Goede bereikbaarheid

Goede bereikbaarheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een goede bereikbaarheid is essentieel voor bedrijven, de welvaart en het welzijn van onze inwoners. Daarvoor is een passende mobiliteitsmix over weg, spoor en water, met stimulering van fietsgebruik. Het gaat daarbij vooral om snel en toegankelijk, schoon, duurzaam en veilig openbaar vervoer met aandacht voor de regionale, specifieke uitdagingen. Goede bereikbaarheid is een randvoorwaarde voor maatschappelijke participatie in, en het economisch functioneren van onze provincie. Mobiliteit staat niet in dienst van zichzelf, maar heeft duidelijke raakvlakken met de verschillende rode draden uit het omgevingsbeleid.

Terugblik

Terug naar navigatie - Terugblik

De afgelopen jaren hebben wij de maatregelen voor een veilige, slimme en duurzame mobiliteit stevig opgepakt en is qua mobiliteit via verschillende sporen ingezet op “minder, anders en schoner”. Slim gekozen locaties voor nieuwe ontwikkelingen kunnen zorgen voor minder mobiliteit, door middel van gebieden met gemengde functies en kortere verplaatsingen (“15-minutensteden”). Inzet op deel- en ketenmobiliteit via hubs maakt het mogelijk om verkeersluwere gebieden (stadscentra, woonwijken) te realiseren met daarin meer ruimte en aandacht voor het verblijfsklimaat (“place to be”) en gezondere mobiliteit.

Naast het robuuster maken van (multimodale) netwerken zetten we stappen om de hoofdinfra steeds meer circulair, verkeersveilig en klimaatadaptief te maken. We hebben ons vanuit goederenvervoer en logistiek actief ingezet op een goede bereikbaarheid van Twente via het water. De Twentekanalen worden verruimd, waardoor er met grotere schepen en dus met meer lading gevaren kan worden. Ook zijn er openbare kades gerealiseerd in Almelo, Hengelo en op het XL Businesspark en is onder leiding van de provincie het digitale platform Blauwe Golf gerealiseerd.
Ten behoeve van de verduurzaming van het wegtransport onderzoeken wij kansrijke locaties voor afstemming van vraag en aanbod voor elektrisch laden in de logistiek en stemmen dit af met visie- en planvorming rondom hubs (Smart/Clean Energy en stadslogistiek).

Wij hebben de ambitie natuurinclusief te willen werken bij de aanleg en onderhoud van provinciale infrastructuur. Om daar invulling aan te geven hebben we vorig jaar besloten om de komende jaren minimaal 10 meest urgente faunaknelpunten op te lossen en daarmee het aantal aanrijdingen met wilde dieren te verminderen. We benutten ook kansen om onze bermen natuurvriendelijker in te richten en te beheren.

Wij zetten in op gezonde mobiliteit, met in elk geval aandacht voor verplaatsingen te voet en met de fiets, al dan niet gekoppeld aan het openbaar vervoer. Fietsen biedt een oplossing voor veel maatschappelijke opgaven, waaronder verstedelijking, verduurzaming en gezondheid. Zie hiervoor kengetal 4.7 ontwikkeling fietsgebruik uit Overijssel Ontcijferd 2022: de fiets is een populair vervoermiddel voor de korte afstanden (tot 8 km.).
Zo hebben wij de coronacrisis juist benut om duurzame mobiliteit bij werkgevers te stimuleren, met het accent op thuiswerken en slim reizen. Met fietsstimuleringsinterventies leveren wij een bijdrage aan het mijden van spitsen (auto en OV) en stimuleren van schoner vervoer.

In de volle breedte werken we succesvol met onze gemeenten en Rijkswaterstaat aan onze ambitie voor een goede bereikbaarheid. Dit doen we ambtelijk en bestuurlijk in de gebiedsgerichte Regionale Mobiliteitsaanpak Overijssel (RMO). Met deze overheden bepalen we samen ons regionale beleid, vertalen deze naar programma’s en beslissen samen welke projecten we voorzien van een bijdrage uit het beschikbare budget voor de regionale mobiliteitsaanpak. Dit op basis van de effectiviteit en inhoudelijke kwaliteit van de projectvoorstellen.

