Ontwikkelingen en voorstellen

Ontwikkelingen en voorstellen

Recente besluitvorming en toevoegen jaarschijf

Terug naar navigatie - Recente besluitvorming en toevoegen jaarschijf

Recente besluitvorming
Het budgettair perspectief actualiseren we met de begroting 2025 als beginstand. De besluitvorming die sindsdien is genomen (Monitor Overijssel 2024-II en Jaarrekening 2024) hebben we verwerkt. Voor het grootste deel bestaat het effect uit het jaarrekeningresultaat.

Toevoegen jaarschijf 2029
Elk jaar kijken we vier jaar vooruit en dus komt er elk jaar een nieuw jaar bij. De belangrijkste mutaties in 2029 ten opzichte van 2028 zijn het aflopen van een deel van het budget (€ 1,7 miljoen) voor de concessie Twente-ZHO (waarvoor in deze Perspectiefnota een separaat voorstel is opgenomen om deze structureel te maken) en een verhoging van het budget voor Natuurbeheer (€ 0,4 miljoen) vanwege de toename van het areaal, conform eerdere besluitvorming.

Algemene financiële ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene financiële ontwikkelingen

Accres provinciefonds

  • Het accres van het provinciefonds ontwikkelt op basis van de ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product. Daarin zit een compensatie voor indexering en volumegroei. Zoals gebruikelijk verwerken we de accresontwikkeling alleen voor het eerstvolgende jaar (dat doen we ook met de indexeringen).
  • Naar verwachting voert het Rijk vanaf 2026 ook het nieuwe verdeelmodel in. Op dit moment is niet duidelijk wat de financiële consequenties daarvan zijn. Wel verwachten we op basis van eerdere signalen dat het nieuwe verdeelmodel mogelijk negatief uitpakt voor Overijssel. Daar anticiperen we op in de ramingen.
  • Het voorstel is om structureel € 4,5 miljoen extra inkomsten uit het provinciefonds te ramen. Omdat er naar alle waarschijnlijkheid sprake zal zijn van een ingroeipad bij de invoering van een nieuwe verdeelmodel (wat betekent dat de effecten niet direct vanaf 2026 ingaan) ramen we voor 2026 en 2027 een iets hogere plus.

Motorrijtuigenbelasting

  • Vanaf 2025 veranderen de belastingregels voor hybride en elektrische voertuigen. De korting op de MRB vervalt in 2025 gedeeltelijk en vanaf 2026 is er alleen nog sprake van een korting van 30% voor Elektrische voertuigen. Door deze regels vallen de inkomsten uit de opcenten op de MRB hoger uit.
  • Het Rijk heeft bij de voorjaarsnota 2024 aangekondigd het effect van de korting van 30% volledig te vergoeden gedurende de periode dat de korting loopt (tot en met 2029). De komende periode moet het Rijk nog vaststellen hoe deze compensatie precies te verdelen over de provincies.
  • De lagere korting en de compensatie geven voor de komende jaren zekerheid over de MRB-inkomsten. In totaal levert het naar verwachting vanaf 2026 structureel +/+ € 17 miljoen extra inkomsten op. Dit bedrag bestaat uit drie onderdelen: 
    1. Hogere MRB-inkomsten uit onze eigen provinciale opcenten.
    2. Hogere opbrengsten vanuit het provinciefonds doordat de MRB-inkomsten van alle provincies daarin worden verevend (en wij per netto meer ontvangen).
    3. De compensatie van het Rijk, die ook via het provinciefonds zal worden uitgekeerd.
  • De inkomsten uit de MRB kunnen in principe structureel worden geraamd. Hierbij is wel een aantal onzekerheden. De inkomsten kunnen teruglopen door een afname van elektrische auto’s, de compensatie is niet gegarandeerd na 2029 en het Rijk doet onderzoek naar de vormgeving van de autobelastingen.

Indexeringen

Tegenover bovenstaande baten (en met name de inflatiecorrectie van het provinciefonds) staan de extra lasten door hogere inflatie.

  • Voor algemene inflatiecorrectie baseren we ons op de HICP, zoals geraamd door het CPB. Deze is voor dit jaar geraamd op 3%. We stellen voor om, in het licht van het realiseren van efficiëntie binnen de begroting, voor een deel van de budgetten een inflatiecorrectie toe te passen van 1,5%. Dit levert naar verwachting een besparing op van € 2 miljoen structureel. Op een aantal budgetten is indexering onvermijdelijk vanwege automatische correcties in lopende contracten. Dit levert per saldo een effect op van structureel -/- € 8,25 miljoen.
  • Voor de inflatiecorrectie op de OV-begroting werd afgelopen jaren gerekend met een 5-jaars gemiddelde van de OV-index. Het voorstel is om over te stappen naar een jaarlijkse indexering. Er is een inhaalslag nodig om in te lopen op het 5-jaars gemiddelde. Dit levert een structureel effect op van -/- € 2,5 miljoen vanaf 2029. Deze aanpassing hangt samen met het opheffen van de reserve OV (zie toelichting analyserapport reserves en toelichting financiële ontwikkeling OV). 
  • De afgelopen jaren hebben we gewerkt met buffers voor inflatie, vanwege zeer hoge en volatiele inflatieontwikkelingen. Het voorstel is om deze buffers weer af te schaffen en over te stappen op de reguliere systematiek, waarbij benodigde inflatiecorrecties bij de Perspectiefnota worden geïnventariseerd. Er resteert circa structureel +/+ € 2 miljoen in deze buffers.
  • De personeelslasten ontwikkeling zich op basis van de laatste CAO. Daarbovenop is rekening gehouden met een inflatiecorrectie vanaf 1 juli 2026. Vorig jaar is al rekening gehouden met een CAO-stijging. Deze is gesaldeerd met de ontwikkeling die we bij deze Perspectiefnota verwerken. Het structurele effect komt daarmee uit op -/- € 1,2 miljoen in 2025 oplopend naar -/- € 5,35 miljoen vanaf 2027. Daarnaast is er ook een incidenteel effect fluctuerend tussen -/- € 0,3 en -/- € 0,6 miljoen per jaar.

Rentebaten

  • De verwachte rentebaten over 2025 vallen naar verwachting € 4 miljoen hoger uit. Deze verwerken we incidenteel in het budgettair perspectief.
  • Jaarlijks ramen we de rentebaten één jaar vooruit. De rentebaten voor 2026 schatten we in op incidenteel +/+ € 20 miljoen. Deze nemen we als incidenteel bedrag mee in het budgettair perspectief.
  • Op dit moment bouwen we een structureel renderende leningenportefeuille op. Op termijn geeft dat de mogelijkheid om ook structurele rentebaten te gaan ramen. In het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds wordt naar verwachting rekening gehouden met een rendement op het Eigen Vermogen. Dit rendement zal naar verwachting afhankelijk worden gemaakt van de 10-jaars staatrente. Het betekent dat als de rente daalt, wij meer inkomsten uit het provinciefonds ontvangen en andersom. Het voorstel is om, zodra de nieuwe verdeelsystematiek bekend is, op basis van die systematiek de structurele rentebaten in onze begroting te ramen. Deze post vormt dan een communicerend vat met de inkomsten uit het provinciefonds.

Dividenden

  • Het resultaat van Enexis valt de komende jaren hoger uit. Dit heeft onder andere te maken met de aanpassing van de WACC. Dit leidt tot een hoger dividend.
  • In de tweede monitor was al aangekondigd dat de winst in 2024 en daarmee de dividenduitkering in 2025 hoger zal uitvallen dan begroot. Dit levert een positief resultaat op van +/+ € 15,2 miljoen.
  • Voor de komende jaren zal de winst en daarmee het dividend ook hoger uitvallen. De dividenduitkering wordt wel gemaximeerd. Ten opzichte van onze ramingen kan er € 9,9 miljoen extra inkomsten worden geraamd. We ramen 60% van deze inkomsten structureel en 40% incidenteel. Dit levert daarmee een effect op voor het budgettair perspectief van +/+ € 6 miljoen structureel en +/+ € 3,9 miljoen incidenteel. 

