Vitaal landelijk gebied

Vitaal landelijk gebied

Terugblik

Terug naar navigatie - Terugblik

In de afgelopen jaren bleef de stikstofaanpak onze aandacht vragen. Wij zijn begonnen met de Gebiedsgerichte Aanpak Stikstof. We hebben in de zes deelgebieden verkenningen gedaan om de opgave natuurherstel én ruimtelijke ontwikkeling met elkaar in balans te brengen. Aan de hand van de gebiedsanalyses hebben we gebiedsagenda’s opgesteld. Ook zijn we gestart met de aankoopregeling veehouderijen en hebben we besloten een stikstofbank mogelijk te maken.

In verschillende trajecten werkten we de afgelopen periode aan een duidelijke toekomstvisie. De strategieontwikkeling landelijk gebied vormde de opmaat naar de koersontwikkeling landelijk gebied. Daarin droegen stakeholders uit de zes GGA-gebieden (gebiedsgerichte aanpak) bij aan een basis voor te maken keuzes voor het landelijk gebied in de herziening van de Omgevingsvisie.

Wij werkten aan instandhouding en herstel van de biodiversiteit binnen de Ontwikkelopgave Natura2000. Begin 2022 zijn 14 Provinciale inpassingsplannen PIP’s (inclusief drie bestemmingsplannen) gereed, worden in alle gebieden interne maatregelen uitgevoerd en is de uitvoering van externe maatregelen in 4 gebieden gereed en in 6 gebieden gaande. We merken op dat verschillende projecten vertraging oplopen, bijvoorbeeld door lange en complexe juridische procedures. Daarnaast gaan we de komende jaren 17 N2000-beheerplannen verlengen en starten we met het opstellen van natuurdoelanalyses voor het Programma Stikstofreductie en Natuurherstel. De financiële dekking voor de prognose van de ontwikkelopgave liet de afgelopen jaren risico’s zien. Met scherp aan de wind (blijven) varen en de genoemde mogelijkheden tot aanvullende dekking lijkt het nog steeds mogelijk om de opgave binnen de met u afgesproken financiële kaders uit te voeren.

De afgelopen jaren is in het IJsselgebied 478 ha natuurgrond geruild met als doel de natuurkwaliteit te verbeteren door natuurbeheer te optimaliseren. Aan de ruiling deden verschillende partijen mee. Nog niet eerder heeft er in Nederland zo’n grote natuurruiling plaatsgevonden. Ook zijn diverse kavelruilprojecten afgerond.

Met het Rijk werkten we in 2020 aan de totstandkoming van het Programma Natuur (zie voor een stand van zaken ook kengetal 3.1 uit Overijssel Ontcijferd 2022). We hebben middelen van het Rijk (via een specifieke uitkering ofwel SPUK) gekregen voor natuurherstel van N2000-habitats, waarvan de kritische depostiewaarde (KDW) voor stikstof wordt overschreden. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om extra interne maatregelen, extra hydrologische maatregelen incl. compensatie en overige – ten opzichte van het Natuurpact aanvullende – inrichtingsmaatregelen die onderdeel uitmaken van de Ontwikkelopgave. In opvolging van de landelijke bossenstrategie stelden we eerste uitgangspunten voor een Overijsselse bossenstrategie vast. Met het Rijk zijn binnen het Programma Natuur afspraken gemaakt over financiële dekking en uitvoering voor 170-275 ha boscompensatie.

De opgave voor veenweide is onderdeel van het Klimaatakkoord. Provincies hebben de regierol voor een gebiedsgerichte aanpak. We werken aan toekomstperspectief voor het gebied en de agrarische ondernemers, in samenhang met opgaven als N2000 en stikstof. De Regionale Veenweide strategie stellen we tot en met 2026 gefaseerd op, conform de landelijke afspraken over de Veenweide strategieën.

