Hitte, droogte en wateroverlast

Hitte, droogte en wateroverlast

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De effecten van klimaatverandering ondervinden we nu al aan den lijve: hetere en drogere periodes, meer hevige regenbuien met een toename van wateroverlast en een groter overstromingsrisico. Bij een aantrekkelijke leefomgeving horen schoon en voldoende (drink)water (zie ook kengetal 1.4: bestrijdingsmiddelen in grondwater uit Overijssel Ontcijferd 2022 en Overijssels grondwater | KennisHub Overijssel) en bescherming tegen overstromingen en hittestress. Om beter om te kunnen gaan met de effecten van klimaatverandering werken we samen met partners aan actieplannen hoe om te gaan met droogte, hittestress en wateroverlast. Daarbij gaat het zowel om de fysieke ruimte als om de maatschappelijke gevolgen voor landbouw, natuur en wonen.

Terugblik

Terug naar navigatie - Terugblik

Met het programmaplan Klimaatadaptatie hitte droogte en wateroverlast hebben we een drie sporen-beleid gevolgd:

  1. voor de uitwerking van het Regionaal Adaptatieplan van Overijssel – samen met partners in de benoemde samenwerkingsregio’s – komen tot actieplannen (uitvoeringsprogramma’s) voor droogte, hittestress en wateroverlast;
  2. oog hebben voor een uitwerking van provinciale opgaven en nadrukkelijk kijken naar kansrijke combinaties met onze opgaven zoals natuur, vitaal landelijk gebied, infrastructuur, recreatie, wonen en ook de energietransitie;
  3. als provincie een stimulerende en faciliterende rol vervullen voor het klimaatbestendig inrichten van Overijssel bijvoorbeeld door middel van het bewustwordingscampagnes, het bieden van handelingsperspectieven en het uitvoeren van pilots waar we ‘leren door te doen’.

Begin 2020 zijn de stresstesten van de vier zogeheten werkregio’s afgerond. De risicodialogen en de uitvoeringsstrategieën en uitvoeringsprogramma’s van de vier werkregio’s zijn eind 2021 vastgesteld. Op basis van deze producten hebben we het provinciale programma in samenwerking met onze partners aangevuld. Taken die op bovenregionaal verband uitgevoerd moeten worden zijn nu onderdeel van het programma. Denk hierbij aan beleidsvorming in de Omgevingsvisie, monitoring en communicatie.

Een greep uit onze resultaten:

  • Transformatie Climate Campus naar uitvoeringsonderdeel regiodeal en novi-pilot binnen organisatie gemeente Zwolle;
  • Pilot water en bodem sturend binnen de RO samen met Waterschappen, gemeenten, provincie en het ministerie I&W;
  • Nationaal groeifonds honorering twee Overijsselse projecten;
  • Ondertekening uitvoeringsprogramma haarvaten op peil door provincie, waterschappen en landgoedbeheerders.

Vooruitblik

Terug naar navigatie - Vooruitblik

De urgentie voor het voldoen aan de (nationale) opgaven was nog nooit zo zichtbaar en voelbaar als nu. Hitte, droogte en wateroverlast is een blijvend thema en ook drinkwatervoorziening staat flink onder druk. Dit vraagt blijvend om aandacht. Er zal daarom volop ingezet worden op bewustwording waarin eigenaarschap ligt bij iedereen, zowel particulieren als bedrijven.

Duidelijk is dat klimaatadaptatie geen op zichzelf staande opgave is. Het goed integreren van deze opgave in overige beleidsterreinen vraagt om een goede samenhangende aanpak. Klimaatadaptief werken vraagt integrale benadering. Doelen uit de verschillende opgaven kunnen met elkaar gecombineerd worden. De Rode Draad Gezondheid (veiligheid van mensen bij extreme hitte/droogte) en Natuur Inclusief werken (groen voor het tegengaan van hitte en vasthouden van water) uit de Omgevingsvisie lenen zich hier goed voor. Bijvoorbeeld door het stellen van regels over hergebruik van water in industrie en (bestaand en nieuwe) woningbouw, de oppervlakte openbaar groen per inwoner of maximaal percentage verharding in particuliere tuinen. Dit vraagt om een integrale samenwerking die een plek moet krijgen in zowel de Omgevingsvisie als de -verordening.

De investeringsimpuls uit het coalitieakkoord gaan we deze coalitieperiode realiseren, waarbij de personele inzet binnen de samenwerkingsverbanden nog aandacht verdient. De cofinanciering van projecten in deze samenwerkingsverbanden kan worden geregeld door de subsidieregeling ook na 2023 met extra middelen voort te zetten.

Met de huidige ontwikkelingen dienen zich ook nieuwe keuzes aan. Nieuwe stresstesten, waar aannames en risicoacceptatie opnieuw getoetst moeten worden. Hoe ga je om met nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI? Wat betekent dit voor (toegenomen) milieurisico's zoals natuurbranden, SMOG/luchtkwaliteit? Maar ook keuzes als het gaat om de rol die wij hebben als provincie (coördinerend versus regisserend). Om dit te bereiken zullen samenwerkingsverbanden met Deltaplan ruimtelijke adaptatie (DPRA) en ZON door moeten lopen na afloop van de huidige coalitieperiode.