Onze sociale samenleving

Onze sociale samenleving

Opgave

Terug naar navigatie - Opgave

Een samenleving waarin iedereen mee kan doen, vormt de basis voor de leefbaarheid van Overijssel. We werken op veel gebieden samen met inwoners, gemeenten en maatschappelijke partners. Dat doen we onder andere met de extra investeringen vanuit het coalitieakkoord. Deze zijn vrijwel allemaal in gang gezet.

Op basis van de Tussenbalans en de hieronder beschreven trends en ontwikkelingen, hebben we zes speerpunten geformuleerd. Hier zetten we de komende periode extra op in.

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

Een sterke democratie en een sterk bestuur zijn nodig om de grote maatschappelijke opgaven op te pakken. Het provinciaal bestuur vervult een belangrijke rol in de verbinding tussen opgaven, uitvoering en bijbehorende partners.  

De urgentie om de weerbaarheid van het openbaar bestuur te versterken en ondermijning aan te pakken is alleen maar toegenomen. Zorgelijk is dat incidenten steeds meer op de persoon zijn gericht en dat ambtsdragers dit steeds vaker als ernstig ervaren. We gaan daarom in deze coalitieperiode een Overijsselse norm weerbare overheid opstellen.  

We zien dat gemeenten moeite hebben om voldoende capaciteit vrij te maken en kennis op te bouwen om ondermijning aan te pakken. Hier ligt nadrukkelijk een ondersteunende rol voor de provincie om gemeenten te helpen in de strijd. Een sterk bestuur in Overijssel dat omziet naar elkaar.  

We zien dat er veel op onze gemeenten af komt: een groeiend takenpakket, beperkte(re) financiële middelen en personeelstekorten. Vooral kleinere gemeenten hebben steeds meer moeite om de opgaven op te pakken. Deze gemeenten willen we helpen. Per opgave bekijken we of en hoe dat kan en gewenst is en of het binnen onze mogelijkheden past. Onze hulp kan bestaan uit bijvoorbeeld menskracht of het delen van kennis. 

Onze opgaven vragen steeds vaker om goede regionale samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners. Binnen regionale, gemeentelijke en provinciale organisatie(s) vraagt dit om een nieuwe oriëntatie.  
De ontwikkelingen op gebied van kunstmatige intelligentie (AI) gaan snel. Het inzetten van toepassingen voor maatschappelijke opgaven vraagt wat van interne organisatie, o.a. toekomstbestendige informatiehuishouding, toekomstbestendig inrichten en digitale vaardigheden.  

Om haar ambities te realiseren, voert de provincie ook gerichte lobby richting het Rijk en de Europese Unie, op basis van een geprioriteerde lobbyagenda met als thema’s mobiliteit, landbouw en natuur, wonen, water, en regionale economie. Ook de lobby-inzet in het kader van ‘Elke regio telt’ blijft belangrijk, bijvoorbeeld voor de Rijkscultuurmiddelen die momenteel onevenredig verdeeld zijn over Nederland.  

Opgaven vragen om in samenhang te worden opgepakt en dit vraagt om investeren in onderlinge samenwerking.  De toegenomen aandacht van het Rijk voor de regio en de grote opgaven die in de regio moeten worden opgepakt (o.a. woningbouwopgave en toekomst platteland) brengt besturingsvraagstukken mee. 

Participatie en burgerberaad

Terug naar navigatie - Participatie en burgerberaad

Aanleiding 
Aandacht voor en inzet op participatie is niet nieuw. De afgelopen decennia heeft de provincie al volop gedaan aan participatie en daar het nodige van geleerd. Met de in oktober 2024 vastgestelde Overijsselse participatievisie en -werkwijze bouwen we hierop voort en zetten we een volgende stap in het betrekken van de samenleving bij beleidsontwikkeling en de aanpak van grote maatschappelijke opgaven.  

Wat willen we bereiken
Door participatie structureel te verankeren in onze beleidsterreinen, benutten we de kennis en ervaring van inwoners en stakeholders om gezamenlijk tot gedragen en duurzame oplossingen te komen. We blijven investeren in de doorontwikkeling van participatie binnen de organisatie en stimuleren kennisuitwisseling tussen betrokken partijen.  

