Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Personeelsgebonden lasten

Personeelsgebonden lasten

Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Banenafspraak

Terug naar navigatie - Banenafspraak

Er zijn 25 medewerkers vanuit de Banenafspraak werkzaam bij de Provincie, waarvan 23 medewerkers met een dienstverband bij de provincie en twee detacheringen vanuit Tiem. Het quotumpercentage voor 2021 is 2,56% en loopt op tot 3,05% in 2024. Voor de Banenafspraak geldt dat 1 fte gelijk wordt gesteld met 25,5 uur. Dit betekent dat we in 2021 minimaal 29,9 omgerekende fte aan participatiebanen gerealiseerd moeten hebben. Op peildatum 31 december 2021 hebben we 29,45 fte aan omgerekende participatiebanen gerealiseerd. We hebben het quotum nét niet gehaald. Om het quotum in de komende jaren ook te behalen en behouden dienen we aandacht blijven te geven aan het werven, plaatsen en begeleiden van (nieuwe) medewerkers. In het 2e kwartaal 2022 voeren wij een evaluatie uit naar de kwaliteit van de uitvoering Banenafspraak om de uitvoering verder te ontwikkelen. 

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Terug naar navigatie - Salarissen en personeelsgebonden kosten

Het budget voor de personeelsgebonden kosten bedroeg in 2021 € 76,04 miljoen. In 2021 is een bedrag van € 74,57 miljoen gerealiseerd, waardoor een budget van € 1,54 miljoen niet tot besteding is gekomen. De budgetten voor personeelsgebonden kosten zijn in 2021 toegenomen ten opzichte van 2020. Dit wordt met name veroorzaakt door het creëren van 88 structurele formatieplaatsen. De dekking voor deze formatie is afkomstig uit verschillende bestaande programmabudgetten en op basis van de afspraken rond het traject ‘van inhuur naar vast’ (p-nota 2021) omgezet naar personele budgetten.  
De coronacrisis houdt langer aan dan voorzien. In 2022 is een incidentele voortzetting nodig ten aanzien van de thuiswerkmiddelen en nieuw beleid ten aanzien van de flexibiliteit van medewerkers. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt om deze reden voorgesteld om € 200.000 van de onderuitputting op het onderdeel reis- en verblijfskosten te bestemmen voor het nieuwe thuiswerk- en flexibiliteitsbeleid en toe te voegen aan  de jaarschijf 2022. 
De post “overige kosten” toont een tekort omdat hieronder de gerealiseerde kosten voor de thuiswerkmiddelen zijn verantwoord. Bij de jaarrekening 2020 heeft u hier de middelen voor  beschikbaar gesteld, en de dekking voor deze kosten is toen opgenomen onder de post “Reis- en verblijfskosten”.

Salarissen en personeelsgebonden kosten x € 1.000
Rekening Primitieve Begrotings Actuele Rekening Verschil
begroting wijziging begroting
2020 2021 2021 2021 2021 2021
Totaal 65.667 67.935 8.108 76.043 74.499 1.544
Subtotaal 64.412 65.952 7.371 73.323 72.603 721
Salarislasten inclusief sociale lasten 61.234 63.655 7.603 71.258 67.531 3.726
Uitzendkrachten en externe deskundigheid 5.237 2.491 -232 2.259 7.227 -4.968
Overige gerelateerde personeelskosten* -2.059 -194 0 -194 -2.156 1.962
Subtotaal 1.255 1.983 737 2.720 1.896 823
Reis- en verblijfkosten 293 813 512 1.325 234 1.091
Onkostenvergoedingen 73 6 0 6 72 -66
Opleiding, studie, cursus, congressen 596 999 225 1.224 638 586
Overige kosten 294 164 0 164 952 -788
* ontvangen uitkeringen en vergoedingen detacheringen

Bestuur en voormalig personeel

Terug naar navigatie - Bestuur en voormalig personeel

Op dit budget resteert een positief saldo van € 374.000. Dit wordt met name veroorzaakt door een positief saldo op het beschikbare budget voor wachtgeld voor oud -leden van GS. 

