘Vaststellen PIP Vloedbeltverbinding en investeringsvoorstel’ is voorgesteld de gereserveerde middelen voor een subsidie voor de niet actief beveiligde overweg (NABO) Het Vlier als dekking in te brengen voor het project Vloedbeltverbinding.Voor de NABO het Vlier in Borne is er nog steeds € 0,34 miljoen beschikbaar. Oorspronkelijk zou hier een wandelbuis worden gerealiseerd, maar met de komst van de Vloedbeltverbinding is dit niet meer nodig. De niet bestede middelen van € 0,34 miljoen vormen een onderdeel van het jaarrekeningresultaat 2023 en worden via dat resultaat toegevoegd aan de Algemene reserve. De aanpassing van de kapitaallasten, als gevolg van de voorgestelde verhoging van het investeringskrediet, vindt plaats via de P&C cyclus.
Haltevoorzieningen IJssel-Vecht en Twente ZHO In de begroting 2023 is € 0,7 miljoen opgenomen voor aanpassingen aan de halte infrastructuur IJssel-Vecht en Twente ZHO in verband met wijzigingen in de dienstregeling van de concessies. De halte aanpassingen zijn nog niet uitgevoerd als gevolg van onzekerheid over de lijnvoering . De halte aanpassingen zullen uitgevoerd worden in 2024 waarvoor subsidie kan worden verleend.
Resultaatbestemming Haltevoorzieningen (614K)Voor dekking van doorlopende verplichtingen stellen wij voor middels resultaatbestemming € 0,614 miljoen beschikbaar te houden en toe te voegen aan de begroting 2024 op prestatie 4.2.3. |
|
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein |
200 |
0 |
-200 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Exploitatiesubsidies OVBij de jaarrekening 2023 hebben wij u geïnformeerd over de structurele lasten van de exploitatiesubsidies OV. Wij verwachten voor de komende jaren hogere structurele lasten als gevolg van indexering waarvoor geldt dat deze niet gecompenseerd worden door structureel hogere reizigersopbrengsten. Evenals in 2023 verwachten wij wel van het Rijk extra middelen. Naar aanleiding van de motie Bikker verwachten wij dit jaar € 13,3 miljoen aan extra structurele middelen te ontvangen die nodig zullen zijn om de hogere lasten als gevolg van indexering te kunnen dekken. De inzet van deze "motie Bikker gelden" wordt betrokken bij de afhandeling van de door uw Staten aangenomen motie Peetsma "OV dat weer loopt als een trein". Daarnaast verwachten wij dit jaar nog incidenteel ca. € 8 miljoen (motie Krul). De extra gelden worden verwerkt in de mei-circulaire Provincies. Wij informeren u hierover in de P&C cyclus.
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.2.3 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.2.3 met € 0,2 miljoen te verhogen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) bestemd voor halteaanpassingen als gevolg van de gewijzigde dienstregeling.
Actualisatie kapitaallastenVia deze Monitor actualiseren wij de kapitaallasten. Dat geldt ook voor deze prestatie, waar we voor 2025 en 2026 € 747.000 aan kapitaallasten bijramen en voor 2027 en 2028 € 143.000 aan kapitaallasten aframen. Wij verwijzen naar kerntaak "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen" waar wij een totaalbeeld schetsen van de wijzigingen van de kapitaallasten. |
|
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein |
620 |
0 |
-620 |
GS 110 Jaarstukken 2023 |
Resultaat 2023
Prestatie 4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein geeft voor 2023 per saldo een voordeel van € 5,7 miljoen ten opzichte van de begroting. Hiervan draagt € 5,1 miljoen bij aan het resultaat van de jaarrekening en € 0,6 miljoen heeft betrekking op de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Het voordeel van € 5,1 miljoen dat bijdraagt aan het jaarrekeningresultaat is een saldo van hogere lasten als gevolg van een actualisatie van indexeringen enerzijds (ca. € 1,4 miljoen nadeel) en hogere baten anderzijds (ca. € 6,5 miljoen voordeel). De hogere baten bestaan uit incidenteel hogere reizigersopbrengsten uit voorgaande jaren (ca. € 3,4 miljoen voordeel) en een incidentele nabetaling van indexatie in verband met de specifieke uitkering Decentraal Spoor (voordeel ca. € 3,1 miljoen voordeel). Voor de hogere structurele lasten als gevolg van indexering geldt dat deze niet gecompenseerd worden door structureel hogere reizigersopbrengsten. Wij brengen de gevolgen hiervan in beeld en informeren u hier over in de P&C cyclus.
Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO's)Via PS 2020/0058230 is € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanpak van NABO's. Hiervan is € 2,0 miljoen gedekt uit KVO middelen en € 0,5 miljoen binnen de regulier mobiliteitsmiddelen (prestatie 4.2.3). In 2023 zijn de begrote KVO middelen van € 0,6 miljoen niet gerealiseerd. Dit betreft meerjarig verleende subsidies Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van meerjarig verleende subsidies moeten de lasten aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij besloten om een bedrag van € 620.000 te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.2.3 van de begroting 2024.
