De huidige financiële positie is solide en meer dan gezond. Deze periode hebben we ervoor kunnen zorgen dat de structurele begroting in evenwicht is gebleven en op termijn in evenwicht blijft. Juist doordat we voorzichtig waren met het ramen van bijvoorbeeld het accres en terughoudend zijn geweest met structurele investeringen, zijn we in staat om bij deze perspectiefnota grote tegenvallers (bijvoorbeeld door inflatie) op te vangen. Voor de volgende coalitieperiode is er ondanks het veranderde perspectief daardoor nog wel bewegingsruimte. Met een reservering van in totaal € 50 miljoen is er daarnaast ook incidentele ruimte om te kunnen blijven investeren in Overijssel.
Ondanks de incidentele reserveringen die wij hebben gemaakt, is de volgende coalitieperiode minder incidenteel te besteden dan we in de afgelopen jaren gewend waren. Zoals geschetst in het onderdeel 'toekomst provinciale financiën' wordt de afhankelijkheid van de structurele inkomsten wordt groter. Daarbovenop is de onzekerheid over de toekomstige financiering zeer groot.
De ruimte vanaf 2026 blijft zoals in de voorgaande hoofdstukken geschetst wel zeer onzeker. In het onderstaande perspectief zijn de accresstijgingen van 2024 en 2025 nog niet opgenomen, die cumulatief zouden optellen tot ruim € 5 miljoen. Als we deze zouden meerekenen, zou de terugval in 2026 ruim € 10 miljoen bedragen. Als het Rijk geen stappen onderneemt en zelfs prijsstijgingen niet zal compenseren, dan kan de terugval nog verder oplopen.