Vergoedingen bestuursleden en voormalig personeel x € 1.000
Rekening Primitieve Begrotings Actuele Rekening Verschil
begroting wijziging begroting
2020 2021 2021 2021 2021 2021
Totaal 1.883 2.289 16 2.304 1.930 374
Vergoeding PS-leden 830 840 16 855 852 3
Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden 786 1.107 1.107 794 313
Jaarwedde CdK 207 213 213 212 2
Voormalig personeel/seniorenbeleid 14 24 24 16 8
Salaris stagiaires 31 52 52 43 8
Bedrijfshulpverlening 13 54 54 13 41

Personele inzet

Terug naar navigatie - Personele inzet

Het CoalitieAkkoord is vol in uitvoering. Dit terug te zien in de personele inzet:

  • Volgens de principes van inhuur naar vast (p-nota 2021) hebben we ingezet om op een flink aantal plekken waar sprake is van structureel inhuur, vaste medewerkers aan te trekken.
  • Inhuur is in 2022 licht gestegen van € 33 miljoen naar € 35 miljoen met name door o.a. de inzet op (onvoorziene) inzet op grote dossiers zoals stikstof, kanaal, corona en intensivering op ICT. Ook huren wij voor een aantal dossiers waar we samen met andere overheden aan werken de externe medewerkers in. 
  • In de tweede helft van 2021 zijn nieuwe afspraken gemaakt over de inzet van inhuur en wordt in de sturing steeds scherper afgewogen of inhuur echt onvermijdelijk/noodzakelijk is.

Formatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Formatieontwikkeling

In het Coalitieakkoord 2019-2023 is met betrekking tot de inzet van personeel de volgende tekst opgenomen: ‘Structurele opgaven vragen structurele middelen en structurele inzet van personeel. Om te anticiperen op veranderende opgaven, langlopende investeringen en de huidige arbeidsmarkt is er meer flexibiliteit nodig in de omvang van onze vast formatie. Op basis van strategische personeelsplanning, bedrijfseconomische afwegingen en goed werkgeverschap, wordt de balans tussen vaste, flexibele en ingehuurde formatie gezocht. Daarbij zijn we kritisch op externe inhuur.’

In lijn met de besluitvorming bij de Perspectiefnota 2021 hebben wij in 2021 verdere stappen gezet om tot een betere balans tussen vast, flexibele en ingehuurde medewerkers te komen. In november 2020 hebben Provinciale Staten de toelichting op artikel 6 van de financiële verordening aangepast (Statenvoorstel 2020/1102242) waardoor het voor Gedeputeerde Staten mogelijk is om op basis van bedrijfsmatige afweging het door Provinciale Staten vastgestelde personeelsgebonden budget aan te passen c.q. te verhogen  onder de voorwaarde dat er alternatieve dekking wordt aangewezen vanuit exploitatie- en/of investeringsbudget. Conform het begrotingswijzigingenbeleid en al naar gelang de dekkingsbron, zijn de programmabudgetten via (administratieve) begrotingswijzigingen omgezet naar personele budgetten. 
Vanaf de implementatie inhuur vast tot heden zijn de volgende omzettingen in het kader van Inhuur naar Vast gerealiseerd.
-    2020        59     fte
-    2021        29     fte

Door deze besluiten in het kader van een omzetting van Inhuur naar Vast, de beschikbaar gestelde vacatureruimte bij de Perspectiefnota en het actualiseren van de formatie van de eenheid bedraagt de formatie 826 fte per 31 december 2021. De werkelijke bezetting ligt iets hoger, op 833 fte, doordat een deel van de formatieplaatsen wordt gefinancierd met tijdelijke budgetten en er meer wordt ingezet op meester-gezel constructies.

Omdat er sprake is van vaste dienstverbanden wordt voor het incidenteel gedekte deel een werkgeversrisico gelopen met betrekking tot werkloosheidsuitkeringen. Dit risico beheersen wij door de inzet van Strategische Personeelsplanning. Als voorbeeld benoemen wij  de medewerkers die wij in dienst hebben genomen voor de infrastructurele projecten waarvan de dekking naar de aard van het investeringsproject incidenteel is. De verwachting is dat er continuïteit aanwezig is in de infrastructurele projectenportefeuille. Dat medewerkers bij de afloop van de werkzaamheden voor het ene project, kunnen worden ingezet bij een volgend project. Hiermee wordt het risico beperkt. 

