Ons platteland, landbouw en natuur

Ons platteland, landbouw en natuur

Opgave

Terug naar navigatie - Opgave

Het landelijk gebied behoort tot de karakteristieken van Overijssel. We werken nu al elke dag aan het verder versterken van het landelijk gebied. Dat doen we onder andere met de extra investeringen vanuit het coalitieakkoord. Deze hebben we allemaal in gang gezet.  

Op basis van de Tussenbalans en de hieronder beschreven trends en ontwikkelingen, hebben we drie speerpunten geformuleerd met betrekking tot ons landelijk gebied. Hier zetten we de komende periode extra op in. 

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

In het landelijk gebied richten we ons met de 3x3 aanpak op drie hoofdthema’s: toekomstbestendige landbouw, herstel van natuur, water en klimaat en een goed sociaal-economisch perspectief. Deze opgaven zijn nu, halverwege de coalitieperiode, onverminderd groot. Ondanks kleine stapjes hebben we nog veel werk te doen.

Voor de landbouwsector blijft het zoeken naar een helder en stabiel toekomstbeeld. Of dat er komt is sterk afhankelijk van duidelijk overheidsbeleid. Hier staat het Rijk aan de lat voor generieke maatregelen. Bij het uitblijven hiervan is het herstel van in elk geval onze stikstofgevoelige natuurgebieden redelijkerwijs onhaalbaar.
   
Het herstel van de biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaatopgave vertraagt. Het gaat daarbij om verschillende maatregelen die onderdeel waren van ons PPLG, maar waarvoor de middelen zijn weggevallen. Ook zien we dat in de samenleving de discussie is toegenomen over de opgaven, feiten en benodigde acties. We zullen als provincie opnieuw moeten zoeken hoe we de rol van gebiedsregisseur op basis van onze 3x3 aanpak kunnen invullen. De noodzaak om de natuur te herstellen is door recente juridische uitspraken alleen maar groter geworden, terwijl de (beleids)context en het financiële perspectief drastisch zijn veranderd. De komende jaren zullen deze opgaven blijven en vermoedelijk steeds urgenter worden. Deadlines voor bijvoorbeeld Kaderrichtlijn Water (2027) komen in zicht. Daarnaast laten rapporten van planbureaus en wetenschapsinstituten zien dat voor herstel van biodiversiteit nog veel nodig is.

De komende drie tot vijf jaar zal zowel het rijksbeleid als de Europese Natuurherstelwet zijn beslag krijgen in het landelijk gebied van Overijssel. Dat betekent uitbreiding van natuurbeleid naar het landelijk gebied en de bebouwde omgeving. We zien al dat steeds meer bouwbedrijven zelf natuurmaatregelen willen nemen in de woningbouw. Het maatschappelijk denken over natuur(inclusiviteit) lijkt zich te ontwikkelen. 

Lostrekken vergunningverlening, koploperprojecten, TVOP, landbouwbeleid

Terug naar navigatie - Lostrekken vergunningverlening, koploperprojecten, TVOP, landbouwbeleid

Aanleiding
De regering heeft het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het transitiefonds geschrapt. Daardoor is de uitvoering van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) onmogelijk geworden. De opgaven zijn onverminderd groot. De Europese Natuurherstelwet vereist de komende drie tot vijf jaar een grotere integratie van natuur in zowel het landelijk als stedelijk gebied. Verder actualiseert het Rijk de doelen voor de Natura2000-gebieden. Dit leidt mogelijk tot een aanvullende opgave. 

Gerechtelijke uitspraken maken vergunningverlening voor stikstofuitstotende activiteiten vrijwel onmogelijk zonder een geborgde aanpak. Dezelfde uitspraken vereisen herbeoordeling van eerdere initiatieven die gebruikmaken van intern salderen. Vanwege de juridische onzekerheid is de vergunningverlening voor activiteiten met invloed op Natura 2000-gebieden opgeschort tot 1 februari 2026. Deze uitspraken hebben ook gevolgen voor de legalisering van PAS-melders en de afhandeling van intrekkings- en handhavingsverzoeken. 

