Budgettair perspectief

Budgettair perspectief

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bij deze begroting presenteren we een geactualiseerd budgettair perspectief ten opzichte van de perspectiefnota. Het betreft een saldo van alle inkomsten minus alle uitgaven. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de saldi op de structurele en incidentele middelen.
In de Perspectiefnota 2022 hebben wij aangegeven dat we door onze afnemende reserves meer afhankelijk worden van onze structurele inkomsten, die op hun beurt met grote onzekerheden zijn omgeven. Dat terwijl we op veel beleidsterreinen gewend zijn geraakt aan forse incidentele impulsen. Er zullen op termijn fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. Wat gaan en blijven we doen? Maar ook: wat gaan we niet meer doen? In het licht van dit toekomstbeeld zijn bij de perspectiefnota al keuzes voorgelegd om op een aantal terreinen ‘minder meer’ te doen of te kiezen voor het afbouwen van onze financiële inzet.

Vrije ruimte € 3,0 miljoen
Bij de behandeling in Provinciale Staten hebben we geconstateerd dat er rondom diverse thema’s zorgen en wensen (blijven) bestaan. Hoe zorgen we bijvoorbeeld voor een zorgvuldige afbouw en hoe laten we ombuigingen op een juiste manier landen? Om deze reden stellen wij voor om € 3 miljoen te reserveren voor aanvullende investeringen. Een beperkt bedrag, dat vrij kan worden gemaakt uit een lichtelijk verbeterd perspectief ten opzichte van de perspectiefnota, dat u door middel van amendementen kunt invullen en waarbij er voldoende middelen overblijven om ook volgend jaar nog in te kunnen spelen op onvermijdelijke PM-posten, zoals Gebiedsgerichte Aanpak en Stikstof.
Mutaties perspectief
De belangrijkste mutatie sinds de perspectiefnota heeft betrekking op de ontwikkeling van het accres (provinciefonds). Het accres is in de meicirculaire vastgesteld en geeft een positief structureel effect van € 5,6 mln op het structurele saldo. Dit geeft enige ruimte maar laat onverlet dat het lange termijn perspectief (zie perspectiefnota) in de kern niet is veranderd.
Naast bijraming van het accres, zijn er nog wat andere mutaties geweest op het perspectief. Deze hebben wij in de uitklap-tabel op onderwerp gerangschikt en toegelicht. De belangrijkste van deze mutaties heeft betrekking op de opgave Stikstof / GGA, die bij de Perspectiefnota reeds een als PM-post was benoemd. Voor deze mutatie ( incidenteel 3,4 miljoen) hebben wij onder voorbehoud van uw instemming al verwerkt in de begroting. Hierover is een separaat besluitpunt opgenomen in het statenvoorstel.
Tot slot hebben wij het tekort dat bij de perspectiefnota op jaarschijf 2023 ontstond, gladgestreken door een beoogde storting in de reserve EU-programma’s naar voren te halen in 2022. Het perspectief geeft hierdoor een stabieler beeld.

PM posten
Hoewel het perspectief enigszins is verbeterd ten opzicht van de perspectiefnota, is er nog steeds een aantal PM-posten dat daar te zijner tijd nog ten laste van zal komen:

  • ICT
    Bij Monitor 2021-I hebben wij u geïnformeerd dat wij de ict-begroting actualiseren. Ontwikkelingen als bijvoorbeeld zaakgericht en tijd-en plaatsonafhankelijk werken vergen een structurele intensivering ten opzichte van het huidige ict budget. Los daarvan is BBV-technisch vereist dat ICT -investeringskrediet wordt omgezet naar een exploitatiebudget. Deze omzetting heeft een eenmalig korte termijn effect, dat grotendeels opgevangen kan worden met de reservering voor ICT die bij de jaarrekening 2019 is gemaakt van € 2,1 mln., maar naar verwachting niet volledig. Op dit moment wordt geïnventariseerd wat de budgettaire effecten van deze ontwikkelingen zijn. Wij zullen de uitkomsten betrekken bij de perspectiefnota 2023, of zoveel eerder als mogelijk is.
  • Stikstof / GGA 2023 (ev)
    Het huidige investeringsbudget Stikstof (2020/1101921) van € 11,3 miljoen dat u voor de periode 2020 - 2022 beschikbaar heeft gesteld is niet toereikend. Het programma zal langer doorlopen en waardoor voor 2022 en 2023 extra budget nodig is. Ten aanzien van 2022 is daarvoor een afzonderlijk besluitpunt opgenomen in dit statenvoorstel. Voor 2023 zal u een afzonderlijk statenvoorstel worden aangeboden. Op dit moment is er nog geen raming voorhanden.
  • CAO 2022 en ontwikkeling sociale lasten.
    Het CAO-onderhandelaarsakkoord voor 2021 is structureel verwerkt in de begroting. De effecten van een CAO voor 2022 en verder en de ontwikkeling van de sociale lasten kunnen we nog niet inschatten en worden later verwerkt.

Volgende coalitieperiode
Tot slot wordt in deze coalitieperiode incidenteel € 50 miljoen gereserveerd voor benutting in de volgende Statenperiode. Dit is verwerkt in het budgettaire perspectief. In 2024 is het bedrag beschikbaar.

Budgettair perspectief 2021 - 2024

Terug naar navigatie - Budgettair perspectief 2021 - 2024
Budgettair perspectief totaal (x € 1.000)
Algemene Begroting Begroting Begroting Begroting
reserve 2022 2023 2024 2025
Stand Monitor Overijssel 2021-I 18.620 0 -12.315 11.434 9.350
Beïnvloedbare mutaties -3.410
Niet beïnvloedbare mutaties 2 -2.521 13.218 4.549 3.937
Mutaties vrije ruimte Algemene Reserve -5.931 5.931
Stand Begroting 2022 12.691 0 903 15.983 13.287
Budgettair perspectief structureel (x € 1.000)
Begroting Begroting Begroting Begroting
2022 2023 2024 2025
Stand Monitor Overijssel 2021-I 7.065 1.004 699 569
Beïnvloedbare mutaties
Niet beïnvloedbare mutaties 5.624 4.653 4.462 3.299
Stand Begroting 2022 12.689 5.657 5.161 3.868
Budgettair perspectief incidenteel (x € 1.000)
Algemene Begroting Begroting Begroting Begroting
reserve 2022 2023 2024 2025
Stand Monitor Overijssel 2021-I 18.620 -7.065 -13.319 10.735 8.781
Beïnvloedbare mutaties -3.410
Niet beïnvloedbare mutaties 2 -8.145 8.565 87 638
Mutaties vrije ruimte Algemene Reserve -5.931 5.931
Stand Begroting 2022 12.691 -12.689 -4.754 10.822 9.419