Vloedbeltverbinding en (NABO) Het VlierBij voorstel ‘Vaststellen PIP Vloedbeltverbinding en investeringsvoorstel’ is voorgesteld de gereserveerde middelen voor een subsidie voor de niet actief beveiligde overweg (NABO) Het Vlier als dekking in te brengen voor het project Vloedbeltverbinding.Voor de NABO het Vlier in Borne is er nog steeds € 0,34 miljoen beschikbaar. Oorspronkelijk zou hier een wandelbuis worden gerealiseerd, maar met de komst van de Vloedbeltverbinding is dit niet meer nodig. De niet bestede middelen van € 0,34 miljoen vormen een onderdeel van het jaarrekeningresultaat 2023 en worden via dat resultaat toegevoegd aan de Algemene reserve. De aanpassing van de kapitaallasten, als gevolg van de voorgestelde verhoging van het investeringskrediet, vindt plaats via de P&C cyclus.
Haltevoorzieningen IJssel-Vecht en Twente ZHO In de begroting 2023 is € 0,7 miljoen opgenomen voor aanpassingen aan de halte infrastructuur IJssel-Vecht en Twente ZHO in verband met wijzigingen in de dienstregeling van de concessies. De halte aanpassingen zijn nog niet uitgevoerd als gevolg van onzekerheid over de lijnvoering . De halte aanpassingen zullen uitgevoerd worden in 2024 waarvoor subsidie kan worden verleend.
Resultaatbestemming Haltevoorzieningen (614K)Voor dekking van doorlopende verplichtingen stellen wij voor middels resultaatbestemming € 0,614 miljoen beschikbaar te houden en toe te voegen aan de begroting 2024 op prestatie 4.2.3. |
|
4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede |
15230 |
0 |
-15230 |
GS 118 Monitor Overijssel 2024-I |
Spoormaatregelen Zwolle-EnschedeProrail werkt in opdracht van de Provincie en van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) op het traject Zwolle-Enschede aan diverse spoormaatregelen om de veiligheid te verbeteren en de rijtijd van vooral de Blauwnet IC Zwolle-Enschede in te korten. Inmiddels is de opdracht gegeven en hebben wij voor dekking van de provinciale bijdrage een gereserveerd bedrag van € 15,2 miljoen aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel onttrokken.
Op basis van de spelregels van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel hebben wij besloten om een bedrag van € 15,2 miljoen te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.2.6 van de begroting 2024. |
|
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik |
5243 |
0 |
-5243 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Financieel resultaat prestatie 4.3.1 Stimuleren fietsgebruikOp deze prestatie zijn de geraamde lasten van € 17,6 miljoen voor € 8,1 miljoen gerealiseerd en is € 9,5 miljoen niet tot besteding gekomen. De onderbesteding wordt grotendeels veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Dit is een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar. Wij stellen u de volgende resultaatbestemmingen voor.
Resultaatbestemming: Lastneming meerjarige verleende subsidies (5713K)In het kader van deze prestatie zijn subsidies verstrekt waarvan de lasten voor € 4,3 miljoen pas in latere jaren worden verantwoord. Binnen prestatie 4.6.10 zijn voor bereikbaarheidsmaatregelen subsidies verstrekt voor € 1,4 miljoen waarvoor de lasten ook pas in latere jaren worden verantwoord. Wij stellen u voor om deze bedragen toe te voegen aan de Reserve verstrekte subsidies. Die toevoeging wordt verwerkt bij het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen. PS-begrotingswijzigingVerder stellen wij u voor om dit bedrag van € 5,7 miljoen vanuit de Reserve verstrekte subsidies toe te voegen aan de jaarschijven 2024 (€ 2.9 miljoen) , 2025 (€ 0,5 miljoen) en 2026 (€ 2,3 miljoen) van de begroting 2024 voor prestatie 4.3.1
Subsidievaststellingen uit eerdere jaren (5K)In 2023 is vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren (€ 5.000). Zoals bij het Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400 is opgenomen stellen wij u voor middels resultaatbestemming de vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren van meerjarig beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit en (€ 5.000) toe te voegen aan de reserve mobiliteitsprogramma's verkeer en vervoer. Deze wijziging wordt verwerkt bij het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Bij de prestaties 4.5.1 en 4.5.2 wordt voorgesteld om vanuit de daar vrijvallende middelen als gevolg van lagere subsidievaststellingen € 0,1 miljoen toe te voegen aan de jaarschijf 2025 van de begroting 2024 voor deze prestatie (4.3.1)
Reserve verstrekte subsidies voor dekking van de lasten van meerjarig verleende subsidies (1896K)Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van subsidies en voor zover de verleende subsidies gedekt zijn uit de Reserve verstrekte subsidies stellen wij u voor de gereserveerde middelen door te schuiven en in de jaren 2024, 2025 en 2026 de lasten van prestatie 4.1.3 te verhogen met respectievelijk € 1,1, € 0,6 en € 0,2 miljoen.