Wat willen we bereiken
We zetten alles op alles om vergunningverlening zo snel als kan weer mogelijk te maken en oplossingen te vinden die leiden tot legalisatie van PAS-melders en het afwijzen van intrekkings- en handhavingsverzoeken. We gaan verder met het bezoeken van PAS-melders om mogelijkheden te onderzoeken voor aanpassing van hun bedrijfsactiviteiten, zodat de stikstofuitstoot voldoet aan de eisen van de eerder afgegeven vergunning. De inzet van personeel voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) blijft cruciaal. Voor de provinciale handhavingstaken stellen we in 2025 een nieuwe risico-analyse vast die zal leiden tot een hogere controlefrequentie.

We willen met onze koploper-gebiedsprocessen (initiatieven in 36 gebieden, gericht op een geïntegreerde 3x3 aanpak) stappen zetten in de realisatie van onze doelen én maatschappelijk initiatief honoreren. We zijn ons ervan bewust dat de gerechtelijke uitspraken het vergunnen van koplopers ernstig in de weg zit. We denken dat er juridische ruimte is om koploperprojecten die een grote bijdrage leveren aan maatschappelijke opgaven toch te vergunnen, wanneer wij aanvullend voor structurele oplossingen zorgen om de natuur te herstellen.

Wij vinden het belangrijk onze boeren een helder en stabiel toekomstbeeld te geven. Dat betekent voldoende verdienvermogen binnen de grenzen van de fysieke leefomgeving. Met onze 3x3 aanpak blijven we hieraan werken. In onze Landbouwvisie willen we een toekomstbeeld bieden waar onze boeren langjarig op kunnen vertrouwen, zodat zij weer kunnen ondernemen. 

Wat is ervoor nodig
We continueren de onontkoombare extra inzet op VTH-taken om de extra werkzaamheden vanwege de stikstofproblematiek het hoofd te bieden. Daarnaast zetten we extra capaciteit in om zo snel mogelijk uit de impasse rond vergunningverlening te komen en om bijvoorbeeld bij koploperprojecten wel vergunningen te verstrekken als er grote maatschappelijke winst te behalen is. We stellen voor tot en met 2028 jaarlijks € 1,2 miljoen tot € 1,4 miljoen hiervoor beschikbaar te stellen. Het vergroten van de toezichtscapaciteit op bedrijven in het kader van de Wet natuurbescherming vraagt een structurele intensivering van € 200.000 per jaar. 

We leveren een actieve bijdrage aan de Ministeriële Commissie Economie & Natuurherstel die tot generieke maatregelen moet komen. Een deel van onze extra inzet richt zich op (beleids)trajecten om tot een aanvullende (meer) geborgde aanpak binnen de provincie te komen. Het onderzoek naar mogelijke maatregelen in de overgangsgebieden is er één van. Deze trajecten kunnen leiden tot nieuwe uitvoeringsmaatregelen. Dat brengen we de komende tijd in beeld. Mogelijk zijn bij de Begroting 2026 aanvullende middelen nodig.

We intensiveren onze inzet op het gebied van landbouw. Aanvullende inzet is nodig om onder andere uitwerking te geven aan de landbouwvisie en expertise te leveren op het ontwikkelen van agrarische bedrijfsmodellen. Ook op het gebied van beleidsbeïnvloeding (tijdelijke capaciteit) en grondzaken is aanvullende inzet benodigd. In totaal stellen we voor € 520.000 structureel en € 800.000 incidenteel beschikbaar te stellen.

We blijven werken aan het herstellen van onze Natura2000-gebieden. Dat doen we in goed overleg met de belanghebbenden in de gebieden. Samen werken we aan goede afspraken en passende maatregelen. We proberen daarbij het verhaal waarom natuurherstel nodig is beter te vertellen. Minder over de techniek en de wetten, maar meer over het bovenliggende verhaal. 

