1.3.2 Toekomstbestendig maken van de woningvoorraad

Inhoud

Wij hebben samen met kwartiermaker burgemeester Vroomen van de gemeente Ommen en de betrokken partners een provinciedekkende aanpak Vitalisering vakantieparken ontwikkeld. Op 19 januari 2021 hebben wij u hier per brief over geïnformeerd. Dit heeft geresulteerd in de oprichting van het Expertisecentrum Vitale vakantieparken Overijssel dat gemeenten ondersteunt bij de revitalisering van vakantieparken. In zijn algemeenheid lijken de gevolgen van de coronacrisis voor vakantieparken mee te vallen. We hebben geen signalen gekregen vanuit de gemeenten dat het aantal niet-vitale parken sterk is toegenomen. Mocht dit wel zo zijn, dan is te verwachten dat het beroep op het Expertisecentrum zal toenemen.

Financiën

Resultaatbestemming:

Provincie dekkende aanpak niet-vitale vakantieparken
Vanuit de reeds eerder door u beschikbaar gestelde middelen is in 2021 een start gemaakt met het inrichten van het Expertisecentrum vitale vakantieparken Overijssel en de uitvoering van parkgerichte onderzoeken. De gesprekken tussen de gemeenten en de vakantieparken en de daarmee samenhangende besluitvorming hebben vanwege de complexiteit van de problematiek meer tijd gekost dan verwacht. Het incidentele budget (€ 0,1 miljoen) dat door u bij de perspectiefnota 2021 extra beschikbaar is gesteld voor de provincie dekkende aanpak niet-vitale vakantieparken is daardoor in 2021 niet tot besteding gekomen. De middelen zijn nodig in 2022 voor de provincie dekkende aanpak niet-vitale vakantieparken. 

Wij stellen u het incidentele budget (€ 0,1 miljoen) dat door u bij de perspectiefnota 2021 extra beschikbaar is gesteld voor de provincie dekkende aanpak niet-vitale vakantieparken beschikbaar te houden  voor de provincie dekkende aanpak niet-vitale vakantieparken en middels resultaatbestemming door te schuiven naar 2022  (prestatie 1.3.2 Toekomstbestendig maken van de woningvoorraad).

Wijziging verwerkt in Kerntaak 20 (Algemene dekkingsmiddelen):

Startersleningen SVN
Onder deze prestatie is de financiële afwikkeling opgenomen van de startersleningen. Deze leningen zijn tot 2016 door de provincie verstrekt en de afwikkeling is voor de provincie niet beïnvloedbaar. Deze bestaat uit enerzijds de beheersvergoeding aan de Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en betreft verder de rentebaten voor verstrekte leningen. De aflossing van de leningen, beheersvergoeding en rentebaten vloeien voort uit contractuele afspraken. Doordat verstrekte leningen vervroegd worden afgelost zijn de verwachte rentebaten lager dan het geraamde bedrag in de begroting (€ 0,3 miljoen lager). Verder zijn de verwachte beheerskosten lager uitvallen dan geraamd (€ 34.000 lager). Door de aflossing van de leningen ontstaat er vrijval in de Algemene Financieringsreserve dat wordt toegelicht onder kerntaak 20 Algemene dekkingsmiddelen.