In 2020 gaf u het startsein voor het vervolg van het programma Agro en Food: kringlopen sluiten 2020-2023. Sindsdien draagt het bij aan kringlooplandbouw en innovatie, onder meer op het gebied van eiwittransitie, nieuwe waardeketens gericht op biobased bouwen, verwaarding van reststromen en kweekvlees en slimme voedselproductie. We leverden onze bijdrage aan de totstandkoming van het GLB Nationaal Strategisch Plan dat eind 2021 is vastgesteld en aan de Europese Commissie is aangeboden.

Met de partners van het samenwerkingsverband “Rijp & Groen” gaven we uitwerking aan de groenblauwe dooradering van het landelijk gebied uit het Coalitieakkoord. Over de aanpak gericht op de instandhouding van de brede biodiversiteit in het agrarisch gebied informeerden wij u medio 2021. Op dit moment geven wij uitvoering aan de bijbehorende acties én de hiertoe door u beschikbaar gestelde extra middelen.

De erfcoaches zijn algemeen bekend geworden in het landelijk gebied. In alle gemeenten is een erfcoach beschikbaar. Richting het einde van de coalitieperiode willen we dat de erfcoaches vooral actief zijn op erven die worstelen met de te maken keuzes rondom de transities in het landelijk gebied.

Eind 2019 gaf u groen licht voor de continuering van het uitvoeringsprogramma Natuur voor Elkaar. Het leidde tot meer groene schoolpleinen, meer natuurinclusieve bouwprojecten, meer groene bedrijventerreinen en meer gemeenten met een Natuur-voor-Elkaar-plan. En stelde u extra middelen beschikbaar voor langjarig landschapsbeheer. Door het programma hebben we meer inwoners, ondernemers en andere overheden bereikt en bewustgemaakt van het belang van het beleven, benutten en beschermen van natuur. Dit is cruciaal om vooral natuur buiten de natuurgebieden steviger te verankeren (zie ook kengetal 3.3) en legt een stevig fundament voor de komst van de nationale Agenda Natuurinclusief medio 2022.

Met waterschappen en gemeenten startten we met de uitwerking van de adaptatiestrategie ter voorbereiding op een steeds extremer klimaat, waarin we kampen met de gevolgen voor hittestress, droogteschade, wateroverlast en overstromingsrisico’s.

We gaven uitvoering aan het Actieplan weidevogels 2018-2021, waarmee weidevogelbeheer (zie kengetal 3.4 uit Overijssel Ontcijferd 2022) met circa 30% is uitgebreid en inrichtingsmaatregelen (POP3) grotendeels zijn uitgevoerd. Aanvalsplan Grutto is opgestart en wordt landelijk en provinciaal verder uitgewerkt. We stelden uitvoeringsbeleid vast voor beschermde soorten en namen dit op in de Handreiking soortenbescherming Overijssel. Voor het eind van de coalitieperiode vullen we het uitvoeringsbeleid aan met thema’s gerelateerd aan de energietransitie. De kosten voor faunaschade stegen de afgelopen jaren hard, met ruim 60% naar € 2 miljoen in 2021.

Met instrumenten als o.a. milieu-effectrapportages en vergunningverlening, toezicht en handhaving hielden we de bestaande milieucondities op orde.

Vooruitblik

Terug naar navigatie - Vooruitblik

Wij werken aan een duurzaam Perspectief voor de landbouw dat we voor het eind van de coalitieperiode afronden en aan u presenteren. We streven naar een balans tussen gezonde landbouw en een gezonde leefomgeving, met een toekomstbestendig, duurzaam en passend bedrijfsmodel. Het Rijk wil hiermee voor een aantal opgaven in het landelijk gebied – natuurherstel, stikstof, water en de klimaatopgave voor landbouw en landgebruik – tot een meer samenhangende, effectievere en efficiëntere aanpak tot stand brengen. Een samenhangende gebiedsgerichte aanpak voor deze opgaven staat hierbij centraal. Deze omslag zal ook consequenties hebben voor onze aanpak en werkwijze voor deze opgaven. Hieronder gaat wij eerst in op de contouren van het NPLG zoals wij die nu kennen. Daarna op een aantal afzonderlijke onderwerpen.

Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Terug naar navigatie - Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Het NPLG wordt een programma met een samenhangende aanpak voor de realisatie van de doelen voor de internationale verplichtingen voor natuurherstel en stikstofreductie (Vogelhabitatrichtlijn, VHR), waterkwaliteit (Kaderrichtlijn water, KRW) en vermindering van de broeikasgasemissies van de landbouw en landgebruik (zie ook resp. de kengetallen 1.2, 1.3, 3.11 en 3.12 uit Overijssel Ontcijferd 2022).

Voor de uitvoering van het NPLG is een Transitiefonds van € 25 miljard voorzien. Het Rijk zal in de komende tijd de contouren van dit programma verder inkleuren. Wij verwachten dat het NPGL taakstellende opgaven bevat voor de provincies voor de periode tot 2030 die inhouden dat de provincies gebiedsplannen - een Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) – op moeten stellen. De inzet van het Rijk is om met het NPLG een aanpak voor natuurherstel uit te werken waarbij de doelen op termijn met zekerheid gehaald worden. Dit is een voorwaarde om de vergunning verlening in het kader van de Wet natuurbescherming weer vlot te trekken.

Wij zien het NPLG als een middel voor de realisatie van de doelen van het coalitieakkoord voor natuur, water, klimaat, landbouw en leefbaarheid in het landelijke gebied. Het programma biedt goede kansen de natuur en het water en de brede leefomgevingskwaliteit in Overijssel te verbeteren. De impact van dit programma op ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw is groot. De omvang van de veehouderij zal afnemen. De uitdaging is het enerzijds realiseren van de opgaven voor water, biodiversiteit en broeikasgassen en anderzijds het ontwikkelen van perspectieven voor de agrarische sectoren. Dit alles op een dusdanige wijze, dat er ook oog is voor de sociaaleconomische aspecten ervan als ook de ruimtelijke kwaliteit. Wij zullen deze laatste aspecten nadrukkelijk in ons PPLG integreren.

Het tijdpad voor de opstelling van het NPLG is als volgt: het Rijk wil in juli 2023 het NPLG vaststellen. De provinciale gebiedsplannen moeten hiervan onderdeel zijn. Als eerste stap presenteert het Rijk naar verwachting in mei haar startnota voor het NPLG. In deze globale planning staan voor de provincies 2022 en 2023 in het teken van de uitwerking van hun provinciale gebiedsplanen. Hierbij beginnen wij niet bij nul. De lopende trajecten en programma’s zoals de gebiedsgerichte aanpak stikstof (zie ook hierna), de ontwikkelopgave Natura2000, de veenweide aanpak, de bossenstrategie, de aanpak voor de kaderrichtlijn water en het perspectief voor de landbouw zullen integraal onderdeel worden van dit PPLG. Na de vaststelling van het NPLG in 2023 start de uitvoering die tot 2035 loopt.

In de aanloop naar de hoofdlijnenbrief van het kabinet over het NPLG hebben wij reeds een kwartiermakersfase ingericht om een vliegende start te kunnen maken met het PPLG. Een programma, dat zowel qua tijd als inhoud ambitieus zal zijn. Gezien de omvang van de opgaven in Overijssel verwachten wij dat een substantieel deel van de middelen van het Transitiefonds, mogelijk in de orde van 10% of meer, in Overijssel neerslaat.

Een programma met een dergelijke omvang vraagt om een grote versterking van de uitvoeringscapaciteit van de provincie en haar partners. Een dergelijk programma met een samenhangede gebiedsgerichte aanpak vraagt ook om een doorontwikkeling en intensivering van de werkwijze van de Gebiedsgerichte aanpak Stikstof (GGA) en een verbreding naar andere opgaven. Niet alleen voor de jaren 2023 e.v., maar ook al voor 2022. De ervaringen met de Ontwikkelopgave Natura 2000 leren bovendien, dat de programma aanpak stevig moet worden geborgd in de vorm van een Integraal Projectmanagement met de daarbij behorende rollen.