We geven een vervolg aan onze 3x3 aanpak. Structurele oplossingen op onze wettelijke taken zijn nodig voor een lange-termijnperspectief voor ons landelijk gebied. We werken in overleg met onze partners aan de zes gebiedstafels en een provincie-brede tafel, aan de Toekomst voor ons Platteland (TVOP). We sluiten daarmee aan bij de wens van onze partners én zorgen ervoor dat we snel kunnen handelen zodra kansen of nieuwe ontwikkelingen zich voordoen. Als ingrediënten voor structurele oplossingen werken we de volgende aspecten uit:  

  • We onderzoeken welke (geborgde) maatregelen we kunnen nemen in gebieden met meervoudige opgaven, aanvullend aan de generieke maatregelen die het Rijk moet nemen.  
  • We bouwen de gebiedsgerichte samenwerking met onze partners verder uit, om klaar te staan als er maatregelen en middelen van het Rijk komen.  
  • We leren van de koplopers wat nodig is voor succesvolle gebiedsprocessen om de 3x3 opgaven en ambities te kunnen realiseren.  
  • We maken de komende jaren de opgaven op gebiedsniveau concreet, zodat ondernemers daar duidelijkheid over krijgen en daarop kunnen inspelen.  
  • We formuleren de ambities voor een toekomstbestendige landbouw in de Landbouwvisie en voor een goed sociaal-economisch perspectief in de Plattelandsvisie.  
  • We sorteren voor op de aangekondigde rijks-impuls op agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Hiermee kan – mits goed ingezet – een flinke bijdrage geleverd worden aan natuur-, water- en klimaatdoelen één het verdienmodel van de boer.  


Er is bestuurskracht nodig om uit de huidige stikstof-impasse te komen. Wij spreken het Rijk ook aan op bestuurskracht door het nemen van generieke maatregelen en het zorgen voor voldoende middelen om de maatschappelijke doelen te realiseren. Wij zoeken bestuurskracht ook bij de landbouwsector, maar realiseren ons dat de belangen van de sector divers zijn.  

Bestuurskracht en het nemen van ingewikkelde beslissingen zijn nodig om te werken aan herstel van het vertrouwen in de overheid. Wanneer wij koploperprojecten mogelijk kunnen maken, honoreren we daarmee maatschappelijk initiatief. Wanneer wij structurele oplossingen vinden voor de maatschappelijke doelen waarvoor wij verantwoordelijk zijn, bieden wij boeren en andere ondernemers langjarig perspectief om hun bedrijfsvoering op te baseren. Boeren die willen innoveren om hun bedrijf toekomstbestendig te maken, blijven we ondersteunen met ons Agro&Food-programma en het Maatregelenpakket. 

We stellen voor om de komende vier jaar jaarlijks € 2,5 miljoen beschikbaar te stellen voor de continuering van de gebiedsgerichte 3x3 aanpak via TVOP.

Natuurinclusieve samenleving

Terug naar navigatie - Natuurinclusieve samenleving

Aanleiding
Het denken over natuur in onze woon- en leefomgeving ontwikkelt zich. Natuur en groen worden steeds meer gezien als onderdeel van ons dagelijks leven. Dit leidt tot meer aandacht voor het beleven, benutten en beschermen van natuurwaarden buiten natuurgebieden, zowel in het landelijk gebied als in steden en dorpen. Natuur verbindt stad en platteland. De landelijke Agenda Natuurinclusief en het Nationaal Natuurherstelplan, voortkomend uit de Europese Natuurherstelverordening, evenals de rijksimpuls voor agrarisch natuurbeheer, benadrukken deze aandacht. Er zijn veel kansen om de belevingswaarde, zichtbaarheid en natuurwaarde in onze steden, dorpen en op het platteland te vergroten, bijvoorbeeld door natuurinclusief beheer van bermen langs wegen. Toch zijn er ook negatieve ontwikkelingen. In Overijssel verdwijnen soms natuur- en landschapselementen, wat de kwaliteit van het landschap aantast. De druk op het buitengebied neemt toe door meer bezoekers, criminaliteit en ondermijning. Het aantal groene boa’s en specialistische kennis over natuurwetgeving is beperkt, en terreineigenaren geven aan dat de financiering voor handhaving onvoldoende is. 