Algemene financiële voorstellen

Terug naar navigatie - Algemene financiële voorstellen

Reservering voor traject structurele begroting
We maken deze periode werk van het op orde brengen van onze structurele begroting. De afgelopen coalitieperiodes hebben we veel langjarig beleid gedekt met incidentele middelen. Gemiddeld gezien ging het om circa € 30 miljoen aan terugkerende incidentele uitgaven per jaar. Mede in het kader van uw motie ‘Wie nu leeft wie nu zorgt’ stellen we voor ernaartoe te werken om 2/3e van de langlopende incidentele budgetten te voorzien van structurele dekking. Bij deze Perspectiefnota stellen we voor om voor dit traject alvast een structurele reservering te maken van € 15 miljoen. Dit kunnen we doen vanwege de ontwikkelingen rond de Motorrijtuigenbelasting en het dividend van Enexis.

Om tot concrete keuzes en voorstellen te komen brengen we dit najaar onze taken nader in beeld. Daarvoor maken we analyses langs drie lijnen: 

  1. De (historische) financiën: hoe ziet de verdeling structureel/incidenteel er momenteel uit en welke taken hebben we de afgelopen jaren langjarig incidenteel gedekt?
  2. De beleidsvrijheid van onze taken: in hoeverre kent de betreffende taak een wettelijke grondslag en in hoeverre is sprake van beleidsvrijheid?
  3. De actuele dynamiek: welke ontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken zijn er, die relevant zijn voor (de prioritering in) onze rol en taken?

Bij volgende Perspectiefnota komen we bij u terug met de resultaten van dit traject. Graag zetten we dan een impactvolle stap in de concrete uitwerking en leveren we inzicht voor eventuele keuzes in de volgende coalitieperiode. Daarnaast onderzoeken we in aanloop naar de Perspectiefnota volgend jaar hoe we aanvullende structurele ruimte kunnen creëren. De reservering van € 15 miljoen is naar verwachting nog niet genoeg om onze volledige ambitie voor deze periode te realiseren.

Het voorstel is de structurele reservering te doen vanaf 2026. Indien we deze ruimte in 2026 of 2027 inzetten, zullen daartegenover incidentele programmabudgetten vrijvallen. Daarom is het voorstel tot die tijd de structurele ruimte in 2026 en 2027 incidenteel te benutten. Daarnaast stellen we voor om de overbruggingsjaar 2028 incidenteel € 15 miljoen te reserveren, voor de continuering van incidentele programma’s aan het begin van de volgende coalitieperiode.

Analyserapport Reserves
In het afgelopen jaar heeft naar aanleiding van het Rekenkamerrapport over de reserves een uitgebreide analyse plaatsgevonden naar de provinciale reserves. Dat analyserapport is vorig jaar met u gedeeld en dit voorjaar bent u tijdens een informatiesessie al geïnformeerd over de concrete voorstellen die daaruit voortvloeien. Zoals eerder aangegeven, verwerken we de voorstellen bij deze Perspectiefnota. Op hoofdlijnen betekent het voorstel dat een aantal reserves komen te vervallen. Dit komt vooral omdat we voorstellen decentrale risicoreserveringen zoveel mogelijk te centraliseren.

De vrijval die we bij deze Perspectiefnota verwerken, bestaat uit:
-    Vrijval reserve BTW compensatiefonds (€ 8,8 miljoen)
-    Vrijval risicobuffer Europese Programma’s (€ 5,4 miljoen)
-    Vrijval reserve Openbaar Vervoer (€ 30 miljoen)

Doordat we de risico’s omtrent OV en Europese programma’s toevoegen aan de berekening van het weerstandsvermogen, hebben we berekend in hoeverre de ratio toereikend blijft. Er is een aanvullende storting in de Algemene Risicoreserve benodigd van € 5 miljoen om de ratio op 1,4 te houden. Daarbij zijn we ervan uitgegaan dat de vrije ruimte in de Algemene Reserve grotendeels nodig is voor o.a. aanvullende ambities en toekomstige ontwikkelingen.

De overige vrijvallende middelen (€ 39,2 miljoen) zijn onderdeel van de integrale afweging. Daarbinnen is het voorstel gedaan om € 20 miljoen van de vrijvallende middelen vanuit de reserve OV te benutten voor de nog te dekken elektrificatie van de Spoorlijnen. Zie daarvoor ook de separate toelichting over de financiële ontwikkelingen omtrent het Openbaar Vervoer.

Algemene Financieringsreserve
Als onderdeel van de analyse op de provinciale reserves zijn de spelregels omtrent de Algemene Financieringsreserve tegen het licht gehouden. Voor de Algemene Financieringsreserve (AFR) is het huidige beleid dat we onze financiële vaste activa (verstrekte participaties en leningen) voor 100% financieren vanuit de AFR (dus met eigen vermogen). Wij stellen nu voor om voor de te verstrekken leningen de verplichting van 100% financiering los te laten en uit te gaan van de looptijd en het risicoprofiel van de lening. De 100% financiering van participaties (aandelen, agio) wijzigen we niet. Al onze participaties zijn nu voor 100% AFR-gefinancierd, met uitzondering van de participatie Enexis.

Op basis van de nieuwe spelregels zou er € 15 miljoen minder dekking binnen de AFR nodig zijn voor lopende verstrekte leningen. Daar staat tegenover dat onze participatie in Enexis als enige nog niet 100% afgedekt is (er resteert een opgave van € 16 miljoen). Het voorstel is om deze ontwikkelingen tegen elkaar weg te strepen. Daardoor vallen er geen middelen vrij vanuit de AFR.

Een uitgebreide motivatie en een nadere toelichting op de spelregels is opgenomen in bijlage IV van het Statenvoorstel.

Autonome ontwikkelingen (Structureel)

Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingen (Structureel)

Verhoging bijdrage BIJ12 - € 635.000 structureel
BIJ12 is een uitvoeringsorganisatie van de provincies. Op de begroting 2025 van BIJ12 is een aantal ontwikkelingen, die vragen om een extra bijdrage van de provincies. Het voorstel is om vanaf 2025 structureel € 585.000 beschikbaar te stellen, oplopend naar € 635.000 vanaf 2026.

  1. Binnen BIJ12 is de afdeling Natuurinformatie en Natuurbeheer verantwoordelijk voor het versterken van de kennis en informatiepositie op het gebied van natuur en natuurbeheer. In de vastgestelde BIJ12 begroting 2025 is een aantal kostenverhogingen doorgevoerd. De kosten voor Nationaal Databank Flora en Fauna (NDFF) neemt landelijk toe vanwege indexering en extra eisen, Daarnaast is er een toenemende vraag voor data en expertise natuurbeheer, ICT voorzieningen particuliere natuurbeheerders, een uitbreiding van auditoren. Tot slot stijgen de verwachte kosten voor het verbeterprogramma monitoring van natuurinformatie.  In totaal gaat het om een structurele kostenstijging van € 3 miljoen. Wij dragen € 285.000 van deze kosten.
  2. Er is sprake van een groei en bijbehorende kostenstijgingen van de gemeenschappelijke beheerorganisatie (GBO) van BIJ12. De aanschaf, het onderhoud en de doorontwikkeling van applicaties vraagt om extra capaciteit en middelen. Ook zijn de kosten voor licenties gestegen. Deze kostenstijging is niet op te vangen binnen bestaande budgetten. Het aandeel van Overijssel in de kostenstijging bedraagt € 300.000.
  3. Op dit moment onderhoudt Stichting LISA het Landelijk informatiesysteem arbeidsplaatsen. Dit vestigingenregister is essentieel voor Overijssel en bevat data over bedrijven en instellingen. Vanaf 1 januari 2025 gaat het register over naar BIJ12, inclusief de jaarlijkse enquêtering en andere gecentraliseerde activiteiten.  De kosten voor het systeem en het onderhoud ervan zijn opnieuw in kaart gebracht. Ons aandeel in de kosten valt € 50.000 per jaar hoger uit.

