Energietransitie

Energietransitie

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

In Nederland zijn we gewend aan aardgas en een centraal georganiseerde energielevering. Energiebesparing en hernieuwbare energieopwekking vragen een gezamenlijke inspanning van inwoners, overheid en bedrijfsleven. Energieopwekking en nieuwe infrastructuren voor energietransport en -opslag leggen een beslag op de ruimte. Het ruimtebeslag en de impact van klimaatmaatregelen zijn op het platteland groter dan in de stad. Denk aan de grootschalige winning van hernieuwbare energie. Wanneer gebruikers en belanghebbenden niet betrokken zijn bij de ontwerpen en maatregelen zal er weerstand ontstaan en dat leidt tot vertraging. Gelet op de samenhang met economie en het draagvlak onder de bevolking is een bestendige langetermijnkoers voor verduurzaming noodzakelijk.
Onder invloed van de stagnerende economie als gevolg van de coronacrisis daalt de olieprijs. Als de daling aanhoudt door een recessie is dat slecht voor de positie van hernieuwbare energie (minder rendabel dan fossiel). Aan de andere kant wordt duidelijk dat afhankelijkheid van een verdeelde OPEC ongewenst is en dat het vastleggen van afdwingbaarheid van energie- en klimaatmaatregelen op nationaal en Europees niveau urgent is. Immers, maatregelen moeten ook doorgezet worden als dat tijdelijk minder prioriteit lijkt te krijgen. Ook is het creëren van level playing fields voor bedrijven die duurzamer produceren van belang.

Stand van zaken

Terug naar navigatie - Stand van zaken

Provincies en gemeenten onderschrijven het klimaatakkoord. Dat betekent inzet om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49% te verminderen ten opzichte van 1990. Dit is een hogere ambitie dan in de Omgevingsvisie Overijssel voor 2030 is opgenomen. Provincies hebben een rol in alle vijf sectoren uit het klimaatakkoord. Deze sectoren zijn: gebouwde omgeving, landbouw en landgebruik, elektriciteit, industrie en mobiliteit. De uitwerking van het klimaatakkoord in Overijssel krijgt onder meer vorm in de Regionale Energiestrategieën (RES), de herijking van het programma Nieuwe Energie Overijssel, de herijking van het agro-foodbeleid, de doorontwikkeling van het natuurbeleid (inclusief bomen en bossen), het economische beleid gericht op MKB, arbeidsmarkt en innovatie, de aanpak van veenweidegebieden en het opstellen van een aanpak voor Regionale Mobiliteits Plannen.

49% reductie van de uitstoot van broeikasgassen is een stevige opgave. Het gaat daarom de komende jaren zowel om ‘meters maken’ als om ‘meters voorbereiden’. Meters maken doen we via ons programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023 (NEO). Meters voorbereiden doen we vooral met de regionale energiestrategieën.

De regionale klimaat- en energiestrategieën ontwikkelen we met medeoverheden, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en inwoners en met aanliggende gebieden in Twente en West-Overijssel. In de strategieën leggen we vast wat we regionaal doen om de doelstellingen voor 2030 te halen met een doorkijk naar 2050. In 2020 maken we per RES-regio een concept-RES, in 2021 volgt een definitieve RES. De provincie participeert als een van de partners in dit 'bottom up' proces.

De provincie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke effecten van energietransitie. De definitieve regionale energiestrategieën worden vastgelegd in onze Omgevingsvisie. We zetten ons organiserend vermogen en onze kennis in om tot geaccepteerde strategieën te komen. Met onze bevoegdheden en middelen, bijvoorbeeld het programma NEO en het Energiefonds, dragen we actief bij aan de uitvoering van de strategieën.

In 2018 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in Overijssel 9,2%. De ambitie van 20% nieuwe energie in 2023 staat onder druk. Op basis van het coalitieakkoord en de tussenevaluatie van het programma hebben we Provinciale Staten in maart voorgesteld voor drie speerpunten te kiezen die zorgen voor een versnelling van de doelrealisatie voor 2023 en voor 2030: energiebesparing bij bedrijven en woningen, energiegebieden en warmtenetprojecten. Financiering is voorzien uit de € 20 miljoen die in de Perspectiefbrief 2020 is gereserveerd voor de energietransitie. In de tussenevaluatie wordt aangegeven dat warmtenetten naar verwachting een aanzienlijke overheidsbijdrage vergen. De nu gereserveerde middelen helpen, maar volstaan hiervoor niet.