Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Balans

Balans

Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De balans is het overzicht van onze bezittingen, vreemd vermogen en eigen vermogen op een bepaald moment. De balans bestaat uit activa en passiva, welke met elkaar in evenwicht zijn. Activa zijn de bezittingen en passiva zijn de middelen waarmee de activa gefinancierd worden (eigen vermogen en vreemd vermogen).

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en de verordening ex artikel 217 Provinciewet, waarin door Provinciale Staten op d.d. 13 december 2017 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De activa worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De passiva worden gewaardeerd op de nominale waarde, tenzij bij het betreffende onderdeel anders is vermeld.

Als gevolg van het uitbreken van de coronacrisis is in de maatschappij een onzekere situatie ontstaan. Deze onzekerheid wordt mede veroorzaakt door maatregelen welke door de overheid worden ingesteld om de verspreiding van het coronavirus te beperken.
Hoewel dit maatregelen zijn met ingrijpende effecten op burgers, bedrijven en onze economie als geheel, zal deze crisis voor de provincie Overijssel niet leiden tot continuïteitsproblemen, gezien haar rechtsvorm van publiekrechtelijke rechtspersoon (Provincie). Wij zijn dan ook van mening dat de waarderingsgrondslagen op basis van continuïteit kunnen worden gehandhaafd. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de provincie Overijssel.

Balans

Terug naar navigatie - Balans
Balans per 31 december 2021 X € 1.000
Activa 31.12.2020 31.12.2021 Passiva 31.12.2020 31.12.2021
Vaste activa 1.193.403 1.106.431 Vaste passiva 1.736.999 1.720.668
Immateriële vaste activa 2.351 761 Eigen vermogen 1.687.729 1.677.655
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 2.351 761 Reserves 1.660.598 1.643.219
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief - waarvan algemene reserves 719.447 684.998
Bijdragen aan activa in eigendom van derden - waarvan bestemmingsreserves 941.151 958.221
Resultaat 27.131 34.436
Materiële vaste activa 243.305 294.186 Voorzieningen 47.411 41.152
Investeringen met een economisch nut 32.512 28.819
- waarvan in erfpacht
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
- waarvan in erfpacht
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 210.793 265.367
- waarvan in erfpacht
Financiële vaste activa 947.747 811.484 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 1.859 1.861
Kapitaalverstrekkingen 161.481 168.556 Obligatieleningen
- waarvan aan deelnemingen 161.481 168.556 Onderhandse leningen 1.853 1.853
- waarvan aan gemeenschappelijke regelingen - waarvan van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- waarvan aan overige verbonden partijen - waarvan van binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Leningen 418.258 432.128 - waarvan van binnenlandse bedrijven
- waarvan aan openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 23.652 20.551 - waarvan van openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 1.853 1.853
- waarvan aan woningbouwcorporaties - waarvan van overige binnenlandse sectoren
- waarvan aan deelnemingen 394.606 411.577 - waarvan van buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
- waarvan aan overige verbonden partijen Door derden belegde gelden
Overige langlopende leningen 49.918 27.560 Waarborgsommen 6 8
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 28.100 28.100
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 289.990 155.140
Vlottende Activa 811.728 937.620 Vlottende passiva 268.132 323.383
Voorraden 128.999 123.056
Grond- en hulpstoffen
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Gereed product en handelsgoederen 128.999 123.056
Vooruitbetalingen
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 647.693 772.652 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 20.793 32.370
Vorderingen op openbare lichamen 60.049 58.934
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO)
Overige verstrekte kasgeldleningen Overige kasgeldleningen
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Rekening-courantverhouding met het Rijk 561.263 694.192
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 3.400 Banksaldi 1.000 1.400
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 519 519
Overige vorderingen 13.331 13.826 Overige schulden 19.793 30.970
Overige uitzettingen 9.131 5.181
Liquide middelen (kas- en banksaldi) 19 3
Overlopende activa 35.017 41.909 Overlopende passiva 247.339 291.013
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 201.793 195.912
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 123 325 Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 1.948 1.236
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 4.822 9.905 Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 35.700 80.742
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvan-gen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 161 310
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 30.072 31.679 Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 7.737 12.813
Totaal 2.005.131 2.044.051 Totaal 2.005.131 2.044.051
Recht op verliescompensatie conform Wet VpB Verstrekte borg- of garantstellingen 71.745 78.297

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

Grondslagen
De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de rentevaste periode volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde financieel vast actief of de gerelateerde vaste schuld.
Bij financiële vaste activa betreft deze post het positieve saldo van agio (aankoopwaarde > nominale waarde) verminderd met disagio (nominale waarde > aankoopwaarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Bij vaste schulden betreft deze post het positieve saldo van disagio (nominale waarde > verkoopwaarde) verminderd met agio (verkoopwaarde > nominale waarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Het op uitzettingen betaalde (dis)agio wordt gedurende de looptijd van rentevaste periode van het actief of schuld lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende (dis)agio als last genomen.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen Desinves-teringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2021
Immateriële vaste activa: 2.351 -15 1.066 509 761
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 2.351 -15 1.066 509 761
- waarvan agio op financiële vaste activa 2.958 1.346 509 1.103
* cumulatieve aanschafwaarden 20.364 10.971 9.393
* cumulatieve afschrijvingen -17.406 -10.971 1.346 509 -8.290
- waarvan disagio op financiële vaste activa -607 -15 -280 -342
* cumulatieve aanschafwaarden -2.125 -15 -631 -1.509
* cumulatieve afschrijvingen 1.518 631 -280 1.167
Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Toelichting
Het bedrag aan desinvesteringen betreft de, bij afloop of verkoop van de verband houdende financiële vaste activa, afgeboekte verkrijgingswaarde van (dis)agio verminderd met de daarop gepleegde afschrijvingen. Eind 2021 zijn er obligaties geruild, waarbij op de verkochte obligatie een bedrag aan destijds gekochte agio resteerde van € 0,5 miljoen. Dit in 2021 versneld afgeschreven bedrag treft u bij de cumulatieve afschrijvingen aan in de kolom afwaarderingen.

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Grondslagen
De materiële vaste activa worden verdeeld in drie categorieën.

  • Investeringen met een economisch nut.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden (deze categorie is voor Overijssel niet van toepassing).
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Alle investeringen worden geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de financiële verordening, variëren conform de financiële verordening van vier jaar tot honderd jaar. Het afschrijven op investeringen start in het jaar ná ingebruikname van het actief.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen Desinves-teringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaar-deringen Boekwaarde 31-12-2021
Investeringen met een economisch nut: 32.511 990 4.683 28.818
Gronden en terreinen
Woonruimten 136 15 121
Bedrijfsgebouwen 26.728 1.536 2.316 25.948
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen 20 7 7 20
Machines, apparaten en installaties 5.527 -553 2.328 2.646
Overige materiële vaste activa 100 17 83
x €1.000 Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen Desinves-teringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaar-deringen Boekwaarde 31-12-2021
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: 210.793 67.383 5.317 7.492 265.367
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 210.793 67.383 5.317 7.492 265.367
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Bij machines,apparaten en installaties is onderhanden werk verwerkt naar vast actief.

Toelichting
In 2021 hebben nieuwe investeringen plaatsgevonden voor een bedrag van € 68,4 miljoen. Daarnaast hebben wij voor deze investeringen bijdragen van andere overheden ontvangen voor een bedrag van € 7,5 miljoen. De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen in 2021 € 10,0 miljoen. Hierna worden de geraamde en gerealiseerde investeringen per krediet vermeld en toegelicht.

