Kerntaak 3. Vitaal platteland

Kerntaak 3. Vitaal platteland

3.1 BBV: Ontwikkelde nieuwe natuur en beheerde natuur (hectares)

Terug naar navigatie - 3.1 BBV: Ontwikkelde nieuwe natuur en beheerde natuur (hectares)

bron: Provincie Overijssel/Voortgangsrapportage Natuur   

2019 2020 2021 2022 2023 2024
Nieuw ingericht natuurgebied binnen Natuurnetwerk Nederland 170 95 44 201 256
Nieuw verworven natuurgebied binnen Natuurnetwerk Nederland 275 284 104 95 185
Oppervlakte natuur in gesubsidieerd beheer (SNL) 48248 48376 48423 49049 49311 49507

 

 

3.2 Duurzaam agrarisch landgebruik

Terug naar navigatie - 3.2 Duurzaam agrarisch landgebruik

bron: Provincie Overijssel/CBS

2017 2018 2019 2020 2021 2022
Agrarisch natuurbeheer (weidevogels, botanisch beheer en landschap) (ha) 4428 5063 6209 6944 7160 7203
Kruidenrijk productiegrasland (met subsidie) (ha) 2743 2711 2923 3034 2944 2964
Blijvend grasland (km2) 1052 1054 1074 1084 1076 1073

 

 

In de biodiversiteitsmonitor melkveehouderij wordt een set van 4 KPI’s (Kritieke Prestatie Indicatoren) gebruikt. Blijvend grasland en kruidenrijk grasland zijn onderdeel van ‘functionele agro-biodiversiteit’ en Agrarisch natuurbeheer is onderdeel van ‘landschappelijke diversiteit’.

3.3 Natuurkwaliteit: binnen en buiten het Natuurnetwerk Nederland

Terug naar navigatie - 3.3 Natuurkwaliteit: binnen en buiten het Natuurnetwerk Nederland

bron: Provincie Overijssel/CBS

1999-2002 2003-2006 2007-2010 2011-2014 2015-2018 2019-2022
Binnen Natuurnetwerk Nederland 100 101 99 102 103 99
Buiten Natuurnetwerk Nederland 56 55 54 54 55 57

 

 

Op basis van het landelijk vegetatiemeetnet flora (LMF), met bijna 800 proefvakken in Overijssel, wordt voor elk proefvak de ‘natuurwaarde’ berekend op grond van zeldzaamheid van vegetaties,
soortenrijkdom en trend. Beperkingen meetnet: de figuur laat geen constante lijn zien. Op grond van weersomstandigheden kunnen vegetaties het ene jaar er anders uitzien dan een ander jaar. Dit geldt vooral voor vegetaties op droge groeiplaatsen. Vooral de langjarige trend is daarom interessant.

3.4 Weidevogelstand (index 1994=100)

Terug naar navigatie - 3.4 Weidevogelstand (index 1994=100)

bron: Provincie Overijssel

1994 1996 1998 2000 2002 2004 2007 2009 2011 2013 2015 2017 2019 2021
Weidevogels 100 96 90 88 90 90 79 83 73 61 56 49 44 59

 

 

 

 

Tweejaarlijkse meting (met uitzondering 2007; tussenpoos van 3 jaar)

3.6 Percentage dierplaatsen in gecertificeerde duurzame stallen (%)

Terug naar navigatie - 3.6 Percentage dierplaatsen in gecertificeerde duurzame stallen (%)

bron: Stichting Milieukeur

2017 2018 2019 2020 2021 2022
Melkvee (% gecertificeerde dierplaatsen) 14% 17% 18% 25% 27% 27%
Varkens (% gecertificeerde dierplaatsen) 17% 38%
Pluimvee (% gecertificeerde dierplaatsen) 40% 46%
Vleesvee (% gecertificeerde dierplaatsen) 5% 24%

 

 

 

De door SMK (Stichting Milieukeur) gecertificeerde stallen zijn gedefinieerd als stal- en houderijsystemen waarin verschillende duurzaamheidkenmerken in onderlinge samenhang zijn verbeterd ten opzichte van de regulier toegepaste stallen of systemen. Het gaat om stallen en houderijsystemen die het dierenwelzijn extra verbeteren door het toepassen van maatregelen die verder gaan dan de wettelijke welzijnsnormen en die daarnaast tenminste voldoen aan andere maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden én economisch haalbaar zijn.

De landelijke monitoring duurzame stallen is deels gestopt in 2019. Daardoor kan voor varkens, pluimvee en vleesvee geen data op dezelfde wijze in beeld gebracht worden.

3.9 Ammoniakconcentratie in natuurgebieden (ug m3)

Terug naar navigatie - 3.9 Ammoniakconcentratie in natuurgebieden (ug m3)

bron: Meetnet Ammoniak in Natuurgebied (RIVM)

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Nederland (rekenkundig gem) 4,8 4,6 4,4 4,3 4,6 4,2 5,0 4,6 4,3 4,7 4,0 5,2 5,3 6,9 6,1 5,6 5,1 5,4 4,1
Overijssel (rekenkundig gem.) 4,8 5,0 4,8 4,8 4,9 4,6 5,5 5,4 5,2 5,6 4,6 5,8 5,8 7,9 7,0 6,3 5,7 6,2 4,6

 

 

 

In Overijssel wordt in 9 natuurgebieden de ammoniakconcentratie gemeten (totaal 36 locaties)

3.10 Percentage controles waarbij geen sprake is van overtredingen van natuur wet- en regelgeving en aantal keer dat een last onder dwangsom is opgelegd (aantal)

Terug naar navigatie - 3.10 Percentage controles waarbij geen sprake is van overtredingen van natuur wet- en regelgeving en aantal keer dat een last onder dwangsom is opgelegd (aantal)

bron: CBS

2018 2019 2020 2021 2022 2023
Controles zonder overtredingen 70% 64% 72% 79% 89% 70%
Oplegging last onder dwangsom 1 3 4 8 7 1

 

 

 

 

Een last onder dwangsom is een herstelsanctie om de overtreding te beëindigen en daarbij een verplichting tot betaling van een geldsom op te leggen, indien niet tijdig de overtreding is beëindigd. 

3.11 Broeikasgasemissie landbouw (Mton CO2-equivalenten)

Terug naar navigatie - 3.11 Broeikasgasemissie landbouw (Mton CO2-equivalenten)

Bron: WUR (2015), bewerking KEV (2019)

2016 2017 2018 2019 2020 2021
Landbouw - Methaanemissie CH4 2,19 2,18 2,16
Landbouw - Lachgasemissie N2O 0,61 0,61 0,60

 

 

 

 

De cijfers voor 2019 zijn op een andere wijze tot stand gekomen en worden mogelijk herzien.