Afschaffing faunaleges - € 560.000 structureel
Als gevolg van de door uw Staten aangenomen motie (november 2024), verwachten we dat naast het afschaffen van de faunaleges, we meer verzoeken voor schade zullen honoreren. Dat betekent dat de daarmee samenhangende kosten vanaf 2025 zullen toenemen. Deze kosten bevatten niet ontvangen legeskosten, extra taxatiekosten, extra behandelkosten en extra tegemoetkoming schade. De verwachte kosten in 2025 zijn eenmalig gedekt. Het voorstel is om vanaf 2026 structureel € 560.000 beschikbaar te stellen. Op basis van de gerealiseerde cijfers over 2025 maken we bij de Perspectiefnota 2027 een nieuwe berekening.

Capaciteit natuurbeheer en faunabeheer - € 220.000 structureel
Op de thema's soortenbescherming, bestrijding van invasieve exoten, faunabeheer en plaagsoorten, waar we als provincie verantwoordelijk voor zijn, is er een toename van het werk. Deze extra inzet is het gevolg van maatschappelijke aandacht/zorg, bestuurlijke wensen en om invulling te geven aan wetgeving. Om aan deze groeiende opgaven te voldoen is aanvullende capaciteit nodig. Het voorstel is vanaf 2025 structureel € 55.000 beschikbaar te stellen, oplopend naar € 220.000 vanaf 2026.

Wet open overheid - € 280.000 structureel
De Wet open overheid (WOO) bevordert transparantie van overheidsinformatie. In Overijssel zijn 3 extra juristen nodig voor de afhandeling van WOO-verzoeken door de groeiende complexiteit en een toename in het aantal verzoeken. Het voorstel is vanaf 2025 structureel € 280.000 beschikbaar te stellen.

Digitale toegankelijkheid en webredactie - € 140.000 structureel
De provincie moet voldoen aan wetgeving voor privacy, security en digitale toegankelijkheid van de provinciale websites. Om te voldoen aan de wetgeving verplaatsen we alle websites naar het Umbraco-platform. Het doel is om de komende twee jaar alle 70 communicatieve websites over te hevelen en centraal te beheren. Een groot deel van de hiervoor benodigde middelen dekken we vanuit besparingen op externe hosting. Het voorstel is om vanaf 2025 structureel € 140.000 beschikbaar te stellen.

Capaciteit toezicht Wet natuurbescherming - € 200.000 structureel
Wij ontvangen sinds 2019 grotere aantallen handhavingsverzoeken ten aanzien van de wet natuurbescherming. Dit gaat ten koste van reguliere controles, waardoor we de geplande controles niet halen. De recente uitspraken van de Raad van State leiden naar verwachting tot meer verzoeken en complexere dossiers.  Het voorstel is om voor aanvullende capaciteit vanaf 2025 structureel € 200.000 beschikbaar te stellen.

Omgevingsdienst IJsselland - € 250.000 structureel
Het rapport van de Commissie Van Aartsen (2021) toont aan dat omgevingsdiensten hun toezichtsrol onvoldoende uitvoeren. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft criteria opgesteld voor robuuste omgevingsdiensten, waaronder een minimale begroting van € 16,5 miljoen. OD-IJsselland voldoet hier niet aan door onvoldoende financiering. Er is een jaarlijks tekort van € 3,3 miljoen, bestaande uit € 2,3 miljoen voor het wettelijke minimum uitvoeringsniveau en € 1 miljoen voor het landelijke robuustheidsniveau. Het aandeel van Overijssel in de hogere kosten is € 250.000 per jaar. 

Kosten wateraanvoer kanaal Almelo-De Haandrik  - € 90.000 structureel
In januari is een geactualiseerd waterakkoord gesloten voor de Twentekanalen-Overijsselse Vecht. Onderdeel hiervan is de regionale verdringingsreeks, die aangeeft hoe de waterverdeling is in tijden van watertekort. Rijkswaterstaat berekent de kosten van wateraanvoer via het gemaal de Twentekanalen naar het kanaal Almelo de Haandrik jaarlijks door. De jaarlijkse kosten bedragen € 90.000. 

Bediencentrale - € 135.000 structureel
Het huidige projectbudget is niet voldoende vanwege prijsstijgingen (circa 38%) sinds de raming van de kosten in 2018. Daarnaast blijkt vervanging van bedieninstallaties bij 5 bruggen nodig, waardoor de projectkosten hoger uitvallen. In totaal is een aanvullend krediet nodig van € 2,7 miljoen. Het voorstel is om een aanvullend investeringskrediet beschikbaar te stellen van € 2,7 miljoen en vanaf 2027 structureel € 135.000 te reserveren voor de bijbehorende afschrijvingslasten.

Zwartewaterbrug - € 375.000 structureel
Op dit moment werken we aan een verkenning van varianten en scenario's voor de vervanging van de Zwartewaterbrug. In de planfase werken we de zes scenario’s verder uit naar een te kiezen voorkeursalternatief. De totale projectkosten variëren van € 80 miljoen tot € 110 miljoen, waar eerder rekening is gehouden met een investering van € 65 miljoen. Om de structurele kapitaallasten op termijn te kunnen dekken stellen we voor de huidige reservering van € 1 miljoen op te hogen met € 375.000.

Overhead personeelsmutaties - € 300.000 structureel
Naast de salariskosten zijn er ook directe overheadkosten verbonden aan personeel. Dit betreft bijvoorbeeld kosten voor een laptop, telefoon en software licenties. In deze Perspectiefnota is een aantal voorstellen opgenomen waarbij aanvullende personele inzet aan de orde is. Op basis daarvan nemen de directe overheadkosten toe met structureel € 300.000 en incidenteel € 150.000 aflopend naar € 70.000.

Autonome ontwikkelingen (incidenteel)

Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingen (incidenteel)

Faunabeheereenheid (FBE) - € 780.000 incidenteel
De Faunabeheereenheid (FBE) heeft als taak het faunabeheerplan op te stellen en uit te voeren. Uit de begroting van de FBE is gebleken dat de structurele bijdrage vanuit de provincie niet toereikend is om uitvoering te kunnen geven aan het faunabeheer in de provincie Overijssel. De toegenomen kosten komen met name door inflatie, de uitvoering van het faunabeheerplan zomerganzen, de nieuw te betalen legeskosten, ICT en ondersteuning en informeren van de uitvoerende partijen. Het voorstel is om voor de jaren 2026 tot en met 2029 jaarlijks aanvullend incidenteel € 195.000 beschikbaar te stellen.

Intensivering inzet stikstof en VTH - € 4,4 miljoen incidenteel
Na de PAS-uitspraak van de Raad van State in 2019 zijn de kosten voor Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht (VTH) dramatisch gestegen. De afgelopen jaren hebben we jaarlijks gemiddeld € 1,2 miljoen extra uitgegeven om de VTH-taken op peil te houden. We verwachten op dit moment dat deze extra inzet nodig blijft tot minimaal 2028.  In 2025 is hier nog € 860.000 dekking voor aanwezig.

De recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen heeft de druk verder verhoogd.  De actuele situatie is dat vergunningverlening vrijwel op slot zit. We willen extra inzet plegen op beleidsontwikkeling en om te zoeken naar manieren om casussen waar milieuwinst te behalen is alsnog mogelijk te maken. In de periode 2025 - 2027 is hier in totaal € 440.000 voor benodigd. 