Uitvoering Koers Fiets (UKVO)Op deze prestatie is € 5,5 miljoen als incidenteel budget beschikbaar gesteld voor uitvoering van het koersdocument Fiets. Hiervan is in 2023 € 2,2 miljoen gerealiseerd en is er een onderbesteding van € 3,3 miljoen. Voor het hele bedrag geldt dat dit wordt gedekt uit de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Voor de beschikbaar gestelde middelen geldt als einddatum voor de beschikbaarheid van het budget ultimo 2023. Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van subsidies en voor zover de verleende subsidies gedekt zijn uit de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel stellen wij u voor de gereserveerde middelen door te schuiven naar 2024, 2025 en 2026 en toe te voegen aan prestatie 4.1.3 en de einddatum van het budget te verlengen naar 2026.
Wij stellen u voor van het niet gerealiseerde bedrag € 3,1 miljoen beschikbaar te houden voor dekking van de aangegane verplichtingen voor de uitvoering van Koers Fiets en deze door te schuiven naar 2024, 2025 en 2026 voor respectievelijk € 1,3 miljoen, € 1,2 miljoen en € 0,6 miljoen en de einddatum van het budget te verlengen naar 2026. |
|
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik |
-667 |
0 |
667 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.3.1 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.3.1 met € 0,7 miljoen te verlagen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP). |
|
4.4.1 Logistics Overijssel |
200 |
0 |
-200 |
PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
|
4.4.1 Logistics Overijssel |
350 |
0 |
-350 |
GS 112 Werken aan Logistiek OVR |
Deze wijziging heeft betrekking op GS 112 Werken aan Logistiek OVR |
|
4.4.4 Robuust goederenvervoer netwerk |
346 |
0 |
-346 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.4.4 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.4.4 met € 0,3 miljoen te verhogen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP). |
|
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid |
700 |
0 |
-700 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Financieel resultaat prestatie 4.5.1 Op deze prestatie zijn de geraamde lasten van € 6,0 miljoen voor € 4,2 miljoen besteed en is ruim € 1,8 miljoen niet tot besteding gekomen. Aan baten is € 255.000 gerealiseerd. Dit betreft Rijksbijdragen voor stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen.
De onderbesteding op de lasten kan als volgt worden verklaard:Aan subsidies voor verkeersveiligheidsmaatregelen is in 2023 minder besteed door minder aanvragen. Verder is er minder een beroep gedaan op het budget voor het treffen van kleine verkeersmaatregelen. In 2023 zijn er minder verkeersveiligheidsprojecten uitgevoerd in het kader van de rijksbijdrage regeling ‘Stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen’ als gevolg waarvan de 50% provinciale cofinanciering lager is geweest (€ 114.000).
Resultaatbestemming verkeersveiligheidsmaatregelen (269K)Van de onderbesteding wordt € 0,3 miljoen veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Dit is een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar. Wij stellen u voor middels resultaatbestemming € 0,3 miljoen toe te voegen aan de Reserve verstrekte subsidies. Deze resultaatbestemming wordt verwerkt bij het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen. PS-wijziging verkeersveiligheidsmaatregelenVervolgens stellen wij u voor om vanuit de Reserve verstrekte subsidies de begrote lasten voor prestatie 4.5.1 in 2024 te verhogen met € 0,3 miljoen.
Resultaatbestemming vrijval voorgaande jaren (187K)Zoals bij het Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400 is opgenomen stellen wij u voor middels resultaatbestemming de vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren van meerjarig beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit en € 0,187 miljoen door te schuiven naar volgende jaren, waarvan € 37.000 naar jaarschijf 2025 op prestatie 4.3.1 Stimuleren fietsgebruik en € 150.000 te storten in de reserve mobiliteitsprojecten. Deze resultaatbestemming wordt verwerkt bij prestatie 4.3.1 (€ 37.000) en het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen (€ 0,15 miljoen).
Resultaatbestemming Haalbaarheidsonderzoeken Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) (570K)In de begroting 2023 is incidenteel € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld voor haalbaarheidsonderzoeken in het kader van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV). Van dit bedrag is € 30.000 gerealiseerd. Zoals bij monitor 2 2023 is aangekondigd stellen wij u voor de niet bestede middelen via resultaatbestemming beschikbaar te houden en op te nemen in de begroting 2024. Uitvoering van de onderzoeken heeft vertraging opgelopen en wordt voorzien in 2024 met een doorloop en afronding in 2025.
Wij stellen u voor € 0,57 miljoen te bestemmen voor Haalbaarheidsonderzoeken en € 0,43 miljoen toe te voegen aan de jaarschijf 2024 en € 0,14 miljoen aan de jaarschijf 2025 van prestatie 4.5.1.
