Status prestaties

Analyse van het resultaat over 2024

Analyse van het resultaat over 2024

Status prestaties

Resultaatoverzicht

Terug naar navigatie - Resultaatoverzicht

Het jaarrekeningresultaat 2024 bedraagt € 66,5 miljoen. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de begrote en gerealiseerde kosten en opbrengsten in 2024.

Begroting 2024
De kosten van alles wat wij in 2024 wilden uitvoeren hebben wij begroot op € 631,5 miljoen. Wij gingen ervan uit dat de opbrengsten van die uitvoering € 633,2 miljoen zouden bedragen. De opbrengsten in 2024 zouden dan € 1,7 miljoen hoger zijn dan de kosten. In financiële termen spreken we van een positief saldo van baten en lasten van € 1,7 miljoen.

Naast deze kosten en opbrengsten van alles wat wij uit wilden voeren, wilden wij ook € 613,0 miljoen toevoegen aan onze reserves. Dit bedrag is nodig voor het opvangen van kosten en het beheersen van risico's in de komende  jaren. Ook sparen we om invulling te kunnen geven aan toekomstige wensen, bijvoorbeeld voor de volgende coalitieperiode. Tegenover die toevoeging aan de reserves staat dat we € 611,3 miljoen uit de reserves wilden halen. Dat bedrag heeft juist betrekking op geld dat we in het verleden hebben gespaard om de in 2024 te maken kosten op te vangen. In 2023 wilden we dus per saldo (€ 613,0 miljoen -/- € 611,3 miljoen) € 1,7 miljoen aan de reserves toevoegen.

Het positieve saldo van baten en lasten (€ 1,7 miljoen) en de mutatie van de reserves (-/- € 1,7 miljoen) leiden dan tot een sluitende begroting. Het saldo is nul. In de achterliggende jaren haalden wij per saldo altijd geld uit de reserves. Dit jaar is dat andersom. Dat wordt vooral veroorzaakt door lagere onttrekkingen aan de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Veel KVO-projecten uit vorige coalitieakkoorden zijn in de afrondende fase. De projecten vanuit het nieuwe coalitieprogramma zijn juist nog in de startfase. Daardoor zijn de kosten voor KVO-projecten lager dan in voorgaande jaren.

Realisatie 2024 (jaarrekening)
De werkelijk gemaakte kosten in 2024 bedroegen € 553,9 miljoen. De opbrengsten bedroegen € 650,0, miljoen. Dat betekent dat de opbrengsten € 96,1 miljoen hoger waren dan de kosten. Er is sprake van een positief saldo van baten en lasten van € 96,1 miljoen. 
Daar staat tegenover dat we meer geld aan de reserves hebben toegevoegd dan dat we eruit gehaald hebben. We hebben € 612,5 miljoen aan de reserves toegevoegd. En we  hebben € 582,9 miljoen uit de reserves gehaald. Per saldo hebben we dan € 29,6 miljoen toegevoegd aan de reserves. Dit is een kostenpost voor het jaarrekeningresultaat. 

Het jaarrekeningresultaat 2024 bestaat uit het positieve saldo van baten en lasten van € 96,1 miljoen verminderd met het bedrag van € 29,6 miljoen dat we per saldo aan de reserves hebben toegevoegd. Het jaarrekeningresultaat bedraagt daarmee (€ 96,1 miljoen -/- € 29,6miljoen) € 66,5 miljoen. 

Vergelijking begroting met realisatie (jaarrekening)
 De werkelijk gemaakte kosten in 2024 zijn € 77,6 miljoen lager dan begroot. De opbrengsten zijn € 16,8 miljoen hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting is er dus sprake van een voordeel van € 94,4 miljoen. Dit ziet u in de tabel bij de regel 'saldo van baten lasten'. 

Daar staat tegenover dat we ten opzichte van de begroting € 27,9 miljoen minder uit de reserves hebben gehaald dan begroot. Een deel van de kosten die we ten laste van de reserves zouden brengen is niet gemaakt. Dat betekent voor het jaarrekeningresultaat een nadeel ten opzichte van de begroting van € 27,9 miljoen.

Het voordeel van € 94,4, miljoen ten opzichte van de begroting op de gemaakte kosten en opbrengsten, verminderd met het nadelige verschil van € 27,9 miljoen op de mutatie van de reserves, leidt tot het jaarrekeningresultaat van € 66,5 miljoen.

Vervolg van deze analyse
 In het vervolg van deze analyse verklaren we eerst de posten die hebben geleid tot het jaarrekeningresultaat van € 66,5 miljoen. Vervolgens laten we u in een tabel zien op welke prestaties de verschillen tussen begroot en werkelijk zijn ontstaan. Dit verschil bestaat uit het jaarrekeningresultaat (€ 66,5 miljoen) en de voordelen op de budgetten die worden verrekend met reserves (€ 27,9 miljoen).  De voordelen van € 27,9 miljoen op de budgetten die worden verrekend met de reserves lichten we toe onder het kopje 'Verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves'.

Onder deze toelichtingen op het resultaat en het verschil met de begroting komen vervolgens nog een aantal relevante financiële items aan de orde.

Bedragen x € 1,0 miljoen Begroot Realisatie Saldo
Lasten € 631,5 € 553,9 € 77,6
Baten € 633,2 € 650,0 € 16,8
Saldo van baten en lasten € 1,7 € 96,1 € 94,4
Stortingen in reserves € 613,0 € 612,5 € 0,5
Onttrekkingen aan reserves € 611,3 € 582,9 -€ 28,4
Bijdrage reserves aan het resultaat -€ 1,7 -€ 29,6 -€ 27,9
Jaarrekeningresultaat € 0,0 € 66,5 € 66,5

Analyse van het resultaat

Terug naar navigatie - Analyse van het resultaat

Onderstaand lichten we de afwijkingen ten opzichte van de begroting toe, groter dan € 0,5 miljoen, die bijdragen aan het jaarrekeningresultaat van €66,5 miljoen. De posten zijn ook opgenomen in onderstaande tabel. Bij de betreffende prestaties vindt u de uitgebreide financiële toelichting.

Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid (prestatie 1.1.2, voordeel € 0,9 miljoen)
De begrote lasten voor deze prestatie bedragen € 3,0 miljoen. Van de uitvoeringsbudgetten voor Novexgebied Regio Zwolle, voorkantsamenwerking en ruimtelijke taken  is € 0,9 miljoen niet besteed. In de Monitor 2024-II hebben wij een onderbesteding van € 0,65 miljoen aangekondigd. Voor de resterende middelen voor het Novexgebied regio Zwolle, ter grootte van € 0,3 miljoen, doen wij een voorstel voor resultaatbestemming.

 Implementatie omgevingswet (prestatieweg 1.1.5, voordeel € 0,5 miljoen)
Van het budget van € 0,56 miljoen is € 0,5 miljoen niet besteed. In de Monitor 2024-II hebben wij hiervan € 0,4 miljoen aangekondigd. De Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet staan nog in de kinderschoenen en worden doorontwikkeld. De kosten voor implementatie, aansluiting, testen, monitoring en opleiding maken wij daarom voor een groot deel in latere jaren. Om die reden doen we een voorstel voor resultaatbestemming voor de niet bestede middelen.

Klimaatadaptieve inrichting in 2050 (prestatie 1.4.1, voordeel € 0,5 miljoen)
De budgetten voor klimaatadaptatie en bovenregionale stresstesten zijn slechts zeer beperkt tot besteding gekomen. Voor € 0,25 miljoen hebben wij dit aangekondigd in Monitor 2024-II. Voor klimaatadaptie zijn minder aanvragen ontvangen dan verwacht. De uitvoering van de bovenregionale stresstesten wateroverlast vindt plaats in 2025. Wij stellen u via het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen voor om de niet bestede middelen voor deze onderwerpen, ter grootte van € 0,5 miljoen, via resultaatbestemming toe te voegen aan de begroting 2025. 