Concrete resultaten die we behaald hebben zijn:

  • oplevering van de N340-Vechtdalverbinding en de onlangs getekende startbeslissing rijksweg N35 Wijthmen-Nijverdal, waarvoor eerder in 2021 provinciale cofinanciering is geregeld. Verder is eind 2021 het voorkeurstracé (Vloedbeltverbinding) van de rondweg Zenderen vastgesteld (inclusief investeringsbesluit);
  • financiële afspraken met het rijk over uitvoering korte termijn verbeteringen spoorlijn Zwolle – Wierden (resultaat 2021, dat in de eerste helft 2022 in PS zal worden behandeld);
  • afronding van de capaciteitsverruiming van de A1 en ruimtelijke kwaliteitsprojecten binnen de A1-zone (zie kengetal 4.3 Files in Overijssel uit Overijssel Ontcijferd 2022: een afname van de files);
  • introductie van ZE-bussen in regio Zwolle, waarmee de CO2-uitstoot in het regionale OV aanzienlijk is gereduceerd. Als vervolg hierop onderzoeken wij verduurzamingsopties voor de resterende dieselspoorlijnen in onze provincie (ALMA, ZHO) en maken we eind 2022 afspraken met het rijk;
  • extra impuls aan de fiets, zoals verbeteringen van de Vechtdalverbinding, meerdere tracé delen van de F35 en verbeteringen aan regionale fietsroutes. Daarnaast hebben we de afgelopen periode geïnvesteerd in slimme technieken en gedragsinterventies om fietsgebruik te stimuleren. Slimme technieken, zoals voorrang voor de fietskoeriers in Zwolle, dragen bij aan meer prioriteit voor de fiets en daarmee een leefbare stad. Wij hebben de praktijkproef Fietsketting voorbereid die in 2022 zal starten tussen Hengelo en Borne;
  • met het pakken van de regierol bij digitalisering mobiliteitsdata is Overijssel koploper op levering van mobiliteitsdata (data top 15). Samen met inliggende gemeenten is in 2021 ingezet op het (verder) uitrollen van slimme verkeerslichten, zogenaamde i-VRI’s.

Vooruitblik

Terug naar navigatie - Vooruitblik

We gaan door met onze inzet op verduurzaming en transformatie van het regionale openbaar vervoer. Door de ontvangen beschikbaarheidsvergoeding OV (ter compensatie van reizigersuitval door corona) vanuit het rijk kon ons OV met slechts een beperkt afschalen van de dienstregelingen beschikbaar blijven. Het is nog niet duidelijk welk blijvend effect de coronacrisis en het vaker thuis- en hybride werken heeft op ons OV gebruik. Het is voor ons een nog grotere uitdaging om de kwaliteit van ons OV overeind te houden tegen acceptabele kosten en verdere verschraling van de huidige vorm van OV tegen te gaan. De noodzaak neemt toe voor een OV-systeem met enerzijds zogenaamde gestrekte lijnen met een grote halteafstand (“HOV”) en anderzijds onderliggend maatwerkvervoer in de vorm van publieke/openbare mobiliteit en de (door-)ontwikkeling van MaaS-systemen. (H)OV-haltes moeten goed en veilig bereikbaar zijn voor langzaam verkeer, zeker in het meer landelijk gebied waar de halteafstanden aanzienlijk zijn.

Op basis van recentere aanbestedingsresultaten is al wel duidelijk dat onze aanbesteding van de OV-concessie in Twente vanaf 2022 extra middelen vraagt om nog enigszins een vergelijkbaar OV-product te mogen verwachten. Voor verduurzaming van de drie resterende dieselspoorlijnen lopen de nodige acties om te kunnen gaan besluiten in welke vorm die treinen het best met zero emissie kunnen worden aangedreven. Afhankelijk van de keuze in welke vorm lijkt het hiervoor beschikbare budget vooralsnog toereikend.

