Provinciale heffingen

Provinciale heffingen

Dit is hoe wij denken

Terug naar navigatie - Dit is hoe wij denken

Het beleid provinciale heffingen staat in de Belastingverordening Overijssel. De wijzigingen in de Belastingverordening die ingaan per 1 januari 2020 leggen wij in dezelfde vergadering als deze Begroting ter vaststelling aan u voor.

We heffen de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting volgens artikel 222 van de Provinciewet. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten uit de opcenten MRB zijn afhankelijk van het opcententarief en de volumes (het aantal voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen).

De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het is een percentage van de hoofdsom zoals die in 1995 opgelegd zou worden. De basis voor de opcentenheffing verandert dus niet als het tarief voor de hoofdsom wordt verhoogd of verlaagd. De omvang van de hoofdsom is wel afhankelijk van het ledig gewicht van het voertuig (hoe zwaarder, hoe hoger de hoofdsom) en de brandstofsoort (benzine, diesel, LPG). De Belastingdienst int de opcenten voor de provincies.

Dit is wat wij doen

Terug naar navigatie - Dit is wat wij doen

Wij leggen heffingen op in het kader van de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwateronttrekkingen en de nazorg van stortplaatsen . Het beleidskader daarvoor is opgenomen in de Belastingverordening Overijssel. Daar vindt u ook de vastgestelde tarieven.

Opcenten motorrijtuigenbelasting

We heffen de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting volgens artikel 222 van de Provinciewet. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten uit de opcenten MRB zijn afhankelijk van het opcententarief en de volumes (het aantal voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen).
De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het is een percentage van de hoofdsom zoals die in 1995 opgelegd zou worden. De basis voor de opcentenheffing verandert dus niet als het tarief voor de hoofdsom wordt verhoogd of verlaagd. De omvang van de hoofdsom is wel afhankelijk van het ledig gewicht van het voertuig (hoe zwaarder, hoe hoger de hoofdsom) en de brandstofsoort (benzine, diesel, LPG). De Belastingdienst int de opcenten voor de provincies.

Opcententarief Motorrijtuigenbelasting
Het Rijk stelt de maximale hoogte van de opcenten vast. Het maximale opcententarief voor 2020 is bepaald op 115,0% (2019: 113,2%). Het huidige provinciale opcententarief is door Provinciale Staten vastgesteld op 79,9%. In het Coalitieakkoord 2019-2023 is opgenomen dat wij geen lastenstijging willen voor onze inwoners. Daarom blijven de provinciale opcenten tot en met 2023 bevroren op het huidige tarief van 79,9%.

Leges
Leges zijn een heffing voor een door de provincie geleverde administratieve dienst (vooral het verstrekken van stukken en het afgeven van vergunningen). In 2018 heeft de vierjaarlijkse evaluatie van de legesverordening plaatsgevonden. In 2019 heeft een beperkte actualisatie plaatsgevonden. De wijzigingen zijn opgenomen in de Belastingverordening 2020 die wij in dezelfde vergadering als deze Begroting ter vaststelling aan u voorleggen. Voor enkele leges zijn nieuwe tarieven vastgesteld. Voor de overige leges zijn de tarieven geïndexeerd met 2,6% ten opzichte van 2019.

Precario
Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of provinciaal water. Overijssel heft vanaf 2010 alleen nog precario van benzinepomp installaties. De precario heffen we via een belastingaanslag.

Grondwaterheffing
Op basis van de Waterwet (artikel 7.4) zijn Provinciale Staten bevoegd om een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De heffingsopbrengst gebruiken we onder andere voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade. De heffing leggen we op naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar.

Nazorgheffing stortplaatsen
De Wet Milieubeheer regelt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële- en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de permanente nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort. Wij moeten erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Uw Staten kunnen een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort is of wordt. Wij leggen de heffing, gebaseerd op een besluit van uw Staten van 30 maart 1999, op aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. De hoogte van de heffing is gebaseerd op de berekening van het doelvermogen vanaf het moment dat de nazorg start en op rendement- en inflatieprognoses.

Provinciale heffingen

Terug naar navigatie - Provinciale heffingen
Inkomsten uit provinciale heffingen (x € 1.000)
Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2018 2019 2020 2021 2022 2023
Opcenten MRB 110.917 109.100 111.800 112.300 112.800 112.800
Leges, precario ov. heffingen 424 773 793 793 793 793
Grondwaterheffing 1.083 1.118 1024 1024 1024 1024
Nazorgheffing stortplaatsen 40 40 40 40 40 40
Totaal 112.464 111.031 113.657 114.157 114.657 114.657

Toelichting opbrengsten heffingen

Terug naar navigatie - Toelichting opbrengsten heffingen

Motorrijtuigenbelasting
De raming van de opbrengsten uit de opcenten MRB is gebaseerd op de gegevens die wij begin van elk jaar ontvangen van de Belastingdienst. De volumes zijn in 2018 gestegen. Op basis daarvan geeft de Belastingdienst voor het jaar 2019 een inkomstenraming af van € 111,3 miljoen. Dit is € 2,2 miljoen hoger dan meerjarig begroot. Bij deze Begroting verhogen we daarom de meerjarige inkomstenraming uit de opcenten MRB met € 2,2 miljoen. Het effect voor 2019 wordt verwerkt bij de Monitor 2019-II.

Meerjarig zijn de inkomsten uit de MRB zeer onzeker. In het Klimaatakkoord zijn verschillende maatregelen opgenomen die de MRB raken, zoals het stimuleringsbeleid voor elektrische auto’s door een vrijstelling voor de MRB.