Inzetten grondbeleidsinstrumentarium (prestatie 1.5.1, voordeel € 4,1 miljoen)
Op deze prestatie zijn ten opzichte van de begroting voordelen ontstaan op het tijdelijk beheer van gronden en opstallen (€ 0,3 miljoen) en de verkoop van gronden (€ 3,8 miljoen). Via het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen stellen u voor om deze voordelen via resultaatbestemming toe te voegen aan de Algemene  reserve grondzaken.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving ( prestatie 2.1.2, voordeel € 0,8 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,5 miljoen resteert € 0,6 miljoen. Daarnaast zijn de inkomsten vanuit onder andere leges € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Via het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen  stellen wij  voor om € 0,3 miljoen van de niet bestede middelen toe te voegen aan de begroting 2025. Dit gaat over de door ons ontvangen rijksmiddelen voor versterking van vergunningverlening maatwerkaanpak (€ 0,2 miljoen) en versterking van de robuustheid van het stelsel  voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (€ 0,1 miljoen).

Beheer natuurterreinen (prestatie 3.1.4, voordeel € 1,7 miljoen)
Van het budget van € 24,8 miljoen is € 1,7 miljoen niet besteed.

Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (prestatie 3.1.5, voordeel € 2,2 miljoen)
Van het budget van € 5,0 miljoen is € 2,2 miljoen niet besteed. Dat wordt vooral veroorzaakt door een hogere cofinanciering vanuit Europese middelen dan verwacht. Voor € 1,7 miljoen hebben wij deze onderbesteding aangekondigd in Monitor 2024-II. Het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen bevat het voorstel om de niet bestede middelen via resultaatbestemming toe te voegen aan de Algemene risicoreserve.  Dit, gelet op de onzekerheid over beschikbaarheid van Europese cofinanciering in 2028 en 2029. De afgegeven beschikkingen lopen in die jaren nog door. De looptijd van het huidige Europese programma stopt eind 2027.

Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken (prestatie 4.1.3, voordeel € 0,8 miljoen)
Op deze prestatie zijn budgetten ter grootte van € 1,4 miljoen beschikbaar voor beter benutten en mobiliteitsmanagement. Door ontvangen specifieke uitkeringen van het Rijk is het beroep op deze budgetten € 0,8 miljoen lager dan begroot. Via Monitor 2024-II kondigden wij een onderbesteding van € 0,6 miljoen aan.

Concessie- en contractmanagement van bus en trein (prestatie 4.2.3, voordeel € 15,6 miljoen)
Het budget op deze prestatie in 2024 bedraagt € 135,9 miljoen. Ten opzichte van dit budget is een voordeel ontstaan van € 15,6 miljoen. In Monitor 2024-II kondigden wij een voordeel aan van € 6,4 miljoen. Het extra voordeel is ontstaan door lagere kosten als gevolg van rituitval, lagere indexeringen dan verwacht, lagere subsidievaststellingen uit voorgaande jaren, en de nog niet bestede middelen voor toegankelijk regionaal openbaar vervoer die wij in 2024 van het Rijk hebben ontvangen. Bovendien was er een meevaller aan de inkomstenkant door indexatie van de Specifieke uitkering decentraal spoor. 

Wij doen een resultaatbestemmingsvoorstel ter grootte van  € 13,2 miljoen. Voor € 3 miljoen heeft dit betrekking op de rijksmiddelen voor toegankelijk regionaal openbaar vervoer. Voor € 10,2 miljoen willen wij middelen inzetten voor het verbeterplan OV, waarmee wij invulling willen geven aan de Motie Peetsma "OV dat weer loopt als een trein. Dit is ook in lijn met de Motie OV-geld weer de bus of de trein in en onze brief van december over het verbeterplan.

Stimulering fietsgebruik (prestatie 4.3.1, voordeel € 2,6 miljoen)
In het kader van deze prestatie zijn subsidies verstrekt waarvan de lasten pas in latere jaren worden verantwoord. Wij stellen voor om € 2,5 miljoen via resultaatbestemming toe te voegen aan de Reserve verstrekte subsidies (€ 1,7 miljoen) en  het budget voor prestatie 4.3.1 in 2025 (€ 0,8 miljoen). 

Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid (prestatie 4.6.10, voordeel € 0,7 miljoen)
Voor € 0,35 miljoen heeft de onderbesteding te maken met latere uitvoering van de vervanging van elf verkeersregelinstallaties. Daarnaast zijn subsidies verstrekt waarvan de lasten voor € 0,35 miljoen ten laste van latere jaren komen. Voor de niet bestede middelen doen wij een voorstel voor resultaatbestemming.

Goed functionerende provinciale infrastructuur (prestatie 4.7.1, voordeel € 0,8 miljoen)
Voor deze prestatie is in 2024 een budget beschikbaar van € 17,3 miljoen. Voor € 1,2 miljoen is dit budget niet besteed. Voor € 0,8 miljoen draagt dit bij aan het jaarrekeningresultaat. Voor € 0,4 miljoen blijft de onderbesteding ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Het voordeel van € 0,8 miljoen doet zich voor op de budgetten voor dagelijks onderhoud en gladheidsbestrijding.

Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik (prestatie 474, nadeel € 1,6 miljoen)
Op basis van de geactualiseerde berekening van de nog te maken kosten voor de afwikkeling van de schades hebben wij een toevoeging van € 1,6 miljoen gedaan aan de Voorziening kanaal Almelo de Haandrik schadeloosstelling.

Werklocaties: basis op orde (prestatie 5.3.1, nadeel € 0,7 miljoen)
Op basis van de jaarrekening van de Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) hebben wij € 0,8 miljoen moeten toevoegen aan de Voorziening HMO. Dit heeft geleid tot een nadeel ten opzichte van de begroting van € 0,7 miljoen op deze prestatie. Wij stellen u bij deze jaarrekening een begrotingswijziging voor. Daarbij wordt deze toevoeging aan de voorziening ten laste gebracht van de daarvoor beschikbare middelen in de Algemene financieringsreserve. 

Toplocaties (prestatie 5.3.3, nadeel € 2,7 miljoen)
De verliesvoorziening voor de grondexploitatie van TecBase hebben wij met € 2,8 miljoen aan moeten vullen.  Deze verhoging is noodzakelijk gebleken op basis van het vooruitzicht dat de huidige knelpunten voor kaveluitgifte (netcongestie en stikstofruimte) niet eerder dan 2031 zijn opgelost. Dit heeft geleid tot een nadeel ten opzichte van de begroting van € 2,7 miljoen. Via het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen stellen wij voor om deze toevoeging ten laste te brengen van de daarvoor bestemde middelen in de Algemene risicoreserve.

Europese programma's (prestatie 5.5.3, nadeel € 1,2 miljoen)
Voor Europese programma's hebben wij een deel van de middelen voor de periode 2021-2027 eerder besteed dan begroot. De bestedingen passen binnen het budget voor de gehele periode. Wij stellen u bij deze jaarrekening een begrotingswijziging voor waarbij de overschrijding van € 1,2 miljoen ten laste wordt gebracht van de daarvoor beschikbare middelen in de Reserve Europese programma's.

Materieel erfgoed (prestatie 6.1.1, voordeel € 1,2 miljoen)
Van het budget voor deze prestatie, ter grootte van € 6,6 miljoen, is € 1,2 miljoen niet besteed. Dit wordt vooral veroorzaakt door een subsidie voor de restauratie van grote monumenten van €1,6 miljoen.  Deze komt voor € 1,1 miljoen ten laste van de komende jaren. Wij stellen u daarom voor om via resultaatbestemming deze € 1,1 miljoen beschikbaar te houden voor het opvangen van die lasten.

Versterking maatschappelijke initiatieven (prestatie 6.6.2, voordeel € 1,0 miljoen)
Op deze prestatie is van het budget van € 2,0 miljoen een bedrag van € 1,0 miljoen niet besteed. Voor € 0,8 miljoen hebben wij dit aangekondigd in Monitor 2024-II.  De ruimte is voor € 0,5 miljoen ontstaan op het budget voor subsidies voor vernieuwing sociale kwaliteit. Voor € 0,4 miljoen is het budget voor opschaling en verbreding van vrijwilligersondersteuning niet besteed. Voor deze resterende bedragen doen wij een voorstel voor resultaatbestemming.

