Inhoud
1. De resultaten uit de strategische verkenning mobiliteit & ruimte zijn (en worden) gebruikt als input voor de Nieuw Omgevingsvisie Overijssel. Mobiliteit en de daarmee samenhangende transities, waaronder klimaat en energie, worden beschouwd in relatie tot het omgevingsbeleid waaronder locatiekeuzes en gebiedsinrichting. De mobiliteitstransitie (minder, anders, schoner) draagt substantieel bij aan een goede en gezonde bereikbaarheid en past naadloos in de door uw Staten gekozen voorkeursrichting van het toekomstperspectief van Zelfbewust Overijssel.
2. Het in het klimaatakkoord benoemde RMP is eigenlijk bedoeld als een Regionaal Mobiliteits Programma en zou als tactisch verbindend document tussen beleid en uitvoering gepositioneerd moeten worden, waarin minimaal de afspraken uit het klimaatakkoord een plek zouden moeten krijgen. In de afgelopen periode werd het echter ook vaak een regionaal mobiliteits plan genoemd en is het door diverse provincies opgepakt als beleidsplan met uitvoeringsagenda. Binnen Oost-Nederland werd de noodzaak van een RMP plan niet zo gezien, aangezien (duurzaam) beleid al vastligt in koersdocumenten (Overijssel), mobiliteitsvisie (Gelderland) en omgevingsvisies in beide provincies. Daarnaast hebben de afspraken vanuit het klimaatakkoord al een plek in diverse uitvoeringsprogramma’s. Vandaar dat deze actie nog niet was opgepakt. Recent is echter duidelijk geworden dat een RMP, maar dan als programma, wellicht een rol gaat spelen als voorwaarde voor rijks financiering bij mobiliteitsprojecten. Vandaar dat er in de 1e helft van 2022 nu wel prioriteit wordt gegeven aan een RMP (programma). Mogelijk wordt daarbij samengewerkt met Gelderland, maar anders zal er een Overijssels RMP (programma) worden gemaakt, waarbinnen de koppeling wordt gelegd met bestaand beleid en bestaande uitvoeringsprogramma’s.
3. Covid-19 heeft digitaal en op afstand vergaderen versneld. Via de Werkgeversaanpak hebben wij werkgevers vouchers aangeboden voor het opstellen van een thuiswerkplan/hybride-werkenplan voor na de coronacrisis. Doel is om werknemers een deel van hun werktijd structureel te laten thuiswerken en tegelijk te zorgen voor meer spreiding van mobiliteit. Samen met partners hebben we gewerkt en werken we aan een transitie naar meer vraagafhankelijke vervoersvormen.
4. Wij hebben diverse studies uitgevoerd onder andere ter verbetering van treinverbindingen (zie beleidsdoel 4.2), het Nationaal Toekomstbeeld Fiets (zie beleidsdoel 4.3) en de inventarisatie risico gestuurde aanpak Verkeersveiligheid (zie beleidsdoel 4.5).
5. Op deze actie, waarvoor het initiatief bij provincie Friesland ligt, is geen voortgang te melden. In verband met de demissionaire status van het kabinet zijn er geen gesprekken gevoerd.
6. De PlanMER is door de colleges van Almelo, Borne en de provincie vastgesteld. U heeft in uw vergadering van december 2021 op basis van het PlanMER Vloedbeltverbinding steun uitgesproken voor het voorkeursalternatief tracé 'Bundeling A1/A35. In 2022 brengen wij een provinciaal inpassingsplan in procedure om het voorkeurstracé planologisch mogelijk te maken.