Wat willen we bereiken
We werken aan een natuurinclusief Overijssel om natuur en groen dichter bij onze inwoners en toeristen te brengen en de positieve beleving en zichtbaarheid van de natuur te vergroten. In steden en dorpen streven we naar (het behoud van) natuurinclusieve inrichting om onder andere hitte, droogte en wateroverlast te verminderen. Dat verbetert de leefomgeving en leefbaarheid. Een speerpunt is het realiseren van bloemrijke of ecologische bermen langs onze wegen en kanalen. Ook willen we dat andere wegbeheerders, zoals gemeenten, kennis ontwikkelen over natuurvriendelijk bermbeheer. 

Wat is ervoor nodig
We blijven investeren in het vergroenen van Overijssel via het programma Natuur voor Elkaar, met projecten in steden, dorpen en platteland om de beleving en zichtbaarheid van natuur te vergroten. 

We intensiveren het realiseren van bloemrijke bermen. We ondersteunen een lerend netwerk voor natuurinclusieve bermen voor gemeenten. Daarnaast werken we aan een beleids- en ambitiekader voor natuurinclusief beheer van alle bermen langs provinciale wegen. Concreet gaan we 400 bermvakken omvormen naar bloemrijke bermen binnen twee kilometer van de bebouwde kom. Hiervoor is een budget opgenomen in het Statenvoorstel voor de invulling van de investeringsimpuls natuurinclusief, circulariteit en klimaatadaptatie. Dat Statenvoorstel leggen we separaat aan u voor.

We zetten ook in op het behoud van belangrijke natuurwaarden. Samen met terreinbeherende organisaties, de politie en boa’s werken we aan handhaving, het boa-registratiesysteem en praktijkdagen. In 2025 en 2026 is er € 1,2 miljoen beschikbaar voor groene boa’s om overlast in natuurgebieden tegen te gaan. Voor de periode daarna maken we afspraken over langjarige financiering. Tot slot intensiveren we de inzet voor het behoud van houtopstanden. We stellen voor vanaf 2026 hiervoor structureel € 100.000 beschikbaar te stellen en incidenteel € 400.000 in de periode 2025-2028.

Leefbaar platteland & gebiedsontwikkeling Kanaal Almelo de Haandrik

Terug naar navigatie - Leefbaar platteland & gebiedsontwikkeling Kanaal Almelo de Haandrik

Aanleiding
Ons platteland is een prachtig goed in Overijssel, dat aandacht verdient. Dit is nodig, want er komt veel op het platteland af. Niet alleen autonome ontwikkelingen als vergrijzing en verstedelijking doen zich voor, ook zijn er grote opgaven rondom natuur, water en landbouw. Binnen Toekomst voor het Platteland zetten we in op een goed sociaaleconomisch klimaat voor het wonen en werken op het platteland. Dit sluit goed aan op de ambities vanuit het programma Leefbaar Platteland.

Het Kanaal Almelo – De Haandrik vraagt de komende jaren veel onderhoud. Eind vorig jaar hebben we besloten een verkenning uit te voeren naar de toekomstfunctie van het kanaal Almelo – De Haandrik. Uit de participatie van de verkenning blijkt dat inwoners en bedrijven in het gebied een bredere vraag hebben dan alleen een passend gebruik van het kanaal. Zo roept men de provincie en de gemeenten op om bij de uitvoering van de komende werkzaamheden de kansen ten aanzien van ecologie en recreatie nadrukkelijk te benutten. Daarnaast geven veel inwoners in het gebied aan overlast te ervaren van zwaar wegverkeer langs het kanaal en in de kernen. Tot slot is er behoefte aan een nauwere samenwerking rond de aanpak van bodemdaling en funderingsschade.