Investeringskredieten voor activa

Terug naar navigatie - Investeringskredieten voor activa
Investeringskredieten voor activa x € 1.000
Kerntaak Beschikbaar GS-wijziging (kasritme wijz.) GS-wijziging (kasritme wijz.) GS-wijziging (kasritme wijz.) GS-wijziging (kasritme wijz.) Vrijval (PS)
Beleidsdoel Begroting Rekening Saldo uit overloop
Prestatie 2021 2021 2021 2021 2022 2023 2024 2025
4. Mobiliteit 95.356 59.345 36.011 36.011 18.461 7.262 10.288
4.2 Toekomst bestendig en duurzaam openbaar vervoer 8.262 -646 8.907 8.907 8.907
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein 8.262 -646 8.907 8.907 8.907
Uitgaven 8.262 1.564 6.698 8.907
Ontvangsten -2.210 2.210
4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer 76.130 53.955 22.176 22.176 6.692 5.436 10.047
4.6.3 N35 (1) 596 -596 -596 -596
Uitgaven 596 -596 -596
Ontvangsten
4.6.6 N307 12.293 7.854 4.439 4.439 2.729 1.710
Uitgaven 12.293 9.443 2.850 2.729 1.710
Ontvangsten -1.589 1.589
4.6.7 Vechtdalverbinding 55.002 41.433 13.569 13.569 3.569 10.000
Uitgaven 55.002 44.414 10.588 3.569 10.000
Ontvangsten -2.981 2.981
4.6.8 N348 -1.039 945 -1.983 -1.983 -1.983
Uitgaven 1.011 1.223 -211 67
Ontvangsten -2.050 -278 -1.772 -2.050
4.6.9 verkenning, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten (2) 9.874 3.127 6.747 6.747 2.974 3.726 47
Uitgaven 9.793 3.550 6.242 2.974 3.726 47
Ontvangsten 82 -423 505
4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur 10.964 6.036 4.928 4.928 2.861 1.826 241
4.7.1 Uitvoeren beheer en onderhoud proviciale infrastructuur 339 100 239 239 -2 241
Uitgaven 339 100 239 -2 241
Ontvangsten
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur 10.625 5.936 4.689 4.689 2.863 1.826
Uitgaven 10.625 5.947 4.679 2.863 1.826
Ontvangsten -11 11
10. Bedrijfsvoering 3.145 1.536 1.609 1.609 1.078 532
10.00 Bedrijfsvoering 3.145 1.536 1.609 1.609 1.078 532
Uitgaven 3.145 1.536 1.609 1.078 532
Ontvangsten
Totaal 98.502 60.881 37.621 37.621 19.539 7.262 532 10.288
(1) Voor het project N35 Knooppunt Raalte is € 33 miljoen beschikbaar gesteld aan provinciaal krediet (PS/2017/168).
Dit bedrag is nog niet in het overzicht opgenomen. Het bedrag moet om verslagtechnische redenen nog verdeeld worden in een investeringskrediet en een exploitatiebudget.
In de begrotingswijzging bij het jaarverslag wordt dit geadresseerd.
(2) Bij prestatie 4.6.9 is een vrijval te zien van € 47.144,-. Het betreft restantkredieten van diverse projecten.
Dit bedrag wordt binnen deze prestatie als investeringskrediet via PS-voorstel weer toegevoegd in 2023 aan het project N337 Rotonde Olst.

4.2.3 Aanbesteding DRIS
Dynamische Reis Informatie Systemen (DRIS)
Sinds 2009 zijn er verschillende Dynamische Reis Informatie Systemen (hierna DRISystemen) binnen de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland geplaatst. Deze systemen voorzien (bus)reizigers via DRIS-displays op de haltes van informatie over de actuele vertrektijden en verstoringen. De drie hiervoor genoemde provincies werken sinds 2011 samen op het gebied van openbaar vervoer (OV-Oost).

In 2020 is besloten de verouderde en afgeschreven systemen te vervangen en gezamenlijk de vervanging van de DRIS-displays bij bushaltes aan te aanbesteden en samen voor de komende 10 jaar invulling te geven aan het toekomstige DRISysteem binnen OV-Oost.

De vervanging van de DRIS-displays vergt € 8,9 miljoen en vindt plaats in de periode 2020-2022. Hiervan is € 8,2 miljoen geraamd in 2021. In 2021 is ruim € 1,5 miljoen van de geraamde begroting tot besteding gekomen en is aan baten van de samenwerkende provincies (provincies Gelderland en Flevoland) een bijdrage in de kosten ontvangen van € 2,2 miljoen. Van het geraamde budget  in 2021 (€ 8,2 miljoen) is € 6,6 miljoen niet tot besteding gekomen. Dit is te verklaren doordat de realisatie is vertraagd. Er was meer tijd nodig voor de ontwerpfase dan vooraf gepland en verder heeft de DRIS-leverancier ook te maken met de voortdurende effecten van de Covid-pandemie, waardoor o.a. de levering van materialen en onderdelen langer duurde.
Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor dit investeringskrediet in 2022 (€ 8,9 miljoen).

4.6.3 N35 Knooppunt Raalte
In 2021 hebben we de financiële verwerking van het investeringsbesluit van het toegekende € 33 miljoen investeringskrediet (PS/2017/168) N35 knooppunt Raalte geformaliseerd. Op dit moment bevindt het project zich nog in de voorbereidingsfase richting de aanbesteding. Er is meer tijd nodig voor de ontwerpfase dan vooraf gepland.

4.6.6 N307
Conform het beleid voor begrotingswijzigingen hebben wij bij de 2e monitor 2021 besloten het investeringskrediet in 2021 te verlagen met € 5,6 miljoen en toe te voegen aan de jaren 2022 met € 2,5 miljoen en € 3,1 miljoen voor 2023. Dit besluit wordt bij de jaarrekening 2021 verwerkt.

Het eerste deelproject (N307 Flevoweg) is in 2021 opgeleverd. Bij het tweede deel (N307 Roggebot-Kampen) is de uitvoering gestart. Het saldo van de onttrekking is € 1,2 miljoen hoger dan begroot. Deze extra onttrekking in 2021 past binnen de ruimte van het totale investeringskrediet. Een deel van de investering heeft eerder plaatsgevonden dan verwacht. De ontvangsten betreffen voornamelijk de doorbelasting van de personeelskosten naar de provincie Flevoland. Deze provincie doet de regievoering over de aanpassing van de N307 Kampen-Roggebotsluis. Het tekort aan middelen (€ 1,2 miljoen) wordt onttrokken aan de jaarschijf 2023. Tegelijk wordt een deel (€ 0,2 miljoen) van de begrote middelen in 2023 overgeheveld naar 2022 om een betere aansluiting bij het verwachte investeringsritme te realiseren.
Wij hebben besloten om de in 2021 extra onttrokken middelen in mindering te brengen op het investeringskrediet in 2023 (€ 1,2 miljoen). Aanvullend hebben we besloten om € 0,2 miljoen over te hevelen van 2023 naar 2022. De jaarschijf 2022 komt daarmee in totaal op € 6,5 miljoen en de jaarschijf van 2023 op € 1,7 miljoen.

4.6.7 Vechtdalverbinding (N340/N377/N48)
Het totale investeringsbudget bedraagt € 203,2 miljoen (t/m 2023). Het projectbudget blijkt dusdanig toereikend dat in totaal € 193,2 miljoen voldoende zal zijn voor het gehele project (t/m 2023). Van het investeringsbudget valt daarom € 10 miljoen vrij. We stellen voor om hiervan  € 3,1 miljoen in de Algemene risico reserve te storten en € 6,9 miljoen toe te voegen aan de Algemene reserve. Deze wijziging wordt verwerkt in Kerntaak 20.

Het in 2021 dan nog resterende investeringsbudget van € 3,5 miljoen voegen wij toe aan het investeringsbudget in 2022.

4.6.8 N348
De werkzaamheden zijn afgerond. De afwikkeling van een claim naar de aannemer is nog niet afgerond, hierdoor konden de definitieve bijdragen van de gemeenten niet vastgesteld worden. De begrote bijdragen van de gemeenten zijn daardoor niet in rekening gebracht. Er spelen nog diverse zaken waardoor het project financieel niet afgerond kan worden. In het 1e half jaar van 2022 zal hierover meer duidelijkheid zijn en zullen we hier bij u op terugkomen.

Wij hebben besloten het restantkrediet van € 1.983.000 (baten € 2.050.000/ lasten € 67.000) door te schuiven naar 2022 en het investeringskrediet van prestatie 4.6.8. N348 in 2022 met € 1.983.000 verhogen. Wel stellen we u vast al wel voor om het overschot op het krediet onder prestatie 4.7.1 van € 241.000 toe te voegen aan dit investeringskrediet voor 2022.

4.6.9 Verkenningen, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten
Dynamische Beleidsagenda
Er zijn een drietal wegenprojecten die oorspronkelijk onderdeel uitmaakten van de Dynamische Beleidsagenda (DBA). Dit zijn de N34, de N331 VOC's Hasselt en N732 aansluiting Lossersestraat-Noord Esmarkerrondweg. Deze projecten zijn nagenoeg afgerond en de resterende middelen van 2021 zullen hiervoor ingezet worden.  
Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor deze investeringskredieten in 2022 (€ 281.000).

Afgeronde projecten
In 2021 zijn volgende projecten afgerond:

  • N733 Verbeteren kruispunt Oude Deventerweg-Landweerweg
  • N763 Fietspad Kampen-Gelderland

De projecten zijn met een positief resultaat afgesloten van in totaal € 47.000. Wij stellen u voor om de resterende budgetten van N733 en N763  toe te voegen aan de raming van het investeringskrediet 2023 op de N337.

