Ons water- en energiesysteem

Ons water- en energiesysteem

Opgave

Terug naar navigatie - Opgave

Water en energie zijn cruciale randvoorwaarden voor een leefbare en duurzame provincie. We hebben de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet met de Adaptieve Strategie Drinkwater, het Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing en de vastgestelde Energievisie. De extra investeringen vanuit het coalitieakkoord hebben we vrijwel allemaal omgezet in concrete plannen. Voor de investeringen in de energietransitie volgt nog een voorstel voor een tweede tranche.

Op basis van de Tussenbalans en de hieronder beschreven trends en ontwikkelingen, hebben we drie speerpunten geformuleerd op het gebied van water en energie. Hier zetten we de komende periode extra op in.

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

Water
In het coalitieakkoord gaven we aan dat we tegen de grenzen van ons water- en bodemsysteem lopen: niet alles kan (meer) overal. We zagen toen al zwaardere regen- en hagelbuien, meer hittegolven, meer stormen en vaker langere tijden van droogte aankomen. De toen geschetste trends en ontwikkelingen zetten onverminderd door. Daarbij komen nu ook toenemende zorgen over de waterkwaliteit (onder andere PFAS, uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen) en het tekort aan drinkwater in (delen van) onze provincie. We zien dat we meer moeten doen om de ontwikkelingen te kunnen opvangen. Met name de waterkwaliteit is ondermaats ten aanzien van de door Europese wetgeving gevraagde kwaliteit in 2027. Daarnaast wordt het steeds lastiger en duurder om, met name in de veenweidegebieden, het waterpeil laag te houden.  

Energie 
Internationaal gezien houdt de geopolitieke onrust aan en staat het wereldwijde  klimaatbeleid onder druk. De EU heeft daarom een stevige call to action om de Europese concurrentiekracht te versterken. Met daarbij noodzaak voor lage energieprijzen en het verduurzamen van onze economie.

De netbeheerders hebben grotere uitdagingen dan oorspronkelijk bedacht, en spreken nu over dreigende congestie op laagspanningsnetten rond 2030. Inwoners en ondernemers gaan last krijgen van maatregelen.

De overgang naar het gewenste energiesysteem gaat langzamer dan gehoopt. De benodigde samenwerking tussen (decentrale) overheden en netbeheerders om sneller realiseren mogelijk te maken komt moeizaam tot stand. Deze netcongestie gaat de verschillende maatschappelijke opgaven raken die hiervan afhankelijk zijn, denk onder andere aan de woningbouwambities en de verduurzaming van industrie en mobiliteit.  
Energiezekerheid gaat de komende jaren meer aandacht krijgen. Netcongestie kan deze verduurzamingsambitie vertragen of richting niet-elektrische alternatieve energiedragers duwen. De kosten voor energie gaan waarschijnlijk stijgen de komende jaren, mede door de grote investeringen in het elektriciteitsnetwerk.
 
Het nieuwe kabinet heeft, aanvullend op de Voorjaarsnota 2025, een aantal plannen gepresenteerd om het doel van 2030 meer binnen bereik te krijgen. Hierbij is duidelijk geworden dat het kabinet kiest voor (korte termijn) betaalbaarheid van de energietransitie voor het bedrijfsleven, waarbij een lager tempo gekozen wordt dat meer past bij de huidige omstandigheden (netcongestie). Ook wordt een deel van het Klimaatfonds aangewend om tijdelijk de energierekening van huishoudens te verlagen, en wordt er vanuit het Rijk ingezet op snellere uitbreidingen van elektriciteitsnetten om netcongestie sneller te verlichten. Het zal uitdagender worden om de klimaatdoelstellingen van 2030 te behalen. Naast de tegenbeweging zijn nu ook delen van de samenleving die een hoger tempo van de energietransitie willen afdwingen door acties en rechtszaken.  

Water en klimaat

Terug naar navigatie - Water en klimaat

Aanleiding
Overijssel staat voor grote opgaven in een veranderend klimaat. Weersextremen nemen toe. Het wordt droger en heter in de zomers, natter in de winters. Ook de stijging van de zeespiegel heeft via het IJsselmeer effect op onze provincie. Met het toenemen van extremen, is zoetwaterbeschikbaarheid niet langer vanzelfsprekend, komen de drinkwaterbeschikbaarheid en waterkwaliteit verder onder druk te staan en neemt de omvang van economische en ecologische schade verder toe.

Ondanks onze inzet liggen de doelen die Nederland in 2027 moet hebben gerealiseerd op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) nog buiten bereik. Dit blijkt onder andere uit de landelijke evaluatie KRW eind 2024. Daarom is het Rijk met een nationaal KRW-impulsprogramma gestart. Hierin is vastgelegd dat alle overheden vanuit de eigen taken en bevoegdheden extra maatregelen treffen om in 2027 dichter bij de KRW-doelstellingen te komen.