(Rijks-)taken Commissaris van de Koning (prestatie 7.1.6, voordeel € 0,6 miljoen)
Van het budget van € 1,1 miljoen is € 0,6 miljoen niet besteed. Voor € 0,5 miljoen hebben wij dit aangekondigd in Monitor 2024-II. De ruimte zit vooral op de budgetten voor 80 jaar vrijheid in Overijssel, weerbaar bestuur kleine kernen en de regietafel asiel. Voor de niet bestede middelen voor deze onderwerpen doen wij een voorstel voor resultaatbestemming, ter grootte van € 0,5 miljoen.

Bestuur (prestatie 7.3.5, nadeel € 0,9 miljoen)
Het nadeel op deze prestatie wordt vooral veroorzaakt door een hogere toevoeging aan de Voorziening algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks op basis van een actuariële berekening vastgesteld. Met name de rentestand is daarbij bepalend voor de hoogte van de voorziening.  In 2024 is de rente ten opzichte van 2023 fors gedaald, waardoor wij meer geld in kas moeten houden om de (toekomstige) pensioenen uit te kunnen betalen.  

Overhead (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 5,0 miljoen)
Het budget voor overhead, exclusief de toegerekende personele kosten, bedraagt in 2024 € 32,4 miljoen. Het voordeel ten opzichte de begroting bedraagt € 5,4 miljoen. Hiervan blijft € 0,4 miljoen ten gunste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Voor € 5,0 miljoen draagt het voordeel bij aan het rekeningresultaat. In Monitor 2024-II hebben wij hiervan € 2,0 miljoen aangekondigd. Het grootste voordeel is ontstaan door niet bestede ict-budgetten (€ 3,0 miljoen). Onder de tegel 'Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen' is een uitgebreide toelichting op dit budget opgenomen.

Opcenten motorrijtuigenbelasting (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 5,1 miljoen)
In 2024 bedraagt de begrote opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting € 121,3 miljoen. De gerealiseerde opbrengsten zijn € 5,1 miljoen hoger. In de maanden november en december ontvingen wij fors hogere afdrachten dan in de daaraan voorafgaande maanden.

Provinciefonds (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 9,9 miljoen)
Via de decembercirculaire is de provinciefondsuitkering die wij ontvangen verhoogd met € 9,9 miljoen. De totaal ontvangen provinciefondsuitkering in 2024 bedraagt  
€ 318,3 miljoen. Voor de diverse onderwerpen waarvoor extra middelen aan het provinciefonds zijn toegekend doen wij een voorstel voor resultaatbestemming. 

Rentebaten (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 2,0 miljoen)
De rentebaten zijn € 2,0 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. De totale rentebaten in 2024 bedragen € 33,8 miljoen.

Vrijval voorgaande jaren (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 2,8 miljoen)
In de begroting is een post opgenomen voor vrijval van lasten uit eerdere jaren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om lager vastgestelde subsidies van inmiddels beëindigde subsidieregelingen. De vrijval komt in 2024 uit op € 3,8 miljoen. Daarmee bedraagt het voordeel ten opzichte van de begroting € 2,8 miljoen. In de Monitor 2024-II hebben wij hiervan € 1,0 miljoen aangekondigd.

Buffers voor prijsindexering (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 4,5 miljoen)
De buffers voor prijsindexering zijn voor € 4,5 miljoen niet ingezet in 2024. Dit hebben wij aangekondigd in Monitor 2024-II.

Personeelsgebonden kosten (Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen, voordeel € 2,8 miljoen)
Het totale budget voor de personeelsgebonden kosten bedraagt in 2024 € 96,0 miljoen. Op dit budget resteert een voordeel van € 2,8 miljoen. Een overzicht van de personeelsgenbonden kosten is opgenomen onder het kopje 'jaarrekening' in de menubalk bovenaan de site van de jaarrekening.

Prestatie Omschrijving Resultaat x € 1,0 miljoen
1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid € 0,90
1.1.5 Implementatie omgevingswet € 0,50
1.4.1 Klimaatadaptieve inrichting in 2050 € 0,50
1.5.1 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium € 4,10
2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu € 0,80
3.1.4 Beheer natuurterreinen € 1,70
3.1.5 Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied € 2,20
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken € 0,80
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 15,60
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 2,60
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaaheid € 0,70
4.7.1 Goed functionerende provinciale infrastructuur € 0,80
4.7.4 Aanpak schades lang Kanaal Almelo de Haandrik -€ 1,60
5.3.1 Werklocaties: basis op orde -€ 0,70
5.3.3 Toplocaties -€ 2,70
5.5.3 Europese's programma's -€ 1,20
6.1.1 Materieel erfgoed € 1,20
6.6.2 Versterking maatschappelijke initiatieven € 1,00
7.1.6 (Rijks)taken Commissaris van de Koning € 0,60
7.3.5 Bestuur -€ 0,90
OFD Overhead € 5,00
OFD Opcenten motorrijtuigenbelasting € 5,10
OFD Provinciefonds € 9,90
OFD Rentebaten € 2,00
OFD Vrijval voorgaande jaren € 2,80
OFD Buffers prijsindex en onvoorzien € 4,50
OFD Toegerekende personeelsgebonden kosten € 2,80
Overig € 7,50
Totaal € 66,50

Specificatie van het resultaat

Terug naar navigatie - Specificatie van het resultaat

Onderstaande tabel geeft per prestatie het verschil tussen begroting en realisatie (jaarrekening) weer. Daarbij wordt aangegeven welk deel van dat verschil wordt afgerekend met de reserves en welk deel van het verschil doorwerkt in het jaarrekeningresultaat. Een deel van het verschil wordt afgerekend met de reserves omdat een deel van de budgetten per prestatie afkomstig is uit reserves. Als de lasten op die budgetten lager zijn dan begroot, of de opbrengsten hoger dan begroot, wordt er minder geld uit de reserves gehaald. Dat deel van het verschil tussen begroting en realisatie blijft dan ten gunste van de reserves en werkt niet door in het jaarrekeningresultaat. 
Met deze tabel zijn alle afwijkingen ten opzichte van de begroting inzichtelijk.  De toelichtingen op de individuele prestaties, vindt u bij de desbetreffende prestatie binnen de desbetreffende kerntaak. 

