Begroot 0

Realisatie 0

Ruimte 0

Status prestaties

Balans

Balans

Begroot 0

Realisatie 0

Ruimte 0

Status prestaties

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De balans is het overzicht van onze bezittingen, vreemd vermogen en eigen vermogen op een bepaald moment. De balans bestaat uit activa en passiva, welke met elkaar in evenwicht zijn. Activa zijn de bezittingen en passiva zijn de middelen waarmee de activa gefinancierd worden (eigen vermogen en vreemd vermogen).

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en de verordening ex artikel 217 Provinciewet, waarin door Provinciale Staten op d.d. 13 december 2017 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De activa worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De passiva worden gewaardeerd op de nominale waarde, tenzij bij het betreffende onderdeel anders is vermeld.

Als gevolg van het uitbreken van de coronacrisis is in de maatschappij een onzekere situatie ontstaan. Deze onzekerheid wordt mede veroorzaakt door maatregelen welke door de overheid worden ingesteld om de verspreiding van het coronavirus te beperken.
Hoewel dit maatregelen zijn met ingrijpende effecten op burgers, bedrijven en onze economie als geheel, zal deze crisis voor de provincie Overijssel niet leiden tot continuïteitsproblemen, gezien haar rechtsvorm van publiekrechtelijke rechtspersoon (Provincie). Wij zijn dan ook van mening dat de waarderingsgrondslagen op basis van continuïteit kunnen worden gehandhaafd. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de provincie Overijssel.

Balans

Terug naar navigatie - Balans
Balans per 31 december 2020 X € 1.000
Activa 31.12.2019 31.12.2020 Passiva 31.12.2019 31.12.2020
Vaste activa 1.118.475 1.193.403 Vaste passiva 1.794.777 1.736.999
Immateriële vaste activa 4.384 2.351 Eigen vermogen 1.760.832 1.687.729
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 4.384 2.351 Reserves 1.713.066 1.660.598
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief - - - waarvan algemene reserves 814.101 719.447
Bijdragen aan activa in eigendom van derden - - - waarvan bestemmingsreserves 898.965 941.151
Resultaat 47.766 27.131
Materiële vaste activa 178.579 243.305 Voorzieningen 32.064 47.411
Investeringen met een economisch nut 35.387 32.512
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - -
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 143.192 210.793
- waarvan in erfpacht - -
Financiële vaste activa 935.512 947.747 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 1.881 1.859
Kapitaalverstrekkingen 159.488 161.481 Obligatieleningen - -
- waarvan aan deelnemingen 159.488 161.481 Onderhandse leningen 1.874 1.853
- waarvan aan gemeenschappelijke regelingen - - - waarvan van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - - waarvan van binnenlandse banken en overige financiële instellingen - -
Leningen 261.899 418.258 - waarvan van binnenlandse bedrijven - -
- waarvan aan openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 22.296 23.652 - waarvan van openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 1.874 1.853
- waarvan aan woningbouwcorporaties - - - waarvan van overige binnenlandse sectoren - -
- waarvan aan deelnemingen 239.603 394.606 - waarvan van buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - Door derden belegde gelden - -
Overige langlopende leningen 60.170 49.918 Waarborgsommen 7 6
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - -
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 43.100 28.100
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 410.855 289.990
Vlottende Activa 917.756 811.728 Vlottende passiva 241.454 268.132
Voorraden 132.959 128.999
Grond- en hulpstoffen - -
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie - -
Gereed product en handelsgoederen 132.959 128.999
Vooruitbetalingen - -
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 730.546 647.693 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 23.888 20.793
Vorderingen op openbare lichamen 53.562 60.049
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) - - Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) - -
Overige verstrekte kasgeldleningen - - Overige kasgeldleningen - -
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - -
Rekening-courantverhouding met het Rijk 657.085 561.263
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen - 3.400 Banksaldi - 1.000
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 761 519
Overige vorderingen 6.208 13.331 Overige schulden 23.888 19.793
Overige uitzettingen 12.930 9.131
Liquide middelen (kas- en banksaldi) - 19
Overlopende activa 54.251 35.017 Overlopende passiva 217.566 247.339
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 201.269 201.793
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - 123 Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 2.330 1.948
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - 4.822 Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren - 35.700
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvan-gen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - - Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren - 161
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 54.251 30.072 Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 13.967 7.737
Totaal 2.036.231 2.005.131 Totaal 2.036.231 2.005.131
Recht op verliescompensatie conform Wet VpB - - Verstrekte borg- of garantstellingen 78.394 71.745

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

Grondslagen
De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de rentevaste periode volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde financieel vast actief of de gerelateerde vaste schuld.
Bij financiële vaste activa betreft deze post het positieve saldo van agio (aankoopwaarde > nominale waarde) verminderd met disagio (nominale waarde > aankoopwaarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Bij vaste schulden betreft deze post het positieve saldo van disagio (nominale waarde > verkoopwaarde) verminderd met agio (verkoopwaarde > nominale waarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Het op uitzettingen betaalde (dis)agio wordt gedurende de looptijd van rentevaste periode van het actief of schuld lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende (dis)agio als last genomen.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2020
Immateriële vaste activa: 4.384 -370 2.403 2.351
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 4.384 -370 2.403 2.351
- waarvan agio op financiële vaste activa 5.396 -434 2.872 2.958
* cumulatieve aanschafwaarden 27.725 7.361 20.364
* cumulatieve afschrijvingen -22.329 -7.795 2.872 -17.406
- waarvan disagio op financiële vaste activa -1.012 64 -469 -607
* cumulatieve aanschafwaarden -2.989 -864 -2.125
* cumulatieve afschrijvingen 1.977 928 -469 1.518
Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Toelichting
Het bedrag aan desinvesteringen betreft de, bij afloop of verkoop van de verband houdende financiële vaste activa, afgeboekte verkrijgingswaarde van (dis)agio verminderd met de daarop gepleegde afschrijvingen.

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Grondslagen
De materiële vaste activa worden verdeeld in drie categorieën.

  • Investeringen met een economisch nut.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden (deze categorie is voor Overijssel niet van toepassing).
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Alle investeringen worden geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de financiële verordening, variëren conform de financiële verordening van vier jaar tot honderd jaar. Het afschrijven op investeringen start in het jaar ná ingebruikname van het actief.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden
Investeringen met een economisch nut: 35.386 1.954 4.828
Gronden en terreinen
Woonruimten 151 15
Bedrijfsgebouwen 27.994 856 2.122
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen 27 7
Machines, apparaten en installaties 7.097 1.098 2.667
Overige materiële vaste activa 117 17
x €1.000 Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: 143.192 77.207 4.789 4.817
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 143.192 77.207 4.789 4.817
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa

Toelichting
In 2020 hebben nieuwe investeringen plaatsgevonden voor een bedrag van € 79,1 miljoen. Daarnaast hebben wij voor deze investeringen bijdragen van andere overheden ontvangen voor een bedrag van € 4,8 miljoen. De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen in 2020 € 9,8 miljoen. Hierna worden de geraamde en gerealiseerde investeringen per krediet vermeld en toegelicht.