Wat willen we bereiken
Wij zetten ons de komende jaren in op het volledige spectrum van de wateropgave: zoetwaterbeschikbaarheid, ruimtelijke adaptatie, goede waterkwaliteit en voldoende drinkwater. 

We pakken een aantal van deze opgaven op in samenwerking met de vele partners binnen het landelijke Deltaprogramma. Dat programma kent drie thema's: zoetwater, ruimtelijke adaptatie en waterveiligheid. We zijn partner binnen het programma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON). Dit programma moet zorgen voor de beschikbaarheid van zoetwater, met name in het landelijk gebied. Binnen het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) zetten we ons samen met partners in de werkregio’s in voor het klimaatbestendig en waterrobuust maken van Overijssel. De aandacht ligt hierbij meer op het klimaatweerbaar maken van het stedelijk gebied. Zowel ZON als DPRA kennen een vervolg in de volgende coalitieperiode. 

We intensiveren onze inzet op het behalen van de KRW-doelstellingen en werken aan een Overijsselse KRW-impuls. We voeren bestaande maatregelen versneld uit en we formuleren aanvullende maatregelen. Dit plan bevat ook de extra monitoring die volgt uit de aangenomen motie Kaderrichtlijn Water (juni 2024).

We werken verder aan het waarborgen van de drinkwatervoorziening: We wijzen drinkwaterbronnen aan en beschermen deze. Dit omvat drinkwaterbesparing, bescherming van huidige bronnen en het zoeken naar nieuwe bronnen. Samen met partners werken we aan de Adaptieve Strategie Drinkwater en maatregelen om de kwaliteit van drinkwaterbronnen te verbeteren. 

Wat is ervoor nodig
We reserveren middelen voor cofinanciering en daarbinnen houden we, conform uw motie 'De Zon schijnt door' (november 2024), rekening met de mogelijke cofinanciering voor een vervolg van het programma ZON vanaf 2028. We verwachten nog voor de Perspectiefnota volgend jaar met een nader uitgewerkt voorstel te komen. Voor de financiering betrekken we dan ook de optie om een deel te bekostigen uit een verhoging van de grondwaterheffing.

We stellen voor onze huidige inzet voor de DPRA-regio’s (€ 600.000 per jaar) in 2028 en 2029 te continueren. Daarnaast verwachten we dat ook voor dit programma cofinancieringsmiddelen nodig zullen zijn. Hier komen we dan bij u op terug.

We stellen voor onze inzet voor het behalen van de KRW-doelstelling te intensiveren en daarvoor € 725.000 beschikbaar te stellen. Dit benutten we voor de aanpak van indirecte lozingen, extra impulsmaatregelen en extra monitoring (conform uw motie). Er zullen meer middelen nodig zijn om de doelstellingen te halen. Mede op basis van de uitkomsten van het landelijke traject verwachten we hierop bij de Perspectiefnota 2027 terug te komen.

Warmtenetten en gebouwde omgeving

Terug naar navigatie - Warmtenetten en gebouwde omgeving

Aanleiding
Om gebouwen in de toekomst betaalbaar te kunnen blijven verwarmen, werken we aan een aardgasvrije gebouwde omgeving. Gemeenten hebben de regierol en bepalen welke wijk wanneer van het aardgas afgaat en wat het beste alternatief is. De vraag is hoe het tempo van de warmtetransitie omhoog kan. De realisatie is lastig door ontbrekende randvoorwaarden en benodigde investeringen en beslissingen door gebouweigenaren. Ook eist de nieuwe warmtewet dat warmtenetten in publiek eigendom zijn.  

Wat willen we bereiken
We willen dat bestaande woningen sneller en goedkoper geïsoleerd worden, zodat inwoners betaalbaar en comfortabel kunnen wonen. Gemeenten krijgen voldoende geld van de Rijksoverheid voor de isolatieopgave, maar veel gemeenten missen uitvoeringskracht. Zij kunnen (meer) gebruik maken van elkaars ervaringen. Daarnaast zien we potentie om op grote schaal woningen te renoveren. Bouw- en productiebedrijven kunnen sneller werken als renovatieprojecten groter worden en het werk in de tijd voorspelbaarder is dan nu. Het helpt als woningcorporaties hun vraag bundelen. Dit gaat niet vanzelf, doordat woningcorporaties allemaal op hun eigen manier werken. 

Warmtenetten moeten gerealiseerd kunnen worden op alle plekken waar de gemeente dit als beste oplossing ziet. Warmtenetten helpen ook netcongestie in wijken te voorkomen. Private bedrijven zijn gestopt met ontwikkelen vanwege de eis van publiek eigendom. Publieke bedrijven zijn er nog onvoldoende. Daarom willen we een publiek warmtebedrijf in Overijssel actief maken. 

