We hebben oog voor de trends en ontwikkelingen. Ze worden betrokken in de ontwikkeling en uitvoering van onze strategie, beleid en programma’s, zoals beschreven bij de individuele opgave teksten. Er zijn een aantal overkoepelende ontwikkelingen die een overheersende rol gespeeld hebben. Toen we het coalitieakkoord “Samen bouwen aan Overijssel” schreven, was de volle omvang van de stikstofcrisis nog onvoldoende te bevatten. Bovendien kon toen niemand voorzien dat we nu al geruime tijd te maken hebben met een coronacrisis. Ook de verminderde financiële perspectieven zijn van grote invloed op onze maatschappelijke opgaven en de te maken keuzes.
De crisissen waar we mee te maken hebben zijn van dermate omvang dat het belangrijk is ze te schetsen en te duiden voor Overijssel. Niet alleen om dat ze nu van invloed zijn, maar ook omdat ze de komende jaren – ook na deze coalitieperiode – een belangrijke invloed hebben op de te maken keuzes. De opgaven worden, versterkt door de crisissen, steeds concreter en zichtbaarder. Daardoor wordt duidelijker dat er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden omdat niet alles overal kan. Dit leidt tot toenemende spanningen. Het gaat er daarom ook om de manier waarop die keuzes worden gemaakt: luisteren naar elkaar, met begrip voor ieders belangen, een goede communicatie en met oog voor de korte én langere termijn. Alleen samen kunnen we de opgaven realiseren.
Coronacrisis
De coronapandemie heeft een ongekende impact op ons allen. Het raakt ons in alle aspecten van ons leven, zoals zakelijk als privé. De coronacrisis heeft aangetoond hoezeer we, ook internationaal, met elkaar verbonden zijn en dat we alleen samen deze crisis het hoofd kunnen bieden. Hoewel zeker is dat de effecten van de coronacrisis nog lang zullen nadreunen, zijn er veel onzekerheden over het verdere verloop en de precieze effecten. Want wat gaat dit bijvoorbeeld betekenen voor mobiliteit, de culturele sector en onze economie?
En hoe ziet onze samenleving er straks uit? Wij zijn daarom enorm trots om te zien dat in deze onzekere en hectische tijden er volop daadkracht, innovatie en verbondenheid wordt getoond. Dat geldt ook voor de organisatie van de provincie die volle kracht heeft doorgewerkt aan onze opgaven. Ondanks alle beperkingen is met veel creativiteit het werk door gegaan.
Vanuit onze opgaven en kerntaken, en onze positie als middenbestuur, vervullen we een belangrijke rol in de aanpak van de coronacrisis. Via de extra maatregelen in het kader van de “Overijsselse aanpak coronacrisis”, waarmee we € 135 miljoen investeren in het herstel van de coronacrisis, én de vele acties binnen ons reguliere beleid en programma’s. Dit alles doen we vanuit de overtuiging dat we als provincie met name in herstelfase een onmisbare schakel zijn. Met decentrale overheden hebben we hierover gezamenlijk een krachtig signaal afgegeven richting het nieuwe kabinet: “Krachtig groen herstel van Nederland”.
We kiezen ervoor om onze koers vast te houden en het herstel van corona te benutten voor de noodzakelijke en wenselijke omslagen. In onze aanpak brengen we samenhang tussen de lange en korte termijn. Het één kan niet zonder het ander. We koppelen dus onze korte termijn investeringen aan lange termijn doelen. Het aanjagen van de economie verbinden we met het versnellen van de transities, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, energie, circulaire economie, landbouw, wonen en digitalisering. Onderdeel daarvan is dat we oog blijven hebben voor het hier en nu: waar is behoefte aan in de samenleving, wat vragen de opgaven van ons en waar kunnen wij als provincie aan bijdragen mét zicht op toekomstperspectief? Daaraan gekoppeld klinkt ook steeds meer het perspectief van brede welvaart. Dat gaat over de kwaliteit van leven en van de omgeving waarin mensen leven. En om aspecten als materiële welvaart, identiteit, sociale kwaliteit, gezondheid en milieu. Dit komt ook duidelijk terug in onze beleid en programma’s zoals deze Perspectiefnota laat zien.
In het licht van de coronacrisis blijven we, conform onze corona aanpak, de benodigde inzet plegen om onze kerntaken overeind te houden Dat geldt bijvoorbeeld voor het OV. Als onderdeel van de landelijke afspraken biedt het Rijk financiële compensatie. Dit is nodig om, gezien de vitale functie van het OV, het voorzieningenniveau op orde te houden. Naar verwachting lopen de landelijke afspraken tenminste door tot en met eind 2021. Zoals beschreven in de opgavetekst Goede bereikbaarheid werken we gezamenlijk met de vervoerbedrijven aan transitieplannen om ook na corona het openbaar vervoer financieel betaalbaar te houden. De conclusie is dat het noodzakelijk is dat de financiële steun de komende jaren wordt gecontinueerd. We zijn hierover in gesprek met het Rijk, maar het risico bestaat dat een verdere versobering van het voorzieningenniveau op de kortere termijn moet worden doorgevoerd of tijdelijk worden opgevangen met extra provinciale middelen. Uw Staten worden hierover op de hoogte gehouden.
Ook de culturele sector blijft de effecten merken van de coronacrisis, zeker met de lang durende lock-down sinds december. Daarom stellen we voor, in lijn met onze corona herstelaanpak, ook in 2021 noodsteun te verlenen om de provinciale culturele instellingen de crisis door te helpen. Bij deze perspectiefnota geven we u een inschatting van de noodsteun die we voor dit jaar verwachten te verlenen. Daarnaast beschrijven we in de opgavetekst Samenleven in Overijssel wat we gaan doen om de sector te transformeren.
