Het resultaat van € 27,1 miljoen wordt veroorzaakt door voor- en nadelen op budgetten van meerdere prestaties in de begroting. Onderstaand specificeren wij die voor- en nadelen. Daarbij vermelden wij de voor- en nadelen die groter zijn dan € 0,5 miljoen. Het betreft de voor- en nadelen ten opzichte van de actuele begroting 2020.
Grondverkopen en tijdelijk beheer (prestatie 1.1.4)
Het project ‘grond voor grond’ vormt een onderdeel van de grondverkopen onder prestatie 1.1.4. De gronden binnen dit project hebben wij van het Rijk verkregen bij het sluiten van het Natuurpact in 2013. De verkoopopbrengst van deze gronden zetten wij in ter dekking van de kosten voor de Ontwikkelopgave Natuurnetwerk Nederland. Ieder jaar verkopen wij een deel van deze gronden. Drie transacties hebben wij eerder af kunnen ronden dan voorzien. De gerealiseerde verkoopresultaten zijn daarom € 2,6 miljoen hoger dan begroot. Het gaat om eerder gerealiseerde winst dan begroot, de uiteindelijk voorziene opbrengst van dit meerjarige traject blijft ongewijzigd.
Naast het voordeel op grond voor grond is op deze prestatie een voordeel van € 0,6 miljoen gerealiseerd op het tijdelijk beheer. Het gaat om tijdelijk beheer van gronden en opstallen die wij nog in ons bezit houden voor provinciale projecten. Deze voorraad gronden en opstallen is groter dan wij bij de start van dit traject hadden voorzien. Een groter deel van de courante gronden en opstallen hebben wij nog in ons bezit. De huur- en pachtopbrengsten van de objecten overtreffen de kosten van het beheer en onderhoud.
IJsseldelta fase II (prestatie 1.2.7)
Binnen prestatie 1.2.7 is een budget beschikbaar voor de coördinatie van drie regionale deelprojecten van het MIRT-project IJsseldelta Fase 2. De beschikbaarheid van dit budget en de daarvoor uit te voeren werkzaamheden zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst IJsseldelta Fase 2 die wij met het Rijk gesloten hebben in 2016. Van het totale budget van € 2,6 miljoen resteert nog € 1,2 miljoen. Dit bedrag is benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden in 2021 en verder. Wij doen u om die reden dan ook een voorstel voor resultaatbestemming via deze jaarrekening 2020.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (prestatie 2.1.2)
Het budget voor deze prestatie bedroeg in 2020 € 4,3 miljoen. Het voordeel van € 0,8 miljoen wordt voor € 0,2 miljoen veroorzaakt door een hogere opbrengst van de leges voor omgevingsvergunningen. Daarnaast is voor € 0,6 miljoen aan uitvoeringsbudgetten niet tot besteding gekomen. Het gaat hierbij vooral om het budget voor de transitie van de omgevingsdiensten van input naar output gestuurd en om het budget voor screening en actualisatie van de omgevingsvergunning. Voor het restant op het eerst genoemde budget doen wij u een voorstel voor resultaatbestemming, zodat dit meerjarige traject kan worden gecontinueerd.
Voorziening Energiefonds Overijssel B.V. (EFO) (prestatie 2.3.2)
Uit de jaarrekening 2020 van EFO blijkt dat het eigen vermogen van de BV is afgenomen. Voor het verschil tussen het door ons gestorte vermogen en het eigen vermogen van de BV treffen wij een voorziening. Het gaat om een bedrag van € 1,8 miljoen. Via het voorstel tot resultaatbestemming bij deze jaarrekening stellen wij u voor om dit bedrag te onttrekken aan de daarvoor bestemde middelen in de Algemene financieringsreserve.
Monitoring natuur en landschap (prestatie 3.1.7)
De voorbereiding van monitoringactiviteiten heeft meer tijd gekost dan voorzien. Veel van deze activiteiten lopen daarom door in 2021. Van het budget van € 0,7 miljoen is € 0,5 miljoen in 2020 niet besteed. Deze niet bestede middelen zijn nodig voor de uitvoering in 2021. Wij doen u dan ook een voorstel voor resultaatbestemming bij deze jaarrekening.
