Status prestaties

Balans

Balans

Status prestaties

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De balans is het overzicht van onze bezittingen, vreemd vermogen en eigen vermogen op een bepaald moment. De balans bestaat uit activa en passiva, welke met elkaar in evenwicht zijn. Activa zijn de bezittingen en passiva zijn de middelen waarmee de activa gefinancierd worden (eigen vermogen en vreemd vermogen).

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en de verordening ex artikel 217 Provinciewet, waarin door Provinciale Staten de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De activa worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De passiva worden gewaardeerd op de nominale waarde, tenzij bij het betreffende onderdeel anders is vermeld.

De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de provincie Overijssel.  De continuïteit is gewaarborgd gegeven haar publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. 

Balans

Terug naar navigatie - Balans
Balans per 31 december 2023 X ā‚¬ 1.000
Activa 31.12.2022 31.12.2023 Passiva 31.12.2022 31.12.2023
Vaste activa 989.227 1.012.412 Vaste passiva 1.729.003 1.790.636
Immateriƫle vaste activa - - Eigen vermogen 1.669.168 1.726.979
- Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio - - Reserves 1.632.600 1.688.271
- Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief - - - waarvan algemene reserves 696.028 769.697
- Bijdragen aan activa in eigendom van derden - - - waarvan bestemmingsreserves 936.572 918.574
Resultaat 36.568 38.708
Materiƫle vaste activa 333.887 349.937 Voorzieningen 57.975 61.797
Investeringen met een economisch nut 28.729 29.253
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - -
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 305.158 320.684
- waarvan in erfpacht - -
Financiƫle vaste activa 655.340 662.475 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 1.860 1.860
Kapitaalverstrekkingen 171.825 175.391 Obligatieleningen - -
- waarvan aan deelnemingen 171.825 175.391 Onderhandse leningen 1.853 1.853
- waarvan aan gemeenschappelijke regelingen - - - waarvan van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - - waarvan van binnenlandse banken en overige financiƫle instellingen - -
Leningen 386.173 418.596 - waarvan van binnenlandse bedrijven - -
- waarvan aan openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 20.551 1.000 - waarvan van openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 1.853 1.853
- waarvan aan woningbouwcorporaties - - - waarvan van overige binnenlandse sectoren - -
- waarvan aan deelnemingen 365.622 417.596 - waarvan van buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - Door derden belegde gelden - -
Overige langlopende leningen 23.808 23.565 Waarborgsommen 7 7
Uitzettingen in ā€™s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer - -
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer 20 -
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer 73.514 44.923
Vlottende Activa 1.056.709 1.085.219 Vlottende passiva 316.933 306.995
Voorraden 112.532 140.669
Grond- en hulpstoffen - -
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie - -
Gereed product en handelsgoederen 112.532 140.669
Vooruitbetalingen - -
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 907.761 886.074 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 29.764 32.687
Vorderingen op openbare lichamen 49.087 46.472
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) - 10.293 Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) - -
Overige verstrekte kasgeldleningen - - Overige kasgeldleningen - -
Uitzettingen in ā€™s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan Ć©Ć©n jaar - -
Rekening-courantverhouding met het Rijk 850.447 820.660
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiƫle instellingen - - Banksaldi - -
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan Ć©Ć©n jaar 1 -
Overige vorderingen 6.106 7.037 Overige schulden 29.764 32.687
Overige uitzettingen 2.120 1.612
Liquide middelen (kas- en banksaldi) 109 128
Overlopende activa 36.307 58.348 Overlopende passiva 287.169 274.308
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 154.273 137.046
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - - Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 729 1.089
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 3.804 5.215 Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 125.888 133.578
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvan-gen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - - Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 40 175
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 32.503 53.133 Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 6.239 2.420
Totaal 2.045.936 2.097.631 Totaal 2.045.936 2.097.631
Recht op verliescompensatie conform Wet VpB 599 599 Verstrekte borg- of garantstellingen 129.804 133.593

Immateriƫle vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriƫle vaste activa

Grondslagen
De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de rentevaste periode volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde financieel vast actief of de gerelateerde vaste schuld. 
Voor (dis)agio op financiële vaste activa betreft deze post het positieve saldo van agio (aankoopwaarde > nominale waarde) verminderd met disagio (nominale waarde > aankoopwaarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Voor (dis)agio op vaste schulden betreft deze post het positieve saldo van disagio (nominale waarde > verkoopwaarde) verminderd met agio (verkoopwaarde > nominale waarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Het (dis)agio wordt gedurende de looptijd van het actief of schuld lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende (dis)agio als last genomen.

Toelichting
Sinds eind 2022 is het saldo van (dis)agio  en daarop gepleegde afschrijvingen negatief. Conform de grondslagen is dit negatieve saldo in mindering gebracht op de betreffende financiële vaste activa. De toelichting op dit saldo treft u daar aan. Deze balanspost heeft in 2023 geen saldo of wijzigingen gehad. 

Materiƫle vaste activa

Terug naar navigatie - Materiƫle vaste activa

Grondslagen
De materiële vaste activa worden verdeeld in drie categorieën.

  • Investeringen met een economisch nut.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden (deze categorie is voor Overijssel niet van toepassing).
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Alle investeringen worden geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de financiële verordening, variëren conform de financiële verordening van vier jaar tot honderd jaar. Het afschrijven op investeringen start in het jaar ná ingebruikname van het actief.

x ā‚¬1.000 Boekwaarde 31-12-2022 Investeringen Desinves-teringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaar-deringen Boekwaarde 31-12-2023
Investeringen met een economisch nut: 28.728 3.729 2.879 326 29.252
Gronden en terreinen
Woonruimten 107 14 93
Bedrijfsgebouwen 25.359 2.431 2.273 25.517
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen 14 319 7 319 7
Machines, apparaten en installaties 3.182 956 569 7 3.562
Overige materiƫle vaste activa 66 23 16 73
x ā‚¬1.000 Boekwaarde 31-12-2022 Investeringen Desinves-teringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaar-deringen Boekwaarde 31-12-2023
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: 305.158 24.943 5.876 3.541 320.684
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 305.158 24.943 5.876 3.541 320.684
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiƫle vaste activa

In 2023 hebben nieuwe investeringen plaatsgevonden voor een bedrag van € 28,7 miljoen. Daarnaast hebben wij voor deze investeringen bijdragen van andere overheden ontvangen voor een bedrag van € 3,9 miljoen. De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen in 2023 €  8,8 miljoen. 