Prestatie Omschrijving Realisatie t.o.v. begroting
Totaal Reserves Resultaat
1.1.1 Vastleggen en waarborgen actueel ruimtelijk- en waterbeleid € 0,50 € 0,40 € 0,10
1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid € 0,90 € - € 0,90
1.1.5 Implementatie omgevingswet € 0,50 € - € 0,50
1.2.1 Werken aan een klimaatrobuust en veilig water- en bodemsysteem € 0,30 € - € 0,30
1.2.2 Samen werken aan klimaatadaptatie en waterbeheer € 0,40 € 0,40 € -
1.2.3 Werken aan voldoende schone drinkwaterbronnen nu en in de toekomst € 0,90 € 0,60 € 0,30
1.2.5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving water € - € - € -
1.2.7 IJsseldelta programma € 0,40 € - € 0,40
1.3.1 Ontwikkelen en uitvoeren woonagenda's € - € - € -
1.3.2 Toekomstbestendig maken van de woningvoorraad € - € - € -
1.3.3 Investeren in de woningmarkt € 0,20 € 0,20 € -
1.4.1 Werken aan een klimaatadaptieve inrichting in 20250 € 0,60 € 0,10 € 0,50
1.4.2 Investeringsprogramma Ruimte Wonen Retail € 1,60 € 1,60 € -
1.4.3 Actieplan leefbaar platteland € - € - € -
1.4.4 Ondergrondse verkabeling van hoogspanningsleidingen € 0,20 € 0,20 € -
1.5.1 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium € 4,10 € - € 4,10
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid € 0,30 € - € 0,30
2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu € 0,80 € - € 0,80
2.1.3 Ondersteunen en uitvoeren milieueffectrapportages/duurzaamheidsrapp € - € - € -
2.1.4 Monitoring en evaluatie milieu en gezondheid € - € - € -
2.2.1 Sanering en beheersing (asbest) verontreinigde bodemlocaties € 1,00 € 1,00 € -
2.2.2 Stimuleren van het verwijderen van asbestdaken € 0,20 € 0,20 € -
2.2.3 Beheer nazorgfonds € - € - € -
2.3.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie € 3,90 € 3,60 € 0,30
2.3.2 Financieren van projecten door Energiefonds Overijssel € 0,20 € - € 0,20
2.3.3 Realiseren van een betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam regionaal energienetwerk € - € - € -
2.4.1 Programma toekomstgerichte erven € 0,30 € 0,30 € -
3.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling natuur en landschap € - € - € -
3.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap € 0,30 € -0,10 € 0,40
3.1.3 Opstellen en actualisatie beheerplannen Natura2000 € - € - € -
3.1.4 Beheer natuurterreinen € 1,70 € - € 1,70
3.1.5 Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied € 2,20 € - € 2,20
3.1.6 Projecten voor verbeteren biodiversiteit € 1,00 € 0,60 € 0,40
3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap € 0,40 € - € 0,40
3.2.1 Beheer landschap € -0,10 € -0,10 € -
3.2.2 Projecten die een natuurinclusieve samenleving bevorderen € 0,20 € 0,20 € -
3.3.1 Beleidsontwikkeling stikstof € 0,10 € - € 0,10
3.3.2 Nationale parken € 0,30 € - € 0,30
3.3.4 Faunabeheer € 0,10 € 0,10 € -
3.3.5 Invasieve exoten € 0,40 € - € 0,40
3.4.1 Beleidsontwikkeling verduurzaming landbouw € 0,10 € - € 0,10
3.4.2 Innovatieprogramma Agro&Food € 0,50 € 0,50 € -
3.4.3 Landbouwstructuurversterking € 0,10 € - € 0,10
3.5.1 Realisatie Natuurnetwerk Nederland € 6,20 € 6,20 € -
3.5.2 Gebiedsgerichte Aanpak Noordwest Overijssel € - € - € -
3.5.3 Afronding natuuropgave pMJP-projecten € 0,60 € 0,50 € 0,10
3.5.4 Aanpak PAS melders € 0,70 € 1,70 € -1,00
3.5.5 Bossenstrategie en boscompensatie € - € - € -
3.5.6 Provinciaal programma landelijk gebied € 0,30 € 0,30 € -
4.1.1 Beleidsontwikkeling mobiliteit € 0,10 € 0,10 € -
4.1.2 Regionale mobiliteitsaanpak € - € - € -
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken € 0,80 € - € 0,80
4.1.5 Mobiliteitshubs € - € - € -
4.2.1 Transities Openbaar Vervoer € - € - € -
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen € 0,40 € 0,40 € -
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 15,60 € - € 15,60
4.2.4 Verbeteren infrastructuur openbaar vervoer € - € - € -
4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede € -0,50 € -0,50 € -
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 4,00 € 1,40 € 2,60
4.4.1 Port of Logistics Overijssel(POLO) € 0,10 € 0,10 € -
4.4.2 Slimme logistiek € - € - € -
4.4.3 Verduurzaming goederenvervoer € - € - € -
4.4.4 Robuust goederenvervoer netwerk € 0,10 € - € 0,10
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid € 0,60 € 0,30 € 0,30
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid € 0,40 € 0,10 € 0,30
4.6.1 A1 € 0,40 € - € 0,40
4.6.2 A28 € - € - € -
4.6.3 N35 – Lopende projecten € - € - € -
4.6.4 N35 Marsroute € - € - € -
4.6.5 N50 € - € - € -
4.6.6 N307 € - € - € -
4.6.7 Vechtdalverbinding € - € - € -
4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie overige projecten € - € - € -
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid € 0,90 € 0,20 € 0,70
4.6.12 Vloedbeltverbinding € - € - € -
4.6.13 N35 Knooppunt Raalte € 0,40 € 0,40 € -
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur € 1,20 € 0,40 € 0,80
4.7.2 Groot onderhoud provinciale infrastructuur € - € - € -
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur € 0,10 € 0,10 € -
4.7.4 Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik € -0,70 € 0,90 € -1,60
4.7.5 Zwartewaterbrug Hasselt € - € - € -
5.1.1 Arbeidsmarkt en onderwijs € - € - € -
5.2.1 Regiodeals Twente en Zuid en Oost-Drenthe € 0,40 € 0,40 € -
5.2.2 Regiodeal Zwolle € - € - € -
5.2.3 Stedendriehoek "Cleantech" € - € - € -
5.2.4 Meerjarenprogramma leefbaar Giethoorn € - € - € -
5.2.5 Nationaal groeifonds € 0,30 € 0,30 € -
5.3.1 Werklocaties: basis op orde € 0,90 € 1,60 € -0,70
5.3.2 Werklocaties provinciale participaties € - € - € -
5.3.3 Topwerklocaties € -2,70 € - € -2,70
5.3.4 Internationaliseren € 0,40 € 0,40 € -
5.4.1 Gastvrij Overijssel € 0,10 € 0,10 € -
5.4.2 Festivals en evenementen € 0,40 € 0,40 € -
5.5.1 Basisinfrastructuur € - € - € -
5.5.2 Bevorderen innovatie en ondernemerschap € 0,80 € 0,80 € -
5.5.3 Europese programma’s € -1,20 € - € -1,20
5.5.4 Verstrekken risicokapitaal € 0,30 € - € 0,30
5.5.5 Circulaire economie € -0,30 € -0,50 € 0,20
6.1.1 Materieel erfgoed € 1,20 € - € 1,20
6.1.2 Immaterieel erfgoed € 0,20 € 0,10 € 0,10
6.2.1 Een basis voor cultureel aanbod € 0,20 € 0,20 € -
6.2.2 Cultureel aanbod vernieuwen en ontwikkelen € 0,20 € 0,20 € -
6.3.1 Cultuur is jong geleerd en meedoen is de kunst € 0,10 € 0,10 € -
6.3.3 Talent heeft de toekomst € - € - € -
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren € 0,80 € 0,60 € 0,20
6.5.1 Overijsselaars bewegen een leven lang € 0,10 € - € 0,10
6.5.2 Iedereen doet mee € 0,40 € - € 0,40
6.5.4 Verbetering van gezondheid voor iedereen € - € - € -
6.6.1 Duurzame en eigentijdse voorzieningen en diensten € - € - € -
6.6.2 Versterking maatschappelijke initiatieven en inzet vrijwilligers € 1,00 € - € 1,00
7.1.1 Bestuurlijke inrichting en samenwerking € - € - € -
7.1.2 Interbestuurlijk toezicht € - € - € -
7.1.5 Ondermijning € 0,80 € 0,60 € 0,20
7.1.6 (Rijks)taken Commissaris van de Koning € 0,60 € - € 0,60
7.2.1 Kennisontwikkeling en -deling € 0,10 € - € 0,10
7.2.2 Trendbureau Overijssel € 0,10 € - € 0,10
7.2.3 Digitale overheid, datastrategie en data-analyse € - € - € -
7.2.4 Eigentijdse invulling participatie € - € - € -
7.3.1 Samenwerking met partners € 0,20 € - € 0,20
7.3.3 Communicatie € 0,40 € - € 0,40
7.3.4 Bezwaar en beroep € - € - € -
7.3.5 Bestuur € -0,90 € - € -0,90
7.3.6 Provinciale Staten € 0,30 € - € 0,30
OFD Toegerekende personeelsgebonden kosten € 2,80 € - € 2,80
OFD Overhead € 5,40 € 0,40 € 5,00
OFD Opcenten motorrijtuigenbelasting € 5,10 € - € 5,10
OFD Provinciefonds € 9,90 € - € 9,90
OFD Rente-opbrengsten € 2,00 € - € 2,00
OFD Dividend € 0,20 € - € 0,20
OFD Vrijval voorgaande jaren € 2,80 € - € 2,80
OFD Lagere storting in de Algemene Financieringsreserve en Reserve ZON € 0,40 € - € 0,40
OFD Onvoorzien en buffers voor prijsindexering € 4,50 € - € 4,50
Afrondingsverschillen € -0,20 € -0,20 € -
Totaal € 94,40 € 27,90 € 66,50

Verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves

Terug naar navigatie - Verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves

In de begroting 2024 is opgenomen dat wij € 611,3 miljoen uit de reserves wilden halen. Voor € 416,4  miljoen gaat het om bedragen die wij wilden overhevelen van de ene naar de andere reserve. Voor € 194, 9 miljoen was dit bedrag bedoeld voor het opvangen van in 2024 te maken kosten.  Het bedrag aan overheveling is in 2024 hoog als gevolg van de verwerking van de investeringsimpuls uit het coalitieakkoord 2023-2027. Daartoe dienden grote bedragen te worden overgeheveld van de Algemene reserve naar de Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel. Vervolgens, op basis van PS-besluiten over investeringsvoorstellen, zijn middelen overgeheveld van de Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel naar de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel.   