Investeringskredieten voor activa

Terug naar navigatie - Investeringskredieten voor activa
Kerntaak X € 1.000
Beleidsdoel Begroting Rekening Saldo Nog te besteden
Prestatie 2020 2020 in 2021 na 2021
Totaal 90.440 74.344 16.097 14.867 597
4. Mobiliteit 87.816 73.119 14.698 13.468 597
4.2 Toekomstbestendig en duurzaam openbaar vervoer 890 638 252 252
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein 890 638 252 252
Uitgaven 890 638 252 252
Ontvangsten
4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer 64.287 56.172 8.115 7.129 597
4.6.3 N35 - lopende projecten 361 -361
Uitgaven 361 -361
Ontvangsten
4.6.6 N307 4.928 1.241 3.687 3.687
Uitgaven 4.757 3.377 1.379 3.687
Ontvangsten 171 -2.136 2.308
4.6.7 Vechtdalverbinding (N340/N377 & N48) 49.452 47.336 2.116 1.519 597
Uitgaven 49.452 48.249 1.203 1.519 597
Ontvangsten -913 913
4.6.8 N348 Raalte - Ommen (1e en 2e fase) 4.092 3.081 1.011 1.011
Uitgaven 4.092 3.267 825 1.011
Ontvangsten -186 186
4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie overige projecten 5.815 4.153 1.662 912
Uitgaven 7.396 5.721 1.675 912
Ontvangsten -1.581 -1.568 -13
4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur 22.639 16.309 6.331 6.087
4.7.1 Beheer proviciale infrastructuur 334 90 244
Uitgaven 334 91 243
Ontvangsten -1 1
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur 22.305 16.219 6.087 6.087
Uitgaven 22.303 16.233 6.071 6.087
Ontvangsten 2 -14 16
10. Bedrijfsvoering 2.624 1.225 1.399 1.399
Uitgaven 2.624 1.225 1.399 1.399
Ontvangsten

4.2.3 Aanbesteding DRIS

Dynamische Reis Informatie Systemen Sinds 2009 zijn er verschillende Dynamische Reis Informatie Systemen (hierna DRISystemen) binnen de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland geplaatst. Deze systemen voorzien (bus)reizigers via DRIS-displays op de haltes van informatie over de actuele vertrektijden en verstoringen. De drie hiervoor genoemde provincies werken sinds 2011 samen op het gebied van openbaar vervoer (OV-Oost).
In 2020 is besloten de verouderde en afgeschreven systemen te vervangen en gezamenlijk de vervanging van de DRIS-displays bij bushaltes aan te aanbesteden en samen voor de komende 10 jaar invulling te geven aan het toekomstige DRISysteem binnen OV-Oost.

De vervanging van de DRIS-displays in Overijssel is geraamd op € 8,9 miljoen en de realisatie is voorzien in de periode 2020 – 2022. De vervangingsinvestering betreft voor West-Overijssel en Twente respectievelijk ca. 4 en 4,9 miljoen. Hiermee wordt bereikt dat er een ononderbroken en zoveel mogelijk storingsvrij DRIS systeem is met actuele en betrouwbare reisinformatie voor de reizigers over de buslijnen in het gebied OV-Oost.
Voor 2021 was voor de eerste uitgaven € 0,89 miljoen geraamd waarvan € 0,64 miljoen is gerealiseerd en € 0,25 niet tot besteding is gekomen. De onderbesteding wordt veroorzaakt doordat de aanbesteding meer tijd heeft gevraagd dan verwacht.
Op 16 december 2020 is de opdracht voor levering en installatie DRIS-displays OV-Oost verleend en vervolgens is de implementatie van de DRIS-displays van start gegaan. De niet bestede middelen schuiven door naar 2021 voor doorlopende verplichtingen.

Wij hebben besloten om de in 2020 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor dit investeringskrediet in 2021 (€ 251.731).

4.6.3 N35

Mede omdat over de uitgangspunten verder afstemming nodig was en door Corona de participatie van de omgeving grotendeels heeft stilgelegen, zal de afronding van de planstudie voor N35 Knooppunt Raalte in 2021 plaatsvinden. Realisatie kan dan eind 2022/begin 2023 starten.

Toelichting op activeren plankosten
De investeringskosten in de infrastructuur van de Provincie dienen op basis van de regelgeving te worden geactiveerd en na realisatie worden de kapitaallasten gedekt vanuit de reserve dekking kapitaallasten vaste activa. De plankosten die toegerekend worden aan de realisatie van de provinciale infrastructuur bedragen in 2020 € 361.000 Wij stellen u voor om een bedrag van € 361.000 te onttrekken aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de reserve dekking kapitaallasten vaste activa.

4.6.6 N307

Voor de uitvoeringfase is de aannemingscombinatie Roggebot (Mobilis-Van Gelder-Van den Herik) gecontracteerd. De combinatie is gestart met voorbereidende werkzaamheden, waaronder het aanvragen van vergunningen. In het najaar van 2020 hebben de bevoegde gezagen de hoofdbesluiten definitief vastgesteld en zijn overeenkomsten met Flevoland en het Rijk gesloten. Tegen de definitieve hoofdbesluiten zijn drie beroepen ingediend bij de Raad van State. Vooruitlopend op de uitvoeringswerkzaamheden worden momenteel de kabels en leidingen verlegd, de gronden verworven en overige voorbereidende werkzaamheden in gang gezet. Daarnaast wordt door de provincie zelf de ontsluiting Schansdijk gerealiseerd.

Het investeringsbudget voor de N307 van € 16,0 mln. (periode 2016-2022) is verdeeld over de deelprojecten N307 Sportterrein Kampen (€ 2,0 mln.) en N307 Kampen-Roggebotsluis (€ 13,5 mln. realisatie; 0,5 mln. planfase). De werkelijke investeringsuitgaven in 2020 (resp. € 0,5 mln. en € 0,8 mln.) blijven achter op de begrote investeringsuitgaven in 2020 (resp. € 1,8 mln. en 3,1 mln.). Dit betekent een verschuiving in tijd, maar vormt geen bedreiging voor de geplande opleverdatum.

Via de brief met kenmerk 2021/0011785 bent u bovendien geïnformeerd over de geactualiseerde investeringsraming voor het deelproject N307 Kampen-Roggebotsluis (2021-2022) en is een nadere toelichting via de jaarrekening 2020 aan u toegezegd. De raming komt voor Overijssel na aanbesteding uit op € 14,7 miljoen, zijnde een tekort op het investeringsbudget (inclusief risicoreservering) van € 1,2 miljoen. Belangrijkste oorzaak voor de hogere kosten zijn de aanpassing van het ontwerp met transparante aanlanding brug vanuit maatschappelijk draagvlak en hogere engineeringskosten door een noodzakelijke opschaling van het projectteam en een gewijzigde verdeelsleutel met het Rijk. Daarnaast traden in de planuitwerking een aantal onvoorziene risico’s op die het initiële risicobudget (10%) overschreden. Dit op het gebied van kabels en leidingen, natuurcompensatie en teerhoudend asfalt. Daarnaast is er sprake van autonome prijsontwikkelingen. Zoals aangekondigd in de brief met kenmerk 2021/0011785 zal in de Perspectiefnota 2022 een voorstel voor de dekking voorgelegd worden.

Wij hebben besloten om de in 2020 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor dit investeringskrediet in 2021 (€ 3.687.000). De jaarschijf 2021 komt daarmee in totaal op 10,2 miljoen; de jaarschijf 2022 bedraagt € 3,8 miljoen.