Investeringskredieten voor activa

Terug naar navigatie - Investeringskredieten voor activa
Investeringskredieten voor activa
Kerntaak Beschikbaar GS-wijziging (kasritme wijz.) Vrijval (PS)
Beleidsdoel Begroting Rekening Saldo uit overloop
Prestatie 2023 2023 2023 2023 2024 2025 2026 2027 2028
4. Mobiliteit 49.462.179 22.334.535 27.127.644 27.127.645 17.995.416 100.000 0 0 0 9.032.228
4.2 Toekomst bestendig en duurzaam openbaar vervoer 5.738.100 932.886 4.805.214 4.805.214 4.805.214 0 0 0 0
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein 5.738.100 932.886 4.805.214 4.805.214 4.805.214 0 0 0 0
Uitgaven 6.547.548 940.704 5.606.844 4.805.214 0 0 0
Ontvangsten -809.448 -7.818 -801.630
4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer 22.871.871 10.359.014 12.512.857 12.512.857 3.686.670 0 0 0 0 8.826.186
4.6.6 N307 3.197.347 3.694.860 -497.513 -497.513 -497.513 0 0 0 0
Uitgaven 3.197.347 4.139.450 -942.103 -497.513
Ontvangsten 0 -444.590 444.590
4.6.7 Vechtdalverbinding 15.352.107 5.721.085 9.631.022 9.631.022 800.000 0 0 0 8.831.022
Uitgaven 15.333.467 6.306.128 9.027.339 800.000 8.831.022
Ontvangsten 18.640 -585.044 603.683
4.6.9 verkenning, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten (2) 3.625.567 467.723 3.157.844 3.157.844 3.162.680 0 0 0 0 -4.836
Uitgaven 5.670.142 2.520.457 3.149.685 3.162.680 -4.836
Ontvangsten -2.044.575 -2.052.734 8.159
4.6.12 Vloedbeltverbinding 559.151 408.619 150.532 150.532 150.532 0 0 0 0 0
Uitgaven 559.151 408.619 150.532 150.532
Ontvangsten 0 0 0
4.6.13 N35 Knooppunt Raalte 137.700 66.728 70.972 70.972 70.972 0 0 0 0 0
Uitgaven 137.700 66.728 70.972 70.972
Ontvangsten 0 0 0
4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur 20.852.208 11.042.634 9.809.573 9.809.574 9.503.531 100.000 0 0 206.042
4.7.1 Uitvoeren beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 881.557 0 881.557 881.557 799.431 0 0 0 82.126
Uitgaven 881.557 318.798 562.758 799.431 82.126
Ontvangsten 0 -318.798 318.798
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur 19.658.091 10.760.621 8.897.471 8.897.471 8.673.554 100.000 0 0 123.916
Uitgaven 19.658.091 11.219.143 8.438.948 8.673.554 100.000 123.916
Ontvangsten 0 -458.522 458.522
4.7.5 Zwartewaterbrug Hasselt 312.560 282.014 30.546 30.546 30.546 0 0 0 0
Uitgaven 312.560 282.014 30.546 30.546
Ontvangsten 0 0 0
10. Bedrijfsvoering 6.971.642 2.470.537 4.501.105 4.501.105 4.233.199 0 0 0 267.906
10.00 Bedrijfsvoering 6.971.642 2.470.537 4.501.105 4.501.105 4.233.199 0 0 0 267.906
Uitgaven 6.971.642 2.470.537 4.501.105 4.233.199 267.906
Ontvangsten 0 0 0
Totaal 56.433.821 24.805.072 31.628.750 31.628.750 22.228.615 100.000 0 0 0 9.300.135

Voor  een overzichtelijke weergave van de  investeringskredieten, hebben wij daaraan met ingang van 2022 een speciale paragraaf  Investeringen gewijd.  Daarin zijn de investeringskredieten en het verloop daarvan toegelicht. U vindt deze onder de sectie 'Paragrafen' bovenaan de hoofdpagina van het jaarverslag.

Snelkoppeling naar paragraaf Investeringen

Financiƫle vaste activa

Terug naar navigatie - Financiƫle vaste activa

Grondslagen
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de activa in mindering gebracht. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen en agio) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen of het bedrag waarvoor agio beschikbaar is gesteld. Als de marktwaarde van de deelneming daalt tot onder de verkrijgingsprijs, dan vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
De uitzettingen zijn gewaardeerd op nominale waarde, daar waar van toepassing verminderd met een negatief saldo van agio, disagio en afschrijvingen op (dis-)agio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa.

x ā‚¬1.000 Boekwaarde 31-12-2022 Investeringen / aankopen Desinvesteringen / verkopen Afschrijvingen / Aflossingen Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2023
Financiƫle vaste activa: 655.340 62.620 920 54.713 -148 662.475
Kapitaalverstrekkingen aan: 171.825 5.032 900 566 175.391
Deelnemingen 171.825 5.032 900 566 175.391
Leningen aan: 386.173 54.588 23.089 -924 418.596
Openbare lichamen zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 20.551 20.475 -924 1.000
Deelnemingen 365.622 54.588 2.614 417.596
Overige langlopende leningen 23.808 3.000 3.243 23.565
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer 20 20
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer 73.514 28.381 210 44.923

Toelichting
Een gedetailleerde onderverdeling treft u aan in het bijlagenboek. Voor de financiële vaste activa geldt dat het overgrote deel óf gefinancierd is via de Algemene financieringsreserve óf hier op afzienbare termijn in wordt voorzien dan wel wordt afgelost. Uitgezonderd hierop zijn een deel van de leningen aan Energiefonds Overijssel (€ 80 miljoen, waarvan nog maximaal € 6,7 miljoen beschikbaar te stellen), de lening aan de BNG Bank (€ 25,0 miljoen) en een deel van de aandelen in Enexis (€ 31,9 miljoen). Deze uitzettingen worden via het overige beschikbare eigen vermogen gefinancierd. Naast de genoemde uitzonderingen is de obligatieportefeuille (€ 44,9 miljoen eind 2023)  uitgezonderd omdat hier op afzienbare termijn op wordt afgelost. Hierna treft u een toelichting aan op de mutaties in 2023.

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
De vermeerdering van € 5,0 miljoen betreffen kapitaalstortingen in IFO I (€ 3,5 miljoen agiostorting, € 0,9 miljoen overboeking vanuit IFO II en € 0,6 miljoen vanuit de aflossing op de lening SPV-Hengelo).
De desinvestering van € 0,9 miljoen betreft de overboeking van IFO II naar IFO I (zie regel hierboven).

Het bedrag aan afwaarderingen van per saldo € 0,6 miljoen betreffen de mutaties in onze fondsvoorzieningen voor HMO, IFO en EFO. Per saldo is er in 2023 in totaal € 0,6 miljoen gestort in deze voorzieningen. Deze € 0,6 miljoen is als volgt opgebouwd: € 1,9 miljoen storting in de voorziening HMO en € 0,1 miljoen storting in de voorziening IFO II en daarnaast € 0,6 miljoen vrijval uit de voorziening EFO en € 0,8 miljoen vrijval uit de voorziening IFO I. De mutaties in de voorzieningen zijn gebaseerd op de (voorlopige) resultaten van de betreffende deelnemingen over 2023.
Conform bestaande regelgeving stellen we voor deze bedragen te verrekenen met de Algemene financieringsreserve. In totaal valt er daarmee € 0,6 miljoen vrij uit deze reserve.

Leningen aan:
Openbare lichamen
Het Rijk heeft eind 2023 de door ons aan haar verstrekte lening m.b.t. de capaciteitsuitbreiding A1 afgelost. Het gaat per saldo (saldo van lening en bijbehorende voorziening) om € 19,5 miljoen (€ 20,4 miljoen aflossing en € 0,9 miljoen afwaardering). De resterende € 1 miljoen heeft betrekking op de in 2010 verstrekte lening aan de gemeente Kampen m.b.t. aardwarmte Koekoekspolder.

Deelnemingen
De toename van € 54,6 miljoen betreft aan het Energiefonds verstrekte leningen in 2023. De afname van € 2,6 miljoen betreft aflossingen op verstrekte leningen, waarvan € 1,9 miljoen op leningen aan het Energiefonds, € 0,7 miljoen SPV Hengelo en € 5.000 aan Breedbandfonds.

Overige langlopende leningen
De toename van € 3,0 miljoen betreft de verstrekte SVn leningen maatschappelijk vastgoed van € 2,0 miljoen en SVn leningen sanering asbestdaken van € 1,0 miljoen. 
De afname van € 3,2 miljoen betreft aflossingen op SVn startersleningen (€ 0,6 miljoen), SVn duurzaamheidsleningen (€ 2,4 miljoen) en SVn MKB duurzaamheidsleningen (€ 0,2 miljoen).