Herstelmaatregelen rietmoeras Drontermeer - € 1,5 miljoen incidenteel
Voor de aanleg van het Reevediep is als compensatie het rietmoeras Drontermeer aangelegd. Vanaf 2018 ging de kwaliteit van de rietvegetatie achteruit, waardoor het rietmoeras niet langer voldoet aan de compensatie-eisen. Daarom zijn herstelmaatregelen nodig. Momenteel werken wij samen met Staatsbosbeheer aan een herstelplan. Het voorstel is om hiervoor incidenteel € 1,5 miljoen beschikbaar te stellen.

Indexeringskosten project sluis Kornwederzand - € 780.000 incidenteel
De regiopartijen hebben ingestemd met een prijsindexatie van 18,3% voor de Kornwerderzandsluis. Op basis van de gesloten overeenkomsten komt hiervan € 780.000 voor rekening van de provincie. Hiermee doen we onze toezegging af voor het onderzoeken van een extra financiële bijdrage voor het vlottrekken van de realisatie Kornwerderzandsluis.

Overdracht N766  - € 1,25 miljoen incidenteel
Met de gemeente Deventer hebben we afspraken gemaakt over de overdracht van de De N766. Afgesproken is om de weg gezamenlijk in te richten als een 60 km/uur weg. Deze werkzaamheden combineren we met het geplande groot onderhoud in 2026. Om de aanvullende werkzaamheden te bekostigen is incidenteel € 1,25 miljoen benodigd. Daar staat een structurele besparing van € 130.000 per jaar tegenover vanaf 2027 (het beoogde jaar van de overdracht).

Hoogovenslakken N377 - € 1,5 miljoen incidenteel
Tijdens vooronderzoek voor de werkzaamheden aan de N377 hebben we een deel van de fundatie laten onderzoeken. Daarbij zijn hoogovenslakken (staalslakken) ontdekt. Deze slakken moeten vanuit milieu hygiënisch oogpunt worden afgevoerd. Dat leidt tot een extra kostenpost van circa € 1,5 miljoen. Voor het totale areaal van de provincie is het (onverwacht) aantreffen van hoogovenslakken een risico. Dit risico brengen we de komende periode nader in beeld.  

Grote beheeropgave KAdH - € 10,2 miljoen incidenteel
Zoals wij u vorig jaar hebben vermeld voldoen de oeverconstructies langs Kanaal Almelo-De Haandrik (KADH) niet aan de normen en is versterking/vervanging nodig is. Zonder dit kunnen damwanden bezwijken en schade veroorzaken. Vanuit onze zorgplicht zijn verschillende beheersmaatregelen onvermijdelijk. Het gaat om maatregelen zoals parkeerverboden, scheepvaartmaatregelen en een uitgebreid monitoringsprogramma. Tot en met 2027 verwachten we in totaal € 10,2 miljoen aan kosten. De kosten voor de jaren daarna betrekken we in de opstelling van het Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2028-2031.

Schadedossier KAdH  - € 2,9 miljoen incidenteel
Voor de afwikkeling van het schadedossier Kanaal Almelo de Haandrik is een bestuurlijk kopstuk aangesteld voor het opstellen van maatwerk adviezen. De hoogte van deze maatwerkadviezen is tot nu toe hoger dan de bedragen waarmee is rekening gehouden in de beschikbare budgetten. We stellen voor hier incidenteel € 2,9 miljoen te reserveren.

Woonparken Technology Base - € 2,7 miljoen incidenteel
In 2018 is een financiële compensatie van € 2,7 miljoen toegezegd aan de gemeente Enschede in het kader van afspraken omtrent Technology Base. Dit was voor een bijstelling van het woningbouwprogramma van Enschede in 2012, dat destijds een gunstig effect had op de grondexploitatie van Technology Base en ten koste ging van de gemeentelijke grondexploitatie. Vanwege het ontbreken van een duidelijke termijn voor uitbetaling is destijds nog geen dekking voor dit voorstel geregeld. Wij stellen voor dit nu wel te doen en € 2,7 miljoen beschikbaar te stellen en toe te voegen aan de middelen voor Technology Base.

Inzet preventieve gemeenten  - € 100.000 incidenteel
Naar verwachting zullen er in 2025 twee tot vijf gemeenten preventief worden vanuit het financieel toezicht. Dat levert een piekbelasting op. In de huidige begroting hebben we daar geen rekening mee gehouden. Het voorstel is hiervoor incidenteel € 100.000 beschikbaar te stellen in 2025.

Financiële voorstellen vanuit speerpunten

Terug naar navigatie - Financiële voorstellen vanuit speerpunten

Toekomst voor ons platteland  - € 2,1 miljoen incidenteel
In de afgelopen jaren heeft de provincie in de zes gebieden in Overijssel netwerken (gebiedstafels) opgebouwd waarmee we koploper gebiedsprocessen hebben helpen ontstaan. Deze netwerken zijn cruciaal om gebiedsgericht en integraal te kunnen werken. Door het vervallen van de Rijksmiddelen in het kader van het NPLG is de financiering voor deze netwerken komen te vervallen. We willen de 3x3 aanpak in de praktijk blijven brengen en het netwerk versterken voor de samenwerking op zowel het provinciaal schaalniveau als in de zes gebieden . De partners in de gebieden leveren sinds 2025 zelf hun bijdrage. Met onze bijdrage zorgen we voor de inbreng van de provinciale belangen en een samenspel van de collectieve netwerken.

De totale kosten voor de provinciale inzet in de komende vier jaar ramen we op € 2,5 miljoen per jaar. Vanuit de investeringsimpuls was € 8 miljoen beschikbaar voor onze provinciale inzet op PPLG. Wij stellen voor hieraan incidenteel € 2,1 miljoen toe te voegen. Onderdeel daarvan is € 140.000 voor proceskosten die wij moeten dragen voor de opkoopregeling veehouderij.

Capaciteit Landbouw en grondzaken - € 520.000 structureel en  € 800.000 incidenteel
De ontwikkelingen op het gebied van landbouw vragen aanvullende personele inzet. De afgelopen periode is geïnventariseerd welke stappen we binnen de organisatie moeten zetten om de beleidstaken op landbouw robuust vorm te geven. Uit deze inventarisatie blijkt dat er 6 fte aanvullend nodig zijn om onder andere uitwerking te geven aan de landbouwvisie en expertise op agrarische bedrijfsmodellen. Ook op het gebied van beleidsbeïnvloeding (tijdelijke capaciteit) en grondzaken is aanvullende inzet benodigd. Het voorstel is om voor de capaciteit voor de opgaven op het gebied van Landbouw vanaf 2025 structureel € 520.000 en van 2025 tot en met 2028 incidenteel € 200.000 per jaar beschikbaar te stellen. 

Gebiedsaanpak Kanaal Almelo de Haandrik - € 3,4 miljoen incidenteel
In het kader van Leefbaar Platteland ondersteunen we het maken van dorpsplannen. In het gebied rond Kanaal Almelo – De Haandrik komt het opstellen en uitvoeren van de dorpsplannen samen met een aantal andere initiatieven. Deze komen voort uit de verkenning naar de toekomstfunctie van het Kanaal Almelo – De Haandrik. Uit de participatie van de verkenning blijkt dat inwoners en bedrijven in het gebied een bredere vraag hebben dan alleen een passend gebruik van het kanaal. Zo is de vraag om kansen op het gebied van ecologie en recreatie te benutten. Daarnaast geven veel inwoners in het gebied aan overlast te ervaren van zwaar wegverkeer langs het kanaal en in de kernen. Tot slot is er behoefte aan een nauwere samenwerking rond de aanpak van bodemdaling en funderingsschade.

We willen graag – samen met gemeenten – onderzoek doen naar deze vragen en kansen. We stellen voor om voor deze gebiedsaanpak in totaal € 400.000 proceskosten beschikbaar te stellen. Daarnaast is de verwachting dat vanuit de verschillende dorpsplannen concrete financieringsverzoeken zullen komen. Deze kunnen niet allemaal gedekt worden vanuit het programma Leefbaar Platteland. Mede vanuit de wens vanuit uw Staten om te investeren in de leefbaarheid van dit gebied (zie de motie 'Maatschappelijk initiatievenfonds'), stellen wij voor een bedrag van € 3 miljoen te reserveren voor investeringen in het gebied rondom Kanaal Almelo de Haandrik. Vanuit de samenhangende gebiedsaanpak zullen we concrete investeringsvoorstellen uitwerken.