Wat willen we bereiken
We streven naar zelfbewuste en (daad)krachtige dorpen en kernen. De leefbaarheid en koppeling met andere opgaven, zoals wonen en bereikbaarheid, staat daarbij centraal. Vanuit Leefbaar Platteland ondersteunen we daarom dorpen in het maken van een dorpsplan, waarin dorpsgemeenschappen een concreet toekomstperspectief schetsen en een route hoe ze daar willen komen. Het dorpsplan is van het dorp en het dorp is dan ook aan zet om na totstandkoming de mogelijkheden te verkennen of en hoe het dorpsplan kan worden uitgevoerd. Bij het maken van een dorpsplan moeten realiteitszin en ambitie daarom hand in hand gaan. 

Ook in het gebied rond Kanaal Almelo – De Haandrik zijn meerdere initiatieven. Daarlerveen is voortvarend aan de slag gegaan en hebben hun dorpsvisie inmiddels gereed. Mariënberg-Beerzerveld en Vroomshoop-Geerdijk gaan ook aan de slag met het ontwikkelen van een dorpsplan. Aadorp en Daarle worden ondersteund bij een haalbaarheidsstudies naar voorzieningen in het dorp. Stuk voor stuk kunnen dit aanleidingen zijn voor verdere initiatieven in dit gebied, omdat het dorpsplan of daaraan verwante zaken in praktijk vaak de spreekwoordelijke duw is die de bal aan het rollen brengt. Om deze beweging aan te wakkeren en het belang en de kracht van een dorpsplan te onderstrepen staat medio 2025 een dorpsschool gepland in Vroomshoop. Ook hebben we contact met diverse gemeenten, waaronder Twenterand, om de opgaven op het gebied van leefbaarheid samen aan te vliegen.  

We vinden het belangrijk om de uitdagingen in het gebied langs het Kanaal Almelo – De Haandrik nadrukkelijk in samenhang op te pakken. In gesprek met de gemeenten, het waterschap, bedrijven, schippers en inwoners bekijken we hoe we dat het beste kunnen doen. We doen dit bottum-up, vanuit een gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid en met respect voor ieders eigen rol. De uitkomsten van de verkenning naar de toekomstfunctie én de (dorps)initiatieven zijn concrete, vanuit het gebied aangedragen mogelijkheden om deze gezamenlijke aanpak verder vorm te geven.   

Wat is ervoor nodig
We faciliteren het maken van dorpsplannen, zonder (mede)eigenaar of verantwoordelijk te zijn van wat daarin staat. Sinds medio 2024 is de subsidieregeling Dorpsplannen open voor ondersteuning om te komen tot het dorpsplan. Hier is al veelvuldig gebruik van gemaakt. 

We gaan aan de slag met de vervolgstappen, die voortkomen uit de verkenning naar de toekomstfunctie van het Kanaal Almelo – De Haandrik. Samen met de gemeenten voeren we een onderzoek uit naar zwaar wegverkeer, het versterken van de samenwerking op het gebied van bodemdaling en funderingsschade en het verder ontwikkelen van de gebiedsaanpak. We stellen voor hiervoor € 400.000 procesmiddelen beschikbaar te stellen.

We reserveren extra middelen voor de uitvoering van dorpsplannen en andere maatregelen in het gebied rondom het Kanaal Almelo- de Haandrik. Omdat vanuit Provinciale Staten meermalen de wens is uitgesproken om te investeren in de leefbaarheid van dit gebied stellen wij voor een bedrag van € 3 miljoen te reserveren voor investeringen in het gebied rondom Kanaal Almelo de Haandrik. Vanuit de samenhangende gebiedsaanpak Kanaal Almelo – De Haandrik zullen hiervoor te zijner tijd concrete investeringsvoorstellen worden gedaan. Met dit voorstel beschouwen wij uw motie ‘Maatschappelijk initiatievenfonds’ van 13 december 2023 als afgedaan.