Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Algemeen
Onder 'overhead' worden baten en lasten verantwoord die niet rechtstreeks aan een taakveld kunnen worden toegerekend. Het zijn veelal kosten die ondersteunend zijn aan alle activiteiten . Dit zou samengevat kunnen worden als 'de kosten van bedrijfsvoering'. Hieronder vallen onder meer uitgaven aan informatisering en digitalisering, SSC-Ons, huisvesting,  human resources, financiële beleidsontwikkeling & administratie en juridische ondersteuning.

Op het budget voor overheadkosten is in 2024 een voordeel van € 5,4 miljoen ten opzichte van de begroting ontstaan. Onderstaand beschrijven wij eerst een specificatie op hoofdlijnen van dit voordeel. Vervolgens geven we per bedrijfsvoeringsonderdeel meer gedetailleerde informatie over de afwijkingen van de begroting. Ook benoemen wij de resultaatbestemmingsvoorstellen die wij in verband met dit voordeel doen bij deze jaarrekening. 

Toelichting op hoofdlijnen
Het budget voor overheadkosten minus baten bedroeg in 2024 € 32,4 miljoen. In 2024 is er sprake van onderbesteding ter hoogte van € 5,4 miljoen (circa 17%). Dit resulteert in een groene kleurscore. De omvang van het budget en de onderbesteding vraagt echter om een nadere verklaring. 

De onderbesteding komt tot stand op de volgende bedrijfsvoeringsonderdelen:

Resultaatbestemmingen
De grootste onderbesteding vindt plaats op de budgetten voor informatisering en digitalisering (I&D). In de begroting 2025 is daarmee ook rekening gehouden. Het budget voor I&D is structureel verlaagd met € 1,0 miljoen. Dit is onderdeel van de invulling van de bezuinigingstaakstelling van € 3,0 miljoen die was opgenomen in de Perspectiefnota 2025. Tevens is per 1 januari 2025 € 1,1 miljoen aan incidentele middelen vrijgevallen. Tegenover de structurele verlaging van het I&D budget heeft u via de begroting 2025 een incidenteel budget voor digitale transformatie beschikbaar gesteld.

Rekening houdend met het lagere beschikbare budget vanaf 2025 doen wij bij deze jaarrekening drie voorstellen om een deel van de niet bestede middelen beschikbaar te houden voor uitvoering in 2025. Het betreft middelen voor de bestuursopdracht Sturen in samenhang (€ 0,25 miljoen), het inrichten van een dataplatform voor onder andere GIS (€ 0,75 miljoen) en het verstevigen van digitale weerbaarheid (€ 0,3 miljoen).

Informatiehuishouding op orde
In maart 2025 hebben wij in de informatiesessie over de informatiehuishouding de grote opgaven geschetst die spelen op dit terrein.  Wij krijgen de omvang van deze opgave steeds beter inzichtelijk en voorzien dat hier een budgetvraag uit voortkomt. Hier willen wij in de Perspectiefnota 2026 invulling aan geven wij zullen u daar vragen om besluitvorming. De resultaatbestemmingen die wij u voorleggen op het gebied GIS-GEO en digitale weerbaarheid zijn benodigd om de acties op dit terrein in 2025 op deze specifieke onderwerpen verder vorm te geven. Deze middelen dekken niet de maatregelen en acties die nodig zijn om de informatiehuishouding volledig op orde te krijgen. 

Toelichting afwijking van de begroting per bedrijfsvoeringsonderdeel 

Facilitaire dienstverlening
Op dit budget ter grootte van € 9,1 miljoen is een nadeel ontstaan van € 0,1 miljoen. De afwijkingen op de begroting zitten op de volgende posten.