Wat is ervoor nodig
We ondersteunen gemeenten met kennisuitwisseling en aanpak van energiearmoede. We willen samenwerking tussen gemeenten versterken door een flexpool van projectleiders te vormen. We werken aan Natuurvriendelijk Isoleren en proberen de markt te organiseren en vraag te bundelen. We ondersteunen samenwerkingsinitiatieven van woningcorporaties, maar dit heeft nog niet tot de nodige schaalsprong geleid. Voor de uitvoeringsagenda van de Energievisie willen we meer gebruik maken van bestaande structuren en netwerken in het beleidsveld wonen. Dat betekent dat we als provincie, naast de nieuwbouwopgave, ons ook gaan richten op de bestaande woningbouw. Daarbij willen we aan alle relevante partijen laten zien dat ‘doen wat we al deden’ niet leidt tot de noodzakelijke groeicijfers. 

We ondersteunen gemeenten in hun regierol met hulp bij het opstellen van gemeentelijke warmteprogramma's, kennissessies en intervisie. We hebben partijen bij elkaar gebracht om voldoende publieke realisatiekracht voor warmtenetten te ontwikkelen. Gemeenten willen samenwerken met een op te richten Warmtebedrijf Drenthe Overijssel. Energiebeheer Nederland, regionale netbeheerders, de provincie Drenthe en wij bepalen of en welke rol eenieder gaat nemen in dit warmtebedrijf. Dit hangt af van de behoeften van gemeenten en de samenwerking met lokale warmtebedrijven. Dit werken we in de komende periode gezamenlijk uit. 

Innovatie, SEH's en waterstofnetwerk

Terug naar navigatie - Innovatie, SEH's en waterstofnetwerk

Aanleiding
Op 26 februari 2025 hebben Provinciale Staten de Energievisie vastgesteld. In dit toekomstbeeld van het Overijsselse energiesysteem hebben waterstof en smart energy hubs een belangrijke rol. Naar verwachting maken ook small modular reactors (SMR's) onderdeel uit van het toekomstige energiesysteem in Overijssel.

Wat willen we bereiken
We willen waterstof kunnen importeren om een deel van onze industrie en zware logistiek van groene waterstof te voorzien. Dit helpt bedrijven te behouden voor onze provincie. Hiervoor zijn regionale aftakkingen op de landelijke waterstofbackbone nodig. We willen decentraal waterstofproductie waar dit goed past in het energiesysteem. Bijvoorbeeld als er geen ruimte is op het net om opgewekte elektriciteit te transporteren. Dit maakt vaak deel uit van een smart energy hub.

Overijssel is samen met Gelderland koploper in de ontwikkeling van smart energy hubs. We willen ons programma verbreden en verdiepen om alle kansen voor een smart energy hub te herkennen en versneld te realiseren. Dit zorgt voor een beter benut netwerk en meer ruimte om duurzaam te ondernemen. De provincie stelt het programma op en coördineert de uitvoering. We werken daarbij samen met partners zoals VNO-NCW, netbeheerders, Oost NL en Energiefonds Overijssel. 

We willen de dit jaar lopende onderzoeken op het gebied van kernenergie vertalen naar de potentie voor Overijssel: de kansen voor ons toekomstige energiesysteem, de toepassing in klinische gezondheidszorg en de economische kansen voor de Overijsselse toeleverende maakindustrie voor apparatuur en onderdelen. 

Wat is ervoor nodig
Om een waterstofeconomie van de grond te krijgen, moeten we ons richten op vraagontwikkeling en het doorbreken van het kip-ei probleem rond de infrastructuur. Nu is het zaak om tot een gestructureerde uitwerking van het ontwikkelpad waterstof uit de Energievisie te komen en samenhang aan te brengen in al onze activiteiten. Zo kunnen we focus aanbrengen en bijdragen aan de realisatie van de Energievisie. 

We stellen een nieuw programma Smart energy hubs op, zodat we de rijksmiddelen die wij hiervoor ontvangen gericht kunnen besteden. Hierbij focussen we vooral op de fase-overgangen: wanneer is een initiatief kansrijk voor de volgende fase? Zo scheppen we duidelijkheid richting de initiatieven over wat er moet gebeuren en of het zinvol is een smart energy hub te ontwikkelen of dat het beter is om aan een andere oplossing te werken.

Voor de toepassing van kernenergie in het Overijsselse energiesysteem zijn we sterk afhankelijk van de uitkomsten van het Versnellingsprogramma SMR van het Rijk. De resultaten verwachten we dit najaar, waarna we een Overijssels plan van aanpak kunnen opstellen voor de lange termijn (2035-2040). De bouw van grote kernenergiecentrales in Nederland en elders in Europa biedt de komende jaren kansen voor de toeleverende industrie in Overijssel.