4.6.7 Vechtdalverbinding

In 2020 is het volgende gerealiseerd:
1. Het grootste deel van de minnelijke verwerving van gronden is afgerond, de verwerving van een aantal percelen zit nog in de afrondende fase
2. De werkzaamheden aan het nieuwe tracé (N340) zijn gestart
3. De werkzaamheden bij Balkbrug zijn gestart
4. De nieuwe verbinding tussen N340 en N48 bij Ommen is opengesteld
5. ProRail is gestart met de aanbesteding van de realisatie van de fietstunnel in de af te waarderen N340, met als doel om het werk in 2021 te gunnen zodat de realisatie van de fietstunnel in 2023 gereed is.

De coronamaatregelen maken dat de interactie met de omgeving op een andere wijze ingevuld moet worden. Dit creëert wat meer afstand naar de direct betrokkenen, maar daar is over het algemeen begrip voor. De werkzaamheden kunnen vooralsnog aardig goed doorgaan.

Wij hebben besloten om de in 2020 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor dit investeringskrediet in 2021 (€ 1.519.000) en € 2022 (€ 356.000) en 2023 (€ 241.000).

4.6.8 N348

De werkzaamheden zullen in het voorjaar 2021 afgerond worden. Over de financiële afronding van het project en de vertragingskosten lopen er gesprekken met de aannemer. Daarnaast zijn er gesprekken met enkele aanwonenden over financiële compensatie van schade.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 1.011.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie 4.6.8 N348 in 2021 met €1.011.000
te verhogen.

4.6.9 Verkenningen, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten

De uitgaven hebben betrekking op diverse wegenprojecten.

Voor een drietal wegenprojecten die oorspronkelijk onderdeel uitmaakten van de Dynamische BeleidsAgenda (DBA) voorzien wij een klein tekort.

1. N34
Bij de verwerking van de provinciale grondposities is gebleken dat er nog kosten toegerekend moeten worden aan de N34. Aangezien het grote project al financieel afgerond was, ontstaat hierdoor een tekort van ongeveer € 150.000. Hiervoor moet nog dekking gevonden worden

2. N732/N733 aansluiting Lossersestraat-Noord Esmarkerrondweg

De geconstrueerde kruising is in september 2020 opgeleverd. Bij de uitvoering zijn wij geconfronteerd met hogere kosten die niet gedekt kunnen worden binnen de beschikbare risicoreserve van het project. Als gevolg hiervan wordt het projectbudget met € 275.000 overschreden. Het project wordt in 2021 financieel afgerond

3. N331 VOC's Hasselt
De financiële afwikkeling van het project, met daarbij de overdracht van de parallelweg naar de gemeente Zwartewaterland, loopt door in 2021. Er is er een tekort van ongeveer € 275.000 op dit project ontstaan als gevolg van hogere verleggingskosten van kabels en leidingen, langere uitvoeringsduur en onduidelijkheid over de overdracht naar de gemeente.

Wij stellen u voor om de tekorten op de drie bovenstaande projecten (nr 1 tot en met 3) te dekken door aanvullend investeringsbudget van € 700.000 voor de N34(€150.000), de N733 Landweerweg(€275.000) en de VOC’s Hasselt(€275.000) ter beschikking te stellen. De dekking wordt gevonden door € 700.000 vanuit de Reserve provinciale infrastructuur te storten in de Reserve dekking kapitaallasten.  Dit voorstel leggen wij u voor via het Statenvoorstel resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen jaarstukken 2020 (2021/1102660).

 

Voor één ander project voorzien wij een tekort en bij één ander project voorzien wij een positief resultaat.

4. N733 aansluiting Oude Deventerweg - Landweerweg

De geconstrueerde kruising is in november 2020 opgeleverd. Als gevolg van de stikstofproblematiek ter plaatse moest nog een oplossing worden gevonden voor de omleidingsroutes. Daarnaast was er sprake van een aanzienlijke bodemvervuiling. De kostenoverschrijding kon niet in de risicoreservering opgevangen worden. Er is daarom een overschrijding van het beschikbare budget ontstaan van € 250.000. Het project wordt in 2021 financieel afgerond.

5. N737 Innovatiedriehoek A1/N342/N737
Het project wordt in 2021 financieel afgerond. De verwachting is dat het project met een voldoende positief resultaat wordt afgesloten om € 250.000 vrij te maken voor het dekken van het tekort in andere projecten.

Wij stellen u voor om het tekort op de N733 te dekken door een voorschot te nemen op het positieve resultaat van het project A1/N342/N737. Het voorstel daartoe leggen wij u voor via het Statenvoorstel resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen jaarstukken 2020 (2021/1102660).

Voor één project wordt afgezien van infrastructurele aanpassingen een voordeel.

6. N732 aansluiting Lonneker Molenweg - Glanerbruggerweg
Bij de verkenning is geconcludeerd dat een investering in een infrastructurele aanpassing niet in verhouding staat tot de verbetering van verkeersveiligheid, aangezien het aantal ongevallen de laatste jaren zeer laag is. Er is ervoor gekozen om het project niet te vervolgen, ook gezien de benodigde aanvullende financiering. Als gevolg van deze keuze valt er € 750.000 aan investeringsmiddelen vrij.

Wij stellen u voor om deze middelen vrij te laten vallen uit de reserve dekking kapitaallasten en weer toe te voegen aan de oorspronkelijke doelstelling. De hiervoor benodigde begrotingswijzigingen staan opgenomen bij prestaties 4.610 en 4.5.1 en worden u ter besluitvorming voorgelegd via het Statenvoorstel resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen jaarstukken 2020 (2021/1102660). 

Overige projecten
7. N337 rotonde Meenteweg Olst
Het is niet gelukt om de benodigde gronden voor de rotonde te verwerven. Daarom is een onteigeningsprocedure gestart. Aannemelijk is dat daardoor de realisatie van het project naar 2022 wordt verschoven.

8. N334 Ottervoorziening
De ottervoorziening was eind 2020 in uitvoering en bijna gereed. De oplevering wordt in het eerste kwartaal 2021 verwacht.

Diverse kleinere projecten.
Tenslotte zijn er een paar kleinere projecten die een doorloop hebben naar 2021.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 712.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie 4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten in 2021 met €712.000te verhogen.

4.7.1 Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur

Voor de gladheidbestrijding wordt jaarlijks de vervanging van een gedeelte van de zoutstrooiers en sneeuwploegen geraamd. Hiervoor is in de begroting jaarlijks een vervangingsbudget beschikbaar . In 2020 is van het beschikbare budget van €334.000 een bedrag van €90.000 benut.

Op de resterende middelen hoeft geen beroep gedaan te worden in 2021 omdat het begrote bedrag voor 2021 afdoende is om de vervangingen in 2021 te kunnen financieren.

4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur
Vervanging wegen

Vervanging wegen 2016-2019
1. N760 IJsselmuiden-Genemuiden
2. N765 Kampen Ramspol
3. N332 Holten-grens Gelderland
De uitvoering van de rehabilitatie van de N332 en N765 is afgerond. De vervanging van het laatste traject uit deze periode, de N760 IJsselmuiden - Genemuiden, is in voorbereiding voor uitvoering in 2022.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 2.130.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie prestatie 4.7.3 vervangen provinciale infrastructuur in 2021 met €2.130.000 te verhogen.