Onderhoudskosten (nadeel € 0,45 miljoen) 
De totale kosten voor onderhoud vallen in 2024 fors duurder uit bij het provinciehuis (ca € 200.000) en de steunpunten (ca € 250.000). Dit wordt bij het provinciehuis veroorzaakt door het wegwerken van onderhoudsachterstanden, zoals brandwerende doorvoeringen bijwerken en het actualiseren van het Legionella beheersplan. Bij de steunpunten zijn extra kosten gemaakt bij de herinrichting van het steunpunt Beukers en het groot onderhoud van het brugwachterverblijf Beukersluis. Hier zijn de kosten tegengevallen. Verder zijn de uurtarieven voor onderhoud fors gestegen. In 2024 vangen wij deze gestegen kosten op binnen de bestaande bedrijfsvoeringsbudgetten.  Met de verbouwing van het provinciehuis verwachten wij dat de onderhoudskosten de komende jaren zullen afnemen, aangezien veel activa die aan onderhoud toe waren vervangen worden. In 2025 actualiseren we onze asset monitoringsplannen en herzien we ons onderhoudsproces om efficiëntievoordelen te behalen en daarmee kosten te beheersen. 

Energie gebouwen (nadeel € 0,1 miljoen)
De afgelopen jaren hebben we fors geïnvesteerd in verduurzaming van ons provinciaal vastgoed. In de komende jaren blijven we dit doen (zie de paragraaf investeringen). Door verduurzaming hebben we de kostenstijging door stijgende tarieven weten te beperken. Toch vallen de energiekosten € 100.000 hoger uit dan begroot. In 2024 vangen wij deze gestegen kosten op binnen de bestaande bedrijfsvoeringsbudgetten.  
Restaurant, vergaderingen en evenementen (voordeel € 0,2 miljoen)
Bij de post restaurant, vergaderingen en evenementen bedraagt het exploitatievoordeel circa € 200.000. De opbrengsten vallen hoger uit dan voorzien, aangezien onze kantoorbezetting op een hoger niveau is dan in coronatijd is voorzien (de business case is in deze tijd gemaakt). In 2025 herzien we de businesscase voor onze restaurant- en cateringdienstverlening.  Het exploitatievoordeel is exclusief de personeelskosten voor vast personeel. Deze zijn ondergebracht in de salarisbudgetten en worden verantwoord bij het onderdeel personeelsgebonden lasten. Per saldo draait de restaurant- en catering ongeveer budgettair neutraal. 

Overig (voordeel € 0,25 miljoen)
Op de overige budgetten voor facilitaire zaken zijn kleine voordelen ontstaan die optellen tot € 0,25 miljoen.

Human resources
Het voordeel op dit budget, ter grootte van € 2,2 miljoen bedraagt € 0,7 miljoen. Dit voordeel is aanwezig op de volgende budgetten.

Werkkostenregeling (€ 0,25 miljoen)
De kosten voor de eindheffing van de werkkostenregeling vallen lager uit dan begroot (circa € 0,25 miljoen). 

Werving en selectietrajecten (€ 0,1 miljoen)
We hebben meer werving- en selectietrajecten zelfstandig kunnen oppakken doordat onze ambtelijke capaciteit is versterkt.

Overig (€ 0,35 miljoen)
Op de overige budgetten zijn kleine voordelen ontstaan die optellen tot € 0,35 miljoen.

Resultaatbestemming: Bestuursopdracht Sturen in Samenhang
De rol en positie van de provincie in het maatschappelijk krachtenveld is de laatste vijf jaar wezenlijk veranderd. De provincie staat veel meer op het toneel en in de wind. Denk bijvoorbeeld aan PAS-melders/stikstof, N2000-ontwikkelingen en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze ontwikkeling vergt ook aanpassing in het samenspel tussen PS, GS en de ambtelijke organisatie. Zo willen wij in de bestuurlijke advisering meer het perspectief van de samenleving en de samenhang van opgaven centraal stellen. Dit hebben we opgenomen in de bestuursopdracht ‘Sturen in samenhang’. Er is ontwikkeling van de organisatie nodig, onder andere versterking van integraal werken, ambtelijk vakmanschap en meer scherpte op (invulling van) rollen. 
Wij stellen u voor om voor begeleiding en uitvoering van de bestuursopdracht in 2025 een bedrag van € 0,25 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de jaarschijf 2025 van prestatie 10.0 Overhead van de begroting 2025.