In 2024 hebben wij € 582,9 miljoen daadwerkelijk uit de reserves gehaald. De overhevelingen tussen de reserves van € 416,4 miljoen zijn uitgevoerd. Voor € 166,5 miljoen hebben we geld uit de reserves gehaald voor het opvangen van de gemaakte kosten. Ten opzichte van de begroting hebben we dus € 28,4 miljoen minder uit de reserves gehaald dan begroot. Onderstaand geven wij een toelichting op de oorzaken daarvan.

  • De kosten ten laste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel waren in 2024 begroot op € 61,9 miljoen. De in 2024 gemaakte kosten zijn € 13,9 miljoen lager. Vanuit deze reserve wordt bijgedragen aan 64 prestaties in de begroting. Bij drie prestaties zijn de lasten meer dan € 1,0 miljoen achtergebleven bij de raming. Gezamenlijk verklaren deze prestaties € 5,0 miljoen van de onderbesteding op budgetten die gedekt worden uit deze reserve.
    Het gaat om de volgende prestaties:
    • 1.4.2 Investeringsprogramma Ruimte Wonen Retail (€ 1,6 miljoen)
    • 2.3.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie (€ 1,8 miljoen)
    • 5.3.1 Werklocaties: basis op orde (€ 1,6 miljoen)
  • Vanuit de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland wordt budget geleverd voor de Ontwikkelopgave Natura 2000 (prestatie 3.5.1). De kosten ten laste van de reserve zijn € 6,2 miljoen lager dan de begrote kosten van € 21,7 miljoen.  De bestedingen zijn lager, doordat de voortgang in de gebieden achterblijft bij de verwachtingen. Onder andere de langere procedures om daadwerkelijk te kunnen starten met de uitvoering zijn hier een oorzaak van. Tegelijk zijn de baten hoger dan begroot, door een hogere opbrengst van gronden die verkocht zijn. 
  • De kosten ten laste van de Reserve verstrekte subsidies zijn € 3,5 miljoen achtergebleven bij de raming van € 8,4 miljoen. Vanuit deze reserve worden de subsidielasten gedekt van verstrekte subsidies van € 1,5 miljoen en hoger. Deze subsidielasten worden verantwoord naar rato van levering van de bijbehorende prestatie. De realisatie van de op te leveren prestaties, bij verkeersveiligheidsprojecten (prestaties 4.3.1 en 4.5.1) en energiebesparing en opwekking hernieuwbare energie (prestatie 2.3.1) is langzamer verlopen dan ingeschat bij de begroting.
  • De overige afwijkingen van € 4,8 miljoen worden veroorzaakt door kleinere verschillen op diverse reserves.

Voordelen op structurele begrotingsposten

Terug naar navigatie - Voordelen op structurele begrotingsposten

In reactie op de jaarstukken 2017 en 2018 heeft de auditcommissie geadviseerd om voor voordelen op structurele budgetten te duiden of die voordelen een incidenteel of structureel karakter hebben. Bij voordelen met een structureel karakter dient bovendien een relatie met de perspectiefnota te worden gelegd. 

Van de totaal begrote lasten van € 631,5 miljoen heeft € 420,0 miljoen betrekking op structurele begrotingsposten. Voor € 30,5 miljoen zijn deze structurele budgetten niet besteed. Van de begrote baten van € 633,2 miljoen heeft € 483,3 miljoen betrekking op structurele begrotingsposten. De gerealiseerde baten op de structurele begrotingsposten waren € 10,3 miljoen hoger dan begroot. Het totale voordeel op structurele begrotingsposten bedraagt daarmee 40,8 miljoen.

Voor € 34,8 miljoen doet dit voordeel zich voor op begrotingsposten waarop voor minimaal het tweede achtereenvolgende jaar een voordeel van meer dan € 0,1 miljoen is gerealiseerd.  Onderstaand beschrijven wij deze budgetten. Wij geven daarbij aan of deze onderbesteding structureel van karakter is. Onder de beschrijving is een samenvattende tabel opgenomen.

1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid (€ 0,1 miljoen)
In 2024 bedroeg de omvang van de structurele budgetten voor deze prestatie € 0,8 miljoen. Hiervan resteert € 0,1 miljoen. Het voordeel doet zich voor op het budget voor voorkantsamenwerking. De onderbesteding ten opzichte van het beschikbare budget is relatief klein. Wij zien geen aanleiding om de omvang van het structurele budget voor deze prestatie te herzien bij de perspectiefnota 2026.

1.5.1 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium (€ 1,2 miljoen)
Op deze prestatie worden de structurele kosten en baten verantwoord die zijn verbonden aan het tijdelijk beheer van onze gronden en gebouwen en aan de verkoop van de gronden en gebouwen die niet langer bruikbaar zijn voor onze programma's en projecten. Ook de kosten en opbrengsten verbonden aan het anticiperend grondfonds lopen via  deze prestatie. Het voordeel op de structurele budgetten voor deze prestatie bedraagt € 1,2 miljoen.  Dit voordeel wordt verrekend met de Algemene reserve grondzaken. Toekomstige resultaten op het gebied van beheer en verkoop van gronden laten zich lastig voorspellen. Wij bestempelen de in 2024 behaalde voordelen ten opzichte van de begroting dan ook niet als structureel. 

2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu (€ 0,5 miljoen)
De begrote structurele lasten voor deze prestatie bedroegen € 4,2 miljoen. De gerealiseerde lasten in 2024 zijn € 0,3 miljoen lager dan begroot. De structurele baten bedroegen € 0,7 miljoen en waren daarmee € 0,2 miljoen hoger dan begroot. De inkomsten hebben betrekking op leges en verhaal van kosten. De omvang van de inkomsten voor deze prestatie varieert van jaar tot jaar. De meeropbrengst ten opzichte van de begroting kwalificeert dan ook niet als structureel. De onderbesteding op de uitgaven is ten opzichte van het structurele budget van € 4,2 miljoen relatief gering. Bovendien varieert ook de omvang van de jaarlijkse kosten. Het grillige verloop van kosten en opbrengsten voor deze prestatie, gevoegd bij het belang van een goede invulling van deze taken,leidt voor ons tot de conclusie dat heroverweging van het budget voor deze prestatie bij de perspectiefnota 2026 niet aan de orde is. 

2.3.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie (€ 0,3 miljoen)
 Van de structureel begrote lasten van € 0,9 miljoen is € 0,2 miljoen niet besteed. Deze budgetten zijn vooral beschikbaar voor de regionale energiestrategieën.  Daarnaast zijn de rentebaten van de verstrekte duurzaamheidsleningen € 0,1 miljoen hoger dan begroot. Aan de energiestrategieën geven wij de komende jaren volop invulling. De rentebaten van de duurzaamheidsleningen variëren van jaar tot jaar. Wij zien geen aanleiding tot herziening van de structurele budgetten voor deze prestatie bij de perspectiefnota.   