Beheer landschap (prestatie 3.2.1)
De COVID-19 maatregelen hebben veel beperkingen opgeleverd om de gestelde doelen te behalen. Dit speelde onder andere bij het opstellen en uitvoeren van bidbooks en bij de verbreding van het vrijwilligerswerk. Voor de niet bestede middelen doen wij u een voorstel voor resultaatbestemming, zodat wij die in de toekomst in kunnen zetten voor het doorvoeren van een versnelling op dit terrein.
Duurzame systemen en netwerken (prestatie 4.1.3)
Het budget op deze prestatie bedroeg € 2,5 miljoen. Het gerealiseerde voordeel ten opzichte van de begroting bedraagt € 2,3 miljoen. Voor twee subsidieverleningen aan de Cleantechregio vergde de voorbereiding van de betreffende projecten meer tijd dan voorzien. Daarnaast is de Voucherregeling thuiswerkplannen eind 2020 opengesteld. Zowel de subsidies aan de Cleantechregio als de subsidies voor de voucherregeling worden daarom in 2021 verstrekt. Dit leidt tot een voordeel van € 0,9 miljoen. Daarnaast hebben wij van het Rijk diverse doeluitkeringen ontvangen. Dit leidt tot een voordeel van € 1,4 miljoen. Van het totale voordeel van € 2,3 miljoen komt € 1,0 miljoen ten gunste van reserves. De resterende € 1,3 miljoen maakt onderdeel uit van het rekeningresultaat.
Concessie- en contractmanagement (prestatie 4.2.3)
Van het budget van € 106,6 miljoen resteert € 4,5 miljoen. Hiervan blijft € 2,2 miljoen ten gunste van de reserves. Het resterende voordeel van € 2,3 miljoen maakt deel uit van het rekeningresultaat. Dit voordeel wordt vooral veroorzaakt door een lagere OV-index dan begroot. Door de beschikbaarheidsvergoeding vanuit het Rijk heeft de corona-crisis geen noemenswaardig effect gehad op het saldo van lasten en baten voor deze prestatie.
Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid (prestatie 4.5.1)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,5 miljoen, resteert € 2,1 miljoen. De niet bestede middelen bestaan voor € 1,9 miljoen uit budget voor de beleidsimpuls verkeersveiligheid. Bij de Monitor Overijssel 2020-II hebben wij aangekondigd deze middelen in te willen zetten voor cofinanciering op de recent toegekende specifieke Rijksuitkering stimulering verkeersmaatregelen. Van de € 1,9 miljoen blijft € 1,4 miljoen beschikbaar via de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Voor de resterende € 0,5 miljoen doen wij u een voorstel tot resultaatbestemming.
Voor € 0,2 miljoen bestaan de niet bestede middelen uit lagere vaststellingen van subsidies die in eerdere jaren zijn toegekend voor het Uitvoeringsprogramma mobiliteit. Ook voor deze middelen doen wij u een voorstel voor resultaatbestemming. Dit is in lijn met uw besluitvorming op het Statenvoorstel Herprioritering (2020/1102400), om terugvloeiende subsidies meerjarig beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s mobiliteit.
Voorlichting en educatie verkeersveiligheid (prestatie 4.5.2)
Het voordeel van € 1,46 miljoen op het totaal beschikbare budget van € 6,8 miljoen doet zich voor op de budgetten voor voorlichting en educatie (€ 0,23 miljoen) en het verkeersveiligheidsprogramma (€ 1,23 miljoen).
Verkenningen en planstudies mobiliteit (prestatie 4.6.9)
Op deze prestatie worden de kapitaallasten van investeringsprojecten in provinciale wegen verantwoord. En de kosten voor verkenningen en planstudies zijn hier opgenomen. In 2020 was voor deze prestatie € 5,8 miljoen beschikbaar. De kosten voor onderzoek en planstudies zijn € 0,6 miljoen achtergebleven bij de begroting.