We zetten ons actief in om participatie een zichtbare en vanzelfsprekende plek te geven in de werkwijze van de provincie. De manier waarop Provinciale Staten de participatievisie en -werkwijze hebben omarmd, helpt ons hierbij. Voor het vervolg geldt dat Provinciale Staten nauw betrokken blijven bij de voortgang en uitvoering van de participatiewerkwijze. De Kopgroep Participatie pakt hierin een voortrekkersrol, onder andere door voor de Staten een inspiratiedag over participatie te organiseren.  

Wat is ervoor nodig
We willen transparant zijn naar participanten over hoe we werken en waar ze ons op kunnen aanspreken. Om dit bewustzijn te realiseren en te onderhouden, investeren we continue in bewustwording en vaardigheid bij medewerkers en leidinggevenden. Daarnaast is het essentieel dat het bestuur en het management dat uitvoering geeft aan de bestuurlijke besluitvorming en het bestuurlijk vastgesteld beleid het belang van participatie blijft benadrukken en dat participatieactiviteiten worden ondersteund en aangemoedigd. Deze aanpak hebben we ook juridisch geborgd in de participatieverordening die in januari door Provinciale Staten is vastgesteld.  

Om de Overijsselse participatiewerkwijze verder te versterken, zal een continue inspanning nodig blijven. We stellen voor om hiervoor structureel €50.000 beschikbaar te stellen. Zo zorgen we ervoor dat participatie een vanzelfsprekend en integraal onderdeel van ons bestuur en beleid is (én blijft!).  

Daarnaast is vanuit PS via een motie gevraagd om een procesvoorstel op te stellen voor het organiseren van een burgerberaad in Overijssel, om de kennis en ervaring uit de samenleving te benutten. In deze Perspectiefnota reserveren we € 800.000, zodat dit deze coalitieperiode door PS verder kan worden vormgegeven.

Ondermijning

Terug naar navigatie - Ondermijning

Aanleiding
In Overijssel zijn (net als in de rest van Nederland) toenemende zorgen over ontwikkelingen die onze maatschappij ondermijnen. Met de beleidsnota Ondermijning hebben Provinciale Staten richting gegeven aan hoe we als provincie een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en weerbaarheid in Overijssel. We zien twee aanvullende punten waar provinciale inzet noodzakelijk is:
•    preventieve aanpak om jeugd weerbaar te maken, mede naar aanleiding van onze toezegging bij de behandeling van het Statenvoorstel Ondermijning in juli 2024.
•    het vitaal houden van vakantieparken die dreigen niet meer vitaal te worden

Wat willen we bereiken
We willen dat elk kind op jonge leeftijd weerbaar wordt gemaakt tegen criminele invloeden. Uit onderzoek door Lysias komt naar voren dat er een stimulerende en ondersteunende rol ligt voor de provincie om gemeenten en onderwijsinstellingen te stimuleren dat Overijsselse jongeren tijdens hun basisschool- en/of middelbareschooltijd de lesmethoden krijgen aangeboden.

Net als in andere provincies zien we dat er ook vakantieparken zijn die nog niet geconfronteerd worden met ondermijning, maar die een verhoogd risico hebben hiermee te maken te krijgen. Dit zijn vaak parken die worden beheerd door verenigingen van eigenaren (VvE) die moeite hebben om zich goed te organiseren om eventuele dreigende verloedering of ondermijning tegen te gaan (denk aan huisvesting arbeidsmigranten, opkoop met crimineel geld, in stand houden voorzieningen). Om te voorkomen dat deze vakantieparken ook in de problemen komen is er een preventieve aanpak nodig.

Wat is er nodig
De primaire verantwoordelijkheid voor het weerbaar maken van jeugd en aanbieden van passend onderwijs ligt bij de onderwijsinstellingen en de gemeenten. Om te komen tot een gestructureerde aanpak is het behulpzaam als de provincie kan voorzien in capaciteit voor projectleiders voor coördinatie van het aanbod en een deel van de kosten voor het aanbieden van de lesmethoden voor haar rekening kan nemen. We stellen voor hier tot en met 2027 € 200.000 per jaar beschikbaar te stellen. In de overige kosten moeten gemeenten voorzien. 

De aanpak van nog net vitale vakantieparken richt zich op eigenaarsverenigingen die onvoldoende in staat zijn om in gezamenlijkheid een toekomstplan te maken en uit te voeren. De hulp wordt geboden in de vorm van een coach (vergelijkbaar met de erfcoach) in combinatie met de inhuur van externe expertise om bijvoorbeeld een meerjarig onderhoudsplan te maken, een verduurzamings- of verhuurplan. Doel is dat de parken weerbaarder worden en dat gemeenten gemakkelijker in gesprek kunnen met de vakantieparken. Gemeenten dragen parken voor waar zij zorgen over hebben en co-financieren de inzet. Uitgaande van het benutten van deze aanpak voor 15 parken tot en met 2025 stellen we voor € 255.000 beschikbaar te stellen.