3.1.4 Beheer natuurterreinen (€ 1,6 miljoen)
Het structurele budget voor natuurbeheer bedroeg € 24,6 miljoen. Hiervan is € 1,6 miljoen niet besteed. Het areaal aan te beheren natuur groeit de komende jaren nog. De verwachting is dan ook dat de structurele bestedingen toenemen, de komende jaren. In de begroting 2025 hebben wij een herijking van het budget voor natuurbeheer bij de perspectiefnota 2026 aangekondigd.

3.1.5 Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (€ 1,6 miljoen)
Van het structurele budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,3 miljoen, is € 1,6 miljoen niet besteed. Voor subsidies voor agrarisch natuurbeheer was meer Europese cofinanciering beschikbaar dan begroot.  De mate waarin dit voor de komende jaren kan gebeuren is onzeker. Bij een lagere cofinanciering vanuit Europa loopt het voordeel op de structurele budgetten terug.  Op basis van de bij de jaarrekening 2023 gesignaleerde structurele onderbesteding op deze prestatie is het budget voor deze prestatie in de begroting 2025 structureel verlaagd met € 0,3 miljoen. Dit is een deel van de invulling van de in de perspectiefnota 2025 opgenomen taakstelling van € 3,0 miljoen. Een verdere bijstelling van het budget voor deze prestatie bij de perspectiefnota 2026 ligt gezien de onzekerheid over de hoogte van de Europese cofinanciering niet voor de hand.

3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap (€ 0,4 miljoen)
Van het structurele budget van € 1,0 miljoen resteert € 0,4 miljoen.  Voor de resterende middelen doen wij bij deze jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming. Een deel van de voorgenomen activiteiten vindt plaats in 2025. Van een structureel voordeel op deze prestatie is geen sprake.   

4.1.3 Slim inzetten duurzame systemen en netwerken (€ 0,7 miljoen)
Het structurele budget voor deze prestatie bedroeg € 1,4 miljoen. Van dit budget resteert € 0,7 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat de voor deze prestatie gemaakte kosten voor een groot deel ten laste zijn gebracht van ontvangen doeluitkeringen van het Rijk. Deze uitkeringen zijn niet structureel. In die zin is er sprake van een onderbesteding met een incidenteel karakter. Dat neemt niet weg dat de onderbesteding op deze prestatie de afgelopen jaren steeds ruim boven € 0,5 miljoen lag. Op basis van deze constatering, ook gedaan in de jaarrekening 2023, is het budget voor deze prestatie via de begroting 2025 structureel verlaagd met € 0,4 miljoen.  Dit is een deel van de invulling van de in de perspectiefnota 2025 opgenomen taakstelling van € 3,0 miljoen. 

4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein (€ 12,5 miljoen)
Van de begrote lasten voor deze prestatie, ter grootte van € 122,6 miljoen, is € 11,6 miljoen niet besteed. De gerealiseerde baten zijn € 0,9 miljoen hoger dan begroot. In onze Statenbrief van 4 december 2024 over het verbeterplan openbaar vervoer hebben wij aangekondigd in de perspectiefnota 2026 met concrete plannen te komen. U heeft via de Motie OV geld weer de bus of de trein in! bovendien opgeroepen om niet bestede middelen vanwege rituitval en opgelegde boetes beschikbaar te houden voor openbaar vervoer. Een herijking van de structurele budgetten voor deze prestatie bij de perspectiefnota ligt daarom niet voor de hand.

4.3.1 Stimuleren fietsgebruik  (€ 2,1 miljoen)
Van het structurele budget voor deze prestatie, ter grootte van € 7,1 miljoen, resteert € 2,1 miljoen. Dit heeft een administratieve reden. Voor dit bedrag hebben wij subsidies verstrekt. De kosten van deze subsidies worden echter pas de komende jaren verantwoord, naar rato van de realisatie van de prestaties die voor de subsidies geleverd moeten worden. Wij doen voor de resterende middelen dan ook een voorstel voor resultaatbestemming. Van een structureel voordeel op deze prestatie, ten opzichte van de begroting, is geen sprake.

4.5.1 Verkeersveilige infrastructuur (€ 0,2 miljoen)
Van het structurele budget van € 2,8miljoen voor deze prestatie resteert € 0,2 miljoen. In 2022 en 2023 resteerde respectievelijk € 0,6 miljoen en € 0,2 miljoen. Via het PS-besluit over het statenvoorstel over de Herprioritering (2020/1102400) is besloten om meevallers als gevolg van lagere subsidievaststellingen beschikbaar te houden voor deze prestatie. Bij de perspectiefnota 2026 doen wij daarom geen voorstel voor bijstelling van het structurele budget voor deze prestatie.

4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid (€ 0,3 miljoen)
Van het structurele budget voor deze prestatie, ter grootte van € 4,5 miljoen, is € 0,3 miljoen niet besteed. Oorzaak zijn de lagere subsidievaststellingen uit voorgaande jaren. Bij deze jaarrekening doen wij een voorstel voor resultaatbestemming zodat de middelen beschikbaar blijven voor de uitvoeringsprogramma's mobiliteit. Dit is in overeenstemming met het PS-besluit om  meevallers als gevolg van lagere subsidievaststellingen beschikbaar te houden voor deze prestatie: Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400. Bij de perspectiefnota 2026 doen wij geen voorstel voor bijstelling van het structurele budget voor deze prestatie.

4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid (€ 0,7 miljoen)
Van het structurele budget voor deze prestatie, ter grootte van € 1,7 miljoen, resteert € 0,7 miljoen. Dit heeft deels een administratieve reden.  Voor € 0,4 miljoen hebben wij subsidies verstrekt waarvan de kosten in een later jaar worden verantwoord. De kosten van deze subsidies worden verantwoord naar rato van de realisatie van de prestaties die voor de subsidies geleverd moeten worden. Voor € 0,3 miljoen zijn de niet bestede middelen bestemd voor de vervanging van verkeersregelinstallaties. De uitvoering daarvan vindt plaats in 2025. Van een structureel voordeel op deze prestatie, ten opzichte van de begroting, is geen sprake.

4.7.1 Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur (€ 0,8 miljoen)
Voor deze prestatie was een structureel budget van € 16,8 miljoen beschikbaar. Het voordeel in 2024 bedraagt € 0,8 miljoen. Bij de jaarrekening 2023 hebben wij geconstateerd dat het voordeel op deze prestatie voor een deel een structureel karakter heeft. Via de begroting 2025 is dit budget vanaf 2025 daarom structureel verlaagd met € 0,7 miljoen.  Dit is een deel van de invulling van de in de perspectiefnota 2025 opgenomen taakstelling van € 3,0 miljoen. 

6.4.1 Een leven lang lezen èn leren (€ 0,2 miljoen)
De resterende middelen op het structurele budget van € 4,3 miljoen voor deze prestatie bedragen € 0,2 miljoen. Net als voorgaande jaren hebben de niet bestede middelen betrekking op de meerjarige Subsidieregeling  bibliotheek van de toekomst. Deze regeling en het bijbehorende budget eindigen in 2024. De onderbesteding op deze prestatie is daarom niet structureel van karakter.

6.5.2 Iedereen doet mee (€ 0,4 miljoen)
Het structurele budget voor deze prestatie bedroeg € 1,2 miljoen. Het niet bestede bedrag van € 0,4 miljoen heeft vooral te maken met de Subsidieregeling sociale vernieuwing. Dit is een meerjarige subsidieregeling. Voor het niet bestede bedrag in 2024 doen wij daarom een voorstel voor resultaatbestemming. De onderbesteding is niet structureel van karakter.

7.3.1 Samenwerking met partners (€ 0,2 miljoen)
Van het structurele budget van € 0,8 miljoen is € 0,2 miljoen niet besteed. De onderbesteding is in lijn met de resterende bedragen uit voorgaande jaren. Bij de begroting 2025 is op dit budget, in combinatie met het budget van prestatie 7.3.3, een structurele bezuiniging doorgevoerd van € 60.000. Dit is een deel van de invulling van de in de perspectiefnota 2025 opgenomen taakstelling van € 3,0 miljoen. 