Beheer provinciale infrastructuur (prestatie 4.7.1)
Voor deze prestatie was in 2020 € 32,1 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 2,7 miljoen niet tot besteding gekomen. Voor € 2,1 miljoen blijft dit bedrag in de Reserve waterwegen beschikbaar als onderdeel van het budget voor de verdere afhandeling van de schademeldingen bij Kanaal Almelo de Haandrik. Voor € 0,6 draagt het niet bestede bedrag bij aan het jaarrekeningresultaat. Het voordeel van € 0,6 miljoen doet zich voor op het budget voor gladheidsbestrijding.
Bestaande werklocaties (prestatie 5.3.2)
Door de positieve ontwikkeling van de grondexploitatie voor het Regionaal bedrijventerrein Twente is uit de voorziening voor deze grondexploitatie € 1,7 miljoen vrijgevallen.
Topwerklocaties (prestatie 5.3.3)
Ons aandeel in het negatieve resultaat van de luchthavenexploitatie bedraagt € 0,5 miljoen. Bovendien hebben wij door de negatieve ontwikkeling van de grondexploitatie van Techbase Twente € 0,2 miljoen toegevoegd aan de Voorziening voor deze grondexploitatie.
Doeluitkering MIT 18-19-20 (prestatie 5.5.2)
Deze doeluitkering heeft betrekking op MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren. De doeluitkering is in 2020 toegekend door het Rijk. Wij brengen in 2020 ook de in 2018 en 2019 gemaakte kosten, ter grootte van € 1,0 miljoen, ten laste van deze doeluitkering. Dat levert in 2020 een voordeel op van € 1,0 miljoen.
De in 2018 en 2019 gemaakte kosten zijn vooruitlopend op het beschikbaar komen van de Doeluitkering MIT ten laste gebracht van het KVO-budget voor deze prestatie. Om die reden doen wij u bij de jaarrekening een resultaatbestemmingsvoorstel, waarbij wij de middelen in Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel voor deze prestatie weer willen aanvullen met € 1,0 miljoen.
Verstrekken risicokapitaal – Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel (HFO) (prestatie 5.5.4)
Uit de jaarrekening 2020 van HFO blijkt dat het eigen vermogen van de BV is afgenomen. Voor het verschil tussen het door ons gestorte vermogen en het eigen vermogen van de BV treffen wij een voorziening. Het gaat om een bedrag van € 2,3 miljoen. Via het voorstel tot resultaatbestemming bij deze jaarrekening stellen wij u voor om dit bedrag te onttrekken aan de daarvoor bestemde middelen in de Algemene financieringsreserve.
Personeelslasten
Het budget voor personeelslasten bedroeg in 2020 € 67,7 miljoen. Hiervan resteert € 2,0 miljoen.
Motorrijtuigenbelasting
De opbrengsten motorrijtuigenbelasting zijn € 1,0 miljoen hoger dan de begrote € 112,8 miljoen. Voor deze extra baten doen wij u een voorstel voor resultaatbestemming, overeenkomstig de Perspectiefbrief 2020.
Dividendopbrengst Enexis
Deze opbrengst bedroeg in 2020 € 20,6 miljoen. Dat is € 2,9 miljoen hoger dan de begrote opbrengst.
Obligaties
Door de verkoop van een deel van de obligatieportefeuille is een positief transactieresultaat behaald van € 1,0 miljoen en zijn de rente-opbrengsten € 0,8 miljoen lager dan begroot.
Vrijval eerdere jaren
Jaarlijks is in de begroting een post van € 1,0 miljoen opgenomen als meevaller vanwege voordelen uit voorgaande jaren. Die voordelen komen bijvoorbeeld tot stand door lagere subsidievaststellingen. Het voordeel vanuit voorgaande jaren bedraagt € 3,2 miljoen in 2020, € 2,2 miljoen meer dan begroot. Vooral de lagere vaststelling van het project Herstructurering Twentekanaal (€ 1,6 miljoen), een gewijzigde subsidie-aanvraag voor het project Bolwerk Buitenwacht in Kampen (€ 0,5 miljoen) en de lagere bijdrage aan de verbreding voor de N35 Zwolle – Wijthmen (€ 0,5 miljoen) dragen hieraan bij. Daar staat een kostenpost voor afwikkeling van fiscale zaken uit de periode 2015-2019 tegenover.
Onvoorzien
Deze stelpost hebben wij niet aan hoeven spreken, wat een voordeel oplevert van € 0,5 miljoen.