Aanvullende ontwikkelingen

Aanvullende ontwikkelingen

Stimuleringsfonds

Terug naar navigatie - Stimuleringsfonds

Voor de korte en middellange termijn zien we veel ontwikkelingen waar de provincie op kan en soms moet inspelen. Daarom doen we in deze Perspectiefnota het voorstel een bedrag van € 15 miljoen te reserveren voor een breed Stimuleringsfonds. Het gaat hierbij om een reservering waarvoor wij, op basis van inventarisaties die plaatsvinden in de Overijsselse samenleving, met een voorstel zullen komen bij uw Staten. Dit voorstel zal gaan over de vraag hoe we deze middelen het meest effectief in kunnen zetten. Dit fonds komt uiteraard bovenop de reeds in gang gezette investeringsimpuls van € 305 miljoen uit het coalitieakkoord. Voor de voeding van het fonds benutten we een groot deel van het jaarrekeningresultaat 2019 en de vrijvallende middelen van afgeronde KvO projecten. Met het fonds kunnen we inspelen op de negatieve effecten van de coronacrisis, de kansen die zich ook zullen voordoen en als er dan nog ruimte bestaat, kunnen we het fonds ook inzetten als cofinanciering op de Europese programma’s.

Gebiedsgerichte aanpak stikstof

Terug naar navigatie - Gebiedsgerichte aanpak stikstof

Door de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 kan het PAS niet meer als basis voor vergunningverlening worden gebruikt. Hierdoor is een nieuwe situatie ontstaan. Dit heeft een direct effect op economische en maatschappelijke activiteiten in Overijssel en daarbuiten die gepaard gaan met stikstofuitstoot. Denk hierbij aan uitbreidingen van bedrijven, woningbouw en infrastructurele projecten. Hiervoor zijn op korte termijn oplossingen nodig. Daarnaast leidt de uitspraak van de Raad van State en de daaropvolgende besluitvorming over het beleidskader voor vergunningverlening tot een toename van (complexe) vergunningaanvragen en handhavingsverzoeken.

 

Sleutelpositie tussen lokaal en nationaal niveau
Het kabinet heeft in de Kamerbrief Biodiversiteit van 7 oktober 2019 aangegeven dat zij samen met de provincies streven naar 100% doelbereik van de Vogel- en Habitatrichtlijn in 2050. Op basis daarvan worden naar verwachting streefdoelen voor 2030 opgesteld, waaronder een reductie van de stikstofdepositie. Bij het bepalen van de streefdoelen en aanpak willen we als provincie een belangrijke schakel vormen tussen lokaal en nationaal niveau. Vanuit onze gebiedskennis adviseren we het Rijk over de verwachte effectiviteit en haalbaarheid van landelijk beleid. We dringen aan op (meer) generieke maatregelen omdat daarvan het grootste en meest kosteneffectieve effect te verwachten is. Tegelijkertijd zorgen we voor gebiedsgericht maatwerk in de uitvoering van maatregelen, zodat deze passen bij de fysieke en sociaaleconomische kenmerken van Overijssel. Over de ambitie, te behalen resultaten en middelen op het gebied van het natuurbeleid zullen naar verwachting in het Natuurpact 2.0 nadere afspraken worden gemaakt tussen Rijk en provincies.

 

