Overzicht van baten en lasten

Rechtmatigheid

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en de verordening ex artikel 217 Provinciewet, waarin door Provinciale Staten op 13 december 2017 de uitgangspunten voor het financiële beleid en de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De bepaling van het resultaat vindt in principe plaats op basis van historische kosten. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten, waaronder ook begrepen de heffing van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag.
Bij verleende opdrachten worden de lasten verantwoord naar rato van de geleverde prestatie. Subsidies worden in de regel als last verantwoord in het boekjaar waarin de beschikking verzonden is, tenzij één van de in de verordening opgesomde uitzonderingsregels van toepassing is.

De onderstaande tabellen geven een overzicht van de begrote en gerealiseerde  baten en lasten per kerntaak en per beleidsdoel.

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Getoetst wordt of de uitvoering van de begroting heeft plaatsgevonden binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting.

Voor een aantal wegenprojecten geldt dat wij een overschrijding voorzien van het investeringsbudget. Dit geldt voor de N307. Via de Perspectiefnota 2022 doen wij u een dekkingsvoorstel. Ook voor de investeringsbudgetten voor de N34, de N331, de N732/N733 voorzien wij een overschrijding van in totaal € 0,7 miljoen. Via deze jaarrekening stellen wij u voor het aanvullend benodigde investeringskrediet te dekken uit de Reserve provinciale infrastructuur. Ten slotte voorzien wij een overschrijding op het investeringskrediet voor de N733. Hiervoor stellen wij u via deze jaarrekening voor om in het aanvullend benodigde investeringskrediet te voorzien via de overblijvende middelen binnen het investeringsbudget voor de N732.
In de toelichting op de balans, onderdeel materieel vaste activa, vindt u hierover de verdere toelichting.

Voor € 425.000 doet de overschrijding zich al voor in 2020. Dit heeft vooral betrekking op de budgetten voor de  N331 en de N732/N733. Dit betekent een begrotingsonrechtmatigheid. De accountant meldt deze in zijn verslag.

Lokale heffingen
Dit betreft alleen de motorrijtuigenbelasting. De hier verantwoorde baten zijn gebaseerd op de cijfers van de Belastingdienst, die deze vaststelt via een landelijk geldende systematiek. Voor meer informatie wordt u verwezen naar de paragraaf “Provinciale heffingen”. De overige heffingen worden financieel verantwoord onder de verschillende kerntaken.

Algemene uitkeringen
De afwijking van circa  € 0,1 miljoen komt door mutaties uit de decembercirculaire. De mutatie op de algemene uitkering is circa € 15.000. In de decembercirculaire is een wijziging met betrekking tot de decentralisatie- en integratie-uitkeringen aangekondigd. Het gaat hierbij om incidentele bijdragen van het Rijk voor bepaalde doelen. Het totaal hiervan is € 42.000.

- In de december circulaire is aan de Provincie Overijssel €42.000 uitgekeerd. Deze financiële impuls kan bijvoorbeeld door gemeenten gebruikt worden voor weerbaarheidsscans om inzicht te krijgen in de eigen sterke punten, risico’s en kwetsbaarheden of het inzetten van handelingsperspectief voor het bevorderen van de weerbaarheid van politieke ambtsdragers en ambtenaren.

Dividend
De afwijking van € 3 miljoen bestaat uit meer ontvangen dividend van Enexis over 2019 dan geraamd. Deze afwijking hebben wij u gemeld in Monitor Overijssel 2020-II onder prestatie 2.3.3.

Overige algemene dekkingsmiddelen
Het eerste onderdeel betreft de 'Nog toe te delen incidentele baten en lasten'. Hoewel er geen afwijking ten opzichte van de raming is opgetreden, is een realisatie op deze post uiterst ongebruikelijk. De raming en realisatie betreft een bijdrage van € 0,9 miljoen op grond van het advies van de Commissie Jansen aan de provincie Zeeland. Omdat deze bijdrage niet past binnen een van de prestaties binnen de kerntaken, is deze onder dit onderdeel verantwoord.

Het tweede onderdeel betreft correcties op de lasten en baten van voorgaande jaren, waarvoor een meevaller van € 1 miljoen geraamd was. In 2020 bedroegen de correcties uiteindelijk € 3,2 miljoen, circa € 0,3 miljoen lager dan bij Monitor Overijssel 2020-II. De afwijking ten opzichte van de raming en de bijdrage aan het resultaat bedraagt daarmee € 2,2 miljoen. De afwijking ten opzichte van de monitor is veroorzaakt door daarna gebleken noodzakelijke toevoegingen aan de Voorziening dubieuze vorderingen op eerder onder deze post reeds geboekte vorderingen.

Onvoorzien
In 2020 is het niet noodzakelijk geweest het bedrag voor Onvoorzien te benutten. Daarnaast resteert van het flexibele budget voor de Overijsselse aanpak coronacrisis € 0,25 miljoen. Hiervoor stellen wij u voor dit via een resultaatbestemming over te hevelen naar 2021.