Overige uitzettingen
In 2023 is er voor een bedrag van € 28,4 miljoen aan aflossingen op obligaties ontvangen. Daarnaast is conform de grondslagen op de nominale waarde van de obligaties eind 2023 (€ 47,3 miljoen) het saldo aan (dis)agio en afschrijvingen in mindering gebracht (2,4 miljoen). Als gevolg van de aflossingen is in 2023 een bedrag van € 7,7 miljoen aan volledig afgeschreven (dis)agio afgeboekt; eind 2023 bevat deze post nog een oorspronkelijk bedrag van € 0,3 miljoen aan agio en een bedrag van € 2,7 miljoen aan disagio. Ten slotte is in 2023 een bedrag van € 0,2 miljoen aan afschrijvingen op het (dis)agio aan het saldo toegevoegd.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Grondslagen
Voor de gronden voor de infrastructuur geldt dat de gronden onder trace tegen nihil worden gewaardeerd. De overige gronden worden in overeenstemming met de geldende regelgeving gewaardeerd tegen aanschafprijs of lagere marktwaarde. De marktwaarde van de projectgronden (gronden binnen de begrenzing van het natuurnetwerk) en ruilgronden baseren wij op de waarden die worden genoemd in de derde kwartaalrapportage van de Grondprijsmonitor van het Kadaster. Naast deze toelichting op de balanspost Voorraden bevatten ook de Paragraaf grondbeleid en de daarbij opgenomen Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid informatie over gronden.

x ā‚¬1.000 Stand per 31-12-2022 Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31-12-2023
Voorraad gereed product en handelsgoederen:
Infrastructuur Kapitaaluitgaven 2.882 0 -552 2.330
Afwaardering 0 0 0 0
Voorziening -141 0 0 -141,34586
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 2.741 0 -552 2.189
Grond voor Grond Kapitaaluitgaven 29.304 0 -307 28.996
Afwaardering -15.954 0 2 -15.952
Voorziening -825 0 0 -825,01271
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 12.525 0 -306 12.219
Anticiperend grondfonds Kapitaaluitgaven 1.100 18.000 -16 19.084
Afwaardering 0 0 0 0
Voorziening 0 0 0 0
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 1.100 18.000 -16 19.084
Opkoop veehouderij (MGA-1) Kapitaaluitgaven 152 4145,727 -4145,727 0
Afwaardering -152 0 0,001 0,001
Voorziening 0 0 0 0
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 0 4145,727 -4145,726 0,001
Boscompensatie Kapitaaluitgaven 1.863 689 0 968
Afwaardering -1.584 0 -586 -586
Voorziening 0 0 0 0
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 280 688,9631 -585,61864 382,86319
Natuurnetwerk Kapitaaluitgaven 133.009 36.628 -9.977 159.660
inclusief Progr. natuur en Afwaardering -40.466 2.503 -14.940 -52.903
Veenweide Voorziening -11.497 -9 -1.005 -12.511
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 81.046 39.121 -25.921 94.246
Revolving Fund Kapitaaluitgaven 9.237 1.941 -3.920 7.257
Afwaardering 0 0 0 0
Voorziening -32 0 0 -32,4362
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 9.204 1.941 -3.920 7.225
Overige Kapitaaluitgaven 6.515 336 -604 6.247
Afwaardering 0 0 0 0
Voorziening -878 0 -45 -923
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 5.637 336 -649 5.324
TOTAAL Kapitaaluitgaven 184.062 61.739 -19.522 224.543
Afwaardering -58.156 2.503 -15.524 -69.441
Voorziening -13.374 -9 -1.050 -14.433
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 112.532 64.233 -36.095 140.669

Toelichting

Voorraad grond ten behoeve infrastructuur
In 2023 zijn gronden en opstallen die waren aangekocht voor de N348 en N34 volgens plan verkocht.

Voorraad grond voor grond
De opbrengst van de verkoop van deze gronden is bedoeld voor dekking van de kosten van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. De boekwaarde na aftrek van de voorziening is door de gerealiseerde verkopen afgenomen met € 0,3 miljoen en bedraagt eind 2023 € 12,2 miljoen.

Anticiperend grondfonds
Het anticiperend grondfonds is ingericht in 2022 en heeft inmiddels geleid tot de eerste aankopen. In totaal is voor ongeveer 275 hectare aan gronden en 2 erven met opstallen verworven. De aankoopwaarde van deze transacties bedraagt circa € 19,1 miljoen.

Opkoopregeling veehouderijen
De in 2023 verworven opstallen in het kader van deze regeling zijn afgewaardeerd en vervolgens verkocht.  Voor de afwaardering ontvangen wij een vergoeding (100%) in het kader van de Specifieke uitkering voor deze regeling.

Boscompensatie
Enkele beschikbare percelen binnen andere voorraadrubrieken zijn in 2023 overgeheveld naar de voorraad grond voor boscompensatie. De boekwaarde van die gronden bedroeg € 0,7 miljoen. In verband met de nieuwe bestemming zijn de gronden afgewaardeerd met € 0,6 miljoen.

Natuurnetwerk
In 2023 is de omvang van deze grondvoorraad gestegen. De boekwaarde na aftrek van de voorziening is toegenomen van € 81,0 miljoen naar € 94,2 miljoen.

Revolving Fund
Het plafond van het Revolving fund is in 2023 aangepast van € 25 miljoen naar € 22 miljoen. In het projectgebied Deventer is in 2023 de kavelruil Loo-Bathmen afgerond, waarbij ongeveer 24 hectare van de provincie is weggeruild. In het projectgebied Markelo-Noord heeft een kavelruil geleid tot een vermindering van ongeveer 5 hectare. De projectgebieden Twentse Maat en Salland zijn in 2023 aangevraagd en gehonoreerd. Eind 2023 bedraagt de omvang van deze voorraad € 7,2 miljoen.

Overige gronden
Dit betreft gronden en opstallen die niet langer benodigd zijn voor de projecten waarvoor ze zijn aangekocht. Ook de aangekochte gronden en opstallen in het kader van Kanaal Almelo de Haandrik en een grondsanering in Kampen maken deel uit van deze voorraad.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Grondslagen
Kortlopende uitzettingen (waaronder vorderingen) worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waar nodig zijn deze verminderd met hiervoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.

x ā‚¬1.000 Saldo 31-12-2022 Saldo 31-12-2023
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan Ć©Ć©n jaar: 907.761 886.074
Vorderingen op openbare lichamen 49.087 46.472
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 10.293
Overige verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen in ā€™s Rijks schatkist
Rekening-courantverhouding met het Rijk 850.447 820.660
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiƫle instellingen
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier 1
Overige vorderingen 6.106 7.037
Overige uitzettingen 2.120 1.612
x ā‚¬1.000 Saldo 31-12-2022 Saldo 31-12-2023
Vorderingen op openbare lichamen: 49.087 43.719
Europese Unie
Rijksoverheid 45.324 38.842
Provincies 2.076 2.398
Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden 1.687 2.479

Toelichting
Vorderingen op openbare lichamen
De belangrijkste vorderingen ultimo 2023 betreffen het BTW-compensatiefonds (€ 29,1 miljoen) en de opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 9,6 miljoen). 

Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen
Betreft een in februari 2023 verstrekte kasgeldlening ad € 10 miljoen met een looptijd van 1 jaar. 

Rekening-courantverhouding met het Rijk

Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. De verantwoording over het drempelbedrag, zoals bepaald in artikel 7 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en artikel 52 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, en het gebruik daarvan is te vinden onder liquide middelen.

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier
Dit bedrag is eind 2023 nihil, doordat de onderliggende obligatie begin 2023 is verkocht.

Overige vorderingen
Voor een groot deel bestaat dit uit debiteuren niet openbare lichamen. Daarnaast zijn in deze post vorderingen van in totaal € 2,4 miljoen begrepen, waarvan de inbaarheid onzeker is. Deze vorderingen zijn geheel voorzien, waardoor de gepresenteerde boekwaarde nihil bedraagt.

Overige uitzettingen 
Dit bedrag betreft de  eind het jaar opgebouwde rente binnen de obligatieportefeuille.

Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Terug naar navigatie - Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x ā‚¬1.000 Saldo 31-12-2022 Saldo 31-12-2023
Liquide middelen
Bank 109 128
Kas 0 0
Totaal 109 128
Begroting Percentage Drempel
Berekening drempelbedrag schatkistbankieren
Totale lasten Begroting 2023 594.301
Drempelbedrag bij begroting tot ā‚¬ 500 miljoen 2,00% 10.000
Extra drempel bij begroting vanaf ā‚¬ 500 miljoen 0,20% 189
Drempelbedrag 2023 10.189
Gemiddeld Drempel Verschil
Verantwoording drempelbedrag schatkistbankieren
Eerste kwartaal 2023 83 10.189 10.106
Tweede kwartaal 2023 38 10.189 10.151
Derde kwartaal 2023 375 10.189 9.814
Vierde kwartaal 2023 239 10.189 9.950
Geheel 2023 185 10.189 10.004

Toelichting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is het maximumbedrag aan liquide middelen dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden aangehouden, gebaseerd op de totale lasten uit de initiële Begroting. Het kwartaalgemiddelde wordt op dagbasis berekend, waarbij per saldo tekorten (roodstanden) als nihil worden meegeteld. In dit jaar is het drempelbedrag niet overschreden.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x ā‚¬1.000 Saldo 31-12-2022 Saldo 31-12-2023
Overlopende activa 36.307 58.348
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 3.804 5.215
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren komen. 32.503 53.133

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te ontvangen voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden.