We hebben de meerjarige raming in deze begroting gebaseerd op de laatst afgegeven inschattingen met betrekking tot het gewicht en omvang van het wagenpark. Gezien de grote onzekerheid verwachten wij slechts een beperkte groei van de inkomsten MRB. Conform het coalitieakkoord benutten we eventuele beschikbare extra inkomsten voor extra maatregelen voor de verkeersveiligheid.

De totaal geraamde opbrengsten uit de opcenten MRB zijn voor 2020 € 111,8 miljoen, 2021 € 112,3 miljoen, 2022 en 2023 € 112,8 miljoen. De cumulatieve extra geraamde inkomsten in de periode 2020 – 2023 van in totaal € 4,5 miljoen zullen we benutten voor extra maatregelen voor verkeersveiligheid.

Precario
Opbrengsten hebben betrekking op ongeveer de helft van de twintig benzinestations die geëxploiteerd worden op grond die in eigendom is van de provincie. De andere stations hebben ervoor gekozen om huurpenningen te betalen. Zij zijn daardoor vrijgesteld van precario.

Nazorgheffingen
De nazorgplannen voor de drie Overijsselse stortlocaties zijn in 2016 herzien. Voor de locatie Elhorst Vloedbelt is het vereiste doelvermogen zodanig gewijzigd dat we voorzien dat het doelvermogen niet gerealiseerd zal worden op basis van het prognose-rendement. Voor de andere twee locaties is de verwachting dat het vereiste doelvermogen gerealiseerd gaat worden. Op basis van het verwachte langjarige fondsrendement en het nu aanwezige vermogen voor de locatie Elhorst Vloedbelt, zou in 2082 een tekort resteren van circa € 5,5 miljoen. Aan Twence (de beheerder) is daarom per 1 januari 2020 een jaarlijkse heffing opgelegd van € 40.000.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

In de Belastingverordening Overijssel staat het kwijtscheldingsbeleid als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. In artikel 4.4 van deze verordening staat dat wij geen kwijtschelding verlenen bij de invordering van de nazorgheffing stortplaatsen. Verder kennen we geen innings- en kwijtscheldingsbeleid voor de opcenten Motorrijtuigenbelasting. De reden hiervan is dat niet wij, maar de Belastingdienst deze belasting int. De provincie heeft geen invloed op de wijze van inning of kwijtschelding.

Opcenten motorrijtuigenbelasting per provincie

Terug naar navigatie - Opcenten motorrijtuigenbelasting per provincie

Hieronder is weergegeven hoe de inkomsten uit de provinciale heffingen zijn opgebouwd. De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting beslaan ongeveer 98% van onze inkomsten uit heffingen. Hieronder is tevens een vergelijkingstabel opgenomen van de opcenten per provincie. Hierin zijn ook de mutaties tussen 2019 en 2020 per provincie te zien voor zover bekend.

Opcenten per provincie
2019 2020
Drenthe 1 92,0 92,0
Groningen 3 90,4 91,8
Zuid-Holland 2 90,4 91,7
Zeeland 5 89,1 89,1
Gelderland 4 89,2 87,2
Friesland 6 71,1 87,0
Flevoland 7 79,8 80,6
Overijssel 8 79,9 79,9
Limburg 9 77,9 77,9
Noord-Brabant 10 76,1 76,1
Utrecht 11 72,6 72,6
Noord-Holland 12 67,9 67,9

Kostendekkenheid heffingen

Terug naar navigatie - Kostendekkenheid heffingen

De volgende tabellen geven de mate van kostendekkenheid van de heffingen weer.

Berekening kostendekkendheid leges Wet natuurbescherming Berekening kostendekkendheid Ontgrondingenwet
Kosten taakveld(en) € 409.400 Kosten taakveld(en) € 25.200
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen
Netto kosten taakveld(en) € 409.400 Netto kosten taakveld(en) € 25.200
Toe te rekenen kosten Toe te rekenen kosten
Overhead € 87.200 Overhead € 6.800
BTW BTW
Totale kosten € 496.600 Totale kosten € 32.000
Opbrengst heffingen € 490.400 Opbrengst heffingen € 32.000
Dekkingspercentage 99% Dekkingspercentage 100%
- -
Berekening kostendekkendheid leges WABO Berekening kostendekkendheid leges Waterwet
Kosten taakveld(en) € 115.200 Kosten taakveld(en) € 26.700
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen
Netto kosten taakveld(en) € 115.200 Netto kosten taakveld(en) € 26.700
Toe te rekenen kosten Toe te rekenen kosten
Overhead € 42.700 Overhead € 7.200
BTW BTW
Totale kosten € 157.900 Totale kosten € 33.900
Opbrengst heffingen € 157.900 Opbrengst heffingen € 33.900
Dekkingspercentage 100% Dekkingspercentage 100%
- -
Berekening kostendekkendheid leges Wet luchtvaart Berekening kostendekkendheid grondwaterheffing
Kosten taakveld(en) € 30.200 Kosten taakveld(en) € 1.433.834
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen
Netto kosten taakveld(en) € 30.200 Netto kosten taakveld(en) € 1.433.834
Toe te rekenen kosten Toe te rekenen kosten
Overhead € 8.100 Overhead
BTW BTW
Totale kosten € 38.300 Totale kosten € 1.433.834
Opbrengst heffingen € 13.300 Opbrengst heffingen € 1.024.000
Dekkingspercentage 35% Dekkingspercentage 71%