Informatisering & Digitalisering (I&D)
Op dit budget ter grootte van € 18,7 miljoen bedraagt het voordeel € 2,9 miljoen. Dit voordeel doet zich voor op de volgende onderdelen. 

Geo Informatie Systeem (GIS) (voordeel € 0,75 miljoen)
In de Perspectiefnota 2023 heeft u middelen beschikbaar gesteld voor de doorontwikkeling van ons Geo Informatie Systeem (GIS). Deze informatie kan gebruikt worden om besluitvorming- en uitvoering te verbeteren. Wij zijn er door (complexe) inrichtingsvraagstukken echter nog niet in geslaagd het project van de grond te laten komen. Dit leidt in 2024 tot een onderbesteding van circa € 0,75 miljoen.  Het belang van duurzame en toegankelijke GIS data blijft echter onverminderd groot. Wij gaan hier in 2025 dan ook mee aan de slag en verwachten de projectkosten alsnog te gaan maken.

Resultaatbestemming:
Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,75 miljoen toe te voegen aan de Uitvoeringsreserve Kwaliteit van Overijssel (UKvO). Deze middelen kunnen vervolgens middels een onderbouwde GS-begrotingswijziging via de P&C-cyclus worden toegevoegd aan de Begroting.

Resultaatbestemming digitale weerbaarheid/informatiehuishouding
Uit in- en externe audits blijkt dat onze informatiehuishouding- en veiligheid nog niet voldoet aan gestelde kaders en richtlijnen zoals de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Bovendien wordt in het derde kwartaal een Network and Information Security (NIS2) richtlijn van kracht die strenge eisen stelt aan onze digitale weerbaarheid. In 2024 heeft de accountant in de boardletter een aantal bevindingen gedaan ten aanzien van onze digitale weerbaarheid. Deze aanbevelingen zien met name op het borgen en op orde brengen van processen en protocollen. Wij hebben hiertoe in 2024 de eerste stappen gezet. Zo zijn onze CISO en ISO functies verstevigd, processen en protocollen beschreven en is gestart met de (her)inrichting van onze I-organisatie. In 2025 willen wij onze inzet op digitale weerbaarheid en informatieveiligheid verder verstevigen. Daarmee zijn we er echter nog niet. In de perspectiefnota 2026 komen wij hier bij u op terug en vragen wij om besluitvoerming op dit onderwerp. 

Wij stellen u om voor het verbeteren van onze digitale weerbaarheid een bedrag van € 0,3 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de jaarschijf 2025 van prestatie 10.0 Overhead van de Begroting 2025.

Digitale transformatie (voordeel € 0,65 miljoen)
Op het budget voor digitale transformatie is er sprake van een voordeel van ca. € 0,65 miljoen. Dit structurele budget wordt gebruikt  om digitale innovatieprojecten mee op te starten en te initiëren. Zoals bij de begroting 2025 voorgesteld, is dit budget vanaf 2025 structureel met €1.000.000 afgeraamd en is hiervoor een reserve Digitale Transformatie in de reserve UKvO ingesteld. Deze systematiek sluit beter aan bij de financiering van projecten en gaat er ook voor zorgen dat deze budgetten beter aansluiten bij het uitvoeren van projecten en inzetbaar zijn als projecten daadwerkelijk starten. Een beroep op deze middelen verloopt via een GS-wijziging in de P&C-cyclus (Monitor).

Incidenteel budget digitalisering coalitieakkoord 2020 (voordeel € 0,4 miljoen)
Het restant budget digitalisering Coalitieakkoord 2020 kent zijn oorsprong uit de vorige coalitie. Dit programma is afgerond en zoals gebruikelijk zullen deze KvO middelen ad. € 0,44 miljoen vrijvallen in deze jaarrekening. In het nieuwe coalitieakkoord is € 1 miljoen gereserveerd voor digitalisering en dataficering. Wij verwachten in 2025 u een Statenvoorstel met bestedingsplan voor te leggen.  
Wij stellen u voor het restantbedrag van € 0,44 miljoen vrij te laten vallen uit de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel.

