Portefeuillehouder
Monique van Haaf

Acties 2020

  1. Wij kopen, verkopen en beheren gronden en opstallen ten behoeve van provinciale doelen en projecten, binnen de kaders van de Nota Grondbeleid 2018.
  2. Wij informeren u met de Meerjaren Investeringsprognose Grond (MIG) bij de jaarrekening over de ontwikkelingen in ons grondeigendom.

Statenvoorstellen en -besluiten

  • Statenvoorstel - Kaderstelling Grondbeleid/Nota Grondbeleid 2018 PS/2018/984 (bijbehorend besluit)



Toelichting

G

Inhoud

G

Financiën

Overtollig bezit:
Overtollig bezit betreft de gronden en opstallen die wij niet langer nodig hebben voor onze projecten en programma's. De kosten en baten verbonden aan het bezit en de verkoop van deze gronden en opstallen worden verantwoord op deze prestatie. De hoogte van deze kosten en baten varieert per jaar. Het saldo van de kosten en baten wordt verrekend met de Algemene reserve grondzaken.

Rekening houdend met de transacties die wij op dit moment nog voorzien bedragen de verwachte baten over 2020 € 2,7 miljoen. Daar staan kosten van € 0,6 miljoen tegenover. Naar huidige inzichten wordt dit jaar dan € 2,1 miljoen toegevoegd aan de Algemene reserve grondzaken.

Wij stellen u voor om de begrote lasten voor prestatie 1.1.4 in 2020 te verhogen met € 0,6 miljoen en de begrote baten van deze prestatie in 2020 te verhogen met € 2,7 miljoen.  Als uitvloeisel daarvan stellen wij u tevens voor om het saldo van € 2,1 miljoen conform het bestaande beleid toe te voegen aan de Algemene reserve grondzaken.

Een deel van de in 2020 gerealiseerde opbrengsten hangt samen met een wijziging van de bestemming van de gronden. Bij aankoop van deze gronden is met de voormalige eigenaar overeen gekomen dat er een nabetaling plaatsvindt in geval van wijziging van de bestemming. In 2021 wordt deze nabetaling van € 1,2 miljoen gerealiseerd.

Wij stellen u voor om in 2021 € 1,2 miljoen te onttrekken aan de Algemene reserve grondzaken en toe te voegen de begrote lasten voor prestatie 1.1.4.

Grond voor Grond 2020
Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over de dekking van de realisatie van het NatuurNetwerk Nederland inclusief de ontwikkelopgave. Deels komt deze dekking uit het zogenaamde "Grond voor Grond-traject". Provincies kregen daartoe de beschikking over gronden en opstallen, waarvan de verkoopopbrengsten worden gebruikt voor deze dekking. De geraamde opbrengst voor Overijssel is € 150 miljoen.  In 2020 bedragen de begrote baten uit grond voor grond € 3,05 miljoen. De begrote lasten bedragen € 0,45 miljoen.

De kosten en opbrengsten grond voor grond varieren per jaar.  Gezien het grote belang van beschikbare gronden voor eigen provinciale projecten en programma's hebben wij ervoor gekozen dit jaar minder gronden op de markt te brengen. Als gevolg daarvan blijft de verkoopopbrengst dit jaar achter bij raming. Wij verwachten een opbrengst van € 2,6 miljoen.

In 2020 is de in 2019 gestarte opdracht tot sloop en sanering van een aantal opstallen en gronden verder uitgevoerd. De kosten voor Grond voor Grond zijn als gevolg daarvan hoger dan in de afgelopen jaren. Wij verwachten in 2020 een totale kostenpost voor Grond voor Grond van € 0,7 miljoen.

Genoemde ontwikkelingen passen binnen dit langjarige project en leiden niet tot  een aanpassing van het uiteindelijke beoogde resultaat van € 150 miljoen en daarmee beschikbare dekking voor het NatuurNetwerk Nederland, inclusief ontwikkelopgave.

Wij stellen u voor om de begrote lasten van prestatie 1.1.4 in 2020 met € 0,25 miljoen te verhogen en de begrote baten van prestatie 1.1.4 in 2020 met € 0,45 miljoen te verlagen. Als uitvloeisel daarvan stellen wij u voor om de storting in de Algemene reserve grondzaken te verlagen met € 0,7 miljoen.

Grond voor Grond 2021 en 2022
Zoals hierboven gemeld is ons grondbezit ook dienstbaar aan onze eigen projecten en programma's. In 2021 en 2022 verwachten wij daarom niet of nauwelijks Grond voor Grond - gronden op de markt te brengen. Dit heeft geen nadelige invloed op de beschikbare dekking voor het NatuurNetwerk Nederland. De opbrengst vanuit voorgaande jaren is toereikend om deze pauze in de grondverkopen op te vangen.

Via de Monitoren I en II informeren wij u over het feitelijk verloop in deze jaren. En doen wij u, indien nodig, voorstellen tot wijziging van de begroting voor deze jaren.

Algemene kosten prestatie 1.1.4
Onderdeel van de genoemde kosten onder overtollig bezit zijn jaarlijks terugkerende kosten die zijn verbonden aan het bezit van de gronden en opstallen. Te denken valt aan Kadasterkosten, kosten voor onderhoud, beheer en sanering, en kosten voor rentmeesters en taxateurs. Deze kosten vangen wij op met de opbrengsten uit de verkoop overtollig bezit. Het heeft onze voorkeur voor deze kosten een budget in de begroting beschikbaar te hebben. Om die reden stellen wij u voor vanaf 2021 een jaarlijks budget van € 0,2 miljoen toe te voegen aan deze prestatie. En dit budget te dekken door ook een jaarlijkse baat voor de verkoop van overtollig bezit te ramen van € 0,2 miljoen.

Wij stellen u voor om de baten en lasten van prestatie 1.1.4 vanaf 2021 structureel en budgettair neutraal te verhogen met € 0,2 miljoen.