Korte termijn: extra aan de slag
We zetten ons in voor eerlijke, begrijpelijke, tijdige en rechtmatige vergunningverlening, toezicht en handhaving. In december 2019 stelden we de Beleidsregels vast; deze zullen in 2020 en 2021 aangepast moeten worden aan nieuwe inzichten om vergunningverlening onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken, waaronder extern salderen, verleasen en het stikstofregistratiesysteem. We zorgen voor actieve en passende informatie aan gemeenten, omgevingsdiensten en initiatiefnemers. We willen niet dat de goeden onder de kwaden lijden. We maken ons daarom hard voor een oplossing voor bedrijven en activiteiten die onder het PAS vergunningvrij waren, maar nu alsnog vergunningplichtig zijn. En we brengen in beeld of bedrijven zonder vergunning mogelijk toch vergunningplichtig zijn. We gaan door met de voorbereiding en uitvoering van de Ontwikkelopgave N2000 en brengen met de terreinbeherende organisaties in beeld welke extra maatregelen op korte termijn uitvoerbaar zijn om de natuur robuuster te maken. Tot slot willen we lokale en sectorale initiatieven stimuleren die bijdragen aan een verlaging van stikstofemissie, bij voorkeur in combinatie met andere maatschappelijke opgaven zoals leefbaarheid, klimaat en/of energietransitie. Dit alles vraagt tijdelijk extra inspanning vooral ook omdat op het terrein van vergunningverlening en handhaving na het sneuvelen van de PAS een volstrekt nieuw speelveld is ontstaan. Met daarbij een intensieve begeleiding van procedures en communicatie.

 

Gebiedsgericht
We kiezen voor een aanpak van onderop en betrekken gebiedspartners via gebiedstafels bij het bepalen van de opgave en aanpak in hun gebied. Per gebied brengen we in beeld wat nodig en mogelijk is ter versterking van de natuur, verlaging van de stikstofemissie en -depositie en het creëren van ontwikkelruimte voor bedrijven en projecten in Overijssel. Hierbij willen we meekoppelkansen benutten en bijdragen aan een toekomstbestendige ontwikkeling van het gebied. Zonder daarbij de slagkracht van de aanpak uit het oog te verliezen. Zowel voor de sociaaleconomische ontwikkeling van Overijssel als voor de natuur is het namelijk van groot belang dat de stikstofproblematiek ook op gebiedsniveau adequaat wordt opgepakt. Op basis van inhoudelijke analyses en gesprekken met de gebiedspartners stellen we gebiedsoffertes op die als basis dienen voor afspraken met het Rijk over de financiering van de benodigde maatregelen. Aangezien we in Overijssel 24 Natura 2000 gebieden hebben en per gebied of cluster van gebieden in beeld moet worden gebracht welke kansen en beperkingen er liggen, vraagt dit zeker voor de eerste jaren een bijzondere inspanning, ook op het vlak van omgevingsmanagement. De resultaten uit de gebiedstafels vormen ook input voor de Omgevingsvisie (onderdeel landelijk gebied) en de actualisatie van de beheerplannen N2000. Vervolgens zullen wij - afhankelijk van de kaders die Provinciale Staten vaststellen - uitvoering geven aan het vervolg.

De stikstofproblematiek en ook de aanpak daarvan beperkt zich niet tot provinciegrenzen. De aanpak en de uitgifte van stikstofruimte daarmee ook niet. Dit betekent dat zowel in IPO-verband als op rijksniveau inzet nodig is om ervoor te zorgen dat het Overijsselse belang een goede plek krijgt in de totale aanpak en omgekeerd. Die inzet plegen wij.

De stikstofaanpak is nog volop in ontwikkeling. We maken zoveel mogelijk gebruik van capaciteit binnen de formatieruimte en van lopende programma’s die aan de doelstellingen kunnen bijdragen, zoals de Ontwikkelopgave en Agro&Food. Door de nieuwe, complexe en dynamische situatie zijn extra middelen nodig voor het ontwikkelen van beleid(sregels) en de toegenomen werklast met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving. Extra middelen zijn ook nodig voor de voorbereiding, onderzoeken, coördinatie, communicatie en procesbegeleiding in het kader van de gebiedsgerichte aanpak stikstof. Het gaat om personeelskosten en kosten voor inhuur, uitbestedingen en een bijdrage aan de toegenomen kosten bij het IPO.
Tot en met 2022 is hiervoor naar verwachting € 10,9 miljoen nodig, met de volgende indicatieve verdeling per jaar. In 2020 € 2,2 miljoen; in 2021 € 4,31 miljoen en in 2022 € 4,34 miljoen. Echter, zijn de kosten voor de uitvoering van bron- en (aanvullende) herstelmaatregelen hierin niet opgenomen. In het Jaarverslag 2019 is een resultaatsbestemming voorgesteld van € 2,8 miljoen als (eerste) reservering voor de aanpak van het stikstofvraagstuk. Indien PS die vaststelt, is er dus al € 2,8 miljoen dekking. Voor 2020 is dekking vereist van € 2,2 miljoen. Het bedrag van de resultaatbestemming is dus voldoende om de totale kosten voor 2020 en € 600.000 van de kosten in 2021 te dekken. Voor 2021 is in dat geval nog aanvullende dekking nodig van: € 3,71 miljoen en voor 2022 is de dekkingsvraag: € 4,34 miljoen. Hiervoor is in deze perspectiefnota het voorstel opgenomen om € 8 miljoen te reserveren.