Lopende projecten

  • N337 Rotonde De Meente Olst, N343 Rondweg Weerselo en N315-N768 Danspaleis. Deze projecten zitten nog in de voorbereidingsfase. De uitvoering van deze projecten zal niet eerder plaatsvinden dan in 2023. Voor de voorbereiding en onderzoekskosten is er in 2022 budget benodigd.
    Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor dit investeringskrediet in 2022 € 412.000 en naar 2023 € 3.726.000.
  • N737 Innovatiedriehoek, N334 Faunapassage, N351 Kuinre- Grens Flevoland, F35 Fietspad Enschede, N346 Herstel Deldener Esch, N737 aanleg faunapassage en N343 Rotonde Bisschopstraat. Bovengenoemde projecten zijn in uitvoering en worden in 2022 afgerond. Daarom is het nodig de restantkredieten over te hevelen naar 2022.
    Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor deze investeringskredieten in 2022 (€ 2.282.000).

Voor het project N346 Herstel Deldener Esch stellen wij u voor om naast de overheveling van het restant krediet van 2021 naar 2022, € 36.000 toe te voegen aan de raming van het investeringskrediet in 2022. Dit heeft te maken met de bijdrage vanuit prestatie 353 afronding natuuropgave pMJP-projecten. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar deze prestatie.  

4.7.1 Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur
Voor de vervanging van de zoutstrooiers en sneeuwploegen is jaarlijks een krediet van € 334.000 beschikbaar gesteld. Voor de vervanging in 2021 was € 92.900 benodigd. Deze middelen zijn niet benodigd voor 2022.
Wij stellen u voor om € 241.000 van de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming in 2022 van het investeringskrediet onder prestatie 4.6.8 N348 Raalte-Ommen.
In het jaar 2021 is gestart met de voorbereiding van de vervanging van ons werkschip de Buffel. Deze kosten zijn iets hoger uitgevallen dan geraamd. Wij hebben besloten om dit tekort van € 2.000 te dekken door het investeringskrediet van 2022 te verlagen.

4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur

Wegen  

Vervanging wegen 2016-2019
1. N760 IJsselmuiden-Genemuiden.
2. N765 Kampen Ramspol
3. N332 Holten-Grens Gelderland 

De voorbereiding voor de rehabilitatie van de N760 IJsselmuiden - Genemuiden is nagenoeg afgerond. Omdat er aanzienlijk meer onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd dan oorspronkelijk gedacht is er geprioriteerd in de scope. Een deel van de werkzaamheden wordt in tijd naar achteren geschoven. 
De N765 en N332 zullen in 2022 volledig worden afgerond. 

Vervanging wegen 2020-2023  
4. Rehabilitatie Kom de Nul 
5. N347 Kom Hengevelde
6. N377 Hasselt- de Lichtmis

Het project rehabilitatie Kom de Nul komt eind 2022, begin 2023 in uitvoering.
Het project Kom Hengevelde komt in de 2e helft van 2022 tot uitvoering. 
De vervanging van de oeverbeschoeiing langs de N377 Hasselt – De Lichtmis heeft een jaar vertraging opgelopen vanwege een geschil met de gemeente Zwartewaterland over het ontwerp.  

Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen van de onderdelen wegen toe te voegen aan de raming voor deze investeringskredieten in 2022 (€ 1.925.000).
Bij prestatie 4.5.1. Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid is er een voorstel tot resultaatbestemming gedaan voor de verkeersveiligheid N377 Hasselt-Lichtmis. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar deze prestatie.

Kunstwerken

Vervanging kunstwerken 2016-2019 
De laatste werkzaamheden zijn uitgevoerd en het project wordt in 2022 financieel afgerond.

Vervanging kunstwerken 2020-2023 
Uit nadere inspecties en actualisatie van de ramingen in de voorbereiding van de vervanging van de kunstwerken is gebleken dat de scope en budgetten van de werkzaamheden onder grote druk staan. Voor de beweegbare kunstwerken in het kader van machine- en arboveiligheid zijn de werkzaamheden op basis van de technische toestand al geprioriteerd. Voor de vervanging van de kunstwerken moet dit nog gebeuren en zal met een financieringsvoorstel in 2022 worden voorgelegd in het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen 2024-2027.

Rehabilitatie kunstwerken
Uit nadere inspecties en actualisatie van de ramingen in de voorbereiding van de vervanging van de kunstwerken is gebleken dat de scope en budgetten van de werkzaamheden onder grote druk staan. Voor de rehabilitatie wordt er verder onderzoek gedaan om daarna te kunnen prioriteren in scope en vervolgens maatregelen opnieuw te programmeren.

Constructieve veiligheid kunstwerken
De werkzaamheden hiervoor zijn recentelijk opgestart en zullen nog verder uitgevoerd moeten worden.

Vervanging Zwartewaterbrug
Er is dit jaar een verkenning uitgevoerd waarin is onderzocht welke scenario’s er zijn voor de brug om deze toekomstbestendig te maken. Daarnaast is er een advies gegeven voor het vervolg.
Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen van de onderdelen kunstwerken toe te voegen aan de raming voor deze investeringskredieten in 2022 (€ 938.000) en 2023 (€ 918.000).
 
Vaarwegen
Vervanging vaarwegen 2016-2019 en 2020-2023
De werkzaamheden aan de oeverbeschoeiing van Kanaal Almelo - De Haandrik in de tranche 2016-2019 is afgerond.  De voorbereiding van het vervangen van de oeverbeschoeiing voor de tranche 2020-2023 van Kanaal Almelo - De Haandrik heeft ruim een jaar stilgelegen i.v.m. het faalmechanisme-onderzoek en is inmiddels weer opgestart.
Wij hebben besloten om de in 2021 niet bestede middelen toe te voegen aan de raming voor deze investeringskredieten in 2023 (€ 908.000).
 
Bedrijfsvoering
Het investeringskrediet van € 1,078 miljoen is in 2022 bestemd voor de verduurzaming van het provinciehuis en de steunpunten middels de aanleg van onder andere zonnepanelen en flankerende maatregelen. In 2025 is een bedrag van € 0,531 miljoen eveneens bestemd voor de verduurzaming van het provinciehuis middels ondergrondse koude/warmte opslag. Dit is een vervangingsinvestering.

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Grondslagen
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de activa in mindering gebracht. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen en agio) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen of het bedrag waarvoor agio beschikbaar is gesteld. Als de marktwaarde van de deelneming daalt tot onder de verkrijgingsprijs, dan vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
De uitzettingen zijn gewaardeerd op nominale waarde, daar waar van toepassing verminderd met een negatief saldo van agio, disagio en afschrijvingen op (dis-)agio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen / aankopen Desinvesteringen / verkopen Afschrijvingen / Aflossingen Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2021
Financiële vaste activa: 947.747 71.915 172.288 41.602 -5.712 811.484
Kapitaalverstrekkingen aan: 161.481 30.591 28.838 -5.322 168.556
Deelnemingen 161.481 30.591 28.838 -5.322 168.556
Leningen aan: 418.258 31.524 18.044 -390 432.128
Openbare lichamen zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 23.652 1.010 4.501 -390 20.551
Deelnemingen 394.606 30.514 13.543 411.577
Overige langlopende leningen 49.918 1.200 23.558 27.560
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 28.100 28.100
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 289.990 8.600 143.450 155.140

Toelichting
Een gedetailleerde onderverdeling treft u aan in het bijlagenboek. Voor de financiële vaste activa geldt dat het overgrote deel óf gefinancierd is via de Algemene financieringsreserve óf hier op afzienbare termijn in wordt voorzien dan wel wordt afgelost. Uitgezonderd hierop zijn een deel van de leningen aan Energiefonds Overijssel (€ 80 miljoen, waarvan nog maximaal € 66 miljoen beschikbaar te stellen), de leningen aan de BNG Bank (€ 74,5 miljoen) en een deel van de aandelen in Enexis (€ 39,3 miljoen). Deze uitzettingen worden via het overige beschikbare eigen vermogen gefinancierd. Naast de genoemde uitzonderingen is de obligatieportefeuille (€ 183,2 miljoen eind 2021)  uitgezonderd omdat hier op afzienbare termijn op wordt afgelost. Hierna treft u een toelichting aan op de mutaties in 2021.

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
In 2021 is onze deelneming Houdstermaatschappij (HFO) conform de besluitvorming van Provinciale Staten (PS2020/1101002) ontbonden. De dochters van HFO, Innovatiefonds Overijssel I (IFO I) en Innovatiefonds Overijssel II (IFO II), vallen daarmee rechtstreeks onder de Provincie. 
De vermeerdering van in totaal € 30,6 miljoen worden daarmee als volgt verklaard: € 19,1 miljoen opboeking van IFO I, € 3,8 miljoen opboeking van € IFO II. Daarnaast is de participatie in Oost-NL met 7,2 miljoen uitgebreid (PS 2020/1102399) en is € 0,5 miljoen aan agio gestort in ons Energiefonds Overijssel.
De vermindering van in totaal € 28,8 miljoen betreft de ontbinding van de deelneming HFO.