Cofinanciering verkeersveiligheidsprojecten, Looptijdeinde verlengenVoor de uitvoering van verkeersveiligheidsprojecten ontvangen wij rijksbijdragen onder de voorwaarde van 50% cofinanciering door de Provincie. De rijksregeling heeft een looptijd tot en met 31-12-2025. De dekking van deze cofinanciering komt uit gereserveerde middelen in de reserve kwaliteit van Overijssel. Voor de cofinanciering van projecten in de periode tot met 2025 is nog € 1,1 miljoen nodig om de rijksbijdrage te kunnen ontvangen. Wij stellen u voor dit bedrag beschikbaar te houden voor de cofinanciering en de looptijd van het budget te bepalen op 31-12-2025. |
|
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid |
400 |
0 |
-400 |
PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
|
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid |
1950 |
0 |
-1950 |
GS 116 Verkeersveiligheid |
Deze wijziging heeft betrekking op GS 116 Verkeersveiligheid |
|
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid |
278 |
0 |
-278 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.5.1 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.5.1 met € 0,3 miljoen te verhogen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP). |
|
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid |
371 |
0 |
-371 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Financieel resultaat prestatie 4.5.2Van de geraamde lasten van circa € 4,8 miljoen is € 4,4 miljoen besteed in 2023. Aan niet geraamde baten is € 0,7 miljoen gerealiseerd. Dit betreft terug een ontvangen bijdrage van de provincie Gelderland in de kosten van een uitgevoerde gedragscampagne met betrekking tot verkeersveiligheid. De belangrijkste verklaringen van de onderbesteding van per saldo € 1,0 miljoen betreffen:
Realisatie verkeersveiligheidsmaatregelen (421K)Van de onderbesteding wordt € 0,4 miljoen veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Dit is een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar.
Wij stellen u voor € 0,4 miljoen te onttrekken aan de reserve verstrekte subsidies en de lasten van prestatie 4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid in 2024 met € 371.000 en in 2025 met € 50.000 te verhogen.
Resultaatbestemming vrijval voorgaande jaren Zoals bij het Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400 is opgenomen stellen wij u voor middels resultaatbestemming de vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren van meerjarig beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit en € 0,6 miljoen door te schuiven naar volgende jaren, waarvan € 0,1 miljoen naar jaarschijf 2025 op prestatie 4.3.1 Stimuleren fietsgebruik en € 0,5 miljoen te storten in de Reserve mobiliteitsprojecten verkeer en vervoer. Deze resultaatbestemming wordt verwerkt bij prestatie 4.3.1 (€ 0,1 miljoen) en het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen (€ 0,5 miljoen). |
|
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid |
100 |
0 |
-100 |
GS 116 Verkeersveiligheid |
Deze wijziging heeft betrekking op GS 116 Verkeersveiligheid |
|
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid |
5 |
0 |
-5 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.5.2 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.5.2 met € 4.500 te verhogen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP). |
|
4.6.1 A1 |
424 |
0 |
-424 |
Adm. 201 Doorwerking PS 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 Doorwerking PS 2023 |
|
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid |
300 |
0 |
-300 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Financieel resultaat prestatie 4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheidOp deze prestatie zijn de geraamde lasten van € 2,6 miljoen voor € 0,9 miljoen gerealiseerd en is € 1,7 miljoen niet tot besteding gekomen. De onderbesteding wordt grotendeels veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Dit is een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar. De verleende subsidies hebben betrekking op infrastructurele fietsprojecten die voor het UVP 2023 waren aangemeld. Doordat een gehonoreerde subsidie aan het einde van het jaar werd ingetrokken zijn de middelen conform het UVP 2023 ingezet voor een tweetal fietsprojecten
Lastneming meerjarige verleende subsidies (1452K)Zoals bij prestatie 4.3.1 al gemeld stellen wij u voor middels resultaatbestemming € 1,4 miljoen toe te voegen aan de reserve versterkte subsidies. Deze resultaatbestemming wordt verwerkt bij het onderdeel Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen. Vanuit de reserve worden vervolgens de lasten van prestatie 4.3.1 Stimuleren fietsgebruik voor de jaren 2024, 2025 en 2026 in totaal met € 1,4 miljoen verhoogd. Die begrotingswijziging wordt verwerkt bij prestatie 4.3.1.
Reserve Mobiliteit, dekking van de lasten van meerjarig verleende subsidies (300K)Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van subsidies en voor zover de verleende subsidies gedekt zijn uit de Reserve mobiliteitsprojecten verkeer en vervoer stellen wij u voor de gereserveerde middelen door te schuiven naar 2024 en € 0,3 miljoen toe te voegen aan prestatie 4.6.10. |
|
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid |
-293 |
0 |
293 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Vastgesteld Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) Via het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP) zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidiebijdragen aan gemeentelijke en provinciale projecten gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Overijssel. Op basis van het vastgestelde UVP 2024 met de daarin geraamde bedragen voor subsidies dient het begrote bedrag op prestatie 4.6.10 te worden bijgesteld. Wij stellen u voor de lasten op prestaties 4.3.1 en 4.6.10 met in totaal € 0,8 miljoen te verlagen en prestaties 4.2.3, 4.4.4, 4.5.1 en 4.5.2. met eenzelfde bedrag te verhogen. Dit zijn budgettair neutrale wijzigingen tussen prestaties binnen het UVP en de begroting.