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen rente schatkistbankieren (€ 8,5 miljoen), vooruitbetaalde voorschotten SKNL PAS subsidiebeschikkingen (€ 7,6 miljoen), van SVn te ontvangen rente en aflossingen inzake startersleningen en duurzaamheidsleningen (€ 3,6 miljoen), te ontvangen bedragen als gevolg van vaststellingen BVOV 2022 (€ 2,6 miljoen), vooruitbetaalde bijdrage 2024 SSC ONS (€ 2,5 miljoen) en nog te ontvangen bedragen voor landinrichting (€ 2,3 miljoen).  

Recht op verliescompensatie conform Wet VpB

Terug naar navigatie - Recht op verliescompensatie conform Wet VpB

De activiteiten van de Provincie zijn – kortweg – belast voor de vennootschapsbelasting, indien en voor zover bij die activiteit sprake is van deelname aan het economisch verkeer om daaruit een structureel voordeel te behalen.

Jaarlijks monitoren wij onze activiteiten op onderworpenheid aan de VpB. Tot op heden is het oordeel dat de provincie geen belastingplichtige activiteiten bezigt. Hierdoor is er geen sprake een fiscaal belaste winst waarover belasting wordt geheven. Voor zover belastingheffing ooit aan de orde zou komen, heeft Overijssel nog verliescompensatierechten van € 599.000 uit haar voormalige deelname aan de Zuiderzeehaven C.V.  Deelname aan deze C.V. is in 2017 beëindigd. Deze verliezen zijn in principe nog verrekenbaar met toekomstige vpb-resultaten (met in achtneming van de reguliere beperkingen die daarvoor gelden). 

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Grondslagen
Reserves worden gevormd voor:

  • Het opvangen van algemene risico’s (bufferfunctie van de algemene reserves).
  • Toekomstige besteding aan een van te voren bepaald doel (bestemmingsreserves).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de Nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2021. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per reserve toegelicht.

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves
Bedragen x €1.000
Reserves Stand per 31-12-2022 Toevoeging per 01-01-2023 Onttrekking per 01-01-2023 Stand per 01-01-2023 Raming toevoeging 2023 Realisatie toevoeging 2023 Afwijking toevoeging 2023 Raming onttrekking 2023 Realisatie onttrekking 2023 Afwijking ontrekking 2023 Stand per 31-12-2023
Algemene reserves
Algemene risicoreserve 84.641 0 5.700 78.941 6.200 6.200 0 33.110 8.367 24.743 76.774
Algemene reserve 66.283 53.107 0 119.390 83.789 83.789 0 39.427 39.427 0 163.752
Algemene reserve egalisatie plafond BCF 16.810 0 0 16.810 0 0 0 0 0 0 16.810
Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel 32.796 0 0 32.796 1.225 1.225 0 16.225 16.225 0 17.796
Algemene reserve grondzaken 70.357 1.834 1.693 70.498 2.080 2.080 0 10.400 10.269 131 62.309
Algemene financieringsreserve 425.139 2.358 918 426.579 10.772 10.772 0 5.095 5.095 0 432.256
Totaal Algemene reserves 696.026 57.299 8.311 745.014 104.066 104.066 0 104.257 79.383 24.874 769.697
Bestemmingsreserves
Reserve Europese programma's 41.159 0 1.848 39.311 12.182 12.182 0 8.921 5.014 3.907 46.479
Reserve waterwegen 2.585 0 0 2.585 496 496 0 2.216 1.543 673 1.538
Reserve bodemsanering 18.549 0 0 18.549 -121 -121 0 488 265 223 18.163
Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel 174.741 0 0 174.741 22.046 22.046 0 96.048 67.577 28.471 129.210
Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland 250.204 0 0 250.204 15.395 15.395 0 35.346 22.459 12.887 243.140
Reserve afrekening pMJP/ILG 2.043 0 0 2.043 0 0 0 0 0 0 2.043
Reserve dekking kapitaallasten activa 329.574 1.671 12.059 319.186 19.871 19.871 0 1.733 1.733 0 337.324
Reserve mobiliteitsprogramma's verkeer en vervoer 44.392 0 184 44.208 3.079 3.079 0 2.564 2.267 297 45.020
Reserve openbaar vervoer 30.000 0 0 30.000 0 0 0 0 0 0 30.000
Reserve drinkwater 771 0 0 771 0 0 0 83 49 34 722
Reserve Zoetwatervoorziening Oost-Nederland 3.299 0 0 3.299 50 50 0 1.501 61 1.440 3.288
Reserve Sporen en Wegen 39.255 0 0 39.255 15.000 15.000 0 755 89 666 54.166
Reserve Verstrekte subsidies 0 0 0 0 8.903 8.903 0 4.439 1.422 3.017 7.481
Totaal Bestemmingsreserves 936.572 1.671 14.091 924.152 96.901 96.901 0 154.094 102.479 51.615 918.574

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Grondslagen
Voorzieningen worden gevormd voor:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde of het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening of een toevoeging aan een reeds bestaande, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen van voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Deze personele lasten worden in beginsel verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan (wettelijk)overlopende verlof- en jubileumaanspraken.  In lijn met de richtlijn van de commissie BBV wordt een voorziening getroffen wanneer opbouw en opname van het verlof geen gelijkmatig verloop krijgt en van materiële betekenis is. Wij monitoren hiervoor de spaarsaldi. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” wordt een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

De categorie 'gesaldeerde voorziening', betreft voorzieningen waarvan de waarden in mindering wordt gebracht op de activa waarop ze betrekking hebben. Deze komen daardoor niet tot uitdrukking in de totaaltelling aan de passivazijde van de balans, maar worden gesaldeerd met de desbetreffende activa. Zie de toelichtingen op de activa.

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per voorziening toegelicht.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Bedragen x €1.000
Voorzieningen Stand per 31-12-2022 Stand per 01-01-2023 Raming toevoeging 2023 Realisatie toevoeging 2023 Afwijking toevoeging 2023 Raming vrijval 2023 Realisatie vrijval 2023 Afwijking vrijval 2023 Raming besteding 2023 Realisatie besteding 2023 Afwijking besteding 2023 Raming afboeking 2023 Realisatie afboeking 2023 Afwijking besteding 2023 Stand per 31-12-2023
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan regulier
Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers 8.567 8.567 479 479 0 0 739 -739 420 1.348 -928 0 0 0 6.959
Voorziening resultaten gebiedsexploitaties 9.245 9.245 186 713 -527 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9.958
Voorziening reorganisatie 503 503 0 63 -63 0 0 0 70 81 -11 0 0 0 485
Voorziening Kanaal Almelo de Haandrik schadeloosstelling 28.355 28.355 0 5.320 -5.320 0 0 0 9.964 3.386 6.578 0 0 0 30.289
Totaal Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan regulier 46.671 46.671 665 6.575 -5.910 0 739 -739 10.454 4.815 5.639 0 0 0 47.692
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan gesaldeerd
Voorziening lening Stichting WMC 500 500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500
Voorziening participatie HMO 3.557 3.557 0 1.904 -1.904 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.461
Voorziening waarderisico ILG opstallen en gronden 12.322 12.322 0 1.257 -1.257 0 220 -220 0 0 0 0 23 -23 13.336
Voorziening grondbezit 141 141 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 141
Voorziening dubieuze vorderingen 2.328 2.328 0 197 -197 0 0 0 0 0 0 0 135 -135 2.390
Voorziening revolving fund grondvoorraad 32 32 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 32
Voorziening Energiefonds Overijssel 14.126 14.126 0 0 0 0 592 -592 0 0 0 0 0 0 13.534
Voorziening lening A1 8.852 8.852 0 0 0 924 924 0 0 7.928 -7.928 0 0 0 0
Voorziening Innovatiefonds I 2.519 2.519 0 0 0 0 828 -828 0 0 0 0 0 0 1.691
Voorziening Innovatiefonds II 2.515 2.515 0 82 -82 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.597
Voorziening waarderisico opstallen Kanaal Almelo de Haandrik 878 878 0 45 -45 0 0 0 0 0 0 0 0 0 923
Totaal Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan gesaldeerd 47.770 47.770 0 3.485 -3.485 924 2.564 -1.640 0 7.928 -7.928 0 158 -158 40.605
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden
Voorziening besteding grondwaterheffing 925 925 825 825 0 0 0 0 1.037 494 543 0 0 0 1.256
Totaal Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden 925 925 825 825 0 0 0 0 1.037 494 543 0 0 0 1.256
Egalisatievoorziening
Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 10.379 10.379 21.904 23.404 -1.500 0 0 0 24.973 20.933 4.040 0 0 0 12.850
Totaal Egalisatievoorziening 10.379 10.379 21.904 23.404 -1.500 0 0 0 24.973 20.933 4.040 0 0 0 12.850

