4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid

Inhoud

In 2021 hebben we, in afstemming met de wegbeheerders in Overijssel, infrastructurele projecten gesubsidieerd gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid. Enkele Overijsselse gemeenten hebben als aanvulling op deze subsidie ook maatregelen kunnen uitvoeren op basis van een aanvraag op de cofinancieringsregeling van de Investeringsimpuls  Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV). Bij deze verkeersveiligheidsmaatregelen gaat het onder meer om  het aanpassen van kruispunten,  veilig inrichten van schoolomgevingen en verbreden van fietspaden.

De Covid-19 maatregelen hebben nog wel invloed gehad op de uitvoering van infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen met name ten aanzien van de vertraging van het leveren van materialen.  Dit leidt vervolgens tot vertraging in de uitgaven.

De provinciale opgaven uit het Startakkoord van het SPV 2030 zijn uitgevoerd en behaald.

Daarnaast is er op het provinciale wegennet gewerkt aan de uitvoering van infrastructurele maatregelen, op basis van de door het Rijk ontvangen cofinanciering  uit de  1e tranche Investeringsimpuls SPV. De toegekende subsidie bedraagt in totaal € 2.7 miljoen voor de periode tot en met 2025.

Financiën

Financieel resultaat prestatie 4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid
Op deze prestatie zijn de geraamde lasten van € 6,2 miljoen  en is ruim € 1,8 niet tot besteding gekomen. Van de geraamde baat van € 0,3 miljoen is € 0,2 miljoen gerealiseerd. De geraamde baat betreft een Rijksbijdrage voor stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021.
De onderbesteding op de lasten kan als volgt worden verklaard:

UVP 2021
In totaal € 0,3 miljoen onderbesteding veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend en niet slechts aan het jaar waarin de beschikking is afgegeven. Dit geeft een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar.

Strategische visie op verkeersveiligheid
Op de post Strategische visie op verkeersveiligheid is van het geraamde bedrag van € 0,6 miljoen € 0,3 miljoen besteed aan de realisatie van verkeersveiligheidsmaatregelen. Een bedrag van € 0,3 miljoen is niet tot besteding gekomen. Voor de verkeersveiligheidsmaatregelen ontvangen wij 50% van de daadwerkelijke kosten van het Ministerie van I&M met een maximum van € 0,3 miljoen. In 2021 is hiervan € 0,2 miljoen gerealiseerd.

Realisatie verkeersveiligheid maatregelen
Voor de realisatie verkeersveiligheid maatregelen was in 2021 een bedrag van € 3,0 miljoen geraamd waarvan € 1,7 miljoen is gerealiseerd. Een bedrag van € 1,3 miljoen is niet tot besteding gekomen. De onderbesteding wordt voor € 1,0 miljoen veroorzaakt doordat voorbereiding, programmering  en besluitvorming van infrastructurele projecten relatief veel tijd vergen voordat projecten worden uitgevoerd. Wij stellen u voor middels resultaatbestemming € 1 miljoen in te zetten voor verkeersveiligheidsmaatregelen aan de gebiedsontsluitingsweg N377 Hasselt-Lichtmis. Bij prestatie 4.7.3. ‘Vervangen provinciale infrastructuur’ is een nadere toelichting opgenomen. De middelen worden conform de financiële regelgeving toegevoegd aan de Reserve dekking kapitaallasten. Deze mutatie wordt verwerkt in Kerntaak 20.

De resterende € 0,3 mln. wordt veroorzaakt doordat de lastneming van subsidies met ingang van het boekjaar 2021 is gewijzigd. Meerjarig verleende subsidies moeten nu aan de volledige meerjarige uitvoeringsperiode van gesubsidieerde projecten worden toegerekend. Dit is een administratieve onderbesteding, de middelen zijn niet meer beschikbaar.

Correctie Resultaatbestemming terugvloeiende subsidies:

Bij de jaarrekening 2020 heeft u ingestemd met een resultaatbestemming voor het meerjarig beschikbaar houden van vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit. In 2021 is gebleken dat de subsidievaststelling in een lagere vrijval resulteert dan bij de resultaatbestemming is opgenomen. Wij stellen u voor dit te corrigeren door de meerjarig beschikbare middelen voor uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit te wijzigen.