Wet- en regelgeving (voordeel € 0,75 miljoen)
In de Perspectiefnota 2023 is € 0,75 miljoen incidenteel gereserveerd voor het opvangen van wet- en regelgeving in systemen en processen, bijvoorbeeld voor de Omgevingswet, de Archiefwet en de Wet Open Overheid. De kosten die gemoeid zijn met implementatie van deze wet- en regelgeving konden grotendeels worden opgevangen binnen de programma- en/of Rijksbudgetten die we via het provinciefonds hebben verkregen. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van € 0,75 miljoen.

Innovatiebudget (voordeel € 0,15 miljoen)
Dit budget is bedoeld voor het opstarten van pilotprojecten in samenwerking met partners zoals gemeenten, waterschappen, provincies en maatschappelijke organisaties. In 2024 zijn de kosten beperkt tot kosten voor de inventaris van het proeflokaal en de inzet van Cloud computing voor AI. Hierdoor resteert er budget van € 0,15 miljoen. Dit (structurele) innovatiebudget wordt in 2025 samengevoegd met het digitale transformatiebudget.

Overig (voordeel € 0,2 miljoen)
Op de overige budgetten zijn kleine voordelen ontstaan die optellen tot € 0,2 miljoen.

Juridische zaken (voordeel € 0,3 miljoen)
De kosten voor juridische advisering over de Omgevingswet vielen in 2024 lager uit dan begroot, omdat nog veel besluiten genomen moeten worden. Dit leidt tot een voordeel van € 0,3 miljoen. 

Concern control (voordeel € 0,1 miljoen)
In 2024 is op het auditbudget een bedrag overgebleven van € 82.000 op een begroot bedrag van € 135.000 . Er is begonnen met het inzetten van meer Audits, echter is het niet gelukt om alle audits in 2024 af te ronden. De verwachting is dan in 2025 meer middelen gezet zullen worden, zowel voor audits als voor trainingen, ook in relatie tot de ingezette doorontwikkeling van concern control. 

Directiebudget (voordeel € 0,3 miljoen)
De directie heeft een frictiebudget beschikbaar dat kan worden aangewend als er op organisatieontwikkelingsbudgetten sprake is van budgettaire knelpunten. In 2024 is dit budget beperkt aangesproken, waardoor er in 2024 een bedrag van € 0,3 miljoen resteert dat ten voordele komt aan het jaarrekeningresultaat. 

Financiën (voordeel € 0,1 miljoen)
Van de diverse uitvoeringsbudgetten, ter grootte van € 0,4 miljoen, is € 0,1 miljoen niet besteed.

Compensatie overhead ivm toename formatie (voordeel € 1,1 miljoen)

Vanuit SPUK natuur (voordeel € 0,7 miljoen)
Vanuit het Rijk hebben wij vanuit de SPUK Natuur rijksmiddelen ontvangen waarmee indirecte (overhead)kosten kunnen worden gedekt. Deze middelen zijn in 2024 niet aangewend ter dekking van onze eigen overheadkosten, omdat er in 2024 voldoende dekking aanwezig was vanuit de structurele overheadbudgetten. Dit voordeel maakt ter hoogte van € 0,65 miljoen onderdeel uit van het jaarrekeningresultaat.

Vanuit algemene middelen door formatiegroei (voordeel € 0,4 miljoen)
In de Perspectiefnota 2023 heeft u ingestemd met het reserveren van een bedrag van € 22.800 per FTE ter dekking van stijgende overheadkosten die met de groei van FTE gemoeid gaan. Indien de organisatie krimpt vallen deze middelen weer vrij, waardoor de bedrijfsvoeringsmiddelen meegroeien en - krimpen met de omvang van de organisatie. In 2024 zijn door onderbesteding op andere budgetten (zie toelichting in deze paragraaf) deze overheadmiddelen niet aangewend. Dit leidt tot een voordeel van € 0,41 miljoen, dat onderdeel uitmaakt van het jaarrekeningresultaat. 

Onder deze alinea worden de  resultaatbestemmingsvoorstellen  weergegeven die betrekking hebben op de algemene financieringsreserve.