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Grondslagen
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

x ā‚¬1.000 Balanswaarde 31-12-2022 Vermeerderingen Aflossingen Balanswaarde 31-12-2023
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van Ć©Ć©n jaar of langer: 1.860 1.860
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van: 1.853 1.853
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
Binnenlandse banken en overige financiƫle instellingen
Binnenlandse bedrijven
Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 1.853 1.853
Overige binnenlandse sectoren
Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen 7 7
Overige leningen

Toelichting
Voor de financiering van de door ons aan Arriva verstrekte lening voor de herbouw van het 15e treinstel op de concessie Zwolle - Emmen heeft de provincie Drenthe ons een renteloze lening verstrekt naar rato van haar aandeel in deze concessie.  In 2023 zijn hier geen mutaties op geweest.

Toelichting
De overige schulden ultimo 2023 bestaan geheel uit openstaande posten van crediteuren.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

Lastneming subsidies 
Sinds 2021 wordt op grond van een notitie van de commissie BBV de lastneming van subsidies verantwoord in het jaar waarin de subsidieontvanger start met de uitvoering van de activiteiten op basis van de startdatum van de projectperiode in de subsidieverleningsbeschikking, tenzij:

  • De verstrekte subsidie een boekjaar/exploitatiesubsidie betreft: uit de subsidiebeschikking blijkt onomstotelijk dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend in één of meerdere volgende jaren zal plaatsvinden.
  • De verstrekte subsidie een projectsubsidie betreft, het individuele subsidiebedrag het grensbedrag overschrijdt en die boekjaar overschrijdend is. Het grensbedrag is vastgesteld in onze financiële verordening vastgesteld op € 1,5 miljoen.
    In de laatste twee gevallen wordt de lastneming toegerekend aan jaren waarop de subsidie betrekking heeft, respectievelijk de realisatie plaatsvindt.

Voor de volledigheid merken wij op dat de lastneming met betrekking tot subsidieaanvragen die vóór 31 december zijn ingediend, maar pas in het volgende boekjaar worden beschikt, in beginsel niet op het jaar van indiening wordt verwerkt, ook al ligt de startdatum in dat jaar. Het uitgangspunt hierachter is primair dat er feitelijk in het nieuwe jaar wordt beschikt. Secundair, dat de realisatie overwegend in of na het jaar van beschikken zal plaatsvinden.

x ā‚¬1.000 Balanswaarde 31-12-2022 Balanswaarde 31-12-2023
Overlopende passiva: 287.169 274.308
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 154.273 137.046
Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 729 1.089
Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 125.888 133.578
Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 40 175
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 6.239 2.420
.
x ā‚¬1.000 Balanswaarde 31-12-2022 Balanswaarde 31-12-2023
Totaal verplichtingen: 154.273 137.046
2012 en eerder 5.801 5.619
2013 2.915 2.906
2014 1.180 250
2015 4.025 740
2016 1.259 270
2017 4.728 1.138
2018 6.884 5.254
2019 15.455 6.675
2020 24.119 14.990
2021 24.538 17.531
2022 63.369 22.242
2023 59.431
- -

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.
Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat, naast ontvangsten die betrekking hebben op het jaar 2023, uit nog te betalen bedragen. 

Doel- en Specifieke uitkeringen

Terug naar navigatie - Doel- en Specifieke uitkeringen

Grondslagen
Doeluitkeringen worden gevormd uit nog te besteden én nog te ontvangene middelen afkomstig van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2021. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per doeluitkering toegelicht.

Single information single audit (Sisa)
Op doeluitkeringen rust een specifieke verantwoordingsplicht. Aan iedere doeluitkering worden in meer of mindere mate voorwaarden verbonden die onderling kunnen verschillen. Deze doeluitkeringen / regelingen worden afzonderlijk door de accountant getoetst, maar wel allemaal in één keer bij de controle van de jaarrekening (Sisa). De verantwoording vindt plaats via een voorgeschreven format. Deze sisa-verantwoording treft u aan als bijlage bij dit jaarverslag, rechts bovenaan de website.