Museale visie

Terug naar navigatie - Museale visie

Aanleiding
Het voorzieningenniveau in met name het landelijk gebied staat al geruime tijd onder druk. Musea maken deel uit van het voorzieningenniveau; zij vertellen vanuit de eigen invalshoek een deel van het totale verhaal van Overijssel. Het cultuur en erfgoed beleid is niet sectoraal ingestoken en dus ook niet specifiek op musea. We zien dat het museale veld in Overijssel in ontwikkeling is.

Wat willen we bereiken
Musea zijn onderdeel van het cultuuraanbod en het erfgoedverhaal in Overijssel. Musea spelen een rol bij het vertellen van het verhaal van de gemeente of de regio en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van gemeenten. Door het 'nu' in relatie te brengen met het verleden, komt de geschiedenis tot leven en zijn locaties, voorwerpen en gebruiken beter te plaatsen in het heden.
Musea hebben een economisch effect door het aantrekken van bezoekers. Bezoekers verblijven vaak nog enige tijd in de plaats waar het museum gevestigd is en geven daar geld uit. Het voortbestaan van musea is vaak sterk afhankelijk van de inzet van vrijwilligers; daarmee hebben ze een verbindende werking in de samenleving. Voor vrijwilligers kan de inzet bij een museum de opstap zijn naar meer participatie in de maatschappij en soms zelfs naar (betaald) werk. Hier ligt een verbinding met vrijwilligersbeleid (onderdeel sociale kwaliteit) en arbeidsmarktbeleid.

Wat is ervoor nodig
De provincie vervult een regisserende rol bij het Erfgoedplatform, dat vanuit haar netwerk van erfgoedorganisaties zoals lokale musea desgewenst ondersteunt. Vanuit vrijetijdseconomie onderzoeken wij of (culturele en erfgoed) organisaties in Twente het profiel van Twente kunnen versterken door de industrialisatie in Twente als gezamenlijk thema te hanteren. Kleine erfgoedorganisaties waaronder musea kunnen een beroep doen op de subsidieregeling ‘Verhaal van Overijssel wordt vervolgd’. De provincie heeft de Twentse Museumcoöperatie (Oyfo en de Museumfabriek) voorgedragen voor financiering van publieksactiviteiten vanuit de BIS (Basisinfrastructuur rijksfinanciering). De rol van de provincie in de financiering van musea beperkt zich op dit moment tot samen met de gemeente Zwolle subsidiëren van museum de Fundatie en een co-financieringsbijdrage aan Rijksmuseum Twente. De Fundatie beheert namelijk de provinciale kunstcollectie en geeft een publieke functie aan ons kasteel het Nijenhuis in Wijhe. In deze Perspectiefnota doen wij u het voorstel voor aanvullende financiering om deze functies van de Fundatie een stevige basis te geven. 

In de motie ‘Gezamenlijke ambities’ die eind 2024 is aangenomen, zijn middelen beschikbaar gesteld om lokale musea te ondersteunen. De ambitie is om hiermee lokale musea toekomstbestendiger te maken door kennisdeling. Hierbij kan gedacht worden aan een leerlijn of het laagdrempelig aanbieden van workshops, lezingen of andersoortige informatie en netwerkbijeenkomsten. Er moet nog nader bepaald worden hoe dit exact vormgegeven moet worden. De komende periode willen we mede daardoor meer zicht krijgen op het museale landschap, ook gezien de ontwikkelingen die dit landschap doormaakt in de provincie, om de behoeften en ontwikkelingen in beeld te brengen in relatie tot de genoemde motie en de eventuele provinciale rol.

Bibliotheken

Terug naar navigatie - Bibliotheken

Aanleiding
Een belangrijk uitgangspunt voor deze coalitieperiode is dat iedereen moet kunnen meedoen in Overijssel en zich veilig en thuis moet kunnen voelen. Bibliotheken spelen hierin een belangrijke rol als maatschappelijke ontmoetingsplek. Het Rijk herziet de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), waarbij een zorgplicht voor gemeenten en een toezichtstaak voor provincies wordt ingevoerd. In lijn met deze zorgplicht en het nieuwe bibliotheekconvenant 2024-2027 streven we naar een Overijssel waarin iedereen kan lezen, online kan meekomen en zich een leven lang kan ontwikkelen. Elke gemeente moet een volwaardige bibliotheek hebben: 'een goed bereikbare openbare bibliotheek die de hele breedte aan maatschappelijke functies aanbiedt en daarmee van belang is voor de lokale gemeenschap’.  

