Onderstaand lichten we de afwijkingen ten opzichte van de begroting toe, groter dan € 0,5 miljoen, die bijdragen aan het jaarrekeningresultaat van € 38,7 miljoen. De posten zijn ook opgenomen in onderstaande tabel. Bij de betreffende prestaties vindt u de uitgebreide financiële toelichting.
Grondzaken (prestatie 1.1.4, voordeel € 0,5 miljoen)
De gerealiseerde baten van grondverkopen, verhuur en pacht bedragen € 4,0 miljoen en zijn daarmee € 0,1 miljoen hoger dan begroot. Van de begrote lasten van € 2,5 miljoen is € 0,5 miljoen niet besteed. De kosten voor beheer en onderhoud van de gronden en opstallen zijn in 2023 lager uitgevallen dan begroot. Van het voordeel van € 0,6 miljoen op deze prestatie is € 0,1 miljoen ten gunste van de Algemene reserve grondzaken gekomen. Voor € 0,5 miljoen draagt het voordeel bij aan het jaarrekeningresultaat. Bij deze jaarrekening doen wij u een voorstel om van deze € 0,5 miljoen in totaal € 0,4 miljoen toe te voegen aan de Algemene reserve grondzaken.
Programma Omgevingswet (prestatie 1.1.5, voordeel € 0,8 miljoen)
Het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 1,0 miljoen, is hoofdzakelijk bestemd voor begeleiding van de overgang onder de nieuwe wet. Omdat de inwerkingtreding van de nieuwe wet uiteindelijk werd uitgesteld tot 1 januari 2024 is € 0,8 miljoen niet besteed. Wij doen voor dit bedrag bij deze jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming.
Investeringsprogramma ruimte, wonen, retail (prestatie 1.4.2, voordeel € 0,45 miljoen)
Voor de versnelling van woningbouw heeft u via de Motie gezamenlijke ambities begroting 2023 € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld. Dit geld is onder andere bestemd voor intensivering van het aanjaagteam woningbouw en de regeling flexpools. Van het budget is slechts een klein deel besteed. Dit wordt onder meer veroorzaakt door capaciteitstekort bij de adviesbureaus. Wij doen bij deze jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming ter grootte van € 0,45 miljoen.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap (prestatie 3.12, voordeel € 0,6 miljoen)
Via het amendement over de gezamenlijke ambities bij de begroting 2022 heeft u € 0,4 miljoen beschikbaar gesteld voor de handhaving in het buitengebied. Een voorstel over de governance van de samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving in het buitengebied wordt uitgewerkt. Wij verwachten inzet van dit budget in 2024 en mogelijk 2025. Daarom leggen wij u bij deze jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming voor.
De overige € 0,2 miljoen voordeel is het gevolg van het bevriezen van een groot deel van de werkvoorraad aanvragen voor stikstofvergunningen. Verschillende rechterlijke uitspraken rondom de RAV-codes (Regeling ammoniak en veehouderij) maakten dit noodzakelijk.
Beheer natuurterreinen (prestatie 3.1.4, voordeel € 2,5 miljoen)
Van het budget van € 24,6 miljoen is € 2,5 miljoen niet besteed. Het areaal aan te beheren natuur groeit de komende jaren nog. De verwachting is dan ook dat de structurele bestedingen toenemen, de komende jaren.
Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (prestatie 3.1.5, voordeel € 1,2 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,2 miljoen, resteert € 1,2 miljoen. De onderbesteding wordt vooral veroorzaakt door lagere uitvoeringskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (€ 0,8 miljoen) en de naar 2024 verschuivende lasten voor het aanvalsplan grutto (€ 0,2 miljoen). De middelen voor dit aanvalsplan zijn verkregen op basis van de meicirculaire 2023 en zijn dus slechts een deel van het jaar beschikbaar geweest. Bovendien is er sprake van terughoudendheid bij boeren als gevolg van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid. Voor de resterende middelen voor het aanvalsplan grutto doen wij een voorstel tot resultaatbestemming.
Faunabeheer (prestatie 3.3.4, nadeel € 1,1 miljoen)
Het budget voor deze prestatie bedraag € 3,0 miljoen. Hiervan is € 1,9 miljoen beschikbaar voor schade-uitkeringen. Op het budget voor deze schade-uitkeringen is een nadeel gerealiseerd van € 1,5 miljoen. Belangrijke oorzaak is de vernietiging van de vergunningen voor ganzenbeheer, waardoor het beheer van ganzen in de omgeving van natura2000 gebieden onmogelijk is geworden.