Doel- en Specifieke uitkeringen

Terug naar navigatie - Doel- en Specifieke uitkeringen
Bedragen x €1.000
Doel- en specifieke uitkeringen Stand per 31-12-2022 Raming ontvangst 2023 Realisatie ontvangst 2023 Afwijking ontvangst 2023 Raming aanwending 2023 Realisatie aanwending 2023 Afwijking aanwending 2023 Stand per 31-12-2023
Doeluitkeringen Europese Unie
Doeluitkering LIFE+ CrossBorderBog Aamsveen (NL) / Hundfelder (D) 0 2.612 2.612 0 1.958 1.890 68 722
Doeluitkering LIFE+ Engbertsdijkvenen 729 0 0 0 319 363 -44 366
Doeluitkering Europese POP3-subsidies RvON / Kavelruil 0 1.152 1.117 35 1.117 1.117 0 0
Totaal Doeluitkeringen Europese Unie 729 3.764 3.729 35 3.394 3.370 24 1.088
Doeluitkeringen Rijk
Doeluitkering treindienst Zwolle Emmen 0 0 3.120 -3.120 859 859 0 2.261
BZK C101 Experimenteerprogramma Brede Bouwcoalitie Overijssel 0 0 173 -173 0 0 0 173
BZK C117 Spuk versnelling natuurinclusief isoleren 0 0 3.206 -3.206 0 0 0 3.206
BZK C13 Specifieke uitkering Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed 1.177 0 0 0 650 536 114 641
BZK C41/C201 Specifieke uitkering Flexpools 1.859 0 406 -406 1.846 852 994 1.413
BZK C58 Specifieke uitkering Verkenning Grenslandagenda NL-NR 27 0 0 0 0 26 -26 1
BZK C59 Specifieke uitkering Kwalitatief hoogwaardige en duurzame woon- en leefomgeving in NOVI-gebieden 148 0 0 0 148 140 8 8
BZK C75/C75B Regio Deal Regio Zwolle 8.344 0 0 0 8.057 2.875 5.182 5.469
BZK C81/C103 Specifieke uitkering tbv opstellen en uitvoeren van woondeals 331 0 648 -648 100 22 78 957
BZK C86 Specifieke uitkering ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed tweede tranche 1.159 0 0 0 0 117 -117 1.042
BZK C95 Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 0 0 510 -510 0 0 0 510
BZK C96 Regio Deals Regio Deal Twente II 0 0 13.750 -13.750 0 0 0 13.750
BZK C99 Specifieke uitkering Verzameluitkering BZK 2021 8 0 0 0 8 8 0 0
OCW D13 Specifieke uitkering ter versterking van de regionale culturele infrastructuur; 'Verbreding en vernieuwing' 0 333 333 0 333 333 0 0
EZK F11 Specifieke uitkering MKB Deals 201 0 0 0 201 149 52 52
EZK F12 Specifieke uitkering MIT-regeling 2018-2019-2020 -300 300 300 0 0 0 0 0
EZK F14 Specifieke uitkering MIT-regeling 2021 -718 719 719 0 0 -69 69 70
EZK F25 Specifieke uitkering MIT-regeling 2022 -745 745 770 -25 0 -10 10 35
EZK F25 Specifieke uitkering MIT-regeling 2023 0 0 1.027 -1.027 0 2.340 -2.340 -1.313
EZK F28 Specifieke uitkering tijdelijke regeling capaciteit klimaat+energie 0 1.491 1.491 0 0 0 0 1.491
IenW E1/52/86/105 Specifieke uitkering Beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-bedrijven 2020-2023 -775 4.103 4.103 0 5.129 2.565 2.564 763
IenW E12 Specifieke uitkeringen Bermmaatregelen N-Wegen 437 0 0 0 0 241 -241 196
IenW E15B Specifieke uitkering Regionale aanpak laadinfrastructuur 464 0 0 0 237 250 -13 214
IenW E20/84 Specifieke uitkering Stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2023 1.922 0 0 0 30 77 -47 1.845
IenW E33 Specifieke uitkering MIRT 2017-2019 (Beter benutten) 96 0 0 0 0 96 -96 0
IenW E38 Specifieke uitkering Stimuleren veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2020 16 0 0 0 0 0 0 16
IenW E44 Impulsregeling Klimaatadaptatie 771 1.543 1.543 0 771 680 91 1.634
IenW E49 Specifieke uitkering Bodemsanering Asbest Overijssel -1.265 0 0 0 0 0 0 -1.265
IenW E53 Specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord 355 0 0 0 0 318 -318 37
IenW E56 Specifieke uitkering Doelmatig & duurzaam gebruik Verkeersinfrastructuur ā€˜21 (E56) 383 110 110 0 250 274 -24 219
IenW E57 Zero Emissie bussen 0 713 713 0 0 0 0 713
IenW E58 Specifieke uitkering tijdelijke uitkering bodem overbruggingsjaar 2021 1.223 0 0 0 420 253 167 970
IenW E74 Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen decentraal spoor 0 11.701 14.985 -3.284 11.701 14.985 -3.284 0
IenW E75 Incidentele specifieke uitkering Realisatie werkzaamheden perceel recreatieterreinen in het kader van IJsseldelta fase 2 789 364 364 0 1.152 1.141 11 12
IenW E79 Specifieke uitkering bodemsanering Blekerijweg 4 en 4-1 7.340 0 0 0 1.981 1.814 167 5.526
IenW E83 Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodemopgaven 2022 2.095 0 0 0 426 317 109 1.778
IenW E87 Specifieke uitkering Deltaprogramma Zoetwater 8.952 4.707 4.707 0 12.253 16.296 -4.043 -2.637
IenW E94 Bodemsanering 2022 16.000 0 3.195 -3.195 8.500 7.148 1.352 12.047
I&W E97 Bodemsanering 2023 0 0 1.142 -1.142 400 400 0 742
LNV L7 Specifieke uitkering IBP Twente 825 0 0 0 825 486 339 339
LNV L7 Specifieke uitkering IBP Veenweide 2.457 0 0 0 157 83 74 2.374
LNV L8 Specifieke uitkering Opkoopregeling veehouderijen 17.014 0 0 0 2.250 7.557 -5.307 9.457
LNV L10 Specifieke uitkering Impulsgelden Veenweide Klimaatakkoord 11.848 0 0 0 4.100 4.191 -91 7.657
LNV L16 Specifieke uitkering Programma Natuur 33.824 35.760 35.760 0 30.914 26.576 4.338 43.008
LNV L24 Specifieke uitkering voorbereidingskosten landelijk gebied versnellingsvoorstellen en PAS melders 124 1.200 1.200 0 1.300 1.324 -24 0
LNV L25 Specifieke uitkering provinciale versnellingsvoorstellen transitie landelijk gebied 5.698 7.413 7.413 0 1.150 982 168 12.129
LNV L29 Capaciteit natuurmonitoring 0 0 150 -150 0 0 0 150
LNV L31 Uitvoering BO Nitraat 0 0 674 -674 0 0 0 674
Totaal Doeluitkeringen Rijk 122.084 71.202 102.512 -31.310 96.148 96.232 -84 128.364
Doeluitkering overige overheden
Doeluitkering Veilige vakantieparken Overijssel 40 168 248 -80 287 113 174 175
Totaal Doeluitkering overige overheden 40 168 248 -80 287 113 174 175
Ontvangsten 2023 Aanwendingen 2023
Stand per 31-12-2023 Raming Realisatie Afwijking Raming Realisatie Afwijking Stand 31-12-2023
Totaal doeluitkeringen ā‚¬ 122.853 ā‚¬ 75.134 ā‚¬ 106.489 -ā‚¬ 31.355 ā‚¬ 99.829 ā‚¬ 99.715 ā‚¬ 114 ā‚¬ 129.627
Doeluitkeringen als passiva gepresenteerd ā‚¬ 126.657 ā‚¬ 134.842
Doeluitkeringen als activa gepresenteerd ā‚¬ 3.804 ā‚¬ 5.215

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

In de toelichting op de balans worden – op grond van artikel 53 BBV – de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld, waaraan wij voor toekomstige jaren zijn gebonden.

Deze niet in de balans opgenomen verplichtingen omvatten onder meer de in artikelen 50 en 57 BBV afzonderlijk benoemde borg- en garantstellingen.

I: Verstrekte borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - I: Verstrekte borg- en garantstellingen
X ā‚¬ 1.000 Oorspronkelijke grondslag Grondslag eind 2022 Grondslag eind 2023 Percentage eind 2022 Percentage eind 2023 Bedrag eind 2022 Bedrag eind 2023 Tot en met 2023 betaald
Totaal borg- en garantstellingen 354.649 155.506 151.826 84% 88% 129.804 133.593 0
Totaal borgstellingen 180.062 17.389 8.027 21% 22% 3.687 1.794 0
Totaal garantstellingen 174.587 138.117 143.799 91% 92% 126.117 131.799 0

Toelichting
Ten opzichte van 2022 is de grondslag van borgstellingen in 2023 afgenomen met € 9,4 miljoen en het geborgde bedrag afgenomen met € 1,9 miljoen. De grondslag van garantstellingen en het gegarandeerd bedrag is toegenomen met € 5,7 miljoen. 

Zie verder de toelichting bij de afzonderlijke onderdelen.

Borgstellingen

Terug naar navigatie - Borgstellingen
X ā‚¬ 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijk bedrag geborgde lening Bedrag geborgde lening eind 2022 Bedrag geborgde lening eind 2023 Percentage borgstelling eind 2022 Percentage borgstelling eind 2023 Geborgd bedrag eind 2022 Geborgd bedrag eind 2023 Tot en met 2023 betaald
Borgstellingen op grond van en aan 180.062 17.389 8.027 21,2% 22,3% 3.687 1.794
Ouderenbeleid 1996 en eerder 4.709 585 436 100% 100% 585 436
Stichting Carinova Woonzorg 2028 1.876 281 234 100% 100% 281 234
Stichting Dimence Groep 2025 2.833 304 202 100% 100% 304 202
Afronding natuuropgave pMJP-projecten (3.5.3) 172.598 15.904 6.904 15% 15% 2.322 731
Stichting Groenfonds | convenantsleningen 2025 172.598 15.904 6.904 15% 15% 2.322 731
Een leven lang lezen Ć©n leren (6.4.1) 1.555 660 567 100% 100% 660 567
Rijnbrink Groep 2029 1.555 660 567 100% 100% 660 567
Samenwerking met partners (7.3.1) 1.200 240 120 50% 50% 120 60
IPO 2024 1.200 240 120 50% 50% 120 60

Toelichting
In 2023 is het geborgde bedrag aan leningen gedaald met € 1,9 miljoen. Deze daling bestaat voornamelijk uit aflossingen op de convenantsleningen met € 1,6  miljoen.

Daarnaast zijn de geborgde leningen van Carinova Woonzorg, Dimence en Rijnbrink verlaagd met respectievelijk € 47.000, € 102.000 en € 93.000. Dit betreft reguliere aflossingen op hun leningen in 2022 ,waarvan de informatie pas beschikbaar werd na het opstellen van de jaarrekening 2022, waardoor deze aflossingen verwerkt zijn in 2023.

Garantstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen
X ā‚¬ 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijke grondslag garantie Grondslag garantie eind 2022 Grondslag garantie eind 2023 Percentage garantstelling eind 2022 Percentage garantstelling eind 2023 Gegarandeerd bedrag eind 2022 Gegarandeerd bedrag eind 2023 Tot en met 2023 betaald
Garantstellingen op grond van en aan 174.587 138.117 143.799 91,3% 91,7% 126.117 131.799
Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (3.1.5) 495 495 495 100% 100% 495 495
Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels 2024 495 495 495 100% 100% 495 495
Landbouwstructuurversterking (3.4.3) 207 207 207 100% 100% 207 207
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j 2023 207 207 207 100% 100% 207 207
Realisatie Natuurnetwerk Nederland (3.5.1) 747 4.596 4.596 100% 100% 4.596 4.596
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n 2023 747 4.596 4.596 100% 100% 4.596 4.596
Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3) 95.365 95.176 91.882 100% 100% 95.176 91.882
CrƩdit Agricole | Treinmaterieel Zwolle - Kampen en Zwolle - Enschede 2032 50.000 50.000 50.000 100% 100% 50.000 50.000
EBS-OV | Zero - Emissiebussysteem IJssel-Vecht 2035 45.365 45.176 41.882 100% 100% 45.176 41.882
Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4) 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
FryslĆ¢n | Project vergroten sluis Kornwerderzand 2022 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
N35 - lopende projecten (4.6.3) 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden n.n.b. 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Garantstelling aan EIB inzake EFO (2.3.2) max 50 miljoen 10.000 18.976 100% 100% 10.000 18.976
European Investment Bank inzake EFO 2037 max 50 miljoen 10.000 18.976 100% 100% 10.000 18.976
Europese programma's (5.5.3) 13.273 13.143 13.143 100% 100% 13.143 13.143
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d 2025 160 30 30 100% 100% 30 30
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o 2025 6.000 6.000 6.000 100% 100% 6.000 6.000
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p 2025 383 383 383 100% 100% 383 383
Gelderland | REACT-EU 2024 2.000 2.000 2.000 100% 100% 2.000 2.000
Gelderland | B55 OP Oost/EFRO 2024 4.730 4.730 4.730 100% 100% 4.730 4.730

Ten opzichte van de Jaarrekening 2022 is de grondslag en het door ons gegarandeerd bedrag met € 5,7 miljoen verhoogd, hetgeen wordt veroorzaakt door een verhoging van de garantstelling aan EIB inzake EFO met € 9 miljoen en door een verlaging van de garantstelling voor ZERO-Emissiebussysteem IJssel-Vecht met € 3,3 miljoen. Voor wat betreft deze laatst benoemde garantstelling voor ZERO-Emissiebussysteem IJssel-Vecht zijn de vergelijkende cijfers uit de jaarrekening 2022 aangepast. Deze garantstelling was in 2022 reeds van toepassing voor een bedrag van € 45 miljoen.     

Hierna volgt per garantstelling een toelichting op de aanpassing van de grondslag en het door ons gegarandeerde bedrag eind 2023. 

Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels 
Begin 2019 hebben wij aan drie collectieven gezamenlijk een subsidie verleend in de vorm van een lening. Deze lening is opgenomen onder de financiële vaste activa, alwaar een nadere toelichting te vinden is. In een eerder stadium is onvoldoende onderkend dat met de subsidieverlening tevens een garantstelling gepaard is gegaan. De lening betreft namelijk voorfinanciering van een te verwachten Europese POP3-subsidie. Voor het geval dat deze Europese subsidie niet wordt toegekend, hebben wij ons garant gesteld voor een bedrag van € 0,5 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de lening die in 2019 is verstrekt. In 2023 hebben zich hier geen mutaties op voorgedaan. Voor de lening is in 2019 ten laste van de prestatie 3.1.4 Agrarisch natuurbeheer een toevoeging aan de AFR gedaan, waaruit een eventueel gebruik van de garantstelling bekostigd zou kunnen worden. De einddatum voor deze lening is in 2022 verlengd naar eind 2024. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j 
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken. 
 In 2018 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel M04j (investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven) garant gesteld voor een bedrag van € 0,2 miljoen. In 2023 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n 
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken. 


 In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4n (Regeling niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen PAS) garant gesteld voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 4,8 miljoen garant gesteld. In 2022 is de totale garantstelling, ad. € 5,55 miljoen, afgenomen met € 0,95 miljoen tot € 4,6 miljoen.  In 2023 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland. 

Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3)
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede

Na een Europese aanbesteding is op 16 juni 2015 aan Keolis twee concessies gegund voor het rijden van de treindiensten Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen. Voor de uitvoering van deze concessie zijn 16 nieuwe treinstellen van het type FLIRT aangeschaft van de Zwitserse treinproducent Stadler Rail. Onderdeel van de Concessiebeschikkingen is een overnameregeling met betrekking tot het treinmaterieel (“de Overnameregeling”). Deze overnameregeling is van toepassing op de financier Crédit Agricole Corparate and Investment Bank S.A. (Pandhouder), de leasemaatschappij Bakermaat SNC en de Concessiehouder (Keolis). Provincie Overijssel stelt zich garant voor een verplichte overname van het treinmaterieel aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de leasemaatschappij zal betalen. De weergegeven garantstelling betreft de overnamewaarde van het treinmaterieel aan het einde van het betreffende verslagleggingsjaar.

EBS | Bussen en laadinfrastructuur concessie IJssel-Vecht.
Na een Europese aanbesteding is op 12 april 2022 heeft Provincie Overijssel (aandeel 41,85%) samen met Provincie Flevoland (aandeel 19,23% ) en Gelderland (aandeel 38,92%) een concessie verleend aan EBS voor de exploitatie van de concessie IJssel-Vecht 2023-2035. Onderdeel van deze concessie was een verplichte overname van uiteindelijk in totaal 234 Zero-Emissievoertuigen, te weten: 163 BYD K9 UB, 18 BYD K9 UB Panto, 40 BYD KG UE en 13 BYD K7, 8 dieselvoertuigen Mercedes Benz Capacity’s en de bijbehorende laadinfrastructuur met een totale overnamewaarde van ruim € 108 miljoen. Na instroom van de concessie IJsselmond in december 2023 zullen extra voertuigen en laadinfrastructuur overeenkomstig de inschrijving van EBS te weten 31 Ebusco 3.0 LE (2023), 40 Tribus buurtbussen (2022) en 40 elektrische buurtbussen (2029) worden toegevoegd aan deze overeenkomst.
Concessieverleners garanderen een verplichte overname van het busmaterieel en laadinfrastructuur aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de financier zal betalen. De weergegeven garantstelling betreft de overnamewaarde middels lineaire afschrijving van het busmaterieel en de bijbehorende laadinfrastructuur aan het einde van het betreffende verslagleggingsjaar.

Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4)
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand
Het project Kornwerderzand bestaat uit vergroting van de Lorentzsluis in de Afsluitdijk (Friesland), vernieuwing van de verkeersbruggen en verdieping van de vaargeulen tot aan Urk, Lelystad en Kampen. De kosten van het project zijn geraamd op € 199,5 miljoen.
In juni 2019 heeft de provincie Fryslân namens de regio overeenstemming met het Rijk bereikt over de financiering, risico’s en de uitvoering van het project. Het Rijk neemt hierbij € 111 miljoen voor haar rekening. De regio € 88,5 miljoen. Onderdeel van de regiobijdrage is een bijdrage uit het Waddenfonds waarover nog geen zekerheid bestaat of deze bijdrage wel wordt toegekend. De Provincie Overijssel heeft de garantie aan de Provincie Friesland afgegeven indien de bijdrage uit het Waddenfonds niet of niet geheel wordt toegekend maximaal € 2 miljoen bij te dragen. Het definitieve investeringsbesluit tot fase 2 van het project wordt in 2025 verwacht. Van de 36 over het aantal bedrijven uit de maritieme sector die bij gaan dragen zijn 23 bedrijven een overeenkomst aangegaan voor het betalen van passagegelden, de regeling met de resterende 12 zal in 2025 afgerond zijn. Grote onzekerheid in dit project is de uitkomst van het onderzoek van het ministerie naar de verziltingsproblematiek in het IJsselmeer. In het najaar wordt de uitkomst verwacht en zal duidelijk worden of de vaargeulen verder uitgediept kunnen worden, zodat de grotere schepen ook de regionale havens zullen kunnen bereiken.