7.3.3 Communicatie (€ 0,4 miljoen)
Voor deze prestatie was een structureel budget van € 0,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 0,4 miljoen niet besteed.  De niet bestede middelen hebben vooral betrekking op het budget voor de afhandeling van verzoeken in het kader van Wet open overheid. De langere doorlooptijd van deze afhandeling maakt dat een deel van de kosten pas in 2025 wordt gerealiseerd. Voor de niet bestede middelen doen wij een voorstel voor resultaatbestemming. De onderbesteding is niet structureel van karakter.

Overhead (€ 3,3 miljoen)
Het structurele budget voor overhead bedroeg € 30,8 miljoen. Hiervan is € 3,3 miljoen niet besteed. Voor € 1,7 miljoen houdt dit verband met ict-gerelateerde budgetten. Via de begroting 2025 zijn de budgetten voor informatiserings- en digitaliseringsbeleid vanaf 2025 met structureel € 1,0 miljoen verlaagd. Dit is een deel van de invulling van de in de perspectiefnota 2025 opgenomen taakstelling van € 3,0 miljoen. Om die reden en rekening houdend met de relatief beperkte onderbesteding op de resterende overheadbudgetten, betrekken wij de overige onderbesteding op deze budgetten niet bij de perspectiefnota 2026. 

Structurele buffers voor prijsindexering en onvoorzien (€ 4,5 miljoen)
Zoals aangekondigd bij Monitor 2024-II resteert van de buffers voor prijsindexering € 4,2 miljoen. Ook de post voor onvoorzien, ter grootte van € 0,3 miljoen, is in 2024 niet besteed. Wij verwachten de buffers voor prijsindexering, die vanaf 2025 circa € 2,8 miljoen bedragen, nodig te hebben gezien de ontwikkeling van het prijspeil op diverse beleidsterreinen. Deze onderbesteding zien wij dan ook als incidenteel.

Personeelsgebonden kosten 
Het totale budget voor de personeelsgebonden kosten bedroeg in 2024 € 96,0 miljoen. Op dit budget resteert een voordeel van € 2,8 miljoen. 

Prestatie Prestatienaam Bedrag x 1 mln
1.1.2 Uitvoering ruimtelijk en waterbeleid € 0,10
1.5.1 Grondzaken € 1,20
2.1.2 VTH milieu € 0,50
2.3.1 Stimuleren energiebesparende maatregelen en opwekking hernieuwbare energie € 0,30
3.1.4 Beheer natuurterreinen € 1,60
3.1.5 Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied € 1,60
3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap € 0,40
4.1.3 Slim inzetten duurzame systemen en netwerken € 0,70
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 12,50
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 2,10
4.5.1 Verkeersveilige infrastructuur € 0,20
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid € 0,30
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid € 0,70
4.7.1 Beheer en onderhoud provinciale infra € 0,80
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren € 0,20
6.5.2 Iedereen doet mee € 0,40
7.3.1 Samenwerking met partners € 0,20
7.3.3 Communicatie € 0,40
OFD* Toegerekende personeelsgebonden kosten € 2,80
OFD* Overhead € 3,30
OFD* Buffers voor prijsindexering en onvoorzien € 4,50
Totaal € 34,80
* Overhead, financiering en algemene dekkingsmiddelen

Herhaalde resultaatbestemming

Terug naar navigatie - Herhaalde resultaatbestemming

In reactie op de Boardletter 2019 heeft de auditcommissie de aanbeveling gedaan om het expliciet te vermelden als budgetten voor een tweede en of volgende keer doorschuiven naar een volgend jaar. In deze jaarrekening wordt bij de prestaties uit onderstaande tabel voor het tweede achtereenvolgende jaar resultaatbestemming gevraagd voor hetzelfde onderwerp. Voorafgaand aan de tabel lichten wij de herhaalde resultaatbestemmingen toe.

Nationale Omgevingsvisie EXexutiekracht (NOVEX) (prestatie 1.1.2, € 0,4 miljoen)
In 2024 hebben wij decentralisatie-uitkeringen ter grootte van € 0,4 miljoen ontvangen van het Rijk. Hiervan ontvingen wij € 0,1 miljoen via de decembercirculaire.  In 2024 is het ruimtelijk voorstel en het ruimtelijk arrangement gemaakt. Dit heeft vooral capaciteit gevergd waarvoor wij de rijksmiddelen niet hebben aangesproken. Die zijn nodig voor het vervolg van het traject waarbij we inzetten op regionale samenwerking en de verstedelijkingsstrategie. Wij stellen u dan ook voor om de niet bestede € 0,4 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025, voor de nieuwe prestatie 1.1.3 Verstedelijkingstrategieën en regiostructuur.

Implementatie omgevingswet (prestatie 1.1.5, € 0,5 miljoen)
De omgevingswet en het digitaal stelsel omgevingswet staan nog in de kinderschoenen. Een fors deel van de werkzaamheden en kosten , voor implementatie, aansluiting, testen, monitoring en opleiding wordt daarom in 2025 gemaakt. Wij stellen u voor om de niet bestede middelen voor dit onderwerp, ter grootte van € 0,5 miljoen, toe te voegen aan de begroting 2025.

Opbrengsten grondverkopen en tijdelijk beheer ( prestatie 1.5.1, € 4,1 miljoen)
Een deel van de positieve transactieresultaten vanuit grondverkopen hebben wij eerder gerealiseerd dan begroot. Bovendien hebben wij een positief resultaat behaald op het tijdelijk beheer van gronden en opstallen. Wij stellen u voor om het voordeel van € 4,1 miljoen toe te voegen aan de Algemene reserve grondzaken. Het voordeel op de grondverkopen is nodig om de afgesproken bijdrage vanuit deze verkopen aan de Ontwikkelopgave te kunnen voldoen. De positieve resultaten op tijdelijk beheer worden als buffer gebruikt  voor toekomstige jaren, waarin de meest courante objecten verkocht zijn en het tijdelijk beheer verliesgevend kan worden.

Harmonisatie aanpak Zeer zorgwekkende stoffen - PFAS (prestatie 2.1.1, € 0,2 miljoen)
Enkele partijen hebben hun rol en inzet anders moeten invullen dan aanvankelijk voorzien, hebben wij besloten een voortrekkersrol te nemen. Hierover bent u in mei per brief geïnformeerd (kenmerk D2023-04-010541, 16 mei 2023). Ter uitvoering van dit besluit zijn de opdrachten aan de Omgevingsdiensten (OD's) aangepast. Deze zullen in 2025 leiden tot uitvoering. Zoals bij de 2e monitor reeds aangekondigd zijn, als gevolg van bovenstaande aanpassing, nog geen bestedingen gerealiseerd in 2024.  Wij stellen voor om dit (incidentele) budget, ad € 185.000, door te schuiven naar 2025.

Meetpost Zwolle hinder Vliegveld Leystad en Opruimen zwerfafaval (prestatie 2.1.1, € 0,1 miljoen)
De inrichting van een meetpost is afhankelijk van de nationale besluitvorming over (her)verdeling van het luchtruim en de luchthaven Lelystad. De middelen zijn om die reden niet besteed in 2025.  Wij willen het beschikbare budget beschikbaar houden en stellen u voor dit budget toe te voegen aan de begroting 2025.
Voor het opruimen van zwerfafval hebben wij in november 2023 van het Afvalfonds verpakkingen een vergoeding ontvangen van € 27.000. Dit bedrag hebben wij voor een klein deel (€ 7.000) ingezet in 2024 voor de financiering van het plan van aanpak Schone en drinkbare IJssel voor de jaren 2024 en 2025. Het restant bedrag, ad. € 20.000, willen wij doorschuiven naar 2025 voor de uitvoering in 2025.