Als gezegd borduurt het NPLG en daarmee dus ook het PPLG voort onze stikstofaanpak ingevolge de Wsn. Dat betekent ook dat de resultaten van die aanpak een plek moeten krijgen in de andere programma’s en beleidsdoelen in het op te stellen PPLG. Dit gaat over:

  1. de KRW,
  2. de ontwikkelopgave,
  3. de klimaatopgave
  4. GGA Stikstof.


In al deze programma’s wordt gewerkt aan de doelstellingen die ten grondslag liggen aan het NPLG. En in deze programma’s zijn hier ook middelen voor gereserveerd.

Uiteraard zullen we hier, zoveel als ook maar enigszins mogelijk, werk met werk maken. Deze inverdienmogelijkheden hebben we verrekend bij de extra benodigde impuls voor de jaren 2022 en 2023. De benodigde gelden zullen wij onder meer inzetten voor:

  • De bouw van de programma organisatie inclusief de doorvertaling naar deelgebieden
  • Het opstellen van het plan en de daarbij behorende instrumenten w.o. de verordening
  • Het kunnen inspelen op low-regret maatregelen
  • Het in beeld brengen van de impact van de maatregelen op sociaal-economische vlak
  • Het vorm geven van omgevingsmanagement waaronder communicatie
  • Inspelen op grondposities
  • Het faciliteren van partners voor inbreng van kennis en kunde
  • Opzetten van een goed data en monitoringssysteem
  • Proces middelen voor het verlenen van ad hoc opdrachten en organiseren van bijeenkomsten


Op grond van de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) is actualisatie van gebiedsdossiers en het uitvoeringsprogramma drinkwaterwinningen Overijssel noodzakelijk. Dit is aanvullend op bestaande budgetten en personele inzet voor KRW. Voor elke winning voor de openbare drinkwatervoorziening in Nederland wordt 6-jaarlijks een gebiedsdossier en bijbehorend uitvoeringsprogramma opgesteld, aansluitend bij de plancyclus van de KRW. De gebiedsdossiers moeten in 2023 zijn geactualiseerd (start 2022), en het uitvoeringsprogramma start in 2023, bekrachtigd met een bestuursovereenkomst.  

Financiering in relatie tot rijksmiddelen

Terug naar navigatie - Financiering in relatie tot rijksmiddelen

Wij gaan er vanuit dat het Rijk voor deze onderwerpen middelen vanuit het Transitiefonds voor het NPLG beschikbaar zal stellen (met terugwerkende kracht). Op basis hiervan stellen wij voor de aanvullende impuls voor de planvoorbereiding van in totaal € 11,3 miljoen als voorfinanciering in te boeken. Wij willen nog voor de begroting in het najaar zekerheid proberen te verkrijgen over de rijksvergoeding. Hier dringen wij voortdurend op aan. Van het totale bedrag is € 3,1 miljoen benodigd in 2022 en € 8,2 miljoen in 2023. De voorfinanciering stellen we voor tijdelijk te dekken uit zeer waarschijnlijk resterende budgetten in 2022 voor GGA Stikstof van circa € 3,4 miljoen. Het voorstel is om de resterende voorfinanciering van € 7,9 miljoen zo nodig te dekken vanuit de Algemene risicoreserve. 

Voor de voorbereiding van het PPLG hanteren wij een gefaseerde aanpak, met Go/No Go-momenten. Wij beginnen dit jaar met een verkennende fase. In deze fase verkennen wij onder meer de maatregelen voor de landelijke doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat in Overijssel. Hierbij brengen wij ook de haalbaarheid, betaalbaarheid en sociale en economische effecten van de maatregelen in beeld. En ook wat nodig is voor de ontwikkeling van een robuuste verdienstructuur voor de landbouw en om de leefbaarheid op peil te houden. Voor de eventuele aanspraak op de middelen als voorfinanciering in 2023 leggen we u eind dit jaar een separaat voorstel voor. Hierbij betrekken wij de resultaten van de verkennende fase. 

