Het resultaat van € 34,4 miljoen wordt veroorzaakt door voor- en nadelen op diverse begrotingsprestaties. In de tabel hieronder specificeren wij de voordelen groter dan € 0,5 miljoen ten opzichte van de actuele begroting 2021 en lichten we elk item toe.
Grondverkopen en tijdelijk beheer (prestatie 1.1.4)
Het resultaat heeft voor het overgrote deel betrekking op de resultaten ten aanzien van het afstoten van overtollig bezit (€ 1,7 mln). Dit bestaat uit lagere lasten dan begroot van € 0,7 miljoen en hogere verkoopopbrengsten (€ 1 miljoen). De opbrengsten ten aanzien van tijdelijk beheer overtreffen de lasten met € 0,4 mln. Daar staat tegenover dat het resultaat met betrekking tot “grond voor grond” € 0,4 mln negatief is als gevolg van een bijstorting in de voorziening ter afdekking van het waarderisico op gronden en opstallen.
Op grond van bovenstaande resultaten is per saldo € 0,9 miljoen minder onttrokken aan de reserve grond dan vooraf begroot. Dit nadeel (lagere baat) leidt daardoor per saldo tot een totaalresultaat van € 0,8 miljoen op grond.
IJsseldelta fase II (prestatie 1.2.7)
Binnen prestatie 1.2.7 is een budget beschikbaar voor de coördinatie van drie regionale deelprojecten van het MIRT-project IJsseldelta Fase 2. De beschikbaarheid van dit budget en de daarvoor uit te voeren werkzaamheden zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst IJsseldelta Fase 2 die wij met het Rijk gesloten hebben in 2016. Van het totale budget van € 2,6 miljoen resteert nog € 1,1 miljoen. Dit bedrag is benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden in 2022 en verder. Wij doen u om die reden dan ook een voorstel voor resultaatbestemming via deze jaarrekening 2021.
Stimuleren energiebesparende maatregelen (prestatie 2.3.1)
Het resultaat bestaat voor € 0,3 miljoen uit rijksmiddelen die in naar aanleiding van de septembercirculaire zijn ontvangen voor de regionale energiestrategieën. Het bedrag is bedoeld om de RES-organisatiekosten te dekken. De Provincie voert de administratie voor de beide RESsen en fungeert als tussenpersoon. Deze organisatiekosten lopen door naar 2022, omdat het Rijk voor 2022 nog geen nieuw budget beschikbaar heeft gesteld. Voor dit bedrag wordt een resultaatbestemming gedaan.
Daarnaast is er een resultaat ontstaan uit een administratieve correctie ten aan zien van de lening aan gemeente Kampen voor het Aardwarmtecluster Koekoekspolder. De subsidie in de vorm van een lening was als last verwerkt en is nu omgezet in een financieel actief. Het resultaat wat hierdoor ontstaat, wordt conform beleid gestort in de Algemene financieringsreserve. Hiervoor wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend.
Landschapsbeheer (prestatie 3.2.1)
Vanaf 2017 werken wij binnen het programma Natuur voor Elkaar aan een nieuwe vorm van landschapsbeheer. In het Koersdocument Natuur voor Elkaar is, onder bestuurlijk trekkerschap van Landschap Overijssel, gekozen voor een aanpak die wij uiteindelijk hebben uitgewerkt in een aantal subsidieregelingen voor Streekeigen landschapsbeheer. Wij zien dat, buiten de bestaande groepen uit de pilots streekeigen landschapsbeheer, slechts enkele nieuwe groepen daadwerkelijk toe komen aan het opstellen van een bidbook. Dat is minder dan wij verwacht hadden. Naast corona, spelen met name de lange termijn van binding aan afspraken, financieel- en organisatorische zaken en bijbehorende verantwoordelijkheden hier een rol in. Bovenstaande is terug te zien in de achterblijvende besteding van het budget.