Wij stellen U voor de lasten van prestatie 4.6.10 met € 161.000 te verlagen als onderdeel van de actualisatie van het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 (UVP).
Actualisering lastneming meerjarige subsidiesIn 2023 is een meerjarige subsidiebijdrage verleend aan het project Fietssnelweg F35 Bankastraat Hengelo. Als gevolg van de regelgeving met betrekking tot de lastneming van subsidies moeten de lasten van meerjarig verleende subsidies aan de uitvoeringsperiode van het project worden toegerekend. Door latere uitvoering van het project verschuiven de lasten van 2024 naar 2025 en dient het beschikbare budget hiervoor door te schuiven van 2024 naar 2025.
Wij stellen u voor om de lasten van prestatie 4.6.10 voor 2024 te verlagen met € 132.000 en de jaarschijf 2025 met eenzelfde bedrag te verhogen. Voor de bijbehorende dekking uit de reserve mobiliteitsprojecten verkeer en vervoer de onttrekking in 2024 te verlagen met € 132.000 en in 2025 met eenzelfde bedrag te verhogen. |
|
4.6.13 N35 Knooppunt Raalte |
343 |
0 |
-343 |
GS 110 Jaarstukken 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op GS 110 Jaarstukken 2023 |
|
4.6.13 N35 Knooppunt Raalte |
2762 |
0 |
-2762 |
Adm. 202 Doorwerking GS 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 202 Doorwerking GS 2023 |
|
4.6.7 Vechtdalverbinding (N340/N377 en N48) |
-4640 |
0 |
4640 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Bij de 1e monitor 2024 zijn we dit project aan het afronden. De verwachting is dat bij de 2e monitor 2024 dit project ook administratief kan worden afgerond.
Voor de Vechtdalverbinding is in 2024 € 4,6 miljoen aan kapitaallasten begroot. Omdat het project nog niet volledig is afgewikkeld, valt de eerste afschrijvingstermijn niet in 2024 maar in 2025. Wij stellen daarom voor om zowel de lasten van prestatie 4.6.7 als de onttrekking aan de reserve dekking kapitaallasten activa met € 4,6 miljoen te verlagen in 2024. |
|
4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie overige projecten |
-657 |
0 |
657 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Aankondiging tekorten projectenBij de monitor 2023-II is reeds gemeld dat we in 2024 een financieel tekort op meerdere projecten verwachten. Daarom is bij de begroting 2024 voor de prestaties van infrastructuur een incidentele buffer investeringen infrastructuur beschikbaar gesteld.
Momenteel is nog onduidelijk wat de te verwachte tekorten binnen deze prestatie zijn. Zodra we hierover meer duidelijkheid hebben, wordt dit ter besluitvorming aan u voorgelegd.
Actualisatie kapitaallastenVia deze Monitor actualiseren wij de kapitaallasten. Dat geldt ook voor prestatie 4.6.9, waar we voor 2024 € 657.000 aan kapitaallasten aframen. Wij verwijzen naar kerntaak "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen" waar wij een totaalbeeld schetsen van de wijzigingen van de kapitaallasten. |
|
4.66 Totaal personeelsgebonden kosten |
103 |
0 |
-103 |
Adm. 203 Doorwerking adm. 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 Doorwerking adm. 2023 |
|
4.66 Totaal personeelsgebonden kosten |
160 |
0 |
-160 |
Adm. 206 Diversen maart 2024 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 206 Diversen maart 2024 |
|
4.66 Totaal personeelsgebonden kosten |
69 |
0 |
-69 |
Adm. 208 Voorjaarswijz. personeel |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 208 Voorjaarswijz. personeel |
|
4.66 Totaal personeelsgebonden kosten |
130 |
0 |
-130 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Deze wijziging heeft betrekking op PS Monitor Overijssel 2024-I |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
320 |
-158 |
-478 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Precario en huuropbrengsten Tankstations op provinciale grond betalen precario en huur. De opbrengsten worden geboekt op prestatie 4.7.1 terwijl de uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt in prestatie 1.5.1. Om de efficiëntie te vergroten, stellen wij u voor de begrote precario en huuropbrengsten met een omvang van € 158.000 over te hevelen van prestatie 4.7.1 naar prestatie 1.5.1.