Stikstofcrisis
Aan het begin van deze coalitie periode overheersten de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State over de Programmatische aanpak Stikstof in bijzondere mate. Er was sprake van maatschappelijke spanningen die onder meer tot uiting kwam in de protesten vanuit de agrarische sector. Die uitspraak, het advies hierop van de commissie Remkes en de daarop volgende besluiten van het kabinet hebben verstrekkende consequenties voor de sociaaleconomische en ecologische ontwikkeling van Overijssel. Met de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering geeft het Rijk een structurele aanpak voor emissiereductie en natuurherstel. Aan de ene kant de focus op vermindering van bronemissie via de regeling gerichte opkoop veehouderij en de gebiedsgerichte aanpak stikstof. En aan de andere kant de focus op natuurherstel en biodiversiteit met het Programma Natuur. Beiden, vermindering van de stikstofemissies én natuurherstel, zijn noodzakelijke voorwaarden om economische bedrijvigheid, waaronder woningbouw, mogelijk te laten blijven.
Binnen dit gegeven wordt nu zowel op landelijk als provinciaal niveau gewerkt aan het zoeken naar een nieuwe balans tussen versterken van de ecologische kwaliteit in relatie tot de sociaaleconomische ontwikkeling. De Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering vormt een flinke stap in de goede oplossingsrichting. Duidelijk is dat moet worden doorgepakt met het uitwerken en uitvoeren van de verschillende bron- en natuurmaatregelen. Ook in het licht van de zich ontwikkelende jurisprudentie. Een verdere intensivering van de samenwerking op het stikstofvraagstuk tussen Rijk en regio is daarbij nodig. Van meet af aan heeft de Overijsselse aanpak in het teken gestaan van vijf schakels, te weten: natuurherstel, bronmaatregelen voor reductie van stikstof, vergunningverlening en handhaving, uitgifte beschikbare stikstofruimte én de Gebiedsgerichte aanpak stikstof. Het door uw Staten genomen Investeringsbesluit is een belangrijke eerste impuls om daar vorm en inhoud aan te geven.
Financiën
De afgelopen jaren investeerden we veel in Overijssel. Ook deze coalitieperiode hebben we een forse investeringsimpuls van € 305 miljoen in gang gezet. Daarbovenop hebben we extra middelen vrijgemaakt voor onze corona herstelaanpak. Deze investeringen konden/kunnen we ons veroorloven omdat we na de verkoop van Essent in 2009 een behoorlijke spaarpot hadden. Deze eenmalige Essentmiddelen zijn nu grotendeels uitgegeven, bestemd of belegd in revolverende fondsen, zoals het Energiefonds Overijssel. Dat betekent dat we de komende jaren niet langer op onze reserves kunnen teren en we onze uitgaven meer zullen moeten gaan baseren op onze structurele inkomsten.
Onze structurele baten zijn met veel onzekerheid omgeven. We weten niet wat de coronacrisis op de lange termijn betekent voor de overheidsuitgaven in het algemeen en wat daarvan de consequenties zijn voor het provinciefonds. Daarnaast staat ons belastinggebied, opcenten op de Motorrijtuigenbelasting (MRB), onder druk door de vrijstelling van elektrische auto’s en staat de MRB landelijk ter discussie. Tot slot staat de winstgevendheid van Enexis en Vitens onder druk, omdat zij fors investeren in de energietransitie, respectievelijk klimaatopgave. Daardoor ontvangen wij de komende jaren minder dividend.
We zijn de afgelopen jaren gewend geraakt aan de incidentele impulsen op de volle breedte van ons beleid (circa € 31 miljoen per jaar). Tegelijkertijd weten we dat de maatschappelijke opgaven en transities om een forse inzet van ons (blijven) vragen. We voorzien dat we fundamentele keuzes zullen moeten maken. Wat gaan en blijven we doen? En ook: wat gaan we niet meer doen? Hoe kunnen we toch investeringskracht mobiliseren? De noodzaak hiertoe zal nog in mindere mate gelden voor de komende twee jaar, maar wel voor de volgende coalitieperiode. We vinden het belangrijk om hier duidelijk over te zijn. Omdat we verder kijken dan deze periode. En omdat we weten dat onze partners en uiteindelijk dus ook onze inwoners dit zullen merken. Met dat in het achterhoofd maken we bij deze Perspectiefnota al keuzes. We nemen u mee in de afwegingen die we hebben gemaakt.
De komende twee jaar willen we benutten om de consequenties en (on)mogelijkheden in kaart te brengen, zodat een nieuwe coalitie de juiste uitgangspositie heeft om keuzes te maken. Ook inventariseren we mogelijkheden om slim te kunnen blijven investeren met behoud van een gezonde financiële positie, nu en in de toekomst. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan het beter benutten van Rijks- en Europese fondsen, zodat één provinciale euro meer oplevert voor Overijssel. Maar we kijken ook hoe we beheerst onze financiële uitgangspunten kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld als het gaat om het benutten van afschrijvingsmethodieken, onze spelregels rond risicoafdekking en indien nodig het aantrekken van vreemd vermogen. Bij deze perspectiefnota nemen we hierop een eerste stap met het voorstel om de afschrijvingsmethodiek toe te passen op nieuwe investeringen in eigen infrastructuur. Tot slot maken we ons samen met andere provincies sterk voor het behoud van een autonoom belastinggebied, dat past bij onze onmisbare rol bij de regionale aanpak van de maatschappelijke opgaven.