Overzicht Formatie en bezetting 

Inhuur personeel

Terug naar navigatie - Inhuur personeel

Analoog aan de omzetting van flexibele formatie naar vaste formatie en de stijgende formatie sturen wij op een beperking van de inhuur. Desondanks is onze externe inhuur in 2021 licht gestegen van € 33 miljoen naar € 35 miljoen door met name: 
a) De grote opgaven. Ook in 2021 is de provincie geconfronteerd met diverse dossiers die onvoorziene extra en specialistische inzet met zich mee hebben gebracht, zoals het stikstofdossier, kanaal Almelo de Haandrik, de aanbestedingen van de concessies, DRIS en de laadinfrastructuur, informatiebeveiliging en de Coronacrisis zelf. Ondanks de Coronacrisis is (mede door de inhuur) de vaart in de uitvoering gehouden.
b) Onze regie-rol. Een groot deel van de provinciale inhuur is gekoppeld aan de provinciale infrastructuurprojecten. Hierbij is relevant dat Overijssel een initiatiefrijke en regisserende rol heeft ingenomen bij een aantal grote infraprojecten waar meerdere overheden bij betrokken zijn. We ontvangen achteraf van mede-overheden een deel van van de inhuur terug, in de vorm van een financiële bijdrage aan het project. In 2021 ging dat bijvoorbeeld om de N307 (€1,5 miljoen), de N35 (€0,268 miljoen) en Technologie Base (€ 0,5 miljoen).
c) Gewijzigde BBV voorschriften. De inhuur op de exploitatie is deels toegenomen door een wijziging in de administratieve voorschriften. Tot 2020 was het toegestaan de kosten voor de inhuur van ICT-projecten te activeren en af te schrijven. Het Besluit Begroting en Verantwoording is op dit punt gewijzigd. De inhuur drukt nu rechtstreeks op de exploitatie. 
d) De intensivering van de inzet op ICT voor onder andere Office 365, zaakgericht werken (zaakoplossing) en het Asset Managementsysteem. Deze kosten drukken nu in één keer op de exploitatie. In 2021 betreffen de kosten voor inhuur ICT t.b.v. de bedrijfsvoering ca. € 2,7 miljoen, met name omdat de uitvoering voor de programma’s DAS en Stip op volle toeren draaien en vacaturevervulling op ICT-terrein stroef verloopt. 
e) En tenslotte de arbeidsmarkt. Wij zien een stijging van de inhuurtarieven door o.a. de inflatie en een krappere arbeidsmarkt c.q. moeilijk vervulbare vacatures.

Onderstaande inhuur is inclusief het bedrag aan inhuur wegens vervanging ziekte etc. in de personeelsbudgetten.

Inhuur x € 1.000
Rekening Rekening Rekening Rekening
2018 2019 2020 2021
Totaal 27.238 29.565 33.431 35.025
inhuur ten laste van exploitatie 19.963 22.348 24.673 27.403
inhuur ten laste van investeringen 6.038 5.664 6.670 5.865
inhuur ten laste van voorzieningen 1.237 1.553 2.088 1.758

WNT-norm

Terug naar navigatie - WNT-norm

De bezoldiging van de secretaris / algemeen directeur en de statengriffier blijven binnen de van toepassing zijnde WNT-norm.

Gegevens 2021
bedragen x € 1 N. Versteeg R. Wiggers
Functiegegevens Strategisch leiden Statengriffier
Aanvang en einde functievervulling in 2021 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 0,8
Dienstbetrekking ja ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 150.345 91.513
Beloningen betaalbaar op termijn 22.424 16.302
Subtotaal 172.769 107.815
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 209.000 167.200
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t.
Totale bezoldiging 172.769 107.815
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2020
bedragen x € 1 N. Versteeg R. Wiggers
Functiegegevens Secretaris/Algemeen directeur Statengriffier
Aanvang en einde functievervulling in 2020 1/1 - 31-12 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 0,8
Dienstbetrekking ja ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 138.183 89.303
Beloningen betaalbaar op termijn 20.930 15.989
Subtotaal 159.113 105.292
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 201.000 160.800
Totale bezoldiging 159.113 105.292