Gebiedsgerichte aanpak Stikstof

Terug naar navigatie - Gebiedsgerichte aanpak Stikstof

Vanuit de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) hebben wij de opdracht om voor juli 2023 een gebiedsplan aan te bieden aan het Rijk. In dit gebiedsplan moeten de provincies aangeven hoe zij de natuurdoelen en stikstof doelen gaan realiseren. Hiervoor zijn voor zes deelgebieden in Overijssel de gebiedsdata, en gebiedsanalyses opgeleverd. Rond de zomer 2022 zijn de eerste gebiedsagenda’s vanuit de zes gebieden gereed om naar Provinciale Staten te gaan. Dit proces loopt op dit moment parallel aan de voorbereidingen voor het PPLG. De gebiedsagenda’s zullen een belangrijk onderdeel worden voor het ‘stikstofhoofdstuk’ van het PPLG.

Tot aan de integratie in het PPLG gaan wij door met de uitvoering van de GGA in zijn huidige vorm. In de zomer van 2022 is nu voorzien in de verbreding van de GGA Stikstof tot aanpak PPLG. Op dit moment wordt geraamd dat van de reeds gereserveerde middelen voor de Overijsselse aanpak Stikstof in de KVO de vrije ruimte van de periode 2020-2022 beschikbaar blijft.

Zekerheid over deze middelen is nodig zodat wij:

  • voor de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap onze wettelijke verplichtingen kunnen nakomen;
  • de uitvoering van de GGA op het huidige niveau kunnen continueren;
  • de uitvoering van low- en no regret maatregelen in het kader van de gebiedsagenda’s GGA kunnen uitvoeren. Mede door de ontwikkelingen op het vlak van het NPLG komen er wel steeds meer initiatieven vanuit de gebieden die een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van beoogde doelen. Een werkbudget voor de zes deelgebieden kan in de periode tot juli 2023 voorzien in het opstarten van de goede initiatieven.

En last but not least vinden wij het van belang dat de partners op een goede manier aan het proces kunnen blijven deelnemen, als het gaat om kennis en kunde.

Landbouw; Expertise en programma Agro en Food

Terug naar navigatie - Landbouw; Expertise en programma Agro en Food

Met het programma Agro en Food werken we aan het creëren van een goede basis voor het kunnen laten landen van het thema landbouw in het PPLG. Dit doen we enerzijds door het ontwikkelen van een perspectief voor de landbouw (visie) en anderzijds door het operationeel maken van provinciale instrumenten ten behoeve van de transitie in de landbouw. We hebben op dit moment onvoldoende capaciteit op zowel beleidsontwikkeling als in de uitvoering om de (beleids)vragen die in dit kader op ons afkomen te beantwoorden. Dit vraagt al in 2022 en in 2023 aanvullende capaciteit.

Het programma Agro en Food loopt tot het einde van deze coalitieperiode. Het is wenselijk om ook die tijd de huidige programmastructuur van Agro en Food als werkwijze voort te zetten. Enerzijds om snel in te kunnen spelen op vragen en ontwikkelingen, anderzijds om goed aan te kunnen sluiten bij de beoogde werkstructuur van het PPLG. Daarom zal voor 2023 en verder voldoende capaciteit voor de programmastructuur beschikbaar moeten zijn. Dit zal mogelijk gedekt kunnen worden uit beschikbaar te stellen rijksmiddelen, maar daar is nog geen zekerheid over.