Aanbod aan nieuw kabinet

Terug naar navigatie - Aanbod aan nieuw kabinet

Voorbereidingen aanbod nieuw kabinet en coronacrisis
Volgend jaar treedt, na de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021, een nieuw kabinet aan. In aanloop daar naartoe zijn wij vanuit Overijssel – en in samenwerking met onze partners – bezig met een aanbod aan dit nieuwe kabinet. Dit aanbod is uiteraard wederkerig van aard, wat wij te halen en te brengen hebben in de samenwerking met het Rijk en op basis van gezamenlijke opgaven en belangen. De context is vanwege de coronacrisis drastisch veranderd. Een regeerakkoord dat niet zozeer gericht op (behoud van) groei, maar veel meer op herstel. Dat zal ook doorklinken in ons aanbod: een aanbod waarin wij duidelijk maken wat wij kunnen bijdragen aan het brede herstel in Nederland. Juist vanuit onze meerwaarde en de kracht van onze regio’s. Overijssel heeft daarin veel te bieden. Niet alleen “Samenbouwen aan Overijssel” maar ook “Samenbouwen aan het herstel van Nederland”.

Omdat we momenteel nog volop in de coronacrisis zitten, gaat het nu vooral om “de basis op orde” houden. De zogenaamde “nood” periode. Het Rijk heeft een breed noodmaatregelenpakket opgericht. Dit pakket wordt op basis van verdere uitrol en signalen uit de samenleving regelmatig aangepast en uitgebreid. Ook wij hebben maatregelen genomen om de effecten van de coronacrisis zoveel mogelijk te dempen. Zoals het opschorten van inningen bij betalingsproblemen en het op verzoek bevoorschotting naar voren halen versneld uitbetaald, waardoor we helpen de cashflowpositie van de subsidie-ontvangende ondernemers en instellingen te verbeteren. We bekijken steeds vanuit onze provinciale rol waar onze meerwaarde ligt, zonder overlap met Rijks¬regelingen. Onze rol zien we nu vooral in het aanbieden van expertise, menskracht en bestaande regelingen. Daarnaast zorgen we ervoor dat we onze “eigen basis op orde hebben”.

We kijken tegelijkertijd al voorzichtig vooruit naar de “herstelperiode” die naar verwachting mogelijk vanaf 2021 intreedt. De “periode na de coronacrisis”.  Voor ons is het belangrijk te bepalen welke maatregelen we kunnen nemen om bij te dragen aan het brede herstel. Bijvoorbeeld door activiteiten versneld in gang te zetten of mogelijk een “plus” te zetten op dat wat we nu doen. En door opnieuw te kijken naar onze opgaven en meerwaarde en positie als midden bestuur. Daarbij blijven we dichtbij onszelf. In de aanloop naar een nieuw Regeerakkoord laten we onze kracht en meerwaarde zien en brengen we de belangrijkste opgaven vanuit Overijssel en de regio’s voor het voetlicht.
Dit vraagt om het maken van goede afwegingen; steeds redenerend vanuit onze positie als middenbestuur, onze opgaven en de meerwaarde die we hebben. Op verschillende manieren, onder andere in IPO-verband, uitwerking van scenario’s en het bovengenoemde traject aanbod nieuw kabinet, bereiden we ons hier op voor. Dit zal uiteraard ook landen in de Begroting 2021.