Handhavingscapaciteit voor behoud houtopstanden  - € 100.000 structureel en € 400.000 incidenteel
Op grond van de Omgevingswet is de provincie bevoegd gezag voor het areaal en de landschaps- en ecologische waarden voor houtopstanden buiten de bebouwde kom. Om deze waarden te beschermen is het behoud van huidige houtopstanden belangrijk.  Wij stellen voor om vanaf 2025 structureel € 50.000 in te zetten voor de instandhouding van de houtopstanden, oplopend naar € 100.000 vanaf 2026, en incidenteel € 400.000 beschikbaar te stellen voor de periode 2025 tot en met 2027.

Werkregio's DPRA - € 1.2 miljoen incidenteel
We werken samen met onze partners in de werkregio's van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Onze financiële inzet voor deze werkregio's lopen af na 2027. We stellen voor deze inzet in 2028 en 2029 te continueren en hiervoor incidenteel € 600.000 per jaar beschikbaar te stellen. Daarnaast verwachten we dat na 2027 opnieuw (cofinancierings)middelen nodig zijn voor de investeringen in klimaatadaptatie. 

Kaderrichtlijn water € 725.000 incidenteel
De deadline voor de Kaderrichtlijn Water in 2027 nadert. Uit een tussenevaluatie van het Rijk blijkt dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn, waaraan alle overheden moeten bijdragen. Wij werken de te nemen maatregelen momenteel verder uit. We stellen voor om nu al extra inzet te plegen op de aanpak van indirecte lozingen, extra impulsmaatregelen en de extra monitoring (mede naar aanleiding van uw motie). Het voorstel is om in totaal € 725.000 incidenteel beschikbaar te stellen over de periode 2025 tot en met 2029. Er zullen meer maatregelen nodig zijn om de doelstellingen te halen. Mede op basis van de uitkomsten van het landelijke traject verwachten we hierop bij de Perspectiefnota 2027 terug te komen.

Wonen - € 15 miljoen incidenteel
Vanuit ons investeringsvoorstel Wonen zetten we verschillende instrumenten in om de woningbouw te versnellen. Deze instrumenten worden goed gebruik en we verwachten dat er voor de Perspectiefnota volgend jaar extra middelen nodig zijn om onze inzet te continueren. Het gaat dan in elk geval om:

  1. De inzet van de adviespool woningbouw, waar gemeenten gebruik van kunnen maken voor projectleiders en stedenbouwkundigen (nu € 0,5 miljoen beschikbaar).
  2. De woonfaciliteit voor gemeenten, waarmee projecten sneller in de bouwfase terecht komen door een leenfaciliteit of garantstelling (nu € 6 miljoen beschikbaar).
  3. De regeling voor betaalbaar wonen in kleine steden en dorpen (nu € 5 miljoen beschikbaar).

Daarnaast zien we dat vanuit het Rijk, de markt en ons netwerk kansen en ontwikkelingen zijn die mogelijk (co)financiering vragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om aanwijzing van grootschalige woningbouwlocaties, initiatieven voor de middenhuur en de realisatie van 5.000 nieuwe woningen in Overijssel. Daarnaast stelt het Rijk mogelijk cofinancieringseisen bij investeringen in de infrastructuur in stedelijke regio's. 

Wij stellen voor om voor de continuering van onze inzet op de woonopgave aanvullend € 15 miljoen te reserveren binnen de Algemene Reserve KvO. Voor de inzet van deze middelen volgt een separaat Statenvoorstel.

Versnellen actieplan verkeersveiligheid  - € 5 miljoen incidenteel
Via de risico gestuurde aanpak zetten we in op het verkeersveilig maken van 6 risicovolle N-wegen. Daarnaast werken we maatregelen uit in een actieplan verkeersveiligheid voor kruispunten en wegvakken. De komende tijd willen we het actieplan versneld uitvoeren. We willen in elk geval investeren in de N731 fietsoversteek Losser (€ 1,9 mln) en de N337 Windesheim (€ 0,6 mln). Daarnaast willen we € 2,5 miljoen beschikbaar stellen voor locatie-onderzoeken en generieke maatregelen in combinatie met groot onderhoud. Wij stellen voor om € 5 miljoen beschikbaar te stellen voor het versnellen van het actieplan verkeersveiligheid en deze middelen toe te voegen aan de Uitvoeringsreserve KvO.

Nationale veiligheid - € 1 miljoen incidenteel
Defensie zoekt meer ruimte voor nationale veiligheid. In Overijssel onderzoekt Defensie verschillende locaties. De plannen hebben (mogelijk) een forse impact op inwoners, de omgeving, de infrastructuur en op bedrijven. Wij willen in redelijkheid een bijdrage leveren aan de nationale veiligheid. Dat willen we doen vanuit het belang van een goede ruimtelijke ordening. Rekening houdend met de impact op de samenleving en in balans met (economische) kansen. We werken hieraan in een meerjarenprogramma met drie lijnen:

  1. Bijdragen aan een goede ruimtelijke ordening. Daarbij brengen we de impact van ruimteclaims op provinciale opgaven in kaart en werken we mee aan gebiedsarrangementen.
  2. Zorgdragen voor een goed proces. We willen zorgvuldig communiceren met alle betrokken partijen en gericht participeren in verschillende (ruimtelijke) procedures.
  3. Benutten van economische kansen. Het uitwerken van een Economische Agenda Defensie en Veiligheid, het versterken van het netwerk van bedrijven, onderwijs en overheden en op de lange termijn het ondersteunen van defensie productiesystemen, zo mogelijk grensoverschrijdend.

Aan het eind van Q2 komt een beleidsbrief van het Rijk over ‘een weerbare samenleving’. De samenleving moet ook onder moeilijke omstandigheden door kunnen functioneren en in staat zijn Defensie te helpen de militaire paraatheid te versterken. We zien – in lijn met waar het Rijk ons toe oproept – noodzaak om de komende periode nog eens kritisch te kijken naar de weerbaarheid van onze organisatie. Zijn wij bijvoorbeeld goed voorbereid op eventuele incidenten en hebben we de crisisorganisatie goed staan? Hebben we een goed beeld van onze taken en verantwoordelijkheden, zoals civiele ondersteuning van de krijgsmacht en een weerbare economie, en is bijvoorbeeld de vitale infrastructuur die wij beheren op orde? Mogelijk leidt dit tot een extra programmalijn. 

Wij stellen voor om voor de personele inzet, communicatie en onderzoeksmiddelen van het meerjarenprogramma nationale veiligheid in totaal € 700.000 incidenteel beschikbaar te stellen over de periode 2025 tot en met 2027.  Dit is aanvullend op de middelen die vorig jaar beschikbaar zijn gesteld. Om de verkenning naar weerbaarheid uit te voeren en eventuele voorstellen op dit punt voor te bereiden is het voorstel om incidenteel € 300.000 beschikbaar te stellen in 2025 en 2026.

Invulling motie fotonica/semicon - € 1,3 miljoen incidenteel
De motie fotonica/semicon vraagt om een visie hoe de fotonica- en chiptechnologie-industrie in Overijssel te versterken en wat hiervoor wanneer nodig is. Aanvullende middelen zijn nodig voor personele inzet van uitvoeringspartners, zoals OostNL, Novel-T en Chiptech Twente. Wij stellen voor om jaarlijks incidenteel € 650.000 beschikbaar te stellen voor het continueren van onze inzet op innovatie en fotonica in de jaren 2026 en 2027.