Leningen aan:
Openbare lichamen
De toename van € 1,0 miljoen betreft voor € 0,01 miljoen de conform overeenkomst bij de lening aan de gemeente Enschede opgeboekte rente over 2021 en voor € 1,0 miljoen een lening aan de gemeente Kampen  voor de Koekoekspolder. De afname van € 4,5 miljoen betreft de aflossing van de lening door de gemeente Enschede.

Deelnemingen
De toename van € 30,5 miljoen betreft € 18,0 miljoen SPV Hengelo (betreft herrubricering, zie toelichting hieronder),  € 3,8 miljoen aan het Energiefonds verstrekte leningen, € 7,2 miljoen aan HMO verstrekte lening en € 1,6 miljoen aan Wadinko verstrekte lening. De afname van € 13,5 miljoen betreft aflossingen op verstrekte leningen, waarvan € 11,9 miljoen op leningen aan het Energiefonds, € 1,6 miljoen op de achtergestelde lening aan Vitens (laatste termijn) en € 5.000 aan Breedbandfonds.

Conform PS-besluitvorming is de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel (HFO) in 2021 opgeheven. Dit betekent dat de deelnemingen die onder de HFO vielen, nu rechtstreeks onder de provincie vallen. Eén van deze deelnemingen betreft de SPV Hengelo. De lening die we verstrekt hebben aan de SPV Hengelo wordt daarom met ingang van de jaarschijf 2021 niet meer gerubriceerd onder de “Overige langlopende leningen”, maar onder de “Leningen aan deelnemingen".

Overige langlopende leningen
De toename van € 1,2 miljoen betreft de verstrekte lening voor Slim Warmtenet Zandweerd (1,0 miljoen) en Lening Collectieven Agrarisch Natuurbeheer (€ 0,2 miljoen). De laatste is eind 2016 verstrekt maar was nog niet als financieel actief geboekt.

De afname van € 23,6 miljoen betreft aflossingen op SVn startersleningen (€ 1,8 miljoen) , SVn duurzaamheidsleningen (€ 3,3 miljoen), SVn MKB duurzaamheidsleningen (€ 20.000) en de lening SPV Hengelo (€ 18,4 miljoen, waarvan € 18,0 miljoen herrubricering, zie hierboven).

Conform afspraak heeft SPV Hengelo de lening die wij hen hebben verstrekt voor de verplaatsing van Stork, weer deels afgelost aan de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel. In 2021 is € 456.158 afgelost. Wij hebben dit conform de afgesproken werkwijze verwerkt als agiostorting in de Houdstermaatschappij en aflossing van de lening aan SPV Hengelo.

Overige uitzettingen
Het bedrag aan verkopen bestaat voor € 138,1 miljoen aan obligaties die 2021 afliepen en waarbij door voortijdige verkoop in januari een aanvullend resultaat te behalen was. Aanvullend is eind 2021 een ruil uitgevoerd waarbij voor € 5,4 miljoen aan nominale waarde is verkocht en uit de opbrengst een aankoop is gedaan van € 8,6 miljoen. De bij de verkopen behaalde boekwinst is geheel ten gunste van het resultaat gebracht. Meer informatie hierover is opgenomen in de paragraaf Financiering.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Grondslagen
Voor de gronden voor de infrastructuur geldt dat de gronden onder trace tegen nihil worden gewaardeerd. De overige gronden worden in overeenstemming met de geldende regelgeving gewaardeerd tegen aanschafprijs of lagere marktwaarde. De marktwaarde van de projectgronden (gronden binnen de begrenzing van het natuurnetwerk) en ruilgronden baseren wij op de waarden die worden genoemd in de derde kwartaalrapportage van de Grondprijsmonitor van het Kadaster. Naast deze toelichting op de balanspost Voorraden bevatten ook de Paragraaf grondbeleid en de daarbij opgenomen Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid informatie over gronden.

x €1.000 Stand per 31-12-2020 Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31-12-2021
Voorraad gereed product en handelsgoederen:
Infrastructuur Kapitaaluitgaven 2.264 2.844 -1.471 3.637
Afwaardering
Voorziening -141 -141
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 2.122 2.844 -1.471 3.496
Grond voor Grond Kapitaaluitgaven 39.083 -4.967 34.117
Afwaardering -14.622 406 -1.523 -15.739
Voorziening -3.558 1.618 -1.940
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 20.903 2.024 -6.490 16.438
Natuurnetwerk Kapitaaluitgaven 130.830 14.415 -9.850 135.395
Afwaardering -35.131 4.682 -4.756 -35.204
Voorziening -11.313 792 -2.225 -12.747
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 84.386 19.889 -16.832 87.444
Revolving Fund Kapitaaluitgaven 12.441 1.045 -6.925 6.560
Afwaardering
Voorziening -560 528 -32
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 11.880 1.572 -6.925 6.528
Overige Kapitaaluitgaven 9.706 555 -1.044 9.217
Afwaardering
Voorziening -65 -65
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 9.706 555 -1.109 9.152
TOTAAL Kapitaaluitgaven 194.324 18.859 -24.258 188.925
Afwaardering -49.752 5.088 -6.278 -50.943
Voorziening -15.573 2.938 -2.290 -14.926
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 128.999 26.884 -32.827 123.056

Toelichting

Voorraad grond ten behoeve infrastructuur
In 2021 zijn gronden en opstallen aangekocht voor vooral de N348 en voor de dijkverlegging bij Herxen (Paddenpol). De verminderingen bestaan voornamelijk uit de verkoop van een deel van de gronden uit de voorraad voor de N348 en de afwaardering van enkele grondaankopen naar de nieuwe bestemming.  De kapitaaluitgaven voor infrastructuur zijn per saldo met € 1,4 miljoen gestegen.

Voorraad grond voor grond
De opbrengst van de verkoop van deze gronden is bedoeld voor dekking van de kosten van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. De boekwaarde van de in 2021 verkochte gronden bedraagt € 6,1 miljoen en wordt weergegeven in de kolommen vermeerderingen en verminderingen bij 'kapitaaluitgaven' en 'afwaardering'. Het voor een aantal verkochte percelen aanwezige bedrag in de voorziening van € 1,6 miljoen is op de voorziening in mindering gebracht. Dit bedrag is deels gebruikt voor de dekking van een negatief transactieresultaat en deels vrijgevallen ten gunste van het jaarrekeningresultaat.
De boekwaarde na aftrek van de voorziening is door de gerealiseerde verkopen afgenomen met € 4,5 miljoen en bedraagt eind 2021 € 16,4 miljoen.

Natuurnetwerk
In 2021 is de omvang van deze grondvoorraad gegroeid. De boekwaarde na aftrek van de voorziening is gestegen van € 84,4 miljoen naar € 87,4 miljoen.  Dat past in de huidige fase van de uitvoering. Voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland en de uitvoering van de ontwikkelopgave is het veelal ook nodig gronden te verwerven. Wij kiezen er voor de gronden geleidelijk te vervreemden en zodoende de markt niet te overspoelen met aanbod van natuurgronden.

Revolving Fund
Het Revolving fund heeft een plafond van € 25 miljoen. In 2021 is deze grondvoorraad afgenomen. Gronden zijn onder andere ingebracht in het landinrichtingsproject Staphorst en in projecten in het kader van de Ontwikkelopgave Natuurnetwerk Nederland. Ook is een deel van de gronden ingebracht in kavelruilen voor onder andere Boetelerveld. De boekwaarde van deze grondvoorraad bedraagt na aftrek van de voorziening € 6,5 miljoen.

Overige gronden
Dit betreft gronden en opstallen die niet langer benodigd zijn voor de projecten waarvoor ze zijn aangekocht. De huidige voorraad bestaat vooral uit gronden die zijn aangekocht voor de projecten IJsseldelta, fase I en de N340. Ook de aangekochte gronden en opstallen in het kader van Kanaal Almelo de Haandrik en een grondsanering in Kampen maken deel uit van deze voorraad.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Grondslagen
Kortlopende uitzettingen (waaronder vorderingen) worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waar nodig zijn deze verminderd met hiervoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.

x €1.000 Saldo 31-12-2020 Saldo 31-12-2021
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: 647.693 772.652
Vorderingen op openbare lichamen 60.049 58.934
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
Overige verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist
Rekening-courantverhouding met het Rijk 561.263 694.192
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 3.400
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier 519 519
Overige vorderingen 13.331 13.826
Overige uitzettingen 9.131 5.181
x €1.000 Saldo 31-12-2020 Saldo 31-12-2021
Vorderingen op openbare lichamen: 60.049 58.934
Europese Unie
Rijksoverheid 54.671 53.240
Provincies 2.981 2.225
Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden 2.397 3.469

Toelichting
Vorderingen op openbare lichamen
De belangrijkste vorderingen ultimo 2021 betreffen het BTW-compensatiefonds (€ 42,1 miljoen), de opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 8,9 miljoen), dividend Enexis (€ 2,2 miljoen).