N35 - lopende projecten (4.6.3)
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden
Bestuursovereenkomst Verbreding N35 Nijverdal – Wierden
Bovenop de bijdragen aan het taakstellend budget zijn er door provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn garantstellingen afgegeven onder de volgende voorwaarden:
a. Indien het totale budget van € 121,5 miljoen na indexering niet voldoende blijkt te zijn, stelt de gemeente Hellendoorn zich garant voor een aanvullende bijdrage van maximaal € 0,5 miljoen euro.
b. Indien ook dit budget niet voldoende blijkt te zijn, stellen de provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn zich beide aanvullend garant voor maximaal € 0,5 miljoen euro per partij.

Garantstelling EFO ten behoeve van de EIB lening:
Op 2 februari 2022 hebben Provinciale Staten besloten tot een scopeverbreding van Energiefonds Overijssel (EFO) [PS/2021/1104724]. Ook hebben Provinciale Staten kennis genomen van het voornemen van Gedeputeerde Staten om EFO toe te staan een lening bij de Europese Investeringsbank (EIB) te sluiten, waarbij de provincie richting de EIB garant staat voor deze lening. Gedeputeerde Staten hebben vervolgens halverwege 2022 het definitieve besluit genomen om garant te staan voor de EIB lening aan EFO met een maximum € 50 miljoen. Eind 2023 bedraagt de garantstelling € 19 miljoen.

Europese programma’s (5.5.3)
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar. 
Er zijn voor het POP3 programma garantstellingen verstrekt aan RVO.nl. Bij het programma POP3 (en de bijbehorende garantstellingen) is sprake van een verlengde programmaperiode met een einddatum van 2025. 
Daarnaast zijn er garantstellingen verstrekt aan Managementautoriteit Oost Nederland. Managementautoriteit Oost Nederland maakt integraal onderdeel uit van de provincie Gelderland. Garantstellingen worden daarmee uiteindelijk aan hen verleend. 
Hieronder wordt kort ingegaan op de diverse garantstellingen binnen het Europese programma. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d
In 2018 is in verband met overcommitering op Regeling Trainingen ter hoogte van € 0,16 miljoen een garantstelling afgegeven aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland. Deze is in maart 2022 verlaagd naar ruim € 30.000. Deze middelen zijn verleend aan een project en worden mogelijk daadwerkelijk aangesproken. Dit is uiterlijk medio 2025 duidelijk.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o
In 2019 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 6 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p
In 2021 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 0,38 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven.

Gelderland |REACT-EU
In 2021 is besloten tot overcommitering van € 2 miljoen op het REACT-EU budget vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze maatregel is een garantstelling afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. 

Gelderland | Overcommitering OP Oost/EFRO
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op projecten binnen het kader van het OP Oost programma (EFRO) garant gesteld voor een bedrag van € 4,7 miljoen. Deze garantstelling is afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. 

II: Meerjarige financiƫle verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten

Terug naar navigatie - II: Meerjarige financiƫle verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten
Specificatie huurverplichtingen (x 1.000) Per jaar Totaal
Huurovereenkomst Bergpoortstraat en Bergsingel 75 192
Apparatuur en software 90 93
Specificatie leaseverplichtingen (x 1.000) Per jaar Totaal
Lease GS voertuigen 120 120
Lease bedrijfsauto's 1054 1054
Investeringsverplichtingen (x 1.000) Totaal
Rehab.kunstwerken 2020-2023 16.453
Boordvoorzieningen AdH 2020-2027 2.844
MAV bruggen en sluizen VI 2.335
Openbaar Vervoer 2.156
Bedrijfsvoering 1.280
N315-N768 Danspaleis 1.006

Subsidieverplichtingen

Terug naar navigatie - Subsidieverplichtingen
Subsidieverplichtingen (x 1.000) Totaal
Beheerkosten natuurterreinen 70.030
SKNL functieverandering + PAS maatregelen 58.398
ANLB (agrarisch natuurbeheer) 34.277
Deltaprogramma Zoetwater 23.517
Realisatie Natuurnetwerk Nederland 23.117
Spoor Zwolle-Enschede 16.090
Stimulering fietsgebruik 11.283
Overige (meerjarige) subsidieverplichtingen 46.502

Subsidieverplichtingen beheercontracten, inrichting en functieverandering  

In de periode tot en met 2015 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007-2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer. Per einde 2023 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur volgens opgave van RVO.nl € 58,4 miljoen, die bedrag heeft grotendeels betrekking op het uitfinanciering van SKNL functieverandering (€ 51,2 miljoen) en deels op subsidies PAS maatregelen binnen Natura2000 gebieden (€ 7,2 miljoen). Eveneens is via RvO voor de periode 2024 t/m 2028 ANLB (agrarisch natuurbeheer) als meerjarig verplichting opgenomen voor een bedrag van € 34,3 miljoen. Daarnaast is voor de periode via eigen subsidie verlening voor SNL natuurbeheer € 70,2 miljoen verplicht voor de jaren 2024 t/m 2028.

Landinrichting

Terug naar navigatie - Landinrichting

Voor de landinrichtingsprojecten fungeren wij als kassier. Wij betalen de werkzaamheden die in de projecten plaatsvinden en verrekenen deze kosten met de deelnemers aan het project. Ook de financiële gevolgen van onder- en overbedeling lopen via ons. Deelnemers die minder grond terugkrijgen dan ze hebben ingebracht krijgen van ons de daarbij behorende financiële compensatie. Bij deelnemers die meer grond terugkrijgen dan zij hebben ingebracht innen wij de daarbij behorende vergoeding. 

In 2023 hebben wij per saldo € 0,2 miljoen meer in rekening gebracht dan betaald.  Dat betekent dat het nadelige saldo tussen onze betalingen en de door ons in rekening gebrachte bedragen voor landinrichtingsprojecten is afgenomen van € 3,1 miljoen naar € 2,9 miljoen. Het resterende negatieve saldo wordt vooral veroorzaakt doordat veel belanghebbenden van de landinrichting Staphorst er voor gekozen hebben om de voorlopige eindafrekening (Lijst der Geldelijke Regelingen) met ons te verrekenen (o.b.v. vrijwilligheid), waarbij wij per saldo meer betaald dan ontvangen hebben. Het bedrag van € 2,9 miljoen wordt vanaf 2024 nog gefactureerd.

In 2023 zijn er geen definitieve eindafrekeningen (correctiefactor) vastgesteld. Er is daarom geen te verwachten resultaat ingeboekt.

Er kunnen nog wijzigingen komen op het te verwachten resultaat, omdat niet alle bedragen geïnd of uitbetaald kunnen worden.

Technology Base

Terug naar navigatie - Technology Base

In 2018 is het college van GS een voorwaardelijke verplichting ter hoogte van € 2,7 miljoen aangegaan tot financiële compensatie aan de gemeente Enschede in verband met tekorten in de exploitatie van het aan Technology Base welke voortvloeien uit de besluiten zoals die zijn genomen vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Technology Base. Effectuering van deze verplichting zal plaatsvinden bij beëindiging van de Gemeenschappelijke Regeling. 

III: Garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen

Terug naar navigatie - III: Garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen
Garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen X € 1.000
Wachtgelduitkeringen 2024 € 392

Ultimo 2023 is sprake van wachtgeldverplichtingen voor oud gedeputeerden. Wij ramen de omvang van deze verplichtingen op maximaal € 0,4 miljoen.  Voor deze verplichtingen is een structureel budget in de begroting beschikbaar onder prestatie 7.3.5 Verstevigen samenspel PS-GS.