Het gaat hier om de vijf bibliotheekfuncties die in de wet zijn vastgelegd: 

  1. het ter beschikking stellen van kennis en informatie 
  2. het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie 
  3. het bevorderen van het lezen en het laten kennismaken met literatuur 
  4. het organiseren van ontmoeting en debat 
  5. het laten kennismaken met kunst en cultuur 
  6. Provincies ondersteunen lokale bibliotheken via provinciale ondersteuningsinstellingen (Rijnbrink in Overijssel) en houden toezicht op de uitvoering van de zorgplicht door gemeenten.  


Wat willen we bereiken

We zien dat het netwerk tussen provincie, gemeenten, bibliotheken en Rijnbrink sterk is, maar de invoering van de zorgplicht en de financiële druk op gemeenten vragen wel extra aandacht. Door grote financiële druk op gemeenten komt het voorzieningenniveau en de spreiding van voorzieningen onder druk te staan. Maatwerk en aansluiting bij de lokale context zijn nodig om innovatie en professionalisering te borgen.

In het Bibliotheekconvenant 2024-2027 zijn afspraken gemaakt over de bijdrage van openbare bibliotheekvoorzieningen aan maatschappelijke opgaven: een geletterde samenleving, participatie in de informatiesamenleving en een leven lang ontwikkelen. Het Overijssels bibliotheekbeleid, vastgelegd in de Cultuur- en Erfgoedbeleid Overijssel 2025-2028 ‘Morgen wacht niet’, richt zich op vier prioriteiten: volwaardige bibliotheekvoorzieningen in elke gemeente, vergroten van bereik en gebruik van bibliotheken, versterken van programmering rondom democratie en burgerschap, en ontwikkelen van basisvaardigheden en leesplezier.  

Wat is ervoor nodig
Wij willen gemeenten stimuleren om de extra structurele rijksmiddelen voor bibliotheekwerk van €2,90 per inwoner ook echt ten goede te laten komen aan bibliotheken, om de nieuw opgebouwde bibliotheekcapaciteit voort te zetten, oog te hebben voor spreiding van voorzieningen en de bestaande bibliotheken te verbeteren. Gemeenten moeten na overleg met lokale bibliotheken in een meerjarenplan beschrijven hoe zij invulling geven aan de zorgplicht, rekening houdend met lokale omstandigheden.   
Wij geven de komende periode extra impulsen aan bibliotheken of gemeenten om bij te dragen aan de provinciale ambities. Dit doen wij door het delen van informatie, best practices en organiseren van gezamenlijke werksessies.

We hebben in de vorige periode geïnvesteerd in de robuustheid van bibliotheken. Op basis van de opbrengsten hiervan en de inzet van het netwerk van bibliotheken bepalen we of er meer nodig is. Professionalisering en inzet van vrijwilligers heeft in ieder geval onze aandacht. We onderzoeken hoe inwoners van kleine dorpen en kernen beter bereikt kunnen worden. Daarvoor leggen we verbindingen met andere provinciale beleidsterreinen zoals sociale kwaliteit en leefbaar platteland en maken we pilots mogelijk. We onderzoeken de inzet van bibliotheken op thema’s als eenzaamheid en armoede en verkennen de rol van bibliotheken in democratie en burgerschap. 

Informatiehuishouding op orde

Terug naar navigatie - Informatiehuishouding op orde

Aanleiding
In de afgelopen jaren is binnen de provincie op verschillende momenten geïnvesteerd in de informatievoorziening. Veel van deze initiatieven waren ad hoc en gericht op de korte termijn. Dat heeft ons geholpen om door te kunnen, maar deze aanpak blijkt nu onvoldoende toekomstbestendig.

Door snelle technologische ontwikkelingen, geopolitieke spanningen en de toenemende behoefte aan digitale samenwerking staan we voor nieuwe uitdagingen. Daar komt bij dat wet- en regelgeving op het gebied van informatieveiligheid, privacy en risicobeheersing steeds strenger worden.