Kanaal Almelo-De Haandrik

Terug naar navigatie - Kanaal Almelo-De Haandrik

Eind 2018 zijn we geconfronteerd met toenemende schades aan woningen en bedrijfspanden langs kanaal Almelo-De Haandrik. De eigenaren van deze panden stellen de provincie Overijssel hiervoor aansprakelijk. In 2019 zijn we een onderzoek gestart naar de oorzaken van de schades. Dit doen we in nauw overleg met de omgeving. Inmiddels is het aantal schademeldingen sterk toegenomen tot ruim 300.

Dit onderzoek naar de oorzaken van de schades zou op 30 maart worden aangeleverd en openbaar gemaakt. Door de maatregelen die ingezet zijn om het corona virus in te dammen, kon het proces dat daarvoor was uitgedacht niet meer plaatsvinden. De situatie van de eigenaren verandert niet, althans niet in positieve zin. Het is dus tijd om door te pakken en zo snel mogelijk, met een nieuw voorstel naar PS te komen. Zorgvuldigheid zal ook nu de basis zijn voor het te lopen proces.

Het groeiend aantal en toename in ernst van de meldingen brengt ook een groeiende werklast en belasting van medewerkers met zich mee. De huidige projectorganisatie is ingericht op het volume van zo’n 150 schademeldingen. We hebben al actie ondernomen om de projectorganisatie uit te breiden om de werklast beheersbaar te maken.

In 2019 hebben we de kosten steeds kunnen dekken vanuit het reguliere personeelsbudget. We liepen in 2019 al tegen de grenzen aan en in 2020 lukt het niet de gevraagde inzet vanuit het reguliere budget te dekken.

Door het beschikbaar stellen van een extra budget van € 475.000, zijn we in staat de kosten voor extra personele inzet en faciliteiten te dekken. Zo kunnen we de schademeldingen op een adequate wijze afhandelen. Daarnaast hebben we vooruitlopend op een definitieve oplossing middelen, ad € 400.000, nodig om zwaar beschadigde panden te monitoren en waar nodig maatregelen te treffen om de veiligheid van de bewoners te garanderen.

Wij stellen u voor bij deze Perspectiefnota € 875.000 voor 2020 beschikbaar te stellen vanuit de algemene risicoreserve en hiervan € 400.000 toe te voegen aan prestatie 4.7.1 en € 475.000 aan het salarisbudget. Ten behoeve van de problematiek rondom het kanaal en de oplossingsrichting in de volle breedte, zal binnenkort een voorstel voorgelegd worden aan uw Staten.

Garantstelling Kornwerderzand

Terug naar navigatie - Garantstelling Kornwerderzand

Het project Kornwerderzand bestaat uit vergroting van de Lorentzsluis in de Afsluitdijk (Friesland), vernieuwing van de verkeersbruggen en verdieping van de vaargeulen tot aan Urk, Lelystad en Kampen. De kosten van het project zijn geraamd op € 199,5 miljoen.
De vergroting van de sluis bij Kornwerderzand is voor de economische ontwikkeling in Noord- en Oost-Nederland in het algemeen en de Overijsselse scheepswerven en havens in het bijzonder van belang.

Voor de realisering door de provincie Fryslân is een regionale bijdrage toegezegd van in totaal € 3 miljoen waarvan de Provincie Overijssel € 2,25 miljoen voor rekening neemt. De gemeenten Zwolle, Kampen en Meppel dragen het resterende deel (€ 750.000).
Naast deze regionale bijdrage bestaat er in de financiering van het project onzekerheid over de bijdrage van het Waddenfonds. Om doorgang van het project niet in gevaar te brengen en de financiering sluitend te krijgen is een garantstelling van maximaal € 2 miljoen aan de provincie Friesland afgegeven. Deze garantstelling is gedaan onder voorbehoud van besluitvorming in Provinciale Staten. Wij stellen voor in de algemene risicoreserve € 2 miljoen te oormerken voor deze garantstelling. De dekking hiervoor wordt gevonden in de reserve Sporen en Wegen. Deze reserve heeft u bij de Begroting 2020 ingesteld voor de cofinanciering van infrastructuur en wordt met ingang van 2020 jaarlijks gevoed met € 15 miljoen. Wij stellen u voor in dit geval voor de garantstelling vergroting van de sluis bij Kornwerderzand € 2 miljoen te onttrekken aan de reserve Sporen en Wegen en toe te voegen aan de algemene risicoreserve. In dit geval betekent dit eveneens het voorstel de reikwijdte van de reserve te verruimen met Vaarwegen. Wij verwachten u in de loop van het jaar een investeringsvoorstel te kunnen voorleggen over het doorgaan van het project Kornwerderzand.