Landbouwstructuurversterking (prestatie 3.4.3)
Voor het realiseren van landbouwdoelen hebben wij in 2002 het Revolving Fund ingesteld. Als gevolg van het opheffen van Dienst Landelijk Gebied (DLG) zijn de gronden in het Revolving Fund in 2014 juridisch overgedragen aan de provincie waardoor het Revolving Fund in 2014 is gewijzigd van een financieringsfonds naar een grond voorraadpositie. Financieel uitgangspunt van het Revolving Fund is dat dit een meerjarig budgettair neutraal resultaat oplevert voor de provincie. Het resultaat over de jaren kan echter wel fluctueren. Op basis van aan- en verkopen is in 2021 een positief resultaat gerealiseerd van € 0,1 miljoen. Daarnaast valt van de getroffen voorziening op de grondvoorraad € 0,5 miljoen vrij. Dit positieve resultaat van € 0,6 miljoen zal bij het jaarverslag 2021 toegevoegd worden aan de algemene reserve.
Slim inzetten systemen & netwerken (prestatie 4.1.3)
Voor de uitvoering van mobiliteitsprojecten zijn in 2021 rijksuitkeringen ontvangen voor bijvoorbeeld Laadinfrastructuur GO-Ral en Veilige Duurzame Doelmatige Verkeersinfrastructuur die niet begroot waren. Door deze specifieke uitkeringen was het mogelijk kosten van mobiliteitsprojecten die ten laste van reguliere budgetten komen gedeeltelijk toe te rekenen aan de specifieke rijksuitkeringen. Dit heeft bijgedragen aan een onderbesteding van € 0,4 miljoen op de lasten. Verder bestaat het resultaat uit een onderbesteding € 0,1 miljoen op de subsidieregeling Voucherregeling thuiswerkplannen omdat niet het volledige beschikbare subsidiebudget is aangevraagd.
Stimuleren fietsgebruik (prestatie 4.3.1)
Wij stimuleren het fietsgebruik door projecten te ontwikkelen en uit te voeren gericht op gedragsbeïnvloeding en techniek. Een van de instrumenten daarbij is de subsidieregeling Fiets (ubs 5.1). Op de regeling is een bedrag van € 1,3 miljoen overgebleven. Dit is grotendeels (€ 1 miljoen) het gevolg van de aanpassing van de verslagleggingsregels inzake lastneming subsidies, waardoor de lasten deels op het volgende jaar tot uitdrukking komen. Daarnaast is er € 0,3 miljoen vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren. Op grond van de afspraken die gemaakt zijn bij de Herprioriteringsopgave (PS/2020/1102400) wordt een resultaatbestemmingsvoorstel gedaan om de onderuitputting beschikbaar te houden voor het meerjarige uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UVP).
Infra-maatregelen verkeersveiligheid (prestatie 4.5.1)
Voor de realisatie verkeersveiligheid maatregelen was in 2021 een bedrag van € 3,0 miljoen geraamd. Dit bedrag is afkomstig van de meeropbrengsten MRB die conform de afspraken uit het coalitieakkoord voor verkeersveiligheid worden benut. Van dit budget is € 1,3 miljoen is niet tot besteding gekomen. De onderbesteding wordt voor € 1,0 miljoen veroorzaakt doordat voorbereiding, programmering en besluitvorming van infrastructurele projecten relatief veel tijd vergen voordat projecten worden uitgevoerd.
De resterende € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt doordat de verslagleggingsregels inzake lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 zijn gewijzigd, waardoor deze lasten naar 2022 verschuiven.
Voor het bedrag van € 1,3 miljoen wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend. Ten aanzien van het miljoen wordt het voorstel gedaan om het bedrag beschikbaar te stellen voor verkeersveiligheidsmaatregelen aan de N377 Hasselt-Lichtmis. Deze weg scoort hoog op diverse risicothema's. Met deze extra middelen kunnen er aanpassingen aan de bermen worden doorgevoerd die direct een verbeterend effect hebben op de veiligheid.
Educatie en voorlichting verkeersveiligheid (prestatie 4.5.2)
Het resultaat op deze prestatie heeft hoofdzakelijk (€ 1,3 miljoen) betrekking op de onderbesteding op de subsidieregeling Verkeersveiligheidsprogramma (Ubs 5.1). Gemeenten kunnen hierop een beroep doen om gedragsbeïnvloedingsprojecten te organiseren. De onderbesteding is voor ca. € 0,6 miljoen het gevolg van lagere vaststellingen van in het verleden verleende subsidies (retourstroom). Daarnaast is er een verschuiving van de last opgetreden van ca. € 0,7 miljoen naar 2022 als gevolg van de gewijzigde regelgeving inzake lastneming subsidies. Overeenkomstig het statenvoorstel Herprioritering (PS/2020/1102400) wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend om de middelen voor de meerjarige UVP afspraken met gemeenten bijeen te houden.
Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid (prestatie 4.6.10)
Onder deze prestaties worden subsidies verstrekt aan gemeenten voor infrastructurele maatregelen die de bereikbaarheid moeten verbeteren. De maatregelen richten zich onder meer op het veiliger inrichten van wegen, fietspaden en kruispunten op locaties waar relatief veel ongevallen gebeuren. Voor de subsidieregeling was € 0,6 miljoen begroot en gerealiseerd. Maar aangezien de lagere vaststellingen van in het verleden verleende subsidies (retourstroom) de verstrekte subsidies 2021 overtreft, is er een resultaat ontstaan van € 2,4 miljoen. Overeenkomstig het statenvoorstel Herprioritering (PS/2020/1102400) wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend om de middelen voor de meerjarige UVP afspraken met gemeenten bijeen te houden.
Human Capital Agenda Regio Zwolle (prestatie 5.2.2)
Regio Deal Zuidoost Drenthe en HCA Regio Zwolle
Ten aanzien van de regiodeals wordt er over de provinciegrenzen samengewerkt met Gelderland en Drenthe. Onderdeel van de afspraken is dat Overijssel meefinanciert aan de Regio Deal Zuidoost Drenthe en Drenthe op haar beurt aan HCA Regio Zwolle (€ 0,7 miljoen). Om voortvarend van start te kunnen gaan is het bedrag voor HCA Regio Zwolle voorgefinancierd door Overijssel, waarbij de afspraak is gemaakt dat de bijdrage van Drenthe te zijner tijd dan zal vrijvallen naar de algemene middelen (PS/2019/1100986). Dit hebben wij conform verwerkt in deze jaarrekening.
Werklocaties: basis op orde (prestatie 5.3.1)
De verbonden partij HMO draagt bij aan de kwantiteit en kwaliteit van alle typen werklocaties. HMO heeft tot doel om samen met publieke en private partijen bijdragen aan het op een duurzame wijze realiseren van herstructurering en bestrijding van leegstand van werklocaties en overige registergoederen in Overijssel, met als doel zorgvuldig ruimtegebruik te bewerkstelligen en een goed economisch vestigingsklimaat voor ondernemers te (doen) waarborgen. Overijssel is de enige aandeelhouder van HMO. Voor het verschil tussen het de stand van het eigen vermogen van HMO en het totale door de provincie gestorte vermogen, houden wij een voorziening aan van € 3,8 miljoen (voorziening Participatie HMO). Vanwege het positieve resultaat dat HMO boekte in 2021, valt de voorziening voor € 0,67 miljoen vrij in het resultaat. Op grond van de beleidsregels rond AFR, wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend om dit bedrag in de AFR af te storten.
Werklocaties deelnemingen (prestatie 5.3.2)
Door de positieve ontwikkeling van de grondexploitatie voor het Regionaal bedrijventerrein Twente is voor deze grondexploitatie uit de Voorziening Gebiedsexploitaties € 1,2 miljoen vrijgevallen.
Europese programma’s (prestatie 5.5.3)
In 2021 is het oude EFRO programma 2007-2013 met Gelderland afgerekend. Per saldo ontving Overijssel een er een afrekening € 0,7 miljoen terug. Dit valt vrij naar de algemene middelen.
Een leven lang lezen èn leren (prestatie 6.4.1)
Het resultaat op deze prestatie bestaat uit onderuitputting op de subsidieregeling UBS 7.14 Bibliotheek van de toekomst. Deze subsidie is bedoeld voor activiteiten die bijdragen aan het toekomstbestendig maken van bibliotheken in Overijssel. Deze subsidie is opgezet als een meerjaren subsidie waarbij partijen meerjarig middelen krijgen om het doel te realiseren. Om te zorgen dat de gemaakte afspraken kunnen worden nagekomen wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend om het bedrag bijeen te houden.
Verstevigen samenspel PS-GS (prestatie 7.3.5)
Het resultaat op deze prestatie wordt gevormd door enerzijds vrijval op de voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA) en anderzijds onderuitputting op het budget voor wachtgeld en reiskosten.