Ook onze interne toezichthouders en de accountant hebben aangegeven dat verbeteringen nodig zijn. Op basis van hun bevindingen hebben we een beter beeld gekregen van waar we staan. De conclusie is helder: we moeten onze informatievoorziening structureel en toekomstgericht aanpakken.

Onze systemen zijn kwetsbaar en toe aan vervanging. Processen en werkwijzen zijn nog onvoldoende vastgelegd en geborgd. Ook de digitale vaardigheden van medewerkers moeten verder worden versterkt.
Kortom: we staan voor een grote, maar noodzakelijke opgave om onze informatiehuishouding op orde te brengen – en daarmee de provincie klaar te maken voor de toekomst.

Wat willen we bereiken
Wij werken aan een aanpak die informatieveiligheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid kunnen borgen. We willen op korte termijn aan de slag met o.a. de informatievoorziening rondom de Wet Bibob, het proces Burgemeestersbenoemingen en actieve openbaarmaking van informatie in het kader van de Wet open overheid (WOO). Bovendien voldoen we niet aan wet- en regelgeving, zoals de Archiefwet, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de NIS2-richtlijn. Zonder de gevraagde investeringen nemen de risico’s op (bijvoorbeeld) datalekken, ongeautoriseerde toegang tot systemen en verlies van informatie toe. 

Wat is ervoor nodig
Een belangrijke opgave voor de komende periode is het op orde brengen van onze informatiehuishouding. Daarbij richten we ons op een toekomstbestendige informatievoorziening. Dit doen we in samenhang met investeringen in digitale innovatie. Beide ontwikkelingen grijpen in elkaar en versterken elkaar.

  • We starten met een aantal concrete acties, waaronder:
  • Bewustwording en cultuurverandering: We willen dat alle medewerkers het belang van goede en veilige informatievoorziening erkennen en ermee aan de slag gaan. Het gaat hierbij niet alleen om techniek, maar ook om een andere manier van denken en werken binnen de organisatie.
  • Architectuur en governance: We bouwen aan een stevige en toekomstgerichte informatiearchitectuur. Daarbij hanteren we het Three Lines Model, dat zorgt voor duidelijke verantwoordelijkheden, inzicht in risico’s en goede beheersmaatregelen binnen onze organisatie.
  • Informatieveiligheid en informatiebeheer: De digitale dreiging groeit. Daarom investeren we in systemen en processen die voldoen aan hoge eisen voor beveiliging en privacy. Tegelijk zorgen we dat informatie goed wordt beheerd: met duidelijke afspraken over hoe we data verzamelen, bewaren en duurzaam toegankelijk houden.
  • Leveranciers- en servicemanagement: We verbeteren de samenwerking met externe partners, zoals SSC-ONS. De provincie blijft daarbij zelf aan het roer. Ook het servicemanagement moet beter, zodat digitale diensten betrouwbaar en efficiënt beschikbaar zijn voor onze medewerkers en partners.
  • Data management en risicobeheersing: Een goede omgang met data is onmisbaar. We investeren daarom in een stevige infrastructuur voor veilige, integere en toegankelijke data. Daarnaast ontwikkelen we een strategie om risico’s niet alleen op te vangen, maar ook actief te voorkomen.
  • Project- en Portfoliomanagement: We willen onze projecten en investeringen goed kunnen plannen, volgen en sturen. Dat doen we met een duidelijke prioritering en een scherp beeld van de langetermijneffecten. Zo zetten we onze middelen effectief in.
  • Centrale regievoering en aanbevelingen: Om dit alles goed aan te pakken, is centrale regie nodig. We zorgen dat alle onderdelen van onze informatievoorziening goed op elkaar zijn afgestemd en in samenhang worden uitgevoerd. Zo kunnen we niet alleen inspelen op veranderingen, maar ook zelf richting geven aan onze digitale ontwikkeling.


We weten dat de opgave groot is, maar nog niet exact hoe groot. Op basis van wat we nu weten, schatten we de totale opgave op ongeveer € 30 miljoen. We starten met de aanpak van de meest kwetsbare processen en systemen. In deze Perspectiefnota vragen wij u daarom om € 11 miljoen incidenteel te reserveren. Naar verwachting doen we in een volgende Perspectiefnota een voorstel voor aanvullende middelen. Via een Statenvoorstel informeren we u over de beoogde maatregelen, de planning en hoe we de € 11 miljoen inzetten.