Binnen deze prestatie is, vanuit de Motie gezamenlijke ambities begroting 2023, verder € 0,425 miljoen beschikbaar voor preventieve beschermingsmaatregelen tegen wolvenschade. De subsidieregeling is eind 2023 opengesteld, waardoor er slechts een beperkt aantal subsidies is verleend. Van dit budget resteert € 0,4 miljoen. Bij deze jaarrekening doen wij u een voorstel tot resultaatbestemming voor dit bedrag, om de regeling in 2024 te kunnen continueren.
Slim inzetten van duurzame system en netwerken (prestatie 4.1.3, voordeel € 1,0 miljoen)
De gerealiseerde lasten voor deze prestatie, ter grootte van € 1,6 miljoen, konden voor een groter deel dan begroot ten laste worden gebracht van ontvangen doeluitkeringen van het Rijk. Dit levert een voordeel op van € 1,0 miljoen.
Concessie- en contractmanagement van bus en trein (prestatie 4.2.3, voordeel € 5,1 miljoen)
Het budget voor deze prestatie bedroeg € 120,1 miljoen. De kosten voor de concessies waren € 1,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een saldo van de actualisatie van de indexering van exploitatievergoedingen voor de OV-bedrijven enerzijds (nadeel) en lagere subsidieafrekeningen over voorgaande jaren anderzijds (voordeel). Een structureel nadeel, deels gecompenseerd door een incidenteel voordeel. Eventuele consequenties hiervan voor de komende jaren brengen wij in beeld bij de Perspectiefnota 2025.
Tegenover de kostenoverschrijding van € 1,4 miljoen staan hogere baten van € 6,5 miljoen. De reizigersopbrengsten waren € 3,2 miljoen hoger dan begroot. Bovendien ontvingen wij een rijksvergoeding ter compensatie van de prijsindexeringen in 2021 en 2022.
Stimuleren fietsgebruik (prestatie 4.3.1, voordeel € 4,3 miljoen)
Het budget voor deze prestatie bedroeg € 17,6 miljoen. Hiervan is € 9,5 miljoen niet tot besteding gekomen. Voor € 5,2 miljoen blijft dit voordeel ten gunste van de reserves van waaruit een deel van het budget afkomstig was. Voor € 4,3 miljoen draagt het voordeel op deze prestatie dan bij aan het jaarrekeningresultaat. Dit bedrag heeft betrekking op subsidies die in 2023 wel zijn verstrekt, maar pas vanaf 2024 tot lasten leiden. De last van deze verstrekte subsidies wordt op basis van de financiële regelgeving pas verwerkt als de bijbehorende prestatie is geleverd. Bij deze jaarrekening doen wij daarom een resultaatbestemmingsvoorstel, waarbij het bedrag van € 4,3 miljoen wordt toegevoegd aan de Reserve verstrekte subsidies.
Infrastructurele maatregelen (prestatie 4.5.1, voordeel € 1,8 miljoen)
Van het budget van € 6,0 miljoen in 2023 resteert € 1,9 miljoen. Hiervan blijft € 0,1 miljoen ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Voor € 1,8 miljoen draagt deze prestatie bij aan het jaarrekeningresultaat. Dit wordt veroorzaakt door lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren en in 2023 verstrekte subsidies waarvan de kosten pas in latere jaren, bij levering van de bijbehorende prestatie, worden verwerkt. Bovendien resteert een een groot deel van het budget voor haalbaarheidsonderzoeken in het kader van het strategisch verkeersveiligheidsplan. Voor € 1,0 miljoen doen wij bij deze jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming.
Educatie en voorlichting verkeersveiligheid (prestatie 4.5.2, voordeel € 0,6 miljoen)
In 2023 waren lasten begroot van € 4,7 miljoen voor deze prestatie. Hiervan is € 1,0 miljoen niet besteed. Voor € 0,4 miljoen betreft dit verstrekte subsidies waarvan de last na 2023, bij levering van de bijbehorende prestatie, wordt verwerkt. Dit voordeel loopt via de Reserve verstrekte subsidies. Voor € 0,6 miljoen bestaat het voordeel uit lagere vaststellingen van in eerdere jaren verstrekte subsidies. Dit bedrag maakt deel uit van het jaarrekeningresultaat. Zoals besloten bij het Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400 stellen wij u voor om deze middelen beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit.
Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid (prestatie 4.6.10, voor 1,5 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 2,6 miljoen, resteert € 1,8 miljoen. Voor € 0,3 miljoen komt dit restant ten gunste van de Reserve mobiliteitsprojecten verkeer en vervoer. Vanuit die reserve is een deel van het budget voor deze prestatie afkomstig. Voor € 1,5 miljoen draagt deze prestatie bij aan het jaarrekeningresultaat 2023. Het voordeel op deze prestatie wordt veroorzaakt door in 2023 verstrekte subsidies waarvan de kosten in de komende jaren worden verantwoord. De kosten verantwoorden we op het moment dat de bij de subsidie behorende prestatie is geleverd. De niet bestede middelen zijn dan ook volledig benodigd in latere jaren. Bij deze jaarrekening doen wij daartoe een voorstel tot resultaatbestemming.