Actie 3 – Brug- en sluisbediening Op de personeelskosten voor de brug- en sluisbediening wordt een overschrijding verwacht vanwege de aangekondigde CAO wijzigingen. Indien nodig komen wij bij monitor 2024 - II hier bij u op terug. Actie 6 - Energiekosten Vanwege de sterke tariefstijgingen in de energiecontracten zijn met incidentele middelen de budgetten in 2022 en 2023 met € 425.000 opgehoogd. Per 2024 is er een nieuw concernbreed contract afgesloten. De tariefstijgingen zijn structureel geworden. Om die reden stellen wij u voor het energiebudget nu jaarlijks structureel op te hogen met € 325.000. Onder kerntaak Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen wordt u voorgesteld om uit de structurele indexatie buffer voor infrastructuur jaarlijks een bedrag van € 325.000 te onttrekken en toe te voegen aan prestatie 4.7.1.
Actie 6 - Dagelijks onderhoud Naast genoemde indexatie lopen er eind 2024 en begin 2025 meerdere raamcontracten voor het dagelijks onderhoud af. Op dit moment vinden de voorbereidingen plaats voor de aanbestedingen van de nieuwe raamcontracten. Deze aanbestedingen kunnen leiden tot hogere eenheidsprijzen voor het onderhoud en daarmee kostenverhogingen. Zodra er meer zicht op is, komen we hier bij u op terug.
Actualisatie kapitaallastenVia deze Monitor actualiseren wij de kapitaallasten. Dat geldt ook voor deze prestatie, waar we voor 2024 € 5.475 aan kapitaallasten aframen. Wij verwijzen naar kerntaak "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen" waar wij een totaalbeeld schetsen van de wijzigingen van de kapitaallasten. |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
-69 |
0 |
69 |
Adm. 208 Voorjaarswijz. personeel |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 208 Voorjaarswijz. personeel |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
500 |
0 |
-500 |
PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 001 Investeringsimpuls CA24 |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
11 |
0 |
-11 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
ExploitatieBatenIn 2023 waren de baten € 0,33 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name vanwege de volgende baten:
Vanaf 2023 worden leges ontvangen voor vergunningen en ontheffingen infrastructuur om de administratieve kosten te dekken. Dit betreffen structurele inkomsten (circa € 81.000), waar wij apart op terugkomen in de P&C-cyclus in 2024.
Rijkswaterstaat heeft het onderhoud van VRI's afgekocht. Dit zijn eenmalige baten van € 0,11 miljoen.
Huurachterstanden van tankstations zijn ingehaald waardoor de inkomsten, circa € 70.500, hoger waren dan begroot.
LastenIn 2023 is van € 15,9 miljoen begrote lasten € 0,9 miljoen niet besteed.
Op het budget voor inspecties en onderzoeken blijft per saldo € 0,3 miljoen over.
Onder meer door de natte weersomstandigheden eind 2023 is een deel van het dagelijks onderhoud doorgeschoven naar begin 2024. De onderbesteding op het budget voor het dagelijks onderhoud bedraagt € 0,31 miljoen.
Door langdurig ziekteverzuim is meer capaciteit ingehuurd. Daarnaast zijn de inhuurtarieven gestegen door CAO wijzigingen. Dit heeft geleid tot een overschrijding van € 0,2 miljoen op het budget van de brug- en sluisbediening.
Doordat er minder strooiacties nodig waren en strooiroutes zijn geoptimaliseerd, is er € 0,4 miljoen minder uitgegeven op het budget voor gladheidsbestrijding.
InvesteringenDe financiële toelichting op de investeringen is opgenomen in de paragraaf investeringen.
Begrotingswijziging PSZoals toegelicht in de Paragraaf investeringen en bij prestatie 4.6.7 stellen wij u voor om voor het groenonderhoud langs de Vechtdalverbinding het budget voor prestatie 4.7.1 vanaf 2024 structureel te verhogen met € 11.000, ten laste van de structurele begrotingsruimte. |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
16 |
0 |
-16 |
Adm. 201 Doorwerking PS 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 201 Doorwerking PS 2023 |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
-103 |
0 |
103 |
Adm. 203 Doorwerking adm. 2023 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 203 Doorwerking adm. 2023 |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
-20 |
-20 |
0 |
Adm. 210 Diversen juni 2024 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 210 Diversen juni 2024 |
|
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur |
20 |
20 |
0 |
Adm. 215 Diversen september 2024 |
Deze wijziging heeft betrekking op Adm. 215 Diversen september 2024 |
|
4.7.2 Groot onderhoud provinciale infrastructuur |
660 |
0 |
-660 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Resultaatbestemming N348Het groot onderhoudsproject N348 Deventer en Siemelinksweg betreft een gecombineerd werk met de gemeente Deventer. In 2023 zijn de baten voor de werkzaamheden van de gemeente hoger dan de lasten. Er worden nog lasten in 2024 verwacht. Wij stellen u voor om een bedrag van € 367.000 middels resultaatbestemming toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.7.2. van de begroting 2024.PS-Begrotingswijziging N340 (Vechtdalverbinding)Zoals toegelicht in de Paragraaf investeringen en bij prestatie 4.6.7 stellen wij u voor prestatie 4.7.2 een bedrag van € 0,3 miljoen toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van de begroting 2024, als te storten bedrag in de Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur. Dit ter dekking van de kosten voor nazorg voor de groenaanleg langs de N340. Overschrijding begrote storting in de Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuurBij de begroting 2024 heeft u besloten om vanuit de in 2023 resterende buffer voor prijsindexeringen € 5 miljoen toe te voegen aan de buffer voor primair inflatie-gerelateerde kostenstijgingen op lopende infrastructuurprojecten en de Voorziening beheer en onderhoud. Op basis van de boekhoudvoorschriften hebben wij deze toevoeging voor € 1,5 miljoen al in 2023 moeten doen. Dat leidt tot een overschrijding van het budget voor deze prestatie in 2023 en lager benodigde toevoeging in 2024. Over het totaal van 2023 en 2024 is dit een neutrale ontwikkeling.