Enexis

Terug naar navigatie - Enexis

Verzoek aan aandeelhouders om het eigen vermogen te versterken
De energietransitie heeft grote impact op de netbeheerders en dus ook op Enexis Netbeheer. Dit komt onder andere door decentrale opwekking van energie, zoals zon op dak en windenergie. Daarnaast wordt er in de komende jaren ook meer energie gebruikt als gevolg van het verminderen van gasverbruik, alsmede de toename in elektrisch vervoer. Hierdoor heeft Enexis Netbeheer een stijgend investeringsniveau voor voorzieningen die het net geschikt maken voor deze veranderende energiestromen.

Daarnaast blijft Enexis Netbeheer investeren in cybersecurity, digitalisering, het reguliere onderhoud en de reguliere uitbreidingen die nodig zijn voor een veilig en betrouwbaar netwerk. Dit alles samen betekent een structureel hoger activiteiten- en investeringsniveau. De huidige regulering faciliteert bovengenoemde groei in investeringen onvoldoende. Om de groei als gevolg van de energietransitie ook in de toekomst te kunnen financieren, kijkt Enexis Netbeheer kritisch naar haar eigen efficiency. Daarnaast is zij in gesprek met de reguleringsinstanties om te kijken of zij meer ruimte willen geven om de aanvullende investeringen te financieren. Echter, bij een structureel hoger investeringsniveau hoort ook een verbreding van het financiële fundament, te weten het versterking van het eigen vermogen. Daarmee wordt het mogelijk om ook (meer) leningen aan te trekken om de nieuwe investeringen te betalen.

Enexis Holding en haar aandeelhouders hebben om deze reden in de afgelopen periode de mogelijkheden voor versterking van het eigen vermogen verkend. Dat heeft geresulteerd in een verzoek aan alle aandeelhouders om het eigen vermogen te versterken met een converteerbare hybride aandeelhouderslening van in totaal € 500 miljoen. Aandeelhouders dragen naar rato van hun aandelenbelang bij.

Voor provincie Overijssel betekent dit met een belang van 19,68% dat Enexis aan ons vraagt om € 98,4 miljoen bij te dragen aan deze aandeelhouderslening. Deze besluitvorming vraagt om een integrale afweging. Het is belangrijk om het besluit te nemen in samenhang met andere ontwikkelingen zoals het onder druk staan van de dividenduitkering bij Vitens, die in een soortgelijke situatie verkeert als Enexis. De investeringsopgave van Vitens neemt ook fors toe en net als Enexis hebben zij te maken met regulering van een maximaal toegestaan (redelijk) rendement wat ze mogen behalen. Daarom willen wij de besluitvorming onderdeel laten zijn van een integrale afweging bij de Perspectiefnota 2021. Om over dit complexe voorstel te kunnen besluiten, wordt tegelijk met de behandeling van de Perspectiefnota 2021 separaat aan PS een voorstel voorgelegd. In dit statenvoorstel (PS/2020/1101241) is de brede verkenning uitgewerkt naar het wat, waarom en hoe (met alternatieven) wij het eigen vermogen van Enexis kunnen versterken door het verstrekken van een aandeelhouderslening.