Voorziening participatie Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO)
Wij hebben HMO op basis van de verstrekte middelen gewaardeerd op € 55,9 miljoen. Het eigen vermogen van HMO bedraagt, op basis van de concept jaarrekening 2024, per 31-12-2024 € 49,6 miljoen. Dat betekent dat de voorziening HMO € 6,3 miljoen moet bedragen. Aangezien er € 5,5 miljoen beschikbaar is in de voorziening, is er € 0,8 miljoen bijgestort in 2024. Conform de afspraken verrekenen we de mutaties met de voorziening met de Algemene Financieringsreserve.

Wij stellen u voor een bedrag van € 0,8 miljoen te onttrekken aan de Algemene financieringsreserve en toe te voegen aan de Algemene reserve.

Voorziening participatie Energiefonds Overijssel (EFO)
Wij hebben EFO op basis van de verstrekte middelen gewaardeerd op € 15,8 miljoen. Het eigen vermogen van EFO bedraagt, op basis van de concept jaarrekening 2024, per 31-12-2024 € 2,5 miljoen. Dat betekent dat de voorziening EFO € 13,3 miljoen moet bedragen. Aangezien er € 13,5 miljoen beschikbaar is in de voorziening, is er € 0,2 miljoen vrijgevallen in 2024. Conform de afspraken verrekenen we de mutaties op de voorziening met de Algemene Financieringsreserve.

Wij stellen u voor een bedrag van € 0,2 miljoen via resultaatbestemming toe te voegen aan de Algemene financieringsreserve.

Voorziening participatie Innovatiefonds Overijssel I (IFO)
Wij hebben IFO  op basis van de verstrekte middelen gewaardeerd op € 25,6 miljoen. Het eigen vermogen van IFO bedraagt, op basis van de concept jaarrekening 2024, per 31-12-2024 € 24,2 miljoen. Dat betekent dat de voorziening IFO een bedrag van € 1,4 miljoen moet bevatten. Aangezien er € 1,7 miljoen beschikbaar is in de voorziening, is er € 0,3 miljoen vrijgevallen in 2024. Conform de afspraken verrekenen we de mutaties met de voorziening met de Algemene Financieringsreserve.

Wij stellen u voor een bedrag van € 0,3 miljoen via resultaatbestemming toe te voegen aan de Algemene financieringsreserve.

Correctie Algemene Financieringsreserve (AFR) m.b.t. Innovatiefonds Overijssel (IFO)
In 2024 is het Innovatiefonds Overijssel II (IFO II) opgeheven. Bij de 2e Monitor 2024 heeft u vervolgens besloten om het resterende saldo in de AFR-IFO II van € 314.000 over te hevelen naar de AFR van IFO I. Dit in de veronderstelling dat de financiële afwikkeling  van de liquidatie van IFO II in 2024 zou plaatsvinden. Dit is echter niet gelukt, de afwikkeling is in januari 2025 geweest. Daarom moet de storting in de AFR IFO I ook in 2025 plaatsvinden, aangezien dit dient als dekking voor de agiostorting IFO I van € 314.000 in 2025.

Wij stellen u voor een bedrag van € 0,3 miljoen vanuit de Algemene Financieringsreserve, deel Innovatiefonds Overijssel I, over te hevelen van 2024 naar 2025.

Onder deze alinea worden de resultaatbestemmingsvoorstellen en begrotingswijzigingen weergegeven die betrekking hebben op toevoegingen aan andere reserves dan de algemene financieringsreserve.

RESULTAATBESTEMMINGEN

Decembercirculaire Provinciefonds

Middels de decembercirculaire 2024 van het Provinciefonds is een aantal decentralisatie-uitkeringen aangekondigd. Deze uitkeringen zijn in december 2024 ontvangen van het Rijk. De bestedingen vinden plaats in 2025. Daarom worden onderstaande resultaatbestemmingen  voorgesteld.

