Personeelsgebonden lasten

Personeelsgebonden lasten

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Coalitieakkoord 2019-2023

In het Coalitieakkoord 2019-2023 is met betrekking tot de inzet van personeel de volgende tekst opgenomen:
Structurele opgaven vragen structurele middelen en structurele inzet van personeel. Om te anticiperen op veranderende opgaven, langlopende investeringen en de huidige arbeidsmarkt is er meer flexibiliteit nodig in de omvang van onze vast formatie. Op basis van strategische personeelsplanning, bedrijfseconomische afwegingen en goed werkgeverschap, wordt de balans tussen vaste, flexibele en ingehuurde formatie gezocht. Daarbij zijn we kritisch op externe inhuur.

Inhuur van tijdelijk personeel vindt bijvoorbeeld plaats ter vervanging van ziek personeel, voor het realiseren van de opgaven binnen de programma’s in de begroting, en voor investeringsprojecten. Het volume van de inhuur hangt samen met de substantiële omvang van investeringsmiddelen binnen de programma’s en de grote investeringsprojecten.
In 2020 zal de structurele inzet van personeel in relatie tot de structurele taken nadrukkelijk onderwerp van het beleid zijn. Door middel van de planning en controlcyclus zal terugkoppeling aan Provinciale Staten over de vervolgacties met betrekking tot dit onderwerp plaats vinden.

 

Participatiebanen

Met betrekking tot de participatiebanen zijn een aantal ontwikkelingen van belang.

Quotumwet
Het percentage van de Quotumwet was in 2019 2,14% en zal oplopen naar 3% in het jaar 2023. Voor het jaar 2018 was het percentage 1,93%. Ieder kalenderjaar wordt berekend wat het percentage zal zijn voor het volgende jaar, dit percentage wordt jaarlijks bekend gemaakt. Voor 2020 is het percentage nog niet bekend.

Banenafspraak
De afspraak voor de banenafspraak is als volgt:

2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
7 10 13 15 18 20 22 25

Deze banenafspraak is uitgedrukt in aantal participatiebanen. Eén participatiebaan is een baan van 25,5 uur per week die wordt ingevuld door een persoon uit de doelgroep. Zolang de Quotumwet is geactiveerd, geldt het percentage van de Quotumwet (en niet de aantallen van de banenafspraak). Om de streefaantallen te behalen blijven we participatiebanen invullen, waaronder in samenwerking met Tiem. Daarnaast zijn we om hoger opgeleide kandidaten binnen te halen een 2- jarige samenwerking aangegaan met SWOM (Stichting Werken Op Maat).

 

Traineeprogramma
In de periode 2019 tot en met 2021 wordt ingestoken op twee nieuwe 2-jarig traineeprogramma’s:

  • een organisatie-breed trainee-programma van 10 trainees
  • een civieltechnisch trainee-programma van 4 trainees in samenwerking met Rijkswaterstaat Oost-Nederland, KWS en Traffic Service Nederland

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Terug naar navigatie - Salarissen en personeelsgebonden kosten

In het onderstaande overzicht zijn de begrote bedragen voor de salarissen en personeelsgebonden kosten opgenomen voor het begrotingsjaar 2020 en meerjarig 2021 tot en met 2023. Dit overzicht toont aan dat de salarissen en personeelsgebonden kosten constant zijn voor de komende jaren. Naast personeelsgebonden kosten kennen we ook vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten van voormalig personeel en enkele overige kosten. Deze kosten maken geen deel uit van de personeelsgebonden kosten. Ook de begrote kosten voor bestuurders blijven in de meerjarenbegroting constant.

Jaarrekening 2018 Primitieve begroting 2019 Begrotings-wijzigingen Actuele Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Subtotaal 59.404 62.217 603 62.820 64.605 64.901 64.951 64.282
Salarislasten inclusief sociale lasten 55.165 57.933 2.477 60.410 62.190 62.487 62.537 61.868
Uitzendkrachten en externe deskundigheid 5.516 2.403 7 2.410 2.414 2.414 2.414 2.414
Overige gerelateerde personeelskosten -1.277 1.881 -1.881 0 0 0 0 0
Subtotaal 2.494 1.806 18 1.823 1.943 1.892 1.841 1.841
Reis- en verblijfkosten 591 757 0 757 804 804 804 804
Onkostenvergoedingen 10 7 0 7 7 7 7 7
Opleiding, studie, cursus, congressen 887 940 23 962 963 988 963 963
Overige kosten 1.007 102 -5 97 169 92 67 67
Totaal 61.898 64.023 621 64.643 66.548 66.792 66.791 66.123
Jaarrekening 2018 Primitieve begroting 2019 Begrotings-wijzigingen Actuele Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Vergoeding PS-leden 770 817 0 817 817 817 817 817
Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden 783 1.098 -133 965 1.107 1.107 1.107 1.107
Jaarwedde CdK 181 195 0 195 195 195 195 195
Voormalig personeel / seniorenbeleid 0 510 0 510 23 23 23 23
Salaris stagiaires 43 50 0 50 50 50 50 50
Bedrijfshulpverlening 34 52 0 52 52 52 52 52
Totaal 1.811 2.722 -133 2.589 2.244 2.244 2.244 2.244

Formatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Formatieontwikkeling

In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 was de taakstelling opgenomen om de formatie in te krimpen van 830 formatieplaatsen naar 750 formatieplaatsen. In de perspectiefnota 2018 hebben wij aangegeven dat deze taakstelling is gerealiseerd. Vanaf deze nota hanteren wij niet langer een formatieplafond. Sturing vindt plaats op het budget voor personeelsgebonden kosten.
De formatieontwikkeling blijft uiteraard wel een belangrijke parameter voor de omvang van de personeelsgebonden kosten. In onderstaande grafiek wordt de formatieontwikkeling weergegeven.