Conform de spelregels van de Algemene Financieringsreserve (AFR) stellen wij u in deze Perspectiefnota voor om deze lening volledig af te dekken in de AFR. Dit is temeer van belang omdat aan deze lening een conversie-mogelijkheid is verbonden. Hiermee wordt de besluitvorming onderdeel van de integrale afweging bij deze Perspectiefnota. Dekking ineens is gezien de omvang van het te dekken bedrag niet mogelijk. Wij stellen u daarom voor om de AFR-reservering over een langere looptijd op te bouwen en, onder voorbehoud van de besluitvorming over de versterking van het eigen vermogen Enexis (PS/2020/1101241), in te stemmen met een jaarlijkse storting van € 2,5 miljoen in de Algemene Financieringsreserve met ingang van 2020 ter (gedeeltelijke) financiering van de Enexislening.

Milieuleges

Terug naar navigatie - Milieuleges

Op 1  januari 2021 treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. De wet introduceert een aantal nieuwe activiteiten waarover leges geheven mogen worden. Zo wordt het voor de provincie mogelijk om leges te gaan heffen over milieuvergunningen.

Sinds 1998 is er een legesverbod voor milieuvergunningen in de wet opgenomen. Voor alle andere onderdelen van wetten die in de Omgevingswet opgaan, is het heffen van leges onder het huidige recht toegestaan. Continuering van het verbod zou betekenen dat binnen één omgevingsvergunning zowel legesplichtige als niet-legesplichtige onderdelen bestaan. Milieu blijkt daarbij geen onderscheidend criterium, want op basis van de Wro en de Waterwet kunnen wel leges worden geheven voor milieuaspecten (waterkwaliteit). Ook omgevingsvergunningen voor bouwen bevatten eisen die een milieukundige oorsprong hebben (zoals gezondheid, energie en geluidwering) waarvoor leges moeten worden betaald. Het streven naar integratie en uniformering is aanleiding om de bestaande uitzondering op de hoofdregel te schrappen.

Vast uitgangspunt van het provinciaal beleid is dat kostendekkende leges worden geheven bij vergunningverlening, zodat degene die profijt heeft van de vergunning ervoor betaalt. Nu de nieuwe wet het legesverbod voor milieuvergunningen schrapt, ligt het voor de hand hiervoor leges te gaan heffen vanuit het uniformiteitsprincipe.

De grondslag en hoogte van de leges is op dit moment nog onbekend. Dit zal verder uitgewerkt worden in de belastingverordening 2021. De hieruit voortvloeiende leges-opbrengsten zal in de begroting 2021 worden opgenomen.

Wij stellen u voor in te stemmen met de (her)invoering van leges voor milieuvergunningen. Dit op voorwaarde dat duidelijk is dat andere provincies ook tot legesheffing bij milieuvergunningen zullen overgaan.

Afwikkeling Escrow Attero en ontbinding diversie SPV’s verkoop Essent

Terug naar navigatie - Afwikkeling Escrow Attero en ontbinding diversie SPV’s verkoop Essent

In april is tussen de bij de verkoop van Attero betrokken partijen een vaststellingsovereenkomst ondertekend voor de afwikkeling van de nog openstaande Escrow. De Escrow diende als zekerstelling aan de koper voor eventuele tegenvallers uit de periode voorafgaand aan de verkoop van Attero. Ons aandeel in de escrow is in de balans opgenomen als een vordering, die via een voorziening op nihil is gewaardeerd. Uiteindelijk leidt deze overeenkomst tot een aanvullende afboeking op onze vordering van € 13.000 en een betaling van € 1,5 miljoen. De samenhangende vrijval van de Voorziening afwikkeling verkoop Attero | Escrow leidt tot een meevaller van dezelfde ruim € 1,5 miljoen.
Daarnaast is in de afgelopen AvA’s van CBL Vennootschap, Verkoop Vennootschap en Vordering op Enexis geconcludeerd dat deze SPV’s hun nut hebben gediend. In de AvA’s is vervolgens besloten tot ontbinding van deze vennootschappen. Het resterende vermogen wordt uitgekeerd en dit leidt tot een kleine meevaller van € 36.000. In deze Perspectiefnota wordt dit administratief afgewikkeld en stellen wij u voor de voorzieningen op te heffen.