Fondsen - € 30 miljoen incidenteel
De provinciale investeringsfondsen van Overijssel zijn essentiële instrumenten voor het bereiken van provinciale doelen, maar staan financieel onder druk. Door veranderende marktomstandigheden duurt het langer voordat projecten resultaten opleveren en investeringen renderen, waardoor fondsen aanvullende middelen nodig hebben om niet stil te vallen.  Wij stellen voor om € 30 miljoen te reserveren binnen de Algemene reserve KvO voor de inzet op onze fondsen. Voor de inzet van deze middelen volgen separate Statenvoorstellen.

Participatie   - € 50.000 structureel
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de provincie verplicht participatiebeleid te voeren. Voor monitoring, en advisering bij wettelijke en niet-wettelijke participatietrajecten is aanvullende inzet nodig. Wij stellen voor om vanaf 2025 structureel € 50.000 beschikbaar te stellen voor de invulling van onze participatievisie.

Net vitale vakantieparken - € 255.000 incidenteel
Met de aanpak vitale vakantieparken hebben we al geruime tijd een programma dat zich richt op het tegengaan van ondermijning op vakantieparken. Het programma focust zich met name op de vakantieparken waar er al (stevige) problematiek is. De afgelopen jaren hebben we ook vakantieparken in beeld gekregen die 'net' vitaal zijn. Deze vallen niet binnen de aanpak van het huidige programma. We willen echter wel voorkomen dat deze groep afglijdt naar de categorie niet vitale vakantieparken. Daarvoor willen we de aanpak die in Drenthe is ontwikkeld ook in Overijssel inzetten. Deze aanpak richt zich op verenigingen van eigenaars die onvoldoende in staat zijn een toekomstplan te maken en uit te voeren. Het voorstel is om in totaal incidenteel € 225.000 beschikbaar te stellen voor de aanpak van net vitale vakantieparken. 

Aanpak preventie jongeren  - € 600.000 incidenteel
Bij de behandeling van beleidsnota Ondermijning is aan u toegezegd met een aanvullend voorstel te komen voor preventie bij jongeren. Door Lysias is in opdracht van de provincie onderzocht of er sprake is van een probleem en of een provinciale rol gewenst/nuttig is. Daaruit blijkt dat tijdelijke provinciale coördinatie en een tijdelijke financiële stimulans voor scholen gewenst is . Het voorstel is om in totaal € 600.000 beschikbaar te stellen voor de aanpak van ondermijning in het kader van preventie bij jongeren voor de periode 2025 tot en met 2027.

Inrichting informatiehuishouding  - € 11 miljoen incidenteel
De informatievoorziening binnen de Provincie Overijssel heeft met name de afgelopen jaren op ad hoc basis verschillende initiatieven gekend. Deze benadering heeft geleid tot een situatie waarin de provincie niet optimaal voorbereid is op de toekomst. De snelle technologische vooruitgang, de strengere wet- en regelgeving en de nadruk op digitale samenwerking, maakt het noodzakelijk om de informatiehuishouding op een structurele wijze aan te pakken.

Wij starten met het aanpakken en verbeteren van de meest kwetsbare en kritische processen en systemen. Daarbij hebben we in elk geval expliciet aandacht voor de informatievoorziening rond de wet BIBOB, het proces burgemeestersbenoemingen en de actieve openbaarmaking van informatie in het kader van de Wet Open Overheid.

Het voorstel is om incidenteel € 11 miljoen te reserveren binnen de Algemene reserve KvO voor het inrichten van de informatiehuishouding. Voor de inzet van deze middelen volgt een separaat Statenvoorstel. Gegeven de grote omvang van deze opgave is het waarschijnlijk dat we op een later moment een voorstel voor aanvullende middelen aan u voorleggen.

Museum De Fundatie  - € 450.000 structureel
Bij de Perspectiefnota vorig jaar heeft u middelen beschikbaar gesteld, zodat het museum de basis op orde kon brengen en een bedrijfsplan op te stellen dat aangeeft hoe het museum de ambities in het beleidsplan wil verwezenlijken.  Om het museum een regionale functie te laten vervullen, maar ook landelijke bekendheid te kunnen zijn is een structurele verhoging van de bijdrage benodigd. Het voorstel is om vanaf 2026 structureel € 450.000 beschikbaar te stellen voor het museum De Fundatie. De gemeente Zwolle draagt een zelfde bedrag bij. 

Overige voorstellen

Terug naar navigatie - Overige voorstellen

Monitoring van Natuur -  € 510.000 structureel en € 500.000 incidenteel
Op 17 juli 2024 heeft u de motie "Monitoring van Natuur" aangenomen, gericht op de monitoring van natuur in Natura 2000-gebieden. De motie vraagt om een financiële en inhoudelijke analyse van wat nodig is voor goede monitoring. Provincies werken samen aan het ‘Verbeterprogramma VHR-monitoring’ om de natuurmonitoring te optimaliseren. In 2025 en 2026 zullen we 24 monitoringsplannen opstellen. Hiervoor is eenmalig € 500.000 benodigd. Voor de uitvoering van extra monitoring (onder andere veldmetingen, analyses, rapportages) is structureel € 600.000 benodigd. Hiervan kunnen we een gedeelte naar verwachting binnen bestaand budget opgevangen. Mocht dit in de toekomst toch tot problemen leiden, dan komen we bij een volgende Perspectiefnota hierop terug. Het voorstel is om voor de monitoring van natuur vanaf 2026 structureel € 510.000 beschikbaar te stellen. Daarnaast stellen we voor in 2025 en 2026 jaarlijks incidenteel € 250.000 beschikbaar te stellen.

Beheerplannen - € 400.000 incidenteel
Bij het maken van onze beheerplannen - die we elke zes jaar maken voor onze Natura2000 gebieden - gaan we meer dan voorheen de ecologisch-hydrologische gebiedskennis van onze inwoners en bedrijven benutten. Wij passen daarbij de ervaringen toe die we opdoen met het Gezamenlijk Feitenonderzoek. Deze werkwijze zal in het begin meer inzet vragen. Gedurende de uitvoering van een beheerplan (over enkele jaren) verwachten we die extra tijdsinvestering (deels) terug te verdienen door meer acceptatie van uitvoeringsmaatregelen. Om de extra investering aan het begin mogelijk te maken is het voorstel in 2026 en 2027 jaarlijks incidenteel € 200.000 beschikbaar te stellen.

Indexering gescheperde schaapskuddes 2025 - 2032   - € 1,06 miljoen incidenteel
Met de motie “gescheperde schaapskuddes” heeft u verzocht de mogelijkheden te onderzoeken om de gescheperde schaapskuddes met langjarige overeenkomsten te blijven ondersteunen. Deze schaapskuddes zijn een belangrijke 'interne maatregel' in een groot aantal Natura2000 gebieden. Het voorstel is om een bedrag  van € 1,056 miljoen voor de periode 2025 - 2032 beschikbaar te stellen en daarmee de eerder verleende subsidies gedurende deze jaren te indexeren.

Wolven preventie  - € 1,5 miljoen incidenteel
Sinds juli 2023 is er een subsidieregeling voor preventieve middelen om schade door wolf- en goudjakhals te voorkomen.  Met het Statenvoorstel faunabeheer zijn in januari daarnaast aanvullende incidentele middelen hiervoor beschikbaar gesteld.  Dit budget is inmiddels grotendeels uitgeput en er is een wachtlijst op de subsidieregeling. Gezien de landelijke discussie verwachten we dat nog minimaal twee jaar deze subsidieregeling benodigd blijft. Het voorstel is om in totaal € 1,5 miljoen extra beschikbaar te stellen voor de periode 2025 tot en met 2027.