Rekening-courantverhouding met het Rijk
Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. De verantwoording over het drempelbedrag, zoals bepaald in artikel 7 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en artikel 52 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, en het gebruik daarvan is te vinden onder liquide middelen.

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op Nederlands schuldpapier binnen de obligatieportefeuille.

Overige vorderingen
Deze post is ongeveer gelijk aan vorig jaar. Voor een groot deel bestaat dit uit eindafrekeningen van landschapsinrichtingsprojecten. Daarnaast zijn in deze post vorderingen van in totaal € 2,3 miljoen begrepen, waarvan de inbaarheid onzeker is. Deze vorderingen zijn geheel voorzien, waardoor de gepresenteerde boekwaarde nihil bedraagt.

Overige uitzettingen
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op obligaties (exclusief Nederlands schuldpapier) binnen de obligatieportefeuille.

Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Terug naar navigatie - Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Saldo 31-12-2020 Saldo 31-12-2021
Liquide middelen
Bank 19 3
Kas 0 0
Totaal 19 3
Begroting Percentage Drempel
Berekening drempelbedrag schatkistbankieren
Totale lasten Begroting 2021 640.446
Drempelbedrag bij begroting tot € 500 miljoen 0,75% 3.750
Extra drempel bij begroting vanaf € 500 miljoen 0,20% 281
Drempelbedrag eerste halfjaar 2021 4.031
Begroting Percentage Drempel
Berekening drempelbedrag schatkistbankieren
Totale lasten Begroting 2021 640.446
Drempelbedrag bij begroting tot € 500 miljoen 2,00% 10.000
Extra drempel bij begroting vanaf € 500 miljoen 0,20% 281
Drempelbedrag tweede halfjaar 2021 10.281
Gemiddeld Drempel Verschil
Verantwoording drempelbedrag schatkistbankieren
Eerste kwartaal 2021 39 4.031 3.992
Tweede kwartaal 2021 65 4.031 3.966
Derde kwartaal 2021 82 10.281 10.199
Vierde kwartaal 2021 243 10.281 10.038
Geheel 2021 108 7.156 7.048

Toelichting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is het maximumbedrag aan liquide middelen dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden aangehouden, gebaseerd op de totale lasten uit de initiële Begroting 2021. Het kwartaalgemiddelde wordt op dagbasis berekend, waarbij per saldo tekorten (roodstanden) als nihil worden meegeteld. In 2021 is het drempelbedrag niet overschreden.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2020 Balanswaarde 31-12-2021
Overlopende activa 35.017 41.909
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 123 325
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 4.822 9.905
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren komen. 30.072 31.679

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te ontvangen voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden.

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen nog van SVn te ontvangen rente en aflossingen inzake startersleningen en duurzaamheidsleningen (€ 6,8 miljoen), nog te ontvangen bedragen voor landinrichting (€ 5,3 miljoen), nog te ontvangen opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 1,1 miljoen), nog te ontvangen grondwaterheffing 2020  (€ 1 miljoen) en nog te vorderen omzetbelasting (€ 1,2 miljoen). 

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Grondslagen

Reserves worden gevormd voor:

  • Het opvangen van algemene risico’s (bufferfunctie van de algemene reserves).
  • Toekomstige besteding aan een van te voren bepaald doel (bestemmingsreserves).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per reserve toegelicht.

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves
Bedragen x €1.000
Reserves Stand 31-12-2020 Toevoeging per 01-01-2021 Onttrekking per 01-01-2021 Stand per 01-01-2021 Raming toevoeging 2021 Realisatie toevoeging 2021 Afwijking toevoeging 2021 Raming onttrekking 2021 Realisatie onttrekking 2021 Afwijking onttrekking 2021 Stand 31-12-2021
Algemene reserves
Algemene risicoreserve 90.432 0 0 90.432 0 0 0 1.300 0 1.300 90.432
Algemene reserve 40.545 37.369 0 77.914 29.128 29.128 0 32.195 32.194 1 74.848
Algemene reserve egalisatie plafond BCF 7.576 0 0 7.576 3.115 3.115 0 0 0 0 10.691
Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel 81.196 0 0 81.196 15.010 15.010 0 84.410 84.410 0 11.796
Algemene reserve grondzaken 82.316 5.102 3.408 84.010 3.127 2.750 377 11.682 10.450 1.232 76.310
Algemene financieringsreserve 417.382 6.666 13.150 410.898 51.254 50.931 323 40.458 40.908 -450 420.921
Totaal Algemene reserves 719.447 49.137 16.558 752.026 101.634 100.934 700 170.045 167.962 2.083 684.998
Bestemmingsreserves
Reserve Europese programma's 19.625 0 0 19.625 7.300 7.300 0 7.788 3.810 3.978 23.115
Reserve provinciale infrastructuur 1.116 0 700 416 0 0 0 0 0 0 416
Reserve waterwegen 8.917 0 0 8.917 0 0 0 5.222 4.901 321 4.016
Reserve bodemsanering 25.301 0 0 25.301 403 403 0 5.559 1.452 4.107 24.252
Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel 249.189 4.663 8.816 245.036 63.703 63.703 0 125.622 81.289 44.333 227.450
Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland 247.222 0 200 247.022 66.976 66.976 0 82.522 52.218 30.304 261.780
Reserve afrekening pMJP/ILG 2.127 0 0 2.127 0 0 0 105 84 21 2.043
Reserve dekking kapitaallasten activa 291.970 1.311 500 292.781 14.515 14.515 0 1.443 1.080 363 306.216
Reserve mobiliteitsprogramma's verkeer en vervoer 51.041 667 0 51.708 0 0 0 2.763 2.155 608 49.553
Reserve openbaar vervoer 30.000 0 0 30.000 0 0 0 0 0 0 30.000
Reserve drinkwater 1.508 0 0 1.508 0 0 0 777 444 333 1.064
Reserve Zoetwatervoorziening Oost-Nederland 1.145 0 0 1.145 1.909 1.909 0 1.387 519 868 2.535
Reserve Sporen en Wegen 11.990 0 0 11.990 15.000 15.000 0 1.690 1.208 482 25.782
Reserve Verstrekte subsidies 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Bestemmingsreserves 941.151 6.641 10.216 937.576 169.806 169.806 0 234.878 149.160 85.718 958.222

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Grondslagen
Voorzieningen worden gevormd voor:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde of het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening of een toevoeging aan een reeds bestaande, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen van voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlof- en jubileumaanspraken. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

De categorie 'gesaldeerde voorziening', betreft voorzieningen waarvan de waarden in mindering wordt gebracht op de activa waarop ze betrekking hebben. Deze komen daardoor niet tot uitdrukking in de totaaltelling aan de passivazijde van de balans, maar worden gesaldeerd met de desbetreffende activa. Zie de toelichtingen op de activa.

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per voorziening toegelicht.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Bedragen x €1.000
Voorzieningen Stand 31-12-2020 Stand per 01-01-2021 Raming toevoeging 2021 Realisatie toevoeging 2021 Afwijking toevoeging 2021 Raming vrijval 2021 Realisatie vrijval 2021 Afwijking vrijval 2021 Raming besteding 2021 Realisatie besteding 2021 Afwijking besteding 2021 Raming afboeking 2021 Realisatie afboeking 2021 Afwijking afboeking 2021 Stand 31-12-2021
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan regulier
Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers 10.747 10.747 479 479 0 0 762 -762 420 392 28 0 0 0 10.072
Voorziening Kanaal Almelo de Haandrik schadeloosstelling 15.500 15.500 0 -65 65 0 0 0 5.500 696 4.804 0 0 0 14.739
Voorziening reorganisatie 524 524 0 151 -151 0 0 0 90 96 -6 0 0 0 579
Voorziening resultaten gebiedsexploitaties 10.043 10.043 201 201 0 0 1.138 -1.138 0 0 0 0 0 0 9.106
Totaal Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan regulier 36.815 36.815 680 766 -86 0 1.900 -1.900 6.010 1.184 4.826 0 0 0 34.497
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan gesaldeerd
Voorziening afwikkeling verkoop Attero | ESCROW 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voorziening deelneming HFO 10.827 10.827 1.945 1.754 191 6.348 6.348 0 0 0 0 6.425 6.233 192 0
Voorziening Innovatiefonds I 0 0 4.753 4.753 0 0 333 -333 0 0 0 0 0 0 4.420
Voorziening Innovatiefonds II 0 0 1.595 2.475 -880 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.475
Voorziening dubieuze vorderingen 4.475 4.475 0 45 -45 0 0 0 0 0 0 0 2.172 -2.172 2.348
Voorziening Energiefonds Overijssel 15.099 15.099 0 0 0 0 755 -755 0 0 0 0 0 0 14.344
Voorziening grondbezit 141 141 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 141
Voorziening lening A1 9.242 9.242 0 0 0 0 390 -390 0 0 0 0 0 0 8.852
Voorziening lening Stichting WMC 500 500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500
Voorziening participatie HMO 4.425 4.425 0 0 0 0 634 -634 0 0 0 0 0 0 3.791
Voorziening revolving fund grondvoorraad 560 560 0 0 0 0 525 -525 0 0 0 0 3 -3 32
Voorziening waarderisico ILG opstallen en gronden 14.871 14.871 0 1.433 -1.433 0 535 -535 0 0 0 0 1.084 -1.084 14.685
Voorziening waarderisico opstallen Kanaal Almelo de Haandrik 0 0 0 65 -65 0 0 0 0 0 0 0 0 0 65
Totaal Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Waarvan gesaldeerd 60.142 60.142 8.293 10.525 -2.232 6.348 9.520 -3.172 0 0 0 6.425 9.492 -3.067 51.655
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden
Voorziening besteding grondwaterheffing 957 957 934 1.114 -180 800 800 0 134 515 -381 0 0 0 756
Egalisatievoorziening
Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 9.640 9.640 16.591 16.591 0 0 0 0 20.705 20.139 566 0 193 -193 5.899