Vervanging wegen 2020-2023
4. N337 Rehabilitatie kom de Nul
5. N347 Rehabilitatie kom Hengevelde
6. N377 Hasselt- de Lichtmis
De werkzaamheden aan de N337, de N347 en N377 zijn in voorbereiding voor uitvoering in 2022 en 2023. De opstart van deze fase heeft langer geduurd dan gedacht i.v.m. beschikbare personele capaciteit en vertraagde besluitvorming over de financiering van het uitvoeringsprogramma.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 449.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie prestatie 4.7.3 vervangen provinciale infrastructuur in 2021 met
€ 449.000 te verhogen

Vervanging kunstwerken
Vervanging kunstwerken 2016-2019
De vervanging van de kunstwerken, zoals genoemd in Statenvoorstel PS/2016/300, is in uitvoering. De uitvoerende werkzaamheden vindt voor het grootste deel in 2020 plaats en wordt financieel afgerond in 2021.

Vervanging kunstwerken 2020-2023
De rehabilitatie van de kunstwerken, zoals genoemd in het Statenvoorstel PS/2020/1102223, is in voorbereiding. De kunstwerken worden in drie projecten in 2022 en 2023 uitgevoerd.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 3.220.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie prestatie 4.7.3 vervangen provinciale infrastructuur in 2021 met €3.220.000 te verhogen.

Vervanging vaarwegen
Vervangen oeverbeschoeiing van Kanaal Almelo - De Haandrik 2016-2019
Het contract voor de vervanging van de oeverbeschoeiing van Kanaal Almelo - De Haandrik is volop in uitvoering. De laatste trajectdeel zal in 2021 worden uitgevoerd.

Vervangen oeverbeschoeiing van Kanaal Almelo - De Haandrik 2020-2023
Het contract voor de vervanging van de oeverbeschoeiing van Kanaal Almelo - De Haandrik is in voorbereiding. De eerste werkzaamheden vanuit dit contract zullen eind 2021 starten.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 288.000 door te schuiven naar 2021 en het investeringskrediet van prestatie prestatie 4.7.3 vervangen provinciale infrastructuur in 2021 met € 288.000 te verhogen.

Totaal wordt bij deze prestatie een restantkrediet van €6.087.000 doorgeschoven naar 20221

Bedrijfsvoering
Investeringen ICT
In 2020 is er voor een bedrag van € 369.000,- gerealiseerd aan ICT investeringen. Dit betreft de vervanging van de switches in het provinciehuis.
Het volledige investeringsbudget is zoals in de 2e Monitor aangegeven niet benut. Dit heeft twee oorzaken, ten eerste zijn er geen software investeringen gedaan die we in eigendom krijgen, ten tweede is de vervanging van de thin clients op een andere wijze ingevuld namelijk door laptops. Deze laptops zijn aangeschaft en geactiveerd door SSC/ONS en worden vanaf 2021 aan de Provincie in rekening gebracht.
Wij stellen voor om de in 2020 niet bestede middelen van € 898.000,--toe te voegen aan investeringskrediet in 2021.

Investeringen provinciale gebouwen
In 2020 is er voor een bedrag van € 856.000,-- gerealiseerd aan investeringen in en om het provinciehuis, steunpunten en brug- en sluiswachtersverblijven.
Een deel van het investeringsbudget is niet besteed, omdat we komende jaren omvangrijke investeringsuitgaven verwachten voor de renovatie en verduurzaming van het provinciehuis en voor de steunpunten van de Eenheid Wegen en Kanalen.
Wij stellen voor om de in 2020 niet bestede middelen van € 501.000,-- toe te voegen aan het investeringskrediet 2021.

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Grondslagen
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen in bezit en verstrekt agio) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen of het bedrag waarvoor agio beschikbaar is gesteld. Als de marktwaarde van de deelneming daalt tot onder de verkrijgingsprijs, dan vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
De uitzettingen zijn gewaardeerd op nominale waarde, daar waar van toepassing verminderd met een negatief saldo van agio, disagio en afschrijvingen op (dis-)agio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen / aankopen Desinvesteringen / verkopen Afschrijvingen / Aflossingen Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2020
Financiële vaste activa: 935.512 169.841 169 154.829 2.609 947.746
Kapitaalverstrekkingen aan: 159.488 6.067 169 3.905 161.481
Deelnemingen 159.488 6.067 169 3.905 161.481
Leningen aan: 261.899 162.274 7.212 -1.296 418.257
Openbare lichamen zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 22.296 60 -1.296 23.652
Deelnemingen 239.603 162.214 7.212 394.605
Overige langlopende leningen 60.170 1.500 11.752 49.918
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 43.100 15.000 28.100
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 410.855 120.865 289.990

Toelichting
Een gedetailleerde onderverdeling treft u aan in het bijlagenboek. Voor de financiële vaste activa geldt dat het overgrote deel óf gefinancierd is via de Algemene financieringsreserve óf hier op afzienbare termijn in wordt voorzien/op wordt afgelost. Uitgezonderd hierop zijn een deel van de leningen aan Energiefonds Overijssel (€ 80 miljoen, waarvan nog maximaal € 58 miljoen beschikbaar te stellen), de perpetuele obligaties van BNG Bank (€ 74,5 miljoen) en een deel van de aandelen in Enexis (€ 39,3 miljoen), die via het overige beschikbare eigen vermogen worden gefinancierd. Naast de genoemde uitzonderingen zijn daarnaast de obligatieportefeuille (€ 318,1 miljoen eind 2020) en de achtergestelde lening Vitens (€ 1,6 miljoen eind 2020) eveneens uitgezonderd omdat hier op afzienbare termijn op wordt afgelost. Hierna treft u een toelichting aan op de mutaties in 2020.

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
Het bedrag aan investeringen van totaal € 6,1 miljoen betreft agiostortingen in Energiefonds Overijssel (€ 1,8 miljoen, waarvan € 0,8 miljoen aan omgezette leningen) en Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel (€ 4,3 miljoen, waarvan € 0,7 miljoen via aflossing van de lening SPV Hengelo). De genoemde desinvestering van € 0,2 miljoen betreft de ontbinding van een drietal SPV's uit hoofde van de verkoop van Essent. Het bedrag aan afwaarderingen van per saldo € 3,9 miljoen bestaat uit -/- € 0,1 miljoen aanwending van de Voorziening deelneming Verkoop Vennootschap, -/- € 0,1 miljoen aan vrijval uit de Voorziening participatie HMO en € 4,1 miljoen aan toevoegingen aan de voorzieningen Deelneming HFO (€ 2,3 miljoen) en Deelneming Energiefonds Overijssel (€ 1,8 miljoen). De toevoegingen aan en vrijval uit de genoemde voorzieningen zijn gebaseerd op de (voorlopige) resultaten van de betreffende deelnemingen over 2020 en hiervoor geldt tevens dat er resultaatbestemmingen ten laste en ten gunste van de Algemene financieringsreserve zijn geformuleerd. De aanwending van de genoemde voorziening is het gevolg van de ontbinding van de betreffende deelneming, 1 van de 3 SPV's.