Toekomstgerichte erven niet agrariërs  - € 800.000 incidenteel
Eind 2023 heeft u tot en met 2025 middelen beschikbaar gesteld voor een vervolg van de erfcoaches in het kader van Toekomstgerichte Erven. De komende jaren zetten we dit voort in samenwerking met de rijkspilot Sociaal Economische Begeleiding. Daarbinnen zijn echter geen middelen beschikbaar voor niet-agrariërs, terwijl 25% van de gesprekken met deze groep plaatsvindt.  We stellen voor de succesvolle werkwijze met de erfcoaches ook voor niet-agrariers voort te zetten en de looptijd (t/m 2029) te koppelen aan het rijksbeleid. Het voorstel is om in totaal € 800.000 incidenteel beschikbaar te stellen voor de jaren 2026 tot en met 2029.

Impuls GBDA niet agrariërs  - € 150.000 structureel
Particuliere grondeigenaren kunnen geen gebruik maken van subsidies vanuit het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Toch liggen ook bij deze groep  kansen om groen-blauwe dooradering (GBDA) te realiseren. Voor deze groep komen via de EU of het Rijk van tijd tot tijd subsidiemogelijkheden beschikbaar. Dit vraagt echter altijd cofinanciering. Het voorstel is om hiervoor vanaf 2026 structureel € 150.000 beschikbaar te stellen.

Bossenstrategie  - € 3 miljoen incidenteel
In uw motie 'Water vasthouden in bestaande bossen' heeft u verzocht te onderzoeken welke externe financieringsbronnen beschikbaar zijn voor het revitaliseren van bestaande bossen en bij de Perspectiefnota terug te komen met een voorstel. Revitalisering van ons bestaande bos vormt samen met bosuitbreiding de belangrijke pijlers onder de Overijsselse Bossenstrategie. Op dit moment is er geen concreet zicht op Europese middelen. Ook de Rijksoverheid heeft geen middelen voor revitalisering van bossen en verwijst naar de maatregelenpakketen. In de Overijsselse maatregelpakketten is echter geen bosrevitalisatie opgenomen. Om tot en met 2030 werk te maken van de revitalisatie van onze bestaande bossen is het voorstel om een bedrag van € 3 miljoen beschikbaar te stellen.

Burgerberaad - € 800.000 incidenteel
Om uitvoering te kunnen geven aan de motie Burgerberaad van de Staten stellen wij voor om € 800.000 te reserveren. Hierbij hebben we ook rekening gehouden met de personele inzet en middelen voor de uitvoering van adviezen.

Ondersteuning Amateurkunst in Overijssel 2025 - 2028 - € 200.000 incidenteel
Dit voorjaar 2025 tekenen het IPO, VNG en OCW het Bestuurlijk kader Kunstbeoefening. Onderdeel daarvan is ondersteuning voor de amateurkunst. Deze ontwikkeling hebben we opgenomen in het nieuwe cultuurbeleid 2025-2028, maar bij het schrijven was de hoogte van de cofinanciering nog niet duidelijk. Om de volledige Rijksbijdrage te kunnen matchen is het voorstel om incidenteel € 50.000 per jaar beschikbaar te stellen gedurende de periode 2025-2028.

Uitvoering windbeleid - € 3 miljoen incidenteel
Op 1 november 2024 is het windbeleid in werking getreden. Voor het in behandeling nemen van de aanvragen voor windparken is een opschaling van de organisatie nodig. Dit vraagt om tijd en capaciteit en zorgt ervoor dat we de kennis op het winddossier kunnen bundelen, versterken en behouden. De kosten die we zullen maken, verwachten we volledig te kunnen dekken via anterieure overeenkomsten met de initiatiefnemers. Omdat de kosten voor de inkomsten uitgaan, stellen we voor om € 3 miljoen beschikbaar te stellen als voorfinanciering van capaciteit en onderzoeksbudget. Naar verwachting valt het bedrag na twee jaar weer vrij. Dit is afhankelijk van de voortgang.

Na afronding van de projecten zullen er kosten gemaakt worden voor handhaving en eventuele beroepsprocedures. Dit speelt pas over zes jaar en is daarom nog niet te kwantificeren.

Dienstauto's toezichthouders - € 240.000 structureel
De toezichthouders van de provincie Overijssel maken voor hun werk gebruik van een privé auto. Dit is onwenselijk vanwege veiligheid, representativiteit en het uitrustingsniveau. Het voorstel is om het wagenpark uit te breiden met voertuigen voor toezichthouders en hiervoor een structureel bedrag van € 240.000 per jaar beschikbaar te stellen. 

Reservering cofinanciering

Terug naar navigatie - Reservering cofinanciering

Vorig jaar is een bedrag van € 40 miljoen gereserveerd voor cofinanciering (gemeenten, regio’s, Rijk, Europa). We stellen voor om op basis van een nieuwe inventarisatie bij deze Perspectiefnota nog eens € 35 miljoen te reserveren. Er zijn verschillende cofinancieringsvragen die de komende periode op ons af (kunnen) komen.

Europese programma's
Zoals in de vorige Perspectiefnota vermeld, voorzien we dat in deze coalitie periode (waarschijnlijk 2027) toezeggingen gedaan moeten worden over cofinanciering voor de Europese programma’s 2028 – 2034. Op basis van de inzet in de afgelopen jaren en de beschikbare structurele middelen, zou het gaat om een incidenteel bedrag van circa € 30 miljoen.

Zoetwater OostNL en Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie
Het programma ZON is een van de regionale zoetwaterprogramma's binnen het Deltaplan Zoetwater. Momenteel vinden de voorbereidingen voor een 3e programmafase plaats, die begin 2028 start. Via het huidige programma (2022-2027) investeert Overijssel een bedrag van ruim € 19 miljoen. Ook voor de komende periode blijven forse investeringen nodig. De huidige schatting is dat voor maatregelen en gebiedsprocessen € 15 tot € 20 miljoen nodig is. Dit is mede afhankelijk van de keuzes die we met partners/medeoverheden maken en de eventuele verhoging van de grondwaterheffing. Duidelijkheid is waarschijnlijk begin 2026 nodig. De cofinanciering voor het Deltaplan Ruimtelijk Adaptatie is mede afhankelijk van de inzet van het Rijk en de continuering van provinciale programma's zoals Natuur voor Elkaar in de nieuwe coalitieperiode.

Nationale Parken 
In de vorige Perspectiefnota is aangegeven dat het Rijk voor de financiering van de Nationale Parken mogelijk cofinanciering zou vragen van de provincies. Dit was mede benoemd als reden voor de algemene reservering voor cofinanciering. Inmiddels is duidelijk geworden dat de cofinancieringseis er niet is en is een discussienotie met uw Staten gedeeld. Afhankelijk van uw keuze is benutting van de algemene reservering voor cofinanciering aan de orde.

Koppelkansen N36
In de vorige Perspectiefnota hebben we aangegeven dat in 2023 koppelkansen zijn voorgesteld om vijf gelijkvloerse kruisingen en twee aansluitingen op de N36 aan te passen ter verbetering van de verkeersveiligheid en doorstroming. Drie locaties sluiten aan op ons provinciaal wegennet. Op het moment dat de Minister besluit over de aanpak van de N36, inclusief eventuele meekoppelkansen, dienen we nadere afspraken te maken over cofinanciering. 

Knelpunten wegennet
Samen met gemeenten Oldenzaal, Enschede, Hengelo, Almelo, Wierden, Twenterand, Ommen, Hardenberg, en Zwolle gaan wij in totaal 15 à 17 projecten indienen voor een 50% Rijksbijdrage. Als de meest kansrijke projecten doorgaan gaat het om een totale verwachte bijdrage van Overijssel van € 2,5 miljoen.

Defensie
Vanuit de programmalijn 'Benutten van economische kansen' binnen ons meerjarenprogramma omtrent Nationale Veiligheid zijn verschillende (economische) koppelkansen mogelijk. Dan gaat het bijvoorbeeld om gebiedsprogramma's ten behoeve van het bedrijfsleven of een programma-aanpak via OostNL in het landsdeel Oost. 

