Liquiditeitsprognose

Liquiditeitsprognose

Liquiditeitsprognose 2022 - 2027

Terug naar navigatie - Liquiditeitsprognose 2022 - 2027

Liquiditeitsprognose
Om inzicht te krijgen in onze toekomstige liquiditeitspositie stellen wij een liquiditeitsprognose op. De verwachte structurele en incidentele inkomsten en uitgaven zijn hierin verwerkt. Het is belangrijk om vast te stellen dat er de komende jaren voldoende geld beschikbaar om de uitgaven te kunnen betalen. Een dreigend negatief saldo betekent dat de Provincie tijdig geld (leningen) moet gaan aantrekken. Dit zal zeer waarschijnlijk rentekosten met zich meebrengen.

De prognose voor de jaren 2022 tot en met 2027 is hieronder weergegeven.   

Toelichting op grafiek
De bovenste, gele lijn laat de liquiditeitsontwikkeling zien op basis van het liquiditeitssaldo per 31-12-2021 en de geraamde inkomsten en uitgaven.
De onderste, groene lijn laat deze liquiditeitsontwikkeling zien indien de voorstellen zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2023 overgenomen worden.

Er is sprake van een afnemende liquiditeitspositie vanaf 2022. De belangrijke oorzaken zijn:

  • onze obligatieportefeuille neemt sterk af de afgelopen jaren en draagt daarmee  aanzienlijk minder bij aan onze liquiditeiten.
  • er is nog veel budget aanwezig in de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland (€ 262 miljoen) en de reserve Uitvoering kwaliteit van Overijssel (€ 227 miljoen). Dit zal de komende jaren voor een groot deel uitgegeven worden.
  • een aantal investeringsprojecten leiden tot grote uitgaven, zoals de Zwartewaterbrug (€ 66 miljoen), de Vechtdalverbinding (€ 50 miljoen) en de Vloedbeltverbinding (€ 40 miljoen).
  • voor de N35 is een bijdrage toegezegd aan het Rijk (€ 100 miljoen)
  • er is rekening gehouden met uitgaven vanuit het Grondfonds (€ 100 miljoen)

In 2022 lost de BNG-Bank € 49,5 miljoen af op haar leningen. Dit compenseert eenmalig de bovenstaande dalende tendens.

Vanaf 2026 laat de grafiek een stijging van onze liquiditeitspositie zien. Dit wordt veroorzaakt doordat de incidentele uitgaven vanuit de reserves en investeringen dan aanzienlijk lager zijn en doordat we € 66 miljoen ontvangen van het Energiefonds Overijssel vanuit de aflossing op de corporatieleningen.

Veel onzekerheden in de liquiditeitsprognose
De liquiditeitsprognose kijkt een aantal jaren vooruit. Consequentie daarvan is dat de prognose van nature onzeker is. Onzekerheden zitten in de omvang van de ontvangsten en uitgaven en het tijdstip waarop deze gelden ontvangen en uitgegeven worden. Uit de afgelopen jaren blijkt dat de liquiditeitsprognose structureel een te negatief beeld gaf van de ontwikkeling van het liquiditeitssaldo. In werkelijkheid was het liquiditeitssaldo steeds hoger dan ingeschat. Gebaseerd op een analyse over 2021 hebben we in de nu voorliggende liquiditeitsraming rekening gehouden met de leerpunten uit 2021. Toch blijven er nog veel onzekerheden over die een forse impact kunnen hebben op het liquiditeitssaldo.

De grootste onzekerheden in de liquiditeitsprognose zijn:

  • leningen BNG Bank: we hebben in 2015 en 2016 voor € 75 miljoen aan leningen verstrekt aan de BNG Bank met een looptijd van 60 jaar. De BNG Bank lost hiervan in 2022 € 50 miljoen vervroegd af. In de liquiditeitsprognose zijn we uitgegaan dat de BNG Bank de resterende lening van € 25 miljoen niet vervroegd aflost in de komende jaren.
  • het Energiefonds Overijsel (EFO) kan binnen de huidige lening faciliteit nog enkele tientallen miljoenen euro’s opvragen bij de provincie. Het is lastig inschatten wanneer en hoeveel geld EFO de komende jaren gaat opvragen, temeer daar EFO nu ook een lening-overeenkomst van € 50 miljoen met de Europese Investeringsbank heeft afgesloten.
  • anticiperend grondfonds: in de liquiditeitsprognose is de aanname gedaan dat de beschikbare € 100 miljoen volledig uitgegeven gaat worden. Ook is een inschatting gemaakt van de jaarschijven waarin deze uitgaven zullen vallen. Dit is echter zeer onzeker.
  • specifieke uitkeringen: we ontvangen steeds meer geld via specifieke uitkeringen (spuks) van het Rijk. Het is lastig inschatten voor de komende jaren hoeveel spuks we gaan ontvangen, om hoeveel geld dit gaat en wanneer de uitgaven op deze spuks gaan lopen. Met name bij de SPUK Natuur en de SPUK Zoetwatervoorziening Oost Nederland (waar de Provincie Overijssel de kassiersfunctie heeft), zijn de bedragen fors en de onzekerheden groot.
  • voor het Nationaal programma landelijk gebied stelt het Rijk € 25 miljard beschikbaar. Op moment van schrijven van deze tekst is nog niet duidelijk of, hoe en wanneer deze gelden beschikbaar komen voor de provincies.
  • Enexis heeft haar dochter Fudura verkocht. Er is nog geen besluitvorming of de verkoopwinst binnen Enexis blijft of (deels) uitgekeerd gaat worden aan de aandeelhouders. We hebben daarom hiervoor geen ontvangsten geraamd.


Onderscheid Treasury (= geld) versus Financiën (= budget)
Treasury en Financiën hebben raakvlakken, maar zijn fundamenteel verschillend. Treasury houdt zich bezig met feitelijke geldstromen (inkomsten en uitgaven) en het beschikbaar zijn van voldoende geld, terwijl Financiën werkt met (administratieve) baten en lasten en gaat over het beschikbaar zijn van voldoende budgettaire ruimte. Treasury moet zorgen dat er voldoende geld beschikbaar is voor de uitgave ineens, Financiën dat er budget beschikbaar is voor de dekking van de uitgave.
Bij de perspectiefnota besluit Provinciale Staten op basis van de beschikbare budgettaire ruimte, en niet op basis van de beschikbare liquide middelen. De beschikbare liquide middelen zijn vooral relevant op het moment dat er (in de toekomst) een liquiditeitstekort dreigt te ontstaat en er geld aangetrokken zou moeten worden.

In de volgende tabel zijn de belangrijkste verschillen tussen Treasury en Financiën geduid: 

Aspect Treasury Financiën
Denkt in termen van  Feitelijke kasstromen Baten en lasten
Activiteit Financieren Dekken
Verantwoordelijkheid Aanwezigheid van geld Aanwending van budgetten

Voorbeeld: een investering leidt tot een uitgave ineens (= Treasury) en via de meerjarige afschrijvingen tot een meerjarig budgettair beslag (= Financiën).