Leningen aan:
openbare lichamen
De toename van € 1,4 miljoen betreft voor € 0,1 miljoen de conform overeenkomst bij de lening aan de gemeente Enschede opgeboekte rente over 2020 en voor € 1,3 miljoen aan vrijval uit de Voorziening lening A1. Voor de vrijval uit de genoemde voorziening geldt dat er een resultaatbestemming ten gunste van de Algemene financieringsreserve is geformuleerd.

deelnemingen
De toename van € 162,2 miljoen betreft € 50,4 miljoen (waarvan € 3,5 miljoen overgedragen lening Aardwarmte Koekoekspolder) aan het Energiefonds verstrekte leningen, € 101,8 miljoen aan Enexis verstrekte achtergestelde converteerbare lening en € 10 miljoen aan HMO verstrekte lening. De afname van € 7,2 miljoen betreft aflossingen op verstrekte leningen, waarvan € 5,6 miljoen op leningen aan het Energiefonds en € 1,6 miljoen op de achtergestelde lening aan Vitens.

Overige langlopende leningen
De toename van € 1,5 miljoen betreft verstrekte leningen voor Photon Delta. De afname van € 11,8 miljoen betreft aflossingen op SVn startersleningen, SVn duurzaamheidsleningen, SVn MKB duurzaamheidsleningen, de lening Aardwarmte Koekoekspolder, de lening SPV Hengelo en de lening voor het 15e treinstel Zwolle - Emmen van respectievelijk € 2,9 miljoen, € 4,1 miljoen, € 0,4 miljoen, € 3,5 miljoen, € 0,7 miljoen en € 0,1 miljoen.

Overige uitzettingen
Binnen de obligatieportefeuille hebben voor € 63,7 miljoen aan verkopen en € 72,2 miljoen aan aflossingen plaatsgevonden.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Grondslagen
Voor de gronden voor de infrastructuur geldt dat de gronden onder trace tegen nihil worden gewaardeerd. De overige gronden worden in overeenstemming met de geldende regelgeving gewaardeerd tegen aanschafprijs of lagere marktwaarde. De marktwaarde van de projectgronden (gronden binnen de begrenzing van het natuurnetwerk) en ruilgronden baseren wij op de waarden die worden genoemd in de derde kwartaalrapportage van de Grondprijsmonitor van het Kadaster. Naast deze toelichting op de balanspost Voorraden bevatten ook de Paragraaf grondbeleid en de daarbij opgenomen Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid informatie over gronden.

x €1.000 Stand per 31-12-2019 Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31-12-2020
Voorraad gereed product en handelsgoederen:
Infrastructuur Kapitaaluitgaven 2.169 419 324- 2.264
Afwaardering - - - -
Voorziening 141- 141-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 2.027 419 324- 2.122
Grond voor Grond Kapitaaluitgaven 41.152 545 2.613- 39.083
Afwaardering 15.172- 965 415- 14.622-
Voorziening 3.558- - 3.558-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 22.422 1.509 3.028- 20.903
Natuurnetwerk Kapitaaluitgaven 109.869 38.030 17.069- 130.830
Afwaardering 25.497- 2.953 12.587- 35.131-
Voorziening 10.424- 889- 11.313-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 73.948 40.983 30.544- 84.386
Revolving Fund Kapitaaluitgaven 11.693 4.685 3.938- 12.441
Afwaardering - - - -
Voorziening 560- - 560-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 11.133 4.685 3.938- 11.880
Overige Kapitaaluitgaven 23.429 3.105 16.828- 9.706
Afwaardering - - - -
Voorziening - - - -
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 23.429 3.105 16.828- 9.706
TOTAAL Kapitaaluitgaven 188.312 46.784 40.772- 194.324
Afwaardering 40.668- 3.918 13.001- 49.752-
Voorziening 14.684- 889- 15.573-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 132.959 50.701 54.662- 128.999

Toelichting

Voorraad grond ten behoeve infrastructuur
In 2020 zijn er grondaankopen gedaan voor vooral de N343 en de N733. De kapitaaluitgaven voor infrastructuur zijn daardoor met € 0,4 miljoen gestegen. Een aantal gronden voor het project N34 hebben wij kunnen verkopen. Dit ziet u terug in de kolom 'verminderingen'. Voor € 0,3 miljoen zijn gronden verkocht.

Voorraad grond voor grond
De opbrengst van de verkoop van deze gronden is bedoeld voor dekking van de kosten van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Per saldo is deze voorraad met € 2,1 miljoen afgenomen als gevolg van gerealiseerde verkopen.
De afwaardering van de grond is voor € 0,6 miljoen  verminderd. Voor € 0,4 miljoen wordt dit veroorzaakt door de hogere waardering van de gronden die wij vanaf 2019 hanteren, op aanwijzing van de accountant. De resterende vermindering van € 0,2 miljoen hangt samen met verkooptransacties.

Natuurnetwerk
In 2020 hebben wij aanzienlijk meer natuurgronden aangekocht dan verkocht. Dat past in de huidige fase van de uitvoering. Voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland en de uitvoering van de ontwikkelopgave is het veelal ook nodig gronden te verwerven. Wij kiezen er voor de gronden geleidelijk te vervreemden en zodoende de markt niet te overspoelen met aanbod van natuurgronden.

De aangeschafte gronden binnen de begrenzing waarderen wij af naar natuurwaarde. De afwaardering is per saldo met € 9,6 miljoen toegenomen. Voor € 1,2 miljoen is deze toename gedempt door de hogere waardering van natuurgronden, die wij op aanwijzing van de accountant hanteren.

Revolving Fund
Het Revolving fund heeft een plafond van € 25 miljoen. In 2020 heeft een aantal transacties plaatsgevonden. De omvang van de grondvoorraad in het kader van Revolving fund is gestegen tot €12,4 miljoen.

Overige gronden
Dit betreft gronden en opstallen die niet langer benodigd zijn voor de projecten waarvoor ze zijn aangekocht. De huidige voorraad bestaat vooral uit gronden die zijn aangekocht voor de projecten IJsseldelta, fase I en de N340. In 2020 hebben wij veel grond die nog in ons bezit was voor IJsseldelta fase I kunnen verkopen.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Grondslagen
Kortlopende uitzettingen (waaronder vorderingen) worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waar nodig zijn deze verminderd met hiervoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.

x €1.000 Saldo 31-12-2019 Saldo 31-12-2020
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: 730.546 647.693
Vorderingen op openbare lichamen 53.562 60.049
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
Overige verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist
Rekening-courantverhouding met het Rijk 657.085 561.263
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 3.400
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier 761 519
Overige vorderingen 6.208 13.331
Overige uitzettingen 12.930 9.131
x €1.000 Saldo 31-12-2019 Saldo 31-12-2020
Vorderingen op openbare lichamen: 53.562 60.049
Europese Unie
Rijksoverheid 48.968 54.671
Provincies 1.115 2.981
Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden 3.479 2.397

Toelichting
Vorderingen op openbare lichamen
De belangrijkste vorderingen ultimo 2020 betreffen het BTW-compensatiefonds (€ 42,8 miljoen), de opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 8,7 miljoen), in 2020 betaalde en terug te ontvangen dividendbelasting (€ 3,1 miljoen) en daarnaast vorderingen op de provincies Gelderland (€ 1,8 miljoen aan samenwerkingsbijdragen voor laadinfrastructuur en openbaar vervoer) en Flevoland (€ 1,2 miljoen voornamelijk verrekening van kosten voor de investeringen in de N307).

Rekening-courantverhouding met het Rijk
Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. De verantwoording over het drempelbedrag, zoals bepaald in artikel 7 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en artikel 52 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, en het gebruik daarvan is te vinden onder liquide middelen.

Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen
Het betreft een tegoed dat wij in 2021 hebben terugontvangen.

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op Nederlands schuldpapier binnen de obligatieportefeuille.

Overige vorderingen
De stijging van deze post met € 7,1 miljoen wordt veroorzaakt door eindafrekeningen van diverse landinrichtingsprojecten (€ 4,5 miljoen) en aanpassingen van de OV-concessies (€ 3,2 miljoen). Daarnaast zijn in deze post vorderingen van in totaal € 4,5 miljoen begrepen, waarvan de inbaarheid onzeker is. Deze vorderingen zijn geheel voorzien, waardoor de gepresenteerde boekwaarde nihil bedraagt.

Overige uitzettingen
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op obligaties (exclusief Nederlands schuldpapier) binnen de obligatieportefeuille.

Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Terug naar navigatie - Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Saldo 31-12-2019 Saldo 31-12-2020
Liquide middelen
Bank 0 19
Kas 0 0
Totaal 0 19
Begroting Percentage Drempel
Berekening drempelbedrag schatkistbankieren
Totale lasten Begroting 2020 1.060.792
Drempelbedrag bij begroting tot € 500 miljoen 0,75% 3.750
Extra drempel bij begroting vanaf € 500 miljoen 0,20% 1.122
Drempelbedrag 2020 4.872
Gemiddeld Drempel Verschil
Verantwoording drempelbedrag schatkistbankieren
Eerste kwartaal 2020 30 4.872 4.842
Tweede kwartaal 2020 416 4.872 4.456
Derde kwartaal 2020 41 4.872 4.831
Vierde kwartaal 2020 323 4.872 4.549
Geheel 2020 202 4.872 4.670

Toelichting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is het maximumbedrag aan liquide middelen dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden aangehouden, gebaseerd op de totale lasten uit de initiële Begroting 2020. Het kwartaalgemiddelde wordt op dagbasis berekend, waarbij per saldo tekorten (roodstanden) als nihil worden meegeteld. In 2020 is het drempelbedrag niet overschreden.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2019 Balanswaarde 31-12-2020
Overlopende activa 54.251 35.017
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 123
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 4.822
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren komen. 54.251 30.072

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te ontvangen voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden.

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen nog van SVn te ontvangen rente en aflossingen inzake startersleningen en duurzaamheidsleningen (€ 9,8 miljoen), nog te ontvangen bedragen voor landinrichting (€ 5,9 miljoen), nog te ontvangen opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 1 miljoen), nog te ontvangen grondwaterheffing 2020  (€ 1 miljoen) en nog te vorderen omzetbelasting (€ 0,9 miljoen). De eindafrekeningen van diverse landinrichtingsprojecten zijn met € 16,2 miljoen voor het grootste deel oorzaak van de grote daling van deze post. Een deel van deze bedragen is nog te ontvangen en dit is opgenomen onder de kortlopende uitzettingen, onderdeel 'overige vorderingen'.

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Grondslagen

Reserves worden gevormd voor:

  • Het opvangen van algemene risico’s (bufferfunctie van de algemene reserves).
  • Toekomstige besteding aan een van te voren bepaald doel (bestemmingsreserves).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per reserve toegelicht.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Grondslagen
Voorzieningen worden gevormd voor:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde of het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening of een toevoeging aan een reeds bestaande, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen van voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlof- en jubileumaanspraken. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

De categorie 'gesaldeerde voorziening', betreft voorzieningen waarvan de waarden in mindering wordt gebracht op de activa waarop ze betrekking hebben. Deze komen daardoor niet tot uitdrukking in de totaaltelling aan de passivazijde van de balans, maar worden gesaldeerd met de desbetreffende activa. Zie de toelichtingen op de activa.

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per voorziening toegelicht.

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Grondslagen
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2019 Vermeerderingen Aflossingen Balanswaarde 31-12-2020
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer: 1.881 22 1.859
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van: 1.874 21 1.853
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Binnenlandse bedrijven
Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 1.874 21 1.853
Overige binnenlandse sectoren
Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen 7 1 6
Overige leningen

Toelichting
Voor de financiering van de door ons aan Arriva verstrekte lening voor de herbouw van het 15e treinstel op de concessie Zwolle - Emmen heeft de provincie Drenthe ons een renteloze lening verstrekt naar rato van haar aandeel in deze concessie. Eind 2020 heeft Arriva als gevolg van meevallende herbouwkosten een deel van de lening afgelost. De vermindering op deze post van € 21.000 betreft onze naar rato aflossing op de lening van Drenthe.

Toelichting
De banksaldi eind 2020 betreffen door het Nazorgfonds gesloten stortplaatsen Overijssel bij ons gestalde en direct opvraagbare middelen. De overige schulden ultimo 2020 bestaan geheel uit openstaande posten van crediteuren.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva
x €1.000 Balanswaarde 31-12-2019 Balanswaarde 31-12-2020
Overlopende passiva: 217.566 247.339
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 201.269 201.793
Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 2.330 1.948
Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 35.700
Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 161
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 13.967 7.737
.
x €1.000 Balanswaarde 31-12-2019 Balanswaarde 31-12-2020
Totaal verplichtingen: 201.269 201.795
2011 en eerder 11.893 6.099
2012 8.403 5.943
2013 3.075 2.939
2014 7.982 6.035
2015 24.154 16.655
2016 11.951 5.040
2017 16.073 8.007
2018 34.124 20.692
2019 83.614 38.706
2020 91.679

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.
Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat, naast ontvangsten die betrekking hebben op het jaar 2021, uit nog te betalen bedragen. De grootste post betreft € 5,4 miljoen aan nog te betalen bedragen voor landinrichting.

Doeluitkeringen

Terug naar navigatie - Doeluitkeringen

Grondslagen
Doeluitkeringen worden gevormd uit nog te besteden én nog te ontvangene middelen afkomstig van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per doeluitkering toegelicht.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Op grond van artikel 53 BBV worden hierna de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld, waaraan wij voor toekomstige jaren zijn gebonden. Deze niet in de balans opgenomen verplichtingen omvatten onder meer de in artikelen 50 en 57 BBV afzonderlijk benoemde borg- en garantstellingen.

I: Verstrekte borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - I: Verstrekte borg- en garantstellingen
X € 1.000 Oorspronkelijke grondslag Grondslag eind 2019 Grondslag eind 2020 Percentage eind 2019 Percentage eind 2020 Bedrag eind 2019 Bedrag eind 2020 Betaald tot en met 2020
Totaal borg- en garantstellingen 273.765 131.727 114.135 61,8% 62,9% 81.381 71.745 14.153
Totaal borgstellingen 195.402 60.012 37.582 36,1% 19,1% 21.666 7.192 12.863
Totaal garantstellingen 78.363 71.715 76.553 83,3% 84,3% 59.715 64.553 1.290

Toelichting
De grondslag van geldleningen of kosten is ten opzichte van eind 2019 met per saldo € 17,7 miljoen gedaald, waarbij de grondslag van de borgstellingen is afgenomen met € 22,4 miljoen en de grondslag van de garantstellingen met € 4,8 miljoen is toegenomen. Zie verder de toelichting bij de afzonderlijke onderdelen.