Leefbaar platteland

Terug naar navigatie - Leefbaar platteland

Vanuit het programma Leefbaar Platteland werken we deze coalitieperiode in drie lijnen: wetenschappelijk kader, netwerk en initiatieven. Vanaf het begin van deze coalitieperiode is de aanpak Leefbaar Platteland opgezet; ‘Platteland kiest positie’, om te komen tot een krachtig, zelfbewust en toekomstbestendig platteland. Er is bewust gekozen voor een actieve rol van de provincie op het platteland in samenwerking met gemeenten, initiatiefnemers en partners. Dit levert op twee derde van het programma al meer dan 45 ondersteunde initiatieven op. Komend jaar geven we verder uitvoering aan het programma. Bij de vaststelling van het investeringsprogramma twee jaar geleden hadden we niet kunnen vermoeden hoe actueel de aanpak Platteland kiest positie zou zijn. 

GLB-NSP

Terug naar navigatie - GLB-NSP

De uitvoering van het Nationaal Strategisch Programma (NSP) als onderdeel van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) start in 2023 en loopt tot en met 2027. De GLB-middelen bieden kansen om boeren te belonen voor het leveren van diensten (op het gebied van bijvoorbeeld bodem, water en natuur) om bij te dragen aan doelen voor klimaat en biodiversiteit. Bovendien biedt het GLB de mogelijkheden om te investeren in kennis, innovatie en sociale kwaliteit. Daarmee geeft het een belangrijke impuls aan de omschakeling naar duurzame landbouw en de leefbaarheid van het landelijk gebied. 

Het NSP werken wij samen met het rijk en de waterschappen verder uit in (openstellings)regelingen voor de uitvoering van meerdere programma’s en opgaven, zoals de landbouwtransitie, veenweideaanpak, stikstofaanpak, N2000, groenblauwe dooradering, basiskwaliteit natuur, bossenstrategie, klimaatadaptatie, et cetera. In het PPLG geven we hier verder vorm aan.

De EU vraagt de lagere overheden meer dan voorheen te cofinancieren. De cofinanciering van enkele onderdelen van het GLB hebben wij nog niet geborgd. Dat kan betekenen dat we een deel van de Europese middelen niet kunnen benutten. Wij gebruiken de komende tijd om slimme combinaties te maken in de uitvoering en daarmee cofinanciering volledig in te vullen. Wanneer er een tekort resteert, vragen we u in de loop van 2023 middelen te reserveren.

Basiskwaliteit natuur en een natuur inclusieve ontwikkeling

Terug naar navigatie - Basiskwaliteit natuur en een natuur inclusieve ontwikkeling

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de biodiversiteit ook buiten natuurgebieden nog steeds achteruit gaat. Gevolg kan zijn dan nu nog algemene soorten bedreigd worden en zo een nieuwe biodiversiteitsopgave van morgen ontstaat. Dit is aanleiding om in te zetten op een “basiskwaliteit voor natuur” en transitie naar een natuurinclusieve samenleving. Medio 2022 vindt tijdens de Natuurtop de presentatie van de landelijke Agenda Natuurinclusief plaats, waarin deze ambities concreet staan. Deze agenda is onderdeel van Programma Natuur. “Basiskwaliteit voor natuur” staat voor de natuurkwaliteit die te verwachten is in gebieden waar andere functies leidend zijn. Daarmee lopen we vooruit op een (in 2022 verwachte) nieuwe EU-verordening voor ecosysteemherstel, die zich (naast natuurgebieden) ook richt op overig landelijk gebied en stedelijk gebied. Deze ontwikkelingen zullen waarschijnlijk ook van de provincie extra inspanningen vragen. De mate waarin dit beleidsmatige en/of financiële consequenties zal hebben, is nog niet goed in te schatten. Met onze aanpak voor Natuur voor Elkaar en het daarmee opgebouwde netwerk hebben we een goede uitgangspositie. Wij ontwikkelen in 2022 een strategie voor (het bevorderen van) natuurinclusieve ontwikkeling in Overijssel in de volgende coalitieperiode.