Verloop voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuurDe toelichting op het verloop van de voorziening van het jaar 2023 is opgenomen in de toelichting op de balans bij het onderdeel voorzieningen. |
|
4.7.2 Groot onderhoud provinciale infrastructuur |
2200 |
0 |
-2200 |
PS 020 Perspectiefnota 2025 |
Deze wijziging heeft betrekking op PS 020 Perspectiefnota 2025 |
|
4.7.2 Groot onderhoud provinciale infrastructuur |
161 |
0 |
-161 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
Het meerjarig uitvoeringsprogramma onderhoud provinciale infrastructuur is geactualiseerd. Wij stellen voor het kasritme van de bestedingen van de voorziening Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur voor de komende jaren hierop aan te passen. In 2024 betekent dit een verlaging van de bestedingen met € 3,2 miljoen naar € 27,4 miljoen. Voor het meerjarige beeld verwijzen wij naar de bijlage Meerjarenoverzicht eigen vermogen, voorzieningen en doeluitkeringen bij het Statenvoorstel bij de Monitor 2024-I.
Aan de voorziening Beheer en Onderhoud wordt jaarlijks een inflatiecorrectie (instandhoudingsbijdrage) op basis van het saldo van de jaarrekening toegekend. Het bedrag dat wij hiervoor in de begroting 2024 opgenomen hebben, blijkt € 161.000 te laag te zijn. Wij stellen u voor om de storting in de voorziening Beheer en Onderhoud bij prestatie 4.7.2. in 2024 met € 161.000 te verhogen en dit te dekken uit de structurele indexatiebuffer voor infrastructuur (via kerntaak Overhead, financiering en dekkingsmiddelen). Voor de mutaties in de toekomstige jaren verwijzen we u naar de bijlage Meerjarenoverzicht reserves, voorzieningen en doeluitkeringen bij het Statenvoorstel.
In deze meerjarige doorrekening is rekening gehouden met de uitvoering van de baggerwerkzaamheden die de komende jaren zullen plaatsvinden. Voor de uit te voeren baggerwerkzaamheden is een additionele structurele storting nodig van € 750.000 per jaar. Hiervoor is een voorstel ingediend bij de Perspectiefnota 2025 en voorgesteld wordt om deze financieel bij de begroting 2025 te verwerken.
De overige bovengenoemde wijzigingen hebben geen gevolg voor de omvang van de voorziening voor de uitvoering van het gehele uitvoeringsprogramma. |
|
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur |
572 |
0 |
-572 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Resultaatbestemming onderzoekskosten Van het in 2023 beschikbaar gestelde budget van € 0,9 miljoen aan onderzoekskosten voor het onderzoek naar de vervroegde aanpak voor het vervangen van de damwanden is € 572.000 niet besteed. Dit budget is wel nodig om het onderzoek in 2024 te vervolgen. Wij stellen u voor om het resterende bedrag van € 572.000 te onttrekken aan de Algemene Risicoreserve en toe te voegen aan de jaarschijf 2024 van prestatie 4.7.3. van de begroting 2024.
De financiële toelichting op de investeringen is opgenomen in de paragraaf investeringen. |
|
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur |
-443 |
0 |
443 |
PS 025 Monitor Overijssel 2024-I |
PS begrotingswijzigingWe voeren de vervangingsinvesteringen uit conform het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen (BIK). Daarbij werken we aan de voltooiing van het BIK 2020-2023 en we starten met de uitvoering van het BIK 2024-2027.
Meerdere projecten uit het BIK 2020-2023 lopen door in het BIK 2024-2027. Voor een aantal projecten van deze projecten zijn in het BIK 2024-2027 administratief andere investeringsnummers gebruikt bij het beschikbaar stellen van het budget. Dit heeft als gevolg dat voor hetzelfde project het investeringsnummer uit het BIK 2020 – 2023 niet gelijk is aan het investeringsnummer wat gekoppeld is aan het BIK 2024 – 2027. Voor de uitvoering is het praktischer om deze kredieten administratief samen te voegen, zodat gewerkt wordt met investeringsnummer voor hetzelfde project. Dit heeft verder geen budgettaire gevolgen.