Financiële ontwikkelingen openbaar vervoer

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen openbaar vervoer

Rond de financiering van het Openbaar Vervoer speelt een veelvoud aan financiële ontwikkelingen, die met elkaar in verband staan. Bij deze Perspectiefnota stellen we een aantal zaken voor:

  1. De afgelopen jaren hanteerden we voor de indexatie van de budgetten van het OV een 5-jaars gemiddelde van de OV-index. Doordat de afgelopen periode grote schommelingen hebben plaatsgevonden, is er een mismatch ontstaan tussen de budgetten en de de werkelijke kosten van de concessies. Ook hebben we de komende jaren te maken met na-ijlende inflatie-effecten, waar budgettair gezien lastig op te anticiperen is. Om beter te kunnen sturen op de budgetten is het voorstel om over te stappen naar een jaarlijkse indexatie. Omdat de indexatie de afgelopen jaren hoog was, is er wel een eenmalige inhaalslag nodig (zie punt 4).
  2. Vanuit het Rijk zijn extra structurele middelen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van het OV vanuit de motie Bikker. De invulling van het verbeterplan krijgt momenteel vorm. De komende jaren stellen we voor de beschikbare structurele ruimte in eerste instantie te benutten voor het dekken van structurele lasten die momenteel niet structureel zijn gedekt. Het gaat dan primair om de internationale treindienst Hengelo-Bielefeld. Daarvoor dekken we nu € 1,5 miljoen met incidentele middelen en is vanaf 2026 € 1,2 miljoen extra nodig vanwege de overname van Eurobahn door NWL.
  3. Door huidige structurele ruimte binnen het budget vanuit motie Bikker te benutten voor treindienst Hengelo-Bielefeld, spelen we incidentele ruimte van € 17,2 miljoen vrij binnen de reserve mobiliteitsprojecten. We stellen voor deze € 17,2 miljoen te behouden voor het verbeterplan en toe te voegen aan de reserve OV. We stellen tevens voor deze reserve bij de Begroting 2026 te hernoemen naar Publieke mobiliteit.
  4. Voor de inhaalslag van de indexeringen (zie punt 1) stellen we voor vanaf 2026 structureel € 600.000 beschikbaar te stellen en vanaf 2029 cumulatief € 2,5 miljoen beschikbaar te stellen. Hiermee valt dan ook vanaf 2029 de concessie Twente-ZHO structureel te dekken. Deze concessie is nu nog tot 2029 gedeeltelijk incidenteel gedekt.
  5. Zoals vermeld bij het punt 'analyserapport reserves' vervalt de oorspronkelijke reserve OV.  Deze reserve is niet meer nodig vanwege het vervallen van het risico van schommelende indexeringen (vanwege de overstap naar de jaarlijkse indexering) en het centraliseren van het resterende risico binnen de Algemene risicoreserve en de berekening van het weerstandsvermogen. De gereserveerde € 30 miljoen in de reserve OV valt vrij. Vanuit het coalitieakkoord resteert een opgave voor het dekken van de elektrificaties. Destijds is afgesproken € 20 miljoen van de reserve OV mogelijk te benutten hiervoor. Het voorstel is om dat bij deze Perspectiefnota te effectueren door deze middelen toe te voegen aan de reserve spoor en weg. De overige € 10 miljoen valt vrij naar de Algemene Reserve. Daar staat tegenover dat de risico’s onderdeel uitmaken van het weerstandsvermogen.

Het is belangrijk te melden dat er risico’s aanwezig blijven op de ontwikkeling van de vergoeding vanuit het StudentOV. Doordat de vergoeding lager uitvalt, gaat een belangrijke financieringsbron van het OV verloren.  We houden hierbij vinger aan de pols. 

Vervangingsinvestering Kanaal Almelo de Haandrik

Terug naar navigatie - Vervangingsinvestering Kanaal Almelo de Haandrik

De damwanden van het Kanaal Almelo de Haandrik moeten worden vervangen. Op dit moment vindt het onderzoek plaats naar de toekomstfunctie van het Kanaal. De uiteindelijke keuze over de functie heeft invloed op de toekomstige investeringskosten en beheeropgave. In eerdere communicatie is aangegeven dat bij het behouden van de huidige functie er aanvullende middelen nodig zijn (circa € 1 miljoen structureel).

Ongeacht de keuze over de toekomstfunctie, vergt het Kanaal de komende tijd forse investeringen. De afgelopen periode is onderzocht hoe dit financieel vormgegeven moet worden. De middelen voor de vervanging van de damwanden zijn onderdeel van het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen (BIK) en lopen mee via de structurele storting in de Reserve Dekking Kapitaallasten (RDKA). Dit betekent in de praktijk dat voor de gehele investering binnen de 4-jaarsperiode van het BIK de budgettaire afdekking binnen de reserve moet plaatsvinden. De investeringen in het Kanaal zorgen echter voor een enorme piek in de investeringen, waardoor de storting in de RDKA fors verhoogd zou moeten worden.

We stellen voor om – net als bij de Zwartewaterbrug – voor de benodigde dekking uit te gaan van de ontwikkeling van de werkelijke kapitaallasten in de begroting. Op deze manier wordt de budgettaire last verspreid over de gehele afschrijvingsduur. Als hiervan uit wordt gegaan dan zal de huidige storting in de RDKA voor het Kanaal (€ 3,5 miljoen per jaar) voor de komende 10 jaar volstaan om de kapitaallasten op te vangen. Daarmee zijn de investeringen de komende jaren budgetneutraal op te vangen.

Afhankelijk van de gekozen toekomstfunctie zijn op termijn méér middelen nodig om de kapitaallasten te dekken (op basis van het huidig prijspeil zou de totale afschrijvingslast kunnen groeien naar € 4,4 miljoen). Hierover zal nader besloten moeten worden in het kader van de toekomstfunctie. 

Toekomstige ontwikkelingen en risico's

Terug naar navigatie - Toekomstige ontwikkelingen en risico's

In deze Perspectiefnota constateren we verschillende ontwikkelingen die nog niet direct leiden tot een financieel voorstel, maar waarbij we wel verwachten dat die in de toekomst kunnen volgen. Het gaat in elk geval om de volgende onderwerpen:

  • We onderzoeken de mogelijkheden om vergunningverlening op korte termijn los te kunnen trekken. Mogelijk vergt dit ook extra financiële inzet.
  • We continueren de koploper-gebiedsprocessen. Om ook uitvoering te kunnen geven aan de plannen zijn middelen nodig. Daarin is nog niet voorzien door bijvoorbeeld budget van het Rijk.
  • Dit voorjaar vindt een actualisatie plaats van de tarieven voor het Subsidiestelsel Natuur en Landschap. Op basis van de huidige verwachtingen kunnen we de ontwikkelingen opvangen binnen het bestaande budget, mede omdat we de afgelopen jaren onze begroting consequent hebben geïndexeerd. Als de tarieven hoger uitvallen, dan kan dat leiden tot een tekort.
  • We constateren de afgelopen jaren een grote toename in de kosten voor faunaschades en de aanpak van invasieve exoten. De toekomstige trend is onzeker.
  • Op de infrastructurele projecten is een aantal tegenvallers. Deze vangen we op binnen het lopende beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen. Er blijft wel onzekerheid bestaan rondom de impact van stikstof en prijsstijgingen op een aantal contracten. Ook zijn er zes viaducten in onderzoek en is er sprake van risico’s rondom de hoogovenslakken.
  • In deze Perspectiefnota is het voorstel opgenomen om € 11 miljoen beschikbaar te stellen voor een eerste fase in de aanpak van de informatiehuishouding. Mogelijk zijn aanvullende middelen nodig.
  • Op het moment van de afronding van de Perspectiefnota is bekend geworden dat de afdrachten van de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting in 2024 te hoog was. Dit levert nog een tegenvaller op van € 3,7 miljoen. Deze is nog niet meegenomen in het budgettair perspectief.