Beheer provinciale infrastructuur (prestatie 4.7.1, voordeel € 1,2 miljoen)
Van de begrote lasten van € 15,9 miljoen is € 0,9 miljoen niet besteed. De gerealiseerde baten zijn € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Meerdere relatief kleine afwijkingen ten opzichte van de begroting veroorzaken het voordeel op deze prestatie. Die oorzaken worden toegelicht bij prestatie 4.7.1.
Groot onderhoud provinciale infrastructuur (prestatie 4.7.2, nadeel € 1,1 miljoen)
In de begroting 2024 is een storting in de Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur opgenomen van € 5,0 miljoen voor baggerwerkzaamheden. Op basis van de financiële verslagleggingsregels hebben wij hiervan € 1,5 miljoen al moeten storten in 2023. Dat leidt tot een overschrijding van het budget voor deze prestatie met € 1,1 miljoen.
Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik ( prestatie 4.7.4, nadeel € 5,4 miljoen)
In 2023 is € 5,4 miljoen gestort in de Voorziening kanaal Almelo de Haandrik schadeloosstelling, om een toereikend niveau te bieden voor de kosten die nog voor de verdere afhandeling worden verwacht. Deze verhoging van de voorziening is reeds aangekondigd bij de PS besluitvorming op 13 december 2023 over het adviesrapport van mevrouw Keijzer.
Werklocaties: basis op orde (prestatie 5.3.1, nadeel € 1,9 miljoen)
Op basis van de jaarrekening 2023 van de Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) hebben wij € 1,9 miljoen toegevoegd aan de Voorziening HMO. In deze voorziening nemen wij het verschil op tussen het door ons gestorte vermogen bij HMO en de huidige omvang van het eigen vermogen van HMO. Via het Statenvoorstel over de resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen jaarrekening 2023 stellen wij u voor om deze toevoeging alsnog te dekken uit de daarvoor beschikbare middelen in de Algemene financieringsreserve.
Topwerklocaties (prestatie 5.3.3, nadeel € 0,5 miljoen)
De overschrijding op deze prestatie wordt veroorzaakt door een toevoeging van € 0,5 miljoen aan de Voorziening resultaten gebiedsexploitaties. Het verwachte eindsaldo van de grondexploitatie van het bedrijventerrein Technology Base is verslechterd. Dit wordt veroorzaakt door de vernietiging van het herziene bestemmingsplan door de Raad van State op 6 december 2023.
Verstrekken risicokapitaal (voordeel € 0,7 miljoen)
Op basis van de jaarrekeningen van het Innovatiefonds Overijssel I en II (IFO) is uit de voorzieningen voor IFO € 0,7 miljoen vrijgevallen. het verschil tussen het door ons gestorte vermogen en het eigen vermogen is in 2023 kleiner geworden.
Materieel erfgoed (prestatie 6.1.1, voordeel € 0,5 miljoen)
Het budget voor deze prestatie bedroeg in 2023 € 5,0 miljoen. Hiervan is € 1,0 miljoen niet besteed. Voor € 0,5 miljoen blijft dit voordeel ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Vanuit die reserve is een deel van het budget voor deze prestatie afkomstig. Voor de overige € 0,5 miljoen draagt deze prestatie bij aan het jaarrekeningresultaat. Voor het eerst in jaren blijven de subsidieaanvragen voor restauratie van rijksmonumenten achter bij het beschikbare budget. Wij verwachten de resterende middelen in 2024 goed in te kunnen zetten. Mede gelet op het feit dat het budget voor € 0,9 miljoen afkomstig is vanuit de Motie gezamenlijke ambities begroting 2023, doen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel voor het resterende bedrag van € 0,5 miljoen.
Een leven lang lezen en leren (prestatie 6.4.1, voordeel € 0,7 miljoen)
Voor deze prestatie was in 2023 een budget beschikbaar van € 5,5 miljoen. Hiervan is € 1,2 miljoen niet besteed. Voor € 0,4 miljoen blijft dit voordeel ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Vanuit deze reserve is deel van het budget voor deze prestatie afkomstig. Voor € 0,7 miljoen draagt deze prestatie dan bij aan het jaarrekeningresultaat. De € 0,7 miljoen resteert op het budget voor de meerjarige Subsidieregeling bibliotheek van de toekomst. Ook in 2024 kunnen bibliotheken een beroep doen op deze regeling. Om die reden doen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel van € 0,7 miljoen.