Voorgesteld wordt om de kredieten van voorbereiding en uitvoering samen te voegen voor de volgende projecten:
Hasselt- De Lichtmis;
Machine- en arboveiligheid bruggen en sluizen;
Constructieve veiligheid kunstwerken.
Constructieve veiligheid kunstwerkenDe vervanging van de Bolksteekbrug en Schipbeekbrug zal niet eerder dan in 2025 tot uitvoering komen. Wij hebben besloten om de verwachte onderbesteding van € 3,0 miljoen op de investeringsmiddelen voor constructieve veiligheid door te schuiven naar jaarschijf 2025.
Machine- en arboveiligheid bruggen en sluizen (MAV) en Rehabilitatie Kunstwerken Voor de projecten MAV en rehabilitatie kunstwerken lopen de aanbestedingen en worden de uitvoeringsopdrachten dit jaar gegeven. Voordat gestart kan worden met de uitvoering moeten er aanvullende financiële middelen van € 13,7 miljoen beschikbaar worden gesteld. Deze middelen zijn gereserveerd in onze begroting vanuit het BIK 2024-2027 en de incidentele buffer investeringen infrastructuur, maar nog niet beschikbaar gesteld voor deze projecten.
Bij de begroting 2024 is er een incidentele buffer investeringeninfrastructuur op lopende infrastructuurprojecten beschikbaar gesteld. Hierin is rekening gehouden met een reservering voor de afronding van enkele lopende projecten uit het BIK 2020-2023 waaronder de projecten machine- en arboveiligheid en rehabilitatie kunstwerken. Wij stellen u voor om de reeds gereserveerde dekking van € 13,7 miljoen als volgt beschikbaar stellen:
€ 7,7 miljoen uit de gereserveerde middelen uit het BIK 2024-2027, in eerdere besluitvorming is deze dekking al opgebouwd in de Reserve Dekking Kapitaallasten Activa (RDKA);
€ 6,0 miljoen een beroep te doen op de buffer voor prijsindex van infrastructuur uit de algemene reserve kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de Reserve dekking kapitaallasten activa.
Met de bovengenoemde dekking kunnen de toekomstige afschrijvingslasten worden gedekt. Daarnaast dient er voor deze projecten voor hetzelfde bedrag een aanvullend krediet beschikbaar gesteld te worden. Wij stellen u voor de investeringskredieten op de volgende projecten beschikbaar te stellen:
het project MAV met € 3,5 miljoen in jaarschijf 2025 te verhogen;
het project rehabilitatie kunstwerken met € 10,2 miljoen in jaarschijf 2025 te verhogen.
Actualisatie kapitaallastenVia deze Monitor actualiseren wij de kapitaallasten. Dat geldt ook voor deze prestatie, waar we voor 2024 € 443.467 aan kapitaallasten aframen. Wij verwijzen naar kerntaak "Overhead, financiering en dekkingsmiddelen" waar wij een totaalbeeld schetsen van de wijzigingen van de kapitaallasten. |
|
4.7.4 Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik |
672 |
0 |
-672 |
PS 012 Jaarstukken 2023 |
Het schadedossier kent een totaalbudget van € 44,4 miljoen, dat is opgebouwd uit een voorziening (als dekking voor de schadevergoedingen en subsidies waartoe de provincie zich bij het vaststellen van de schaderegeling heeft verplicht), een exploitatiebudget (als dekking voor ambtelijke kosten en onderzoek) en een risicoreservering. In de periode 2019-2023 is in totaal circa € 17,6 miljoen van dit bedrag uitgegeven.
De lasten die betrekking hebben op het boekjaar 2023 bestaan uit twee onderdelen. Vanuit het exploitatiebudget, dat wordt gedekt uit de Reserve waterwegen, is in 2023 € 1,1 miljoen uitgegeven, waar een bedrag van € 1,8 miljoen was begroot. Daarnaast is er € 5,4 miljoen gestort in de voorziening om een toereikend niveau te bieden voor de kosten die nog voor de verdere afhandeling worden verwacht. Deze verhoging van de voorziening is reeds aangekondigd bij de PS besluitvorming op 13 december 2023 over het adviesrapport van mevrouw Keijzer. Conform deze besluitvorming zal daarnaast in de Perspectiefnota een extra storting worden voorgesteld in de Reserve Waterwegen ter dekking van de uitvoeringskosten die voortvloeien uit de besluitvorming.
Voor de bestedingen vanuit de voorziening verwijzen wij naar de toelichting op de voorzieningen (als onderdeel van de balans).
Wij stellen u voor om het restant van het exploitatiebudget van € 0,7 miljoen door te schuiven naar 2024 en toe te voegen aan prestatie 4.7.4 onder gelijktijdige verhoging van de onttrekking van de Reserve Waterwegen in 2024. |
|
Totaal |
31137 |
-135 |
-31271 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|