Portefeuillehouder
Bert Boerman

Acties 2023

  1. Wij voeren metingen, inspecties en onderzoek uit om de kwaliteit van de infrastructuur vast te stellen. De gemeten kwaliteit gebruiken wij om te bepalen of én welke maatregelen nodig zijn om duurzaam te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Dit is de basis voor de uitvoering van het dagelijks onderhoud.
  2. Wij bevorderen een verkeersveilige doorstroming door het beter benutten van de bestaande infrastructuur. Dit doen wij door samen met de andere wegbeheerders in Overijssel verkeersmanagement uit te voeren. Daarnaast handelen wij incidenten op onze infrastructuur af.
  3. Wij zien er op toe dat (vaar)wegen niet anders gebruikt worden dan vanuit wet- en regelgeving bepaald is. Waar nodig wordt gehandhaafd.
    Wij bedienen bruggen en sluizen om doorgang te verlenen aan beroeps- en pleziervaart op de gepubliceerde tijden.
  4. Wij voeren gladheidsbestrijding uit om ook in winterse omstandigheden de wegen begaanbaar te houden.

Inhoudelijke kleurscore

O

Inhoudelijke toelichting

Actie 1
Tijdens het beheer en onderhoud van de vaarwegen Wieden-Weerribben is geconstateerd dat invasieve exoten harder groeien dan verwacht. Het is een wettelijke plicht deze te bestrijden.
Er is nog geen indicatie van de verwachte hogere kosten voor de bestrijding.

Actie 3
Het verzorgen van de brug- en sluisbediening is seizoenswerk. Hiervoor worden deels uitzendkrachten ingehuurd.  Vanwege de stijging van het minimumloon en extra kostenstijgingen en cao-aanpassingen zijn de inhuurkosten verhoogd en is er extra budget nodig. 

Geld (indicator)

R

Geld (toelichting)

Algemeen
De kosten op het gebied van infrastructuur zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de inflatie binnen de GWW-sector. De prijsindex van de GWW-sector wijkt in 2022 en 2023 veel af van de HICP. In 2022 is de begroting daarop reeds structureel bijgesteld. In 2023 is de prijsindex van de GWW-sector circa 13%. Dat is 10% hoger dan waar de begroting mee is geïndexeerd per 2023. Deze kosten zijn onontkoombaar.  In de dagelijks onderhoudscontracten is indexatie conform de GWW-index opgenomen. Dit betekent, dat de eenheidsprijzen automatisch verhoogd worden en dat hier extra middelen voor benodigd zijn.  Het voorstel is om daarvoor aanspraak te maken op de algemene buffer voor indexeringen.

PS-begrotingswijziging
De onderhoudscontracten worden geïndexeerd conform de GWW-index. Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,57 miljoen te onttrekken aan de toegekende buffer voor prijsindexeringen en structureel toe te voegen aan prestatie 4.7.1 van de begroting 2023.

PS-begrotingswijziging (budgettair neutraal)
Het budget van de bedrijfskleding is deels opgenomen bij deze prestatie (4.7.1) en deels bij het onderdeel Overhead, financiering en dekkingsmiddelen (Kerntaak 20). Wij willen het budget centraliseren bij het overhead, financiering en dekkingsmiddelen. 
Wij stellen u voor om en een budget van  € 10.000 structureel over te hevelen van prestatie 4.7.1 naar het onderdeel Overhead, financiering en dekkingsmiddelen .

Daarnaast hebben wij extra auto’s moeten aanschaffen voor de toezichthouders die in dienst zijn gekomen (in plaats van inhuur). Wij stellen u voor om het hiervoor benodigde budget van € 30.000 van prestatie 4.7.1. structureel over te hevelen naar het onderdeel Overhead, financiering en dekkingsmiddelen .

Actie 3 (PS-begrotingswijziging)
Het huidige budget voor de inhuur van brug- en sluisbediening is door de nieuwe tariefstijgingen, ontoereikend. De gesprekken over de nieuwe tarieven lopen nog. Duidelijk is dat de extra kosten zeker € 0,2 miljoen bedragen. Wij stellen u voor om dit bedrag  te onttrekken aan de toegekende buffer voor prijsindexeringen en structureel toe te voegen aan prestatie 4.7.1 van de begroting 2023. Over de verdere uitkomsten van de lopende gesprekken informeren wij u indien nodig via Monitor Overijssel 2023-II.

Actie 4 (PS-begrotingswijziging)
Bij de jaarrekening 2022 is voorgesteld om het krediet van € 254.000 voor de  zoutstrooiers onderdeel van de gladheidsbestrijding, over te hevelen naar 2023. Hierdoor is er in totaal € 516.000 aan krediet in 2023 beschikbaar. Voor 2023 hoeft er geen vervanging van de zoutstrooiers plaats te vinden, maar dienen er wel aanpassingen aan de steunpunten (nieuwe zoutvloer om aan regelgeving te voldoen, bestrating, afvoer en inrit) voor de gladheidsbestrijding plaats te vinden. 

Omdat beide investeringen voor gladheidsbestrijding ingezet worden, wordt voorgesteld om het krediet van de zoutstrooiers te gebruiken voor de aanpassingen van de steunpunten.  Omdat de afschrijvingstermijnen van de zoutstrooiers en de aanpassingen aan de steunpunten een andere levensduur kennen, betekent dit dat de afschrijvingstermijn aangepast wordt van 8 naar 20 jaar en de begrote kapitaallasten in de begroting 2024 met  € 39.000 structureel per jaar verlaagd kunnen worden.  Wij stellen u voor het krediet en kapitaallasten over te hevelen van prestatie 4.7.1 naar kerntaak 10 onderdeel Bedrijfsvoering.

Kapitaallasten:
Het gerealiseerde bestedingsritme tot en met 2022 van de investeringsprojecten op deze prestatie wijkt af van de aannames daarover die in de begroting 2023 zijn gehanteerd. Dit heeft geen gevolgen voor het investeringsbudget als geheel maar wel voor de verdeling van de kapitaallasten over de jaren. Om die reden dienen de begrote kapitaallasten op de prestaties in 2023 verlaagd te worden.

Voor prestatie 4.7.1 gaat het om een verlaging van € 37.000 in 2023.

Wij stellen u voor de begrote lasten van prestatie 4.7.1 te verlagen met € 37.000 ten gunste van de algemene middelen. 

Verantwoordelijk portefeuillehouder

Bert Boerman

Begrotingswijziging

  • PS Begrotingswijziging

Baten begrotingswijziging

Lasten begrotingswijziging

693