Borgstellingen

Terug naar navigatie - Borgstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijk bedrag geborgde lening Bedrag geborgde lening eind 2019 Bedrag geborgde lening eind 2020 Percentage borgstelling eind 2019 Percentage borgstelling eind 2020 Geborgd bedrag eind 2019 Geborgd bedrag eind 2020 Betaald tot en met 2020
Borgstellingen op grond van en aan 195.402 60.012 37.582 36,1% 19,1% 21.666 7.192 12.863
Ouderenbeleid 1996 en eerder 4.709 1.029 881 100,0% 100,0% 1.029 881 -
Stichting Carinova Woonzorg 2028 1.876 422 375 100,0% 100,0% 422 375
Stichting Dimence Groep 2025 2.833 607 506 100,0% 100,0% 607 506
Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie (2.3.1) 340 340 71 88,2% 100,0% 300 71 60
Coöperatie Duurzame Energie Helledoorn 2020 100 100 - 60,0% 60 - 60
Energie Coöperatie IJskoud U.A. 2021 240 240 71 100,0% 100,0% 240 71
Financieren van projecten door Energiefonds Overijssel (2.3.2) 15.000 12.600 - 100,0% 0,0% 12.600 - 12.803
Energiefonds Overijssel I 2020 15.000 12.600 - 100,0% 12.600 - 12.803
Afronding natuuropgave pMJP-projecten (3.5.3) 172.598 44.504 35.304 14,6% 14,6% 6.498 5.154 -
Stichting Groenfonds | convenantsleningen 2025 172.598 44.504 35.304 14,6% 14,6% 6.498 5.154
Bibliotheek: een leven lang lezen en leren (6.4.1) 1.555 939 846 100,0% 100,0% 939 846 -
Rijnbrink Groep 2029 1.555 939 846 100,0% 100,0% 939 846
Samenwerking met partners (7.3.1) 1.200 600 480 50,0% 50,0% 300 240 -
IPO 2024 1.200 600 480 50,0% 50,0% 300 240

Toelichting
Ten opzichte van de Jaarrekening 2019 zijn de geborgde leningen eind 2019 van Carinova Woonzorg, Dimence en Rijnbrink verlaagd met respectievelijk € 47.000, € 101.000 en € 74.000 voor een totaal van
€ 0,2 miljoen. Dit betreft reguliere aflossingen op hun leningen in 2019 waarvan de informatie pas beschikbaar werd na het opstellen van de jaarrekening.

In 2020 zijn de geborgde leningen gedaald met € 22,4 miljoen. Deze daling bestaat uit de afwikkeling van de geborgde leningen van Coöperatie Duurzame Energie Hellendoorn (€ 0,1 miljoen) en Energiefonds Overijssel I (€ 12,6 miljoen) en verder uit reguliere aflossingen door de leningnemers op de overige geborgde leningen (€ 9,7 miljoen). De aflossingen op de convenantsleningen vormen hiervan met € 9,2 miljoen veruit het grootste deel.

Coöperatie Duurzame Energie Hellendoorn
In 2020 heeft de Rabobank beroep gedaan op deze borgstelling, waarop wij het geborgde bedrag van € 60.000 aan hen hebben betaald. De hieruit ontstane vordering op de coöperatie hebben wij in het navolgende schuldsaneringstraject kwijtgescholden. Het effect is dat de coöperatie nu zelfstandig verder kan opereren. Hiermee is deze borgstelling volledig afgewikkeld.

Energiefonds Overijssel I (EFO)
In 2020 hebben wij een bedrag van € 12,8 miljoen aan EFO betaald voor hun aflossing van de even grote lening van ASN. Het extra bedrag van € 0,2 miljoen betreft de in 2020 opgenomen gelden bij ASN, geheel binnen het door ons maximaal geborgde bedrag van € 15 miljoen. Het aan EFO betaalde bedrag betreft een lening, welke is opgenomen onder de financiële vaste activa.  Met de aflossing van de lening aan ASN is daarmee onze borgstelling aan ASN eveneens vervallen en geheel afgewikkeld. 

Garantstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijke grondslag garantie Grondslag garantie eind 2019 Grondslag garantie eind 2020 Percentage garantstelling eind 2019 Percentage garantstelling eind 2020 Gegarandeerd bedrag eind 2019 Gegarandeerd bedrag eind 2020 Betaald tot en met 2020
Garantstellingen op grond van en aan 78.363 71.715 76.553 83,3% 84,3% 59.715 64.553 1.290
Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (3.1.5) 495 495 495 100,0% 100,0% 495 495 -
Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels 2021 495 495 495 100,0% 100,0% 495 495
Landbouwstructuurversterking (3.4.3) 207 207 207 100,0% 100,0% 207 207 -
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j 2023 207 207 207 100,0% 100,0% 207 207
Realisatie Natuurnetwerk Nederland (3.5.1) 747 747 5.547 100,0% 100,0% 747 5.547 -
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n 2023 747 747 5.547 100,0% 100,0% 747 5.547
Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3) 51.200 50.000 50.000 100,0% 100,0% 50.000 50.000 1.201
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle - Kampen en Zwolle - Enschede 2032 50.000 50.000 50.000 100,0% 100,0% 50.000 50.000
Prorail | Verhelpen detectieprobleem Hengelo - Bielefeld 2019 1.200 - - 1.201
Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4) 13.500 13.500 13.500 14,8% 14,8% 2.000 2.000 -
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand 2021 13.500 13.500 13.500 14,8% 14,8% 2.000 2.000
N35 - lopende projecten (4.6.3) 1.000 1.000 1.000 50,0% 50,0% 500 500 -
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden n.n.b. 1.000 1.000 1.000 50,0% 50,0% 500 500
Arbeidsmarkt en onderwijs (5.1.1) 5.440 - - 0,0% 0,0% - - 89
WVG Oost | Actieplan 'Twente werkt!' 2019 5.440 - - 89
Europese programma's (5.5.3) 5.774 5.766 5.804 100,0% 100,0% 5.766 5.804 -
CA INTERREG | Garantstelling project 'Health-i-care' 2019 8 - - -
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d 2023 160 160 160 100,0% 100,0% 160 160
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4a 2023 132 219 145 100,0% 100,0% 219 145
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4h 2023 549 549 587 100,0% 100,0% 549 587
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 16c 2023 195 108 182 100,0% 100,0% 108 182
Gelderland | Overcommitering OP Oost/EFRO 4.730 4.730 4.730 100,0% 100,0% 4.730 4.730

Toelichting
Ten opzichte van de Jaarrekening 2019 zijn de grondslagen eind 2019 met per saldo € 79.000 verhoogd, terwijl het door ons gegarandeerde bedrag eind 2019 met € 3,2 miljoen is toegenomen. Hierna volgt per garantstelling zo nodig een toelichting op de aanpassing van de grondslag en het door ons gegarandeerde bedrag eind 2019. Voor alle aanpassingen geldt dat de informatie pas beschikbaar werd na het opstellen van die jaarrekening.

In 2020 is het bedrag waarop onze garantstellingen zijn afgegeven gestegen met € 4,8 miljoen. De stijging is bijna geheel veroorzaakt door de garantstelling aan RVO.nl inzake de overcommitering van Europese gelden voor uitvoering van POP3-maatregelen.

Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels
Begin 2019 hebben wij aan drie collectieven gezamenlijk een subsidie verleend in de vorm van een lening. Deze lening is opgenomen onder de financiële vaste activa, alwaar een nadere toelichting te vinden is. In een eerder stadium is onvoldoende onderkend dat met de subsidieverlening tevens een garantstelling gepaard is gegaan. De lening betreft namelijk voorfinanciering van een te verwachten Europese POP3-subsidie. Voor het geval dat deze Europese subsidie niet wordt toegekend, hebben wij ons garant gesteld voor een bedrag van
€ 0,5 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 gepresenteerde garantstellingen en in 2020 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor de lening is ten laste van de prestatie een toevoeging aan de AFR gedaan, waaruit een eventueel gebruik van de garantstelling bekostigd zou kunnen worden.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2018 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel M04j (investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven) garant gesteld voor een bedrag van € 0,2 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 gepresenteerde garantstellingen en in 2020 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is ruimte  beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4n (Regeling niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen PAS) garant gesteld voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 gepresenteerde garantstellingen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 4,8 miljoen garant gesteld. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is ruimte  beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland.

ProRail | Verhelpen detectieprobleem Hengelo - Bielefeld
In 2019 hebben wij ProRail op basis van de garantstelling opdracht gegeven het detectieprobleem te verhelpen. De werkzaamheden waren eind 2020 nagenoeg afgerond en de kosten hebben een fractie meer bedragen dan het bedrag aan garantstelling. Omdat de opdracht in 2019 gegeven is, betekent dit dat de garantstelling eind 2019 al vervallen was. Het vervallen van deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 reeds voor dit onderdeel vermelde garantstelling van € 1,2 miljoen, waarmee de garantstelling ultimo 2019 nu nihil is.

WVG Oost | Actieplan 'Twente werkt!'
In 2019 is dit project afgerond waarbij na vaststelling van de subsidie van WVC bleek dat € 0,4 miljoen aan kosten niet subsidiabel bleken. Van dat bedrag viel € 0,2 miljoen onder de totale garantstelling, waarna wij ons aandeel (42,5%) daarin van iets minder dan € 0,1 miljoen aan WVG Oost hebben betaald. Het vervallen van deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 reeds voor dit onderdeel vermelde garantstelling van € 2,3 miljoen, waarmee de garantstelling ultimo 2019 nu nihil is.

CA INTERREG | Garantstelling project 'Health-i-care'
In 2019 is gebleken dat de verstrekte garantstelling niet meer benodigd was, omdat de onzekere ontvangst - die aan de garantstelling ten grondslag lag - door de Certificeringsautoriteit INTERREG ontvangen is. Het vervallen van deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 reeds voor dit onderdeel vermelde garantstelling van € 8.000, waarmee de garantstelling ultimo 2019 nu nihil is.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4a
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4a (Fysieke Investeringen voor innovaties in de landbouw) aanvullend garant gesteld voor een bedrag van € 0,1 miljoen. Dit bedrag is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 reeds voor dit onderdeel vermelde garantstelling van € 0,1 miljoen. In 2020 hebben wij daarentegen deze garantstelling verlaagd met eveneens € 0,1 miljoen ter dekking van een even grote overcommitering op maatregel 16c. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4h
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4h (Regeling Fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers) garant gesteld voor een bedrag van € 0,5 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 gepresenteerde garantstellingen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 38.000 garant gesteld. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 16c
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2019 hebben wij onze garantstelling voor mogelijke overbestedingen op maatregel 16c (Samenwerking voor innovaties in de landbouw) verlaagd met € 0,1 miljoen ter dekking van een even grote overcommitering op maatregel 4a. Dit bedrag is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 reeds voor dit onderdeel vermelde garantstelling van € 0,2 miljoen. In 2020 hebben wij ons daarentegen aanvullend garant gesteld voor een bedrag van € 0,1 miljoen. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar.

Gelderland | Overcommitering OP Oost/EFRO
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting de Managementautoriteit Oost Nederland garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Omdat deze autoriteit integraal onderdeel uitmaakt van de provincie Gelderland is deze garantstelling daarmee uiteindelijk aan hen verleend.
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op projecten binnen het kader van het OP Oost programma (EFRO)  garant gesteld voor een bedrag van € 4,7 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de bij de Jaarrekening 2019 gepresenteerde garantstellingen. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar.

II: Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten

Terug naar navigatie - II: Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten
Huurverplichtingen
Specificatie huurverplichtingen X € 1.000
Huurovereenkomst Bergstraat en Bergsingel 228
Huur steunpunten 149
377
Leaseverplichtingen
Specificatie leaseverplichtingen X € 1.000
Leaseverplichtingen dienstauto’s 350
Lease GS voertuigen 351
Lease deelauto 188
Overig 171
1.060
Investeringsverplichtingen
Investeringsverplichtingen X € 1.000
Vechtdalverbinding (N340/N48/N377) 11.120
N307 7.534
Overig 332
Vervanging kunstwerken 252
Wegen overig 174
F35 92
Investering waterwegen 89
N760 88
N348 88
ICT 85

Subsidieverplichtingen beheercontracten, inrichting en functieverandering

In de periode tot en met 2015 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007-2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer. Per einde 2020 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur volgens opgave van RVO.nl € 102 miljoen. Deze verplichtingen komen in toekomstige jaren ten laste van de uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland. In de periode na 2015 is de subsidiering van natuurbeheer grotendeels verschoven van RvO naar de provincie, de opstaande verplichting voor dit deel is ruim € 56 miljoen. De totale subsidieverplichtingen voor beheer, inrichting en functieverandering komt hierdoor op € 158 miljoen.

Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen

Terug naar navigatie - Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen
Overige verplichtingen X € 1.000
Onderhoud wegen 57.795
Concessies OV 42.778
ProRail 3.758
ICT 3.249
Onderhoud kunstwerken 1.350
Onderhoud diversen 3.569
Onderhoud waterwegen 1.079
Gladheidsbestrijding 1.484
Licenties 920
Monitoring Natuur-Landschapbeleid 390
Brug- en sluisbediening 683

Landinrichting

Terug naar navigatie - Landinrichting

De te verwachten uitbetalingen (nog te betalen bedragen landinrichting) en vorderingen (nog te vorderen bedragen landinrichting) zijn niet verwerkt in de projectadministratie.
Per saldo is er € 10,57 miljoen meer gefactureerd (geïnd of nog te innen door provincie), dan is uitbetaald (is betaald door provincie) in 2020. Dit verschil wordt met name veroorzaakt doordat er voor 3 projecten de eindafrekening Enter-Ypelo, Scheerwolde en Enschede zuid Boekelo-Twekkelo is verstuurd.

In 2020 is de correctiefactor vastgesteld voor de landinrichtingsprojecten Enschede Zuid Broekheurne. Het te verwachten resultaat bedraagt voor 2020 per saldo- € 0.34 mln. Deze is dan ook genomen en als “nog te vorderen bedragen landinrichting” op de balans gezet. In dit resultaat zijn de correcties opgenomen van projecten, waarvan het resultaat al is genomen in 2017, 2018, 2019 maar waarvan de verzonden eindfacturen achteraf geheel of gedeeltelijk “niet inbaar” bleken.

De balans sluit per 1-1-2021 op € 0.45 miljoen (negatief). Vanaf 2021 zal dit bedrag nog worden gefactureerd. Er kunnen nog wijzigingen komen op het te verwachten resultaat, omdat niet alle bedragen geïnd kunnen worden