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Grondslagen
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2020 Vermeerderingen Aflossingen Balanswaarde 31-12-2021
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer: 1.859 2 1.861
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van: 1.853
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Binnenlandse bedrijven
Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 1.853 1.853
Overige binnenlandse sectoren
Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen 6 2 8
Overige leningen

Toelichting
Voor de financiering van de door ons aan Arriva verstrekte lening voor de herbouw van het 15e treinstel op de concessie Zwolle - Emmen heeft de provincie Drenthe ons een renteloze lening verstrekt naar rato van haar aandeel in deze concessie.  In 2021 zijn hier geen mutaties op geweest.

Toelichting
De banksaldi eind 2021 betreffen door het Nazorgfonds gesloten stortplaatsen Overijssel bij ons gestalde en direct opvraagbare middelen. De overige schulden ultimo 2021 bestaan geheel uit openstaande posten van crediteuren.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

Stelselwijziging lastneming subsidies 
Tot en met boekjaar 2020 was het, uitzonderingen daargelaten, beleid om de lasten te verantwoorden in het jaar van toekennen van de subsidie. De commissie BBV heeft in januari 2020 een notitie uitgebracht waarin is uitgewerkt hoe de lastneming van subsidies verantwoord dient te worden met ingang van 2021. De last wordt verantwoord in het jaar waarin de subsidieontvanger start met de uitvoering van de activiteiten op basis van de startdatum van de projectperiode in de subsidieverleningsbeschikking, tenzij:
1.    De verstrekte subsidie een boekjaar/exploitatiesubsidie betreft: uit de subsidiebeschikking blijkt onomstotelijk dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend in één of meerdere volgende jaren zal plaatsvinden.
2.    De verstrekte subsidie een projectsubsidie betreft, het individuele subsidiebedrag het grensbedrag overschrijdt en die boekjaar overschrijdend is. Het grensbedrag is vastgesteld in onze financiële verordening vastgesteld op € 1,5 miljoen.

Voor de volledigheid merken wij op dat de lastneming met betrekking tot subsidieaanvragen die vóór 31 december zijn ingediend, maar pas in het volgende boekjaar worden beschikt, in beginsel niet op het jaar van indiening wordt verwerkt, ook al ligt de startdatum in dat jaar. Het uitgangspunt hierachter is primair dat er feitelijk in het nieuwe jaar wordt beschikt. Secundair, dat de realisatie overwegend in of na het jaar van beschikken zal plaatsvinden.

Het cumulatieve effect van de stelselwijziging kan niet bepaald worden en derhalve is gekozen om deze stelselwijziging prospectief te verwerken. Dit ligt ook in lijn met de notitie BBV, waarin wordt toegelicht om de verwerkingswijze zonder terugwerkende kracht in te laten gaan.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2020 Balanswaarde 31-12-2021
Overlopende passiva: 247.339 291.013
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 201.793 195.912
Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 1.948 1.236
Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 35.700 80.742
Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 161 310
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 7.737 12.813
.
x €1.000 Balanswaarde 31-12-2020 Balanswaarde 31-12-2021
Totaal verplichtingen: 201.793 195.912
2011 en eerder 6.099 6.036
2012 5.943 2.743
2013 2.939 2.915
2014 6.035 4.032
2015 16.655 9.146
2016 5.039 1.995
2017 8.007 5.653
2018 20.692 11.714
2019 38.705 27.965
2020 69.510 46.878
2021 22.169 76.835

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.
Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat, naast ontvangsten die betrekking hebben op het jaar 2022, uit nog te betalen bedragen. De grootste post betreft € 4,9 miljoen aan nog te betalen bedragen voor landinrichting.

Doel- en Specifieke uitkeringen

Terug naar navigatie - Doel- en Specifieke uitkeringen

Grondslagen
Doeluitkeringen worden gevormd uit nog te besteden én nog te ontvangene middelen afkomstig van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2017 (PS/2017/773). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per doeluitkering toegelicht.

Doel- en Specifieke uitkeringen

Terug naar navigatie - Doel- en Specifieke uitkeringen
Bedragen x €1.000
Doel- en specifieke uitkeringen Stand 31-12-2020 Raming ontvangst 2021 Realisatie ontvangst 2021 Afwijking ontvangst 2021 Raming aanwending 2021 Realisatie aanwending 2021 Afwijking aanwending 2021 Stand 31-12-2021
Doeluitkeringen Europese Unie
Doeluitkering ELENA -123 0 0 0 0 202 -202 -325
Doeluitkering LIFE+ 1.948 0 0 0 750 712 38 1.236
Doeluitkering Europese POP3-subsidies RvON / Kavelruil 0 2.310 1.310 1.000 2.310 1.310 1.000 0
Totaal Doeluitkeringen Europese Unie 1.825 2.310 1.310 1.000 3.060 2.224 836 911
Doeluitkeringen Rijk
BZK C13 Specifieke uitkering Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed 667 1.046 1.206 -160 340 230 110 1.643
BZK C26 Specifieke uitkering Culturele voorzieningen provincies 2020 0 0 459 -459 0 459 -459 0
BZK C41 Specifieke uitkering Flexpools 906 420 420 0 906 800 106 526
BZK C59 Specifieke uitkering Kwalitatief hoogwaardige en duurzame woon- en leefomgeving in NOVI-gebieden 0 0 227 -227 0 0 0 227
BZK C99 Specifieke uitkering Verzameluitkering BZK 2021 0 0 14 -14 0 0 0 14
OCW D13 Specifieke uitkering ter versterking van de regionale culturele infrastructuur; 'Verbreding en vernieuwing' 0 333 333 0 333 159 174 174
IenW E1 /E52 Specifieke uitkering Beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-bedrijven 2020/2021 -2.020 18.920 13.726 5.194 16.900 18.485 -1.585 -6.779
IenW E10 Specifieke uitkering Snelfietsroutes 59 981 461 520 520 520 0 0
IenW E12 Specifieke uitkeringen Bermmaatregelen N-Wegen 2.125 0 0 0 0 1.872 -1.872 253
IenW E15B Specifieke uitkering Regionale aanpak laadinfrastructuur 901 0 0 0 0 189 -189 712
IenW E17 Specifieke uitkering MaaS pilots -348 174 174 0 0 0 0 -174
IenW E20 Specifieke uitkering Stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 0 2.469 2.719 -250 275 152 123 2.567
IenW E31 Specifieke uitkering Meetstudie verwering asbestdaken 54 0 131 -131 130 54 76 131
IenW E33 Specifieke uitkering MIRT 2017-2019 (Beter benutten) 96 0 0 0 0 0 0 96
IenW E38 Specifieke uitkering Stimuleren veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2020 430 0 0 0 410 414 -4 16
IenW E49 Specifieke uitkering Bodemsanering Asbest Overijssel 4.235 0 0 0 5.500 5.500 0 -1.265
IenW E56 Specifieke uitkering Doelmatig & duurzaam gebruik Verkeersinfrastructuur ‘21 (E56) 0 0 629 -629 0 392 -392 237
IenW E58 Specifieke uitkering tijdelijke uitkering bodem overbruggingsjaar 2021 0 0 1.286 -1.286 0 0 0 1.286
IenW E73 Specifieke uitkering Verkenningsstudie ZW-EN 0 375 375 0 375 281 94 94
IenW E74 Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen decentraal spoor 0 0 9.706 -9.706 0 9.706 -9.706 0
IenW E75 Incidentele specifieke uitkering Realisatie werkzaamheden perceel recreatieterreinen in het kader van IJsseldelta fase 2 -1.387 4.954 5.070 -116 1.873 1.912 -39 1.771
IenW E79 Specifieke uitkering bodemsanering Blekerijweg 4 en 4-1 0 0 8.918 -8.918 0 0 0 8.918
EZK F11 Specifieke uitkering MKB Deals 252 0 0 0 252 31 221 221
EZK F12 Specifieke uitkering MIT-regeling 2018-2019-2020 -1.066 1.066 715 351 0 -51 51 -300
EZK F14 Specifieke uitkering MIT-regeling 2021 0 0 958 -958 0 2.345 -2.345 -1.387
LNV L1 Specifieke uitkering Jong leren eten 50 0 0 0 50 50 0 0
LNV L5 Specifieke uitkering Regiodeals 11.114 11.114 10.195 919 11.114 8.084 3.030 13.225
LNV L7 Specifieke uitkering IBP Twente 1.935 0 0 0 0 408 -408 1.527
LNV L7 Specifieke uitkering IBP Veenweide 4.251 0 0 0 3.170 1.794 1.376 2.457
LNV L8 Specifieke uitkering Opkoopregeling veehouderijen 0 7.720 7.720 0 0 0 0 7.720
LNV L10 Specifieke uitkering Impulsgelden Veenweide Klimaatakkoord 8.625 6.375 6.375 0 0 0 0 15.000
LNV L16 Specifieke uitkering Programma Natuur 0 1.530 22.419 -20.889 1.530 494 1.036 21.925
Totaal Doeluitkeringen Rijk 30.879 57.477 94.236 -36.759 43.678 54.280 -10.602 70.835
Doeluitkering overige overheden
Doeluitkering Veilige vakantieparken Overijssel 161 200 200 0 361 51 310 310