Voor de verbetering van de verkeersveiligheid en doorstroming op de N50 nabij Kampen is extra financiële inzet nodig; de verdere uitwerking van de plannen en de geactualiseerde kostenraming daarvoor vertaalt zich in een hogere regionale bijdrage, ook vanuit onze provincie. Wat betreft beheer en onderhoud en verbeteringen aan onze eigen infrastructuur (o.m. de Vloedbeltverbinding) geldt dat we eerder investeringskredietaanvragen hebben gedaan op basis van een bepaald prijspeil. Met de stijgende prijzen voor onder meer grondstoffen en energie gaat dit wel knellen. Hiervoor moet een voorziening worden getroffen (en in het vervolg een geraamd prijspeil voor het jaar van realisatie te gaan gebruiken).

We werken aan de uitvoering van tien (snelle)fietsroutes en tracédelen van de fietssnelweg F35. De ambities zijn echter groter dan de budgettaire ruimte voor de komende jaren en ook hier spelen de (snel) stijgende prijzen voor realisatie.

Ten behoeve van de verbetering van de verkeersveiligheid maken we de omslag van reactief beleid naar een meer risico gedreven aanpak (zie kengetal 4.8 Verkeersslachtoffers uit Overijssel Ontcijferd 2022: stagnerende daling in het aantal verkeersdoden en stijgend aantal ernstig gewonden in het verkeer, aandeel fietsen stijgt al drie jaar achtereen). Dit vertalen we naar een Meerjarenprogramma Verkeersveiligheid. Ook hiervoor biedt het rijk aanvullende rijksmiddelen waarbij een 50-50 kostenverdeling geldt, ook hiervoor hebben we eigen cofinanciering nodig.

Rolneming
De rol van overheden bij realisatie en in stand houden van een robuust infranetwerk staat voorop de komende jaren. Welke positie wil de provincie innemen als het gaat om “publieke mobiliteit”, wat spreken we af met gemeenten en andere (markt) partijen over hun rol en verantwoordelijkheden en hoe is dat slim te organiseren? Het gaat over rolneming van de provincie bij deel/ketenmobiliteit en hub-ontwikkeling, en het stimuleren van gezonde mobiliteit (wandelen/fietsen) parallel aan de uitrol van autoluwere zones zoals binnensteden, inclusief de noodzaak tot flankerend (parkeer)beleid door gemeenten. Ook is het van belang dat we “minder” mobiliteit nastreven door te blijven stimuleren dat inwoners en/of werknemers bewust kiezen voor een verplaatsing in combinatie met thuiswerken via onze gebiedsgerichte regionale mobiliteitsaanpak.

Verstedelijking versus mobiliteit
In het omgevingsbeleid dient meer dan voorheen aandacht te zijn voor interactie tussen verstedelijking en mobiliteit. Slimme locatiekeuzes en bijbehorende gebiedsinrichting (“15-minutenstad”) kunnen substantieel bijdragen aan het verminderen en verkorten van verplaatsingen. Bij de ontwikkeling van nieuwe woonlocaties vanuit de verstedelijkingsopgave kan de aanwezigheid van treinstations maar ook een HOV-halte (met HUB- voorzieningen) een belangrijke randvoorwaarde zijn.

Hoe korter de afstanden, hoe meer ze kunnen worden gedaan met gezonde mobiliteit (wandelen, fietsen) al dan niet gecombineerd met OV. Beschikbaarheid en nabijheid van geclusterde laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen (ook voor de logistieke sector) is van groot belang en vergt afstemming met de netbeheerders. Hier zijn ook combinaties te maken met hubs/knooppunten die nodig zijn om de ketenmobiliteit te faciliteren.

Na 2023 willen wij werken aan het programma voor versterking van de logistieke sector (POLO) om de verdere verduurzaming van de logistieke sector (goederenvervoer). Verkeersveiligheid van onze infrastructuur blijft een thema (zie kengetal 4.9: Verkeersslachtoffers op provinciale wegen uit Overijssel Ontcijferd 2022).

Met de toenemende maatschappelijke en beleidsmatige aandacht voor een natuurinclusieve ontwikkeling zullen we steeds meer een rol en voorbeeldfunctie hebben bij het natuurvriendelijk onderhouden en aanleggen van infrastructuur. We verkennen nu al hoe natuur onderdeel kan zijn in het huidige beheer en onderhoud.