Eén van de mogelijkheden om te werken aan “basiskwaliteit natuur” is groen-blauwe dooradering. Daarmee versterken wij de biodiversiteit in het agrarisch (en stedelijk) cultuurlandschap en dragen we bij aan opgaven voor klimaat, water, (recreatieve) aantrekkelijkheid, leefbaarheid en de herkenbaarheid van de regio.

Faunaschade en faunaonderzoek

Terug naar navigatie - Faunaschade en faunaonderzoek

In de provinciale omgevingsverordening en beleidsregels voor faunaschade staan de uitgangspunten voor het vergoeden van faunaschade. De laatste jaren loopt het uitgekeerde schadebedrag steeds verder op. Ruim 90% daarvan betreft schade door ganzen. De schade door de wolf was de afgelopen jaren zeer beperkt. In 2022 wordt het faunabeleid herijkt. We hebben aandacht voor onderzoek, preventie en extra maatregelen om verdere stijging van de kosten te voorkomen. Onze inzet is om op de langere termijn de kosten weer te verlagen. In de komende jaren zien we dat incidenteel extra budget nodig is. In 2024 wordt een nieuwe beoordeling gemaakt op basis van de werking van het herziene faunabeleid. 

Onderzoek is ook aan de orde bij een soortenmanagementplan (SMP) dat vereist is bij verbouwing of na-isolatie van gebouwen waar ‘gebouw-bewonende soorten’ zitten. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk gemeenten een SMP willen gaan opstellen, willen we de gemeenten ondersteunen door middel van een subsidie.

Natuur in natuurgebieden

Terug naar navigatie - Natuur in natuurgebieden

Met het Programma Natuur kregen wij voor 2021-2023 middelen van het Rijk voor versnelling van het herstel van stikstofgevoelige natuur en voor boscompensatie. In 2023 dienen we de aanvraag in voor de tweede tranche van de Programma Natuur middelen.

De kostprijzen voor het natuurbeheer (SNL) stijgen, onder andere door de toegenomen inflatie. Conform de SNL-afspraken zullen de beheervergoedingen met 8 à 10% geïndexeerd worden. Sinds 2022 maken de beheerkosten onderdeel uit van de lopende begroting (en niet meer van de Uitvoeringsreserve NNN). Vanaf 2024 leidt dat tot een tekort. Het IPO bereidt gesprekken met het Rijk voor over aanvullende financiering. De uitkomst is echter onzeker.

We moeten rekening houden met aangescherpte doelen voor natuurherstel. Op nationaal niveau speelt de herziening van de Natura-2000 doelensystematiek. De herziening leidt waarschijnlijk ook tot een kwantificering van de uitbreidings- en kwaliteitsverbeteringsdoelen. Vanuit de EU komt een verordening over het herstel van ecosystemen. Eén van de onderdelen is uitbreiding van het areaal beschermde natuur tot 30% van het landareaal van de EU. In het Transitiefonds Stikstof is een bedrag geoormerkt voor natuuruitbreiding voor VHR-doelen. Ook dit is onzeker.

Aanpak invasieve exoten

Terug naar navigatie - Aanpak invasieve exoten

Eind 2021 is een handelsverbod ingesteld voor de Japanse duizendknoop, dat ook geldt ook voor besmette grond. Dat betekent dat deze exoten bij grondverzet niet in de te verplaatsen grond mogen zitten, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Dat brengt extra kosten met zich mee. Er komen mogelijk drie wijdverspreide Aziatische duizendknopen als toevoeging aan de zogenaamde Unielijst van invasieve exoten van de Europese Commissie, waarvoor we een wettelijke verplichting hebben. Hoewel het Rijk geld voor bestrijding beschikbaar heeft gesteld via het Natuurpact, betekent de toevoeging van de duizendknopen aan de Unielijst niet dat er direct meer middelen beschikbaar komen. Dit kan een bespreekpunt zijn voor heronderhandeling met het Ministerie van LNV.