De voorziening APPA is ingesteld ter dekking van de toekomstige pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers (gedeputeerden). Jaarlijks wordt aan de hand van actuariële berekeningen getoetst of de voorziening toereikend is om aan toekomstige verplichtingen te voldoen. Fluctuaties in de rentestand hebben belangrijke invloed op de hoogte van de voorziening. Uit de recente berekeningen is gebleken dat de voorziening op dit moment te hoog is. Daardoor valt deze voor er € 0,3 miljoen vrij in plaats van de begrote bijstorting van € 0,5 miljoen. Dit levert een voordeel op van € 0,8 miljoen. Daarnaast is er € 0,5 miljoen overgehouden op het budget voor wachtgelden en reiskosten, omdat slechts 1 oud bestuurder wachtgeld ontvangt. Daarnaast zijn door corona minder reiskosten gemaakt.
Bedrijfsvoering (kerntaak 10)
Uit het bedrijfsvoeringsbudget worden uitgaven ten aanzien van ict, facilitair en gebouwenbeheer bekostigd. Het betreft een veelheid aan activiteiten en subbudgetten waar veel relatief kleine verschillen optellen tot een bedrag van € 1,1 miljoen. De onderbesteding doet zich vooral voor op de facilitaire budgetten zoals onder andere de reiskosten, vergaderingen en evenementen en de koffie- en theevoorziening.
Financieringsfunctie (kerntaak 20)
Onder de financieringsfunctie worden de baten op de gelduitzettingen van Overijssel verantwoord. Dit betreft (rente)baten op saldi van rekeningen-courant, spaarrekeningen en deposito’s via Schatkistbankieren en onze obligatieportefeuille. Het resultaat van € 2,9 miljoen betreft een boekwinst op de verkoop van een positie uit onze obligatieportefeuille.
Algemene uitkering (kerntaak 20)
De provinciefondsuitkering over 2021 valt € 1,6 miljoen hoger uit dan begroot. Dit bedrag valt vrij naar de algemene middelen.
Lokale heffingen (Motorrijtuigenbelasting) (kerntaak 20)
De opbrengsten motorrijtuigenbelasting zijn € 1,1 miljoen hoger dan begroot. Op grond van de afspraken die in het coalitieakkoord zijn gemaakt, zullen wij een resultaatbestemmingsvoorstel indienen om deze middelen toe te voegen aan het budget voor verkeersveiligheid.
Overige algemene dekkingsmiddelen (vrijval eerdere jaren)
Jaarlijks is in de begroting een post van € 1,0 miljoen opgenomen als meevaller vanwege voordelen uit voorgaande jaren. Die voordelen komen bijvoorbeeld tot stand door vrijvallende subsidieverplichtingen als gevolg van lagere subsidievaststellingen dan er vooraf is beschikt. Het voordeel vanuit voorgaande jaren bedraagt € 3,3 miljoen in 2021, € 2,3 miljoen meer dan begroot. Vooral de lagere vaststelling van het project Herstructurering Twentekanaal (€ 1,6 miljoen), een gewijzigde subsidie aanvraag voor het project Bolwerk Buitenwacht in Kampen (€ 0,5 miljoen) en de lagere bijdrage aan de verbreding voor de N35 Zwolle – Wijthmen (€ 0,5 miljoen) dragen hieraan bij. Daar staat een kostenpost voor afwikkeling van fiscale zaken uit de periode 2015-2019 tegenover.
Algemene financieringsreserve
Vanuit de herstelmaatregelen heeft u € 8 miljoen beschikbaar gesteld voor een (aanvullende) participatie in het regionaal ontwikkelfonds Oost NL. Dit bedrag is gestort in de Algemene Financieringsreserve als dekking voor de te verstrekken participatie. Zoals gemeld in onze brief van 12 januari 2021 (2021/0004485) is er daadwerkelijk € 7,2 miljoen verstrekt aan Oost-NL. Daarmee is er € 0,8 miljoen vrijgevallen uit de Algemene Financieringsreserve.
Personeelsgebonden kosten
Op de personele lasten is een bedrag van € 1,5 miljoen overgebleven. Hoewel de overschrijding op het inhuurbudget de onderuitputting op de salarissen oversteeg, hebben de onderbesteding op de reis- en verblijfskosten en het vot-budget en de opbrengsten uit detacheringen geleid tot het batige saldo. Een gedetailleerd overzicht van de personele lasten, treft u verderop aan.