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

In de toelichting op de balans worden – op grond van artikel 53 BBV – de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld, waaraan wij voor toekomstige jaren zijn gebonden.
Deze niet in de balans opgenomen verplichtingen omvatten onder meer de in artikelen 50 en 57 BBV afzonderlijk benoemde borg- en garantstellingen.

I: Verstrekte borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - I: Verstrekte borg- en garantstellingen
X € 1.000 Oorspronkelijke grondslag Grondslag eind 2020 Grondslag eind 2021 Percentage eind 2020 Percentage eind 2021 Bedrag eind 2020 Bedrag eind 2021 Tot en met 2021 betaald
Totaal borg- en garantstellingen 261.222 114.135 112.583 63% 70% 71.745 78.297 0
Totaal borgstellingen 180.302 37.582 27.750 19% 20% 7.192 5.464 0
Totaal garantstellingen 80.920 76.553 84.833 84% 86% 64.553 72.833 0

Toelichting
De grondslag van geldleningen of kosten is ten opzichte van eind 2020 met per saldo € 1,5 miljoen gedaald, waarbij de grondslag van de borgstellingen is afgenomen met € 9,8 miljoen en de grondslag van de garantstellingen met € 8,3 miljoen is toegenomen. Zie verder de toelichting bij de afzonderlijke onderdelen.

Borgstellingen

Terug naar navigatie - Borgstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijk bedrag geborgde lening Bedrag geborgde lening eind 2020 Bedrag geborgde lening eind 2021 Percentage borgstelling eind 2020 Percentage borgstelling eind 2021 Geborgd bedrag eind 2020 Geborgd bedrag eind 2021 Tot en met 2021 betaald
Borgstellingen op grond van en aan 180.302 37.582 27.750 19% 20% 7.192 5.464
Ouderenbeleid 1996 en eerder 4.709 881 733 100% 100% 881 733
Stichting Carinova Woonzorg 2028 1.876 375 328 100% 100% 375 328
Stichting Dimence Groep 2025 2.833 506 405 100% 100% 506 405
Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie (2.3.1) 240 71 100% 0% 71 16
Energie Coöperatie IJskoud U.A. 2021 240 71 100% 0% 71 16
Afronding natuuropgave pMJP-projecten (3.5.3) 172.598 35.304 25.904 15% 15% 5.154 3.782
Stichting Groenfonds | convenantsleningen 2025 172.598 35.304 25.904 15% 15% 5.154 3.782
Een leven lang lezen én leren (6.4.1) 1.555 846 753 100% 100% 846 753
Rijnbrink Groep 2029 1.555 846 753 100% 100% 846 753
Samenwerking met partners (7.3.1) 1.200 480 360 50% 50% 240 180
IPO 2024 1.200 480 360 50% 50% 240 180

Toelichting
Ten opzichte van de Jaarrekening 2020 zijn de geborgde leningen eind 2021 van Carinova Woonzorg, Dimence en Rijnbrink verlaagd met respectievelijk € 47.000, € 101.000 en € 60.000 voor een totaal van € 0,2 miljoen. Dit betreft reguliere aflossingen op hun leningen in 2020 waarvan de informatie pas beschikbaar werd na het opstellen van de jaarrekening.

In 2021 zijn de geborgde leningen gedaald met € 1,7 miljoen. Deze daling bestaat uit de afwikkeling van de geborgde leningen van Energie coöperatie IJskoud U.A. (€ 16.000 miljoen) en verder uit reguliere aflossingen door de leningnemers op de overige geborgde leningen (€ 1,7 miljoen). De aflossingen op de convenantsleningen vormen hiervan met € 3,8 miljoen het grootste deel.

Garantstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijke grondslag garantie Grondslag garantie eind 2020 Grondslag garantie eind 2021 Percentage garantstelling eind 2020 Percentage garantstelling eind 2021 Gegarandeerd bedrag eind 2020 Gegarandeerd bedrag eind 2021 Tot en met 2021 betaald
Garantstellingen op grond van en aan 80.920 76.553 84.833 84% 86% 64.553 72.833
Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (3.1.5) 495 495 495 100% 100% 495 495
Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels 2022 495 495 495 100% 100% 495 495
Landbouwstructuurversterking (3.4.3) 207 207 207 100% 100% 207 207
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j 2023 207 207 207 100% 100% 207 207
Realisatie Natuurnetwerk Nederland (3.5.1) 747 5.547 5.547 100% 100% 5.547 5.547
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n 2023 747 5.547 5.547 100% 100% 5.547 5.547
Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3) 50.000 50.000 50.000 100% 100% 50.000 50.000
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle - Kampen en Zwolle - Enschede 2032 50.000 50.000 50.000 100% 100% 50.000 50.000
Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4) 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand 2022 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
N35 - lopende projecten (4.6.3) 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden n.n.b. 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Europese programma's (5.5.3) 14.971 5.804 14.084 100% 100% 5.804 14.084
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d 2025 160 160 160 100% 100% 160 160
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4a 2021 219 145 100% 0% 145
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4h 2025 811 587 811 100% 100% 587 811
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o 2025 6.000 6.000 0% 100% 6.000
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p 2025 383 383 0% 100% 383
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 16c 2021 195 182 100% 0% 182
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO LEADER 2021 473 0% 100%
Gelderland | REACT-EU 2024 2.000 2.000 0% 100% 2.000
Gelderland | B55 OP Oost/EFRO 2024 4.730 4.730 4.730 100% 100% 4.730 4.730

Toelichting
Ten opzichte van de Jaarrekening 2020 zijn de grondslagen eind 2021 met per saldo € 8,3 miljoen verhoogd, terwijl het door ons gegarandeerde bedrag eind 2021 met € 8,3 miljoen is toegenomen. Hierna volgt per garantstelling  een toelichting op de aanpassing van de grondslag en het door ons gegarandeerde bedrag eind 2021. 

Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels
Begin 2019 hebben wij aan drie collectieven gezamenlijk een subsidie verleend in de vorm van een lening. Deze lening is opgenomen onder de financiële vaste activa, alwaar een nadere toelichting te vinden is. In een eerder stadium is onvoldoende onderkend dat met de subsidieverlening tevens een garantstelling gepaard is gegaan. De lening betreft namelijk voorfinanciering van een te verwachten Europese POP3-subsidie. Voor het geval dat deze Europese subsidie niet wordt toegekend, hebben wij ons garant gesteld voor een bedrag van
€ 0,5 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de lening die in 2019 is verstrekt. In 2021 hebben zich hier geen mutaties op voorgedaan. Voor de lening is in 2019 ten laste van de prestatie 3.1.4 Agrarisch natuurbeheer een toevoeging aan de AFR gedaan, waaruit een eventueel gebruik van de garantstelling bekostigd zou kunnen worden. De einddatum voor deze lening is in 2021 verlengd naar eind 2022.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2018 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel M04j (investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven) garant gesteld voor een bedrag van € 0,2 miljoen. In 2021 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4n (Regeling niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen PAS) garant gesteld voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 4,8 miljoen garant gesteld. In 2021 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland.

Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3)
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede
Na een Europese aanbesteding is op 16 juni 2015 aan Keolis twee concessies gegund voor het rijden van de treindiensten Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen. Voor de uitvoering van deze concessie zijn 16 nieuwe treinstellen van het type FLIRT aangeschaft van de Zwitserse treinproducent Stadler Rail. Onderdeel van de Concessiebeschikkingen is een overnameregeling met betrekking tot het treinmaterieel (“de Overnameregeling”). Deze overnameregeling is van toepassing op de financier Crédit Agricole Corparate and Investment Bank S.A. (Pandhouder), de leasemaatschappij Bakermaat SNC en de Concessiehouder (Keolis). Provincie Overijssel stelt zich garant voor een verplichte overname van het treinmaterieel aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de leasemaatschappij zal betalen. De weergegeven garantstelling van € 50 miljoen betreft de overnamewaarde van het treinmaterieel aan het einde van de concessie in 2032.

Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4)
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand
Het project Kornwerderzand bestaat uit vergroting van de Lorentzsluis in de Afsluitdijk (Friesland), vernieuwing van de verkeersbruggen en verdieping van de vaargeulen tot aan Urk, Lelystad en Kampen. De kosten van het project zijn geraamd op € 199,5 miljoen.
In juni 2019 heeft de provincie Fryslân namens de regio overeenstemming met het Rijk bereikt over de financiering, risico’s en de uitvoering van het project. Het Rijk neemt hierbij € 111 miljoen voor haar rekening. De regio € 88,5 miljoen. Onderdeel van de regiobijdrage is een bijdrage uit het Waddenfonds waarover nog geen zekerheid bestaat of deze bijdrage wel wordt toegekend. De Provincie Overijssel heeft de garantie aan de Provincie Friesland afgegeven indien de bijdrage uit het Waddenfonds niet of niet geheel wordt toegekend maximaal € 2 miljoen bij te dragen.

N35 - lopende projecten (4.6.3)
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden
Bestuursovereenkomst Verbreding N35 Nijverdal – Wierden

Bovenop de bijdragen aan het taakstellend budget zijn er door provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn garantstellingen afgegeven onder de volgende voorwaarden:
a. Indien het totale budget van € 121,5 miljoen na indexering niet voldoende blijkt te zijn, stelt de gemeente Hellendoorn zich garant voor een aanvullende bijdrage van maximaal € 0,5 miljoen euro.
b. Indien ook dit budget niet voldoende blijkt te zijn, stellen de provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn zich beide aanvullend garant voor maximaal € 0,5 miljoen euro per partij.

Europese programma’s (5.5.3)
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar. 
Er zijn voor het POP3 programma garantstellingen verstrekt aan RVO.nl. Bij het programma POP3 (en de bijbehorende garantstellingen) is sprake van een verlengde programmaperiode met een einddatum van 2025. 
Daarnaast zijn er garantstellingen verstrekt aan Managementautoriteit Oost Nederland. Managementautoriteit Oost Nederland maakt integraal onderdeel uit van de provincie Gelderland. Garantstellingen worden daarmee uiteindelijk aan hen verleend. 
Hieronder wordt kort ingegaan op de diverse garantstellingen binnen het Europese programma. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d
In 2018 is in verband met overcommitering op Regeling Trainingen ter hoogte van € 0,16 miljoen een garantstelling afgegeven aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4a 
In de jaarrekening 2020 was opgenomen dat provincie zich garant had gesteld voor € 0,145 miljoen. Dit bedrag is sindsdien niet meer verplicht aan aanvragers. In 2021 is voor deze maatregel geen openstelling meer geweest, en deze is voor 2020 ook niet voorzien. Omdat deze middelen niet meer worden ingezet, is de garantstelling voor deze middelen vervallen. Daarmee is op deze maatregel geen garantstelling meer van kracht. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4h
In 2019 hebben wij ons op maatregel 4h (Regeling Fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers) wegens grote vraag om subsidie garant gesteld voor een bedrag van € 0,52 miljoen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 38.000 garant gesteld en voor € 0,25 miljoen. Dit laatste bedrag is een aanvulling op de jaarrekening 2020. In 2021 zijn op deze overcommitering en bijbehorende garantstellingen geen wijzigingen doorgevoerd.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o
In 2019 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 6 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven. Deze garantstelling betreft een aanvulling op de jaarrekening 2019. 

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p
In 2021 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 0,38 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 16c
Deze garantstelling is in 2021 ingetrokken, waarmee op deze maatregel geen overcommitering en geen garantstelling meer van toepassing is. Dit omdat de middelen waarvoor provincie een garantstelling had afgegeven niet aan projecten konden worden verleend.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO LEADER
In 2021 hebben we voor LEADER een garantstelling afgegeven voor € 0,47 miljoen vooruitlopend op de beschikbaarheid van nieuwe Europese middelen uit de nieuwe Europese begrotingsperiode voor de uitvoering van POP3+. Na het vrijkomen van deze Europese middelen, enkele weken later, is deze garantstelling ook weer ingetrokken. Momenteel is er geen overcommitering op deze maatregel, en dus ook geen garantstelling.

Gelderland |REACT-EU
In 2021 is besloten tot overcommitering van € 2 miljoen op het REACT-EU budget vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze maatregel is een garantstelling afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. 

Gelderland | Overcommitering OP Oost/EFRO
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op projecten binnen het kader van het OP Oost programma (EFRO) garant gesteld voor een bedrag van € 4,7 miljoen. Deze garantstelling is afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. 
  

II: Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten

Terug naar navigatie - II: Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten
Huurverplichtingen
Specificatie huurverplichtingen X € 1.000
Huurovereenkomst Bergstraat en Bergsingel 167
Huur steunpunten 75
242
Leaseverplichtingen
Specificatie leaseverplichtingen X € 1.000
Leaseverplichtingen dienstauto’s 333
Lease GS voertuigen 229
Lease deelauto 127
Overig 214
903
Investeringsverplichtingen
Investeringsverplichtingen X € 1.000
Vechtdalverbinding (N340/N48/N377) 23.472
N307 4.331
Investering DRIS 2310
Investering vastgoed provinciehuis 735
N348 366
Overig 245
Investering waterwegen 189
F35 90
Wegen overig 89

Subsidieverplichtingen

Terug naar navigatie - Subsidieverplichtingen
Subsidieverplichtingen X € 1.000
SKNL functieverandering 62.100
Agrarisch natuurbeheer 23.900
SNL Natuurbeheer 51.600
Overige (meerjarige) subsidieverplichtingen 79.382

In de periode tot en met 2015 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007-2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer. Per einde 2021 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur volgens opgave van RVO.nl € 86 miljoen, waarvan € 23,9 miljoen betrekking heeft op Agrarisch natuurbeheer en € 62,1 miljoen op uitfinanciering van SKNL functieverandering. Daarnaast is voor de periode via eigen subsidie verlening voor SNL natuurbeheer € 51,6 miljoen verplicht voor de jaren 2022 t/m 2025.

Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen

Terug naar navigatie - Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen
Overige verplichtingen X € 1.000
Concessies OV 39.232
ICT 9.801
Onderhoud kunstwerken 7.975
Onderhoud wegen 4.705
Gladheidsbestrijding 1.698
Brug- en sluisbediening 1.637
Onderhoud diversen 1.140
Onderhoud facilitaire zaken 1.093
Monitoring Natuur-Landschapbeleid 994
Kanaal Almelo de Haandrik 897
Licenties 864
Onderhoud VRI 684
ProRail 674
Onderhoud waterwegen 414

Landinrichting

Terug naar navigatie - Landinrichting

De te verwachten uitbetalingen (nog te betalen bedragen landinrichting) en vorderingen (nog te vorderen bedragen landinrichting) zijn niet verwerkt in de projectadministratie. 
Per saldo is er € 50k meer gefactureerd (geïnd of nog te innen door provincie), dan is uitbetaald (betaald door provincie) in 2021. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door de verstuurde eindafrekening van de landinrichting Enschede zuid Boekelo-Twekkelo en verrekende voorschotten van de Landinrichting Staphorst.
In 2021 zijn er geen definitieve eindafrekeningen (correctiefactor) vastgesteld. Er is daarom geen te verwachten resultaat ingeboekt.

De balans sluit per 1-1-2021 op  € 0,4 miljoen (negatief). Vanaf 2022 zal dit bedrag nog worden gefactureerd. Er kunnen nog wijzigingen komen op het te verwachten resultaat, omdat niet alle bedragen geïnd of uitbetaald kunnen worden.