Versterking maatschappelijke initiatieven en inzet vrijwilligers (prestatie 6.6.2, voordeel € 1,4 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 1,7 miljoen, resteert € 1,4 miljoen. Voor € 1,0 miljoen heeft dit betrekking op het budget voor opschaling en verbreding van de vrijwilligersondersteuning, dat afkomstig is uit de Motie gezamenlijke ambities begroting 2023. Deze onderbesteding kondigden wij aan in Monitor 2023-II. Voor € 0,4 miljoen resteert budget op de subsidieregeling voor ondersteuning voor de steunpunten voor vrijwillige inzet. Voor € 0,3 miljoen zijn voor deze regeling eind 2023 aanvragen ontvangen die wij in 2024 willen en moeten toekennen. Voor deze prestatie doen wij bij deze jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel ter grootte van € 1,4 miljoen.
Verstevigen samenspel GS-PS (prestatie 7.3.5, voordeel € 1,0 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,4 miljoen resteert € 1,0 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door vrijvallende middelen uit de Voorziening algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. In plaats van de begrote toevoeging van € 0,5 miljoen kon, op basis van de jaarlijkse actualisatie van de berekening van toekomstige verplichtingen, € 0,3 miljoen vrijvallen uit de voorziening.
Toegerekende personeelsgebonden kosten (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 4,2 miljoen).
Het totale budget voor de personeelsgebonden kosten bedroeg in 2023 € 93,6 miljoen. Op dit budget resteert een voordeel van € 3,7 miljoen. De personeelsgebonden kosten worden toegerekend aan de exploitatie, investeringen, reserves, voorzieningen en doeluitkeringen. Het voordeel op de kosten die worden toegerekend aan de exploitatie bedraagt € 4,2 miljoen. Per saldo is dan aan investeringen. reserves, voorzieningen en doeluitkeringen € 0,5 meer toegerekend dan begroot.
Bedrijfsvoering (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 4,1 miljoen)
Het budget voor overheadkosten bedroeg in 2023 € 30,9 miljoen. Hierop is een voordeel ontstaan van € 4,6 miljoen. Voor € 0,5 miljoen komt dit voordeel ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Uit deze reserve is een deel van het budget afkomstig. Voor € 4,1 miljoen heeft het voordeel op deze prestatie betrekking op ict-budgetten. Op de andere items binnen de bedrijfsvoering, zoals financiën en facilitair zijn kleinere afwijkingen ten opzichte van de begroting. Een meer gedetailleerde analyse is opgenomen onder het onderdeel Overhead, financiën en algemene dekkingsmiddelen.
Provinciefonds (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 1,9 miljoen)
Via de decembercirculaire over het provinciefonds zijn onze inkomsten vanuit het provinciefonds met € 1,9 miljoen verhoogd. Voor € 1,6 miljoen heeft dit betrekking op decentralisatie-uitkeringen waarvoor wij in 2024 de werkzaamheden gaan verrichten. Voor € 1,6 miljoen doen wij om die reden een resultaatbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening. Een toelichting op de ontvangen decentralisatie-uitkeringen is opgenomen onder Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Renteopbrengsten (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 0,8 miljoen)
Door de hogere rentepercentages zijn de uiteindelijke renteopbrengsten € 0,8 miljoen hoger dan het begrote bedrag van € 35,8 miljoen.
Vrijval lasten eerdere jaren (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 1,8 miljoen)
In de begroting is een post opgenomen voor vrijval van lasten uit eerdere jaren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om lager vastgestelde subsidies van inmiddels beëindigde subsidieregelingen. De vrijval komt in 2023 uit op € 2,8 miljoen. Daarmee bedraagt het voordeel ten opzichte van de begroting € 1,8 miljoen.
Buffer prijsindex en onvoorzien (€ 5,7 miljoen)
Voor compensatie van de hogere inflatie was in 2023 een buffer beschikbaar van € 8,25 miljoen. Van deze buffer resteert € 5,4 miljoen. De begroting 2024 kondigde deze ruimte al aan en bevat het voorstel om uit deze resterende buffer € 5 miljoen toe te voegen aan de benodigde incidentele buffer in 2024 voor het opvangen van primair inflatie-gerelateerde kostenstijgingen voor infrastructurele projecten en de voorziening beheer en onderhoud. Bij deze jaarrekening stellen wij een resultaatbestemming van € 3,6 miljoen voor, omdat de beoogde kosten ten laste van de buffer 2024 al voor € 1,4 miljoen gemaakt zijn in 2023.
Naast de resterende buffer van € 5,4 miljoen is in 2023 ook geen gebruik gemaakt van de post onvoorzien, ter grootte van € 0,3 miljoen.