Handhaving buitengebied (prestatie 3.1.2, € 0,1 miljoen)
In 2024 was een budget van  € 0,4 miljoen beschikbaar voor een pilot gericht op het verbeteren van de samenwerking bij handhaving in het buitengebied. De gesprekken met terreinbeheerders en de politie hebben tot nu toe geleid tot een betere samenwerking zonder dat er extra kosten zijn gemaakt, afgezien van interne uren voor coördinatie en administratieve ondersteuning. De gesprekken over governance en financiering zijn nog gaande. Gezien de onlangs aangenomen motie “gezamenlijke ambities” en de gelden die daarmee zijn vrijgemaakt voor het behoud en mogelijke uitbreiding van de boa-capaciteit bij de terreinbeheerders, stellen we voor om de provinciale middelen (€375.000) die oorspronkelijk voor de pilot waren gereserveerd te laten vrijvallen en een bedrag van € 25.000 door te schuiven naar 2025. Dit budget is, zoals al aangekondigd in de Monitor 2024-II nodig voor praktijkdagen.

Monitoring natuur en landschap (prestatie 3.1.7, € 0,4 miljoen)
Een aantal voorgenomen activiteiten natuurmonitoring is niet volledig uitgevoerd in 2024. Om de voorgenomen activiteiten 2024 alsnog volledig te kunnen uitvoeren in 2025 stellen wij voor om € 0,4 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025.

Beschermingsmaatregelen tegen wolvenschade (prestatie 3.3.4, € 0,1 miljoen)
Via de Motie gezamenlijke ambities 2023 - 2e tranche (PS23-000024) is een incidenteel budget van € 425.000 voor een subsidieregeling preventieve beschermingsmaatregelen wolvenschade beschikbaar gesteld. Deze regeling is in het tweede kwartaal 2023 uitgewerkt en opengesteld.  De bestedingen tot nu toe bedragen € 288.000. Wij hebben verder voor € 60.000 aan aanvragen in 2024 ontvangen, die  in 2025 toegekend worden.  Wij stellen u voor, om naast het bedrag van de liggende aanvragen, het totale restant budget door te schuiven naar 2025 waarmee de regeling voor 2025 verlengd kan worden.

Latere lastneming subsidies fietspaden ( prestatie 4.3.1 € 2,5 miljoen)
Een deel van de verstrekte subsidies wordt verantwoord in de komende jaren. Op basis van de financiële regelgeving worden deze subsidies pas verantwoord in het jaar waarin de gesubsidieerde prestatie wordt geleverd. De niet bestede middelen voor deze subsidies in 2024 willen wij toevoegen aan de Reserve verstrekte subsidies (€ 1,7 miljoen) en de begroting 2025 (€ 0,8 miljoen).

Haalbaarheidsonderzoeken N-wegen (prestatie 4.5.1, € 0,2 miljoen)
Deze onderzoeken lopen door in 2025. Wij stellen u daarom voor de niet bestede middelen toe te voegen aan de begroting 2025.

Digitale en circulaire economie (prestatie 5.5.5, € 0,2 miljoen)
Van de middelen voor deze subsidieregeling resteert € 0,2 miljoen. Voor € 67.000 hebben wij in 2024 aanvragen ontvangen die wij in 2025 willen en moeten toekennen, Ook de overige niet bestede middelen willen wij beschikbaar houden voor voorzetting van de subsidieregeling. Wij stellen u voor om € 0,2 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025.

Restauratie grote monumenten (prestatie 6.1.1, € 1,1 miljoen)
Een deel van de verstrekte subsidie wordt in de jaren 2025 tot en met 2027  verantwoord. Dit houdt verband met de totstandkoming van de gesubsidieerde prestatie. Wij stellen u daarom voor om in totaal € 1,1 miljoen toe te voegen aan de begroting voor de jaren 2025 tot en met 2027.

Opschaling en verbreding vrijwilligersondersteuning (prestatie 6.6.2, € 0,4 miljoen)
Bij motie hebben Provinciale Staten (4de wijziging begroting 2023, motie gezamenlijke ambities) €1,0 miljoen beschikbaar gesteld voor sociale kwaliteit.  Een deel van deze middelen zetten wij in voor de Subsidieregeling vernieuwing sociale kwaliteit . Wij stellen u voor om de nog niet bestede middelen van € 0,4 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025.

Regietafel asiel (prestatie 7.1.6, € 0,3 miljoen)
In het Asielakkoord van augustus 2022 is afgesproken dat het Rijk, via het IPO, financiële middelen beschikbaar stelt voor het Asieldossier. Deze middelen kunnen onder andere worden ingezet voor personele kosten of ondersteuning van gemeenten . In 2023 is in totaal €0,4 miljoen ontvangen. In 2024 is gestart met de voorbereidingen en het aanwenden van deze middelen. Het toekennen en effectief inzetten van de middelen kost tijd, waardoor niet alle beschikbare middelen in 2024 zijn besteed. Wij stellen voor om € 0,3 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025.

Weerbaarheid kleine kernen (prestatie 7.1.6, € 0,2 miljoen)
Via de decembercirculaires 2023 en 2024 hebben wij middelen van het Rijk ontvangen voor het vergroten van de slagkracht van kleine gemeenten tegen oneigenlijke druk. Het toekennen en effectief inzetten van de middelen kost tijd, waardoor niet alle beschikbare middelen in 2024 zijn besteed. Wij stellen u voor om de niet bestede middelen van € 0,2 miljoen toe te voegen aan de begroting 2025.

Prestatie Omschrijving Onderwerp Bedrag x € 1,0 miljoen
1.1.2 Uitvoeren van ons ruimtelijk - en waterbeleid Novex gebied Regio Zwolle € 0,4
1.1.5 Programma omgevingswet Implementatie omgevingswet € 0,5
1.5.1 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium Opbrengsten grondverkopen en tijdelijk beheer € 4,1
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid Harmonisatie aanpak Zeer zorgwekkende stoffen - PFAS € 0,2
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid Meetpost Zwolle hinder Vliegveld Lelystad en Opruimen zwerfaval € 0,1
3.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap Handhaving buitgebied € 0,1
3.1.7 Monitoring natuur en landschap Monitoring € 0,4
3.3.4 Faunabeheer Beschermingsmaatregelen wolvenschade € 0,1
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik Latere lastneming subsidies fietspaden € 2,5
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid Haalbaarheidsonderzoeken N-wegen € 0,2
5.5.5 Circulaire economie Digitale en circulaire economie € 0,2
6.1.1 Materieel erfgoed Restauratie grote monumenten € 1,1
6.6.2 Versterking maatschappelijke initiatieven en inzet vrijwilligers Opschaling en verbreding vrijwilligersondersteuning € 0,4
7.1.6 Rijkstaken Commissaris van de Koning Regietafel asiel € 0,3
7.1.6 Rijkstaken Commissaris van de Koning Weerbaarheid kleine kernen € 0,2
Totaal € 10,8

Resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen

Terug naar navigatie - Resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen

Een deel van het jaarrekeningresultaat is nodig voor de verdere uitvoering van beleid in 2024 en latere jaren. Daarom doen wij een aantal resultaatbestemmingsvoorstellen om delen van het jaarrekeningresultaat toe te voegen aan de begroting 2025-2028 of aan diverse reserves. Verder doen wij een aantal begrotingswijzigingsvoorstellen om middelen vanuit reserves toe te voegen aan de begroting 2025-2028 of over te hevelen naar andere reserves.  In het statenvoorstel over de resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen bij de jaarstukken 2024 is dit beschreven. Dit voorstel vindt u onder het kopje 'Bijlagen' rechtsboven aan de homepage.

Overzicht jaarrekeningresultaat 2017-2024

Terug naar navigatie - Overzicht jaarrekeningresultaat 2017-2024

 

 

Voordeel t.o.v. de begroting
Resultatenoverzicht x € 1 miljoen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2024 2024
Actuele Begroting Realisatie Voordeel t.o.v. de begroting
Resultaat 58,9 14,5 47,8 27,1 34,4 36,6 38,7 0 66,5 66,5
Saldo van baten en lasten 96 54,3 124,6 81,5 121,5 -8,4 57,8 1,7 96,1 94,4
Stortingen en onttrekkingen aan reserves -37,1 -39,8 -76,8 -54,3 -87,1 45,0 -19,1 -1,7 -29,6 -27,9