• Decentralisatie-uitkering Indirecte uitvoeringskosten NPLG

Via de decembercirculaire van het provinciefonds 2024 heeft het Rijk een decentralisatie uitkering verstrekt voor de dekking van de indirecte lasten die nodig zijn om de maatregelpakketten te realiseren. Op basis van een landelijke verdeling, gekoppeld aan de opgaven ten aanzien van de beleidsdoelen op natuur (inclusief stikstof), klimaat en stikstof, hebben wij € 6,7 miljoen ontvangen. 
Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget van € 6,7 miljoen toe te voegen aan de Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel en te koppelen aan prestatie 3.5.6 voor de indirecte uitvoeringskosten van de SPUK Maatregelpakketten met een looptijdeinde van eind 2028.

• Decentralisatie-uitkering Spreidingswet

Via de decembercirculaire heeft de provincie Overijssel een bedrag  ontvangen van € 0,8 miljoen. De middelen zijn verdeeld op basis van de verdeling van het aantal opvangplaatsen per provincie.
Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget van € 0,8 miljoen toe te voegen aan Begroting 2025 van prestatie 7.1.4. 

• Decentralisatie-uitkering Natuurbrand-preventie en -mitigatie

Via de december circulaire 2024 Provinciefonds hebben wij budget ontvangen voor natuurbrandpreventie en mitigatie.

Als toelichting is in de december circulaire opgenomen: "Nederland ziet steeds meer brandgevoelige dagen met mogelijke omstandigheden waarbij er sprake kan zijn van onbeheersbare natuurbranden. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) stelt daarom (in 2024 incidenteel) € 5,2 miljoen beschikbaar aan provincies waar een verhoogd risico op natuurbranden aan de orde is. De desbetreffende provincies worden hiermee in staat gesteld om bij te dragen aan het doel om natuurbrandbeheersing te versterken. De verdeling van dit budget is gebaseerd op de ingediende aanvragen van provincies bij het ministerie van LVVN." 

Op basis van de aanvraag heeft het ministerie LVVN de provincie Overijssel een bedrag van € 304.000 toegezegd. Met deze beschikbaar gestelde middelen gaan wij in 2025 investeren in de voorbereiding op deze nieuw taak om de natuurbrandbeheersing te versterken met onze partners. Voor de jaren 2025-2029 is het ministerie LVVN voornemens landelijk € 70 miljoen beschikbaar te stellen voor natuurbrandpreventie en mitigatie maatregelen.

Wij stellen u voor om onder prestatie 3.1.4 Beheer natuurterreinen het incidentele budget van € 304.000 op te nemen in jaarschijf 2025.

• Decentralisatie-uitkering Natuur bij Energieprojecten

Voor 2024 en 2025 is er een budget voor gemeenten en provincies gereserveerd voor het versterken van ecologie en biodiversiteit rondom projecten voor hernieuwbare energie op land. Dit budget kan door Regionale Energie Strategieën (RES)-regio’s worden gebruikt om energieprojecten in de regio te faciliteren en mogelijk te maken daarbij de lokale natuur te versterken. In 2024 is hiervoor bijna € 2,8 miljoen beschikbaar via het provinciefonds. De provincies: Drenthe, Flevoland, Noord-Holland en Overijssel zijn kashouders voor in totaal 6 RES-regio’s. Per RES-regio is € 462.333 beschikbaar. De overige 24 RES-regio’s ontvangen een budget vanuit het gemeentefonds.
Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget van € 0,9 miljoen toe te voegen aan Begroting 2025 onder prestatie 2.3.1.

• Decentralisatie-uitkering Weerbaar bestuur kleine gemeenten (ihkv tegengaan ondermijning)

Via de decembercirculaire heeft de provincie Overijssel een bedrag  ontvangen van € 152.159. Deze decentralisatie-uitkering wordt aan de  provincies verstrekt om de slagkracht van kleinere gemeenten tegen oneigenlijke druk te vergroten.
Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget van € 152.159 via resultaatbestemming toe te voegen aan de Begroting 2025 van prestatie 7.1.4. 

• Decentralisatie-uitkering Toekomstbestendig maken energiebeleid

In het bestuurlijk overleg Klimaat en Energie van 28 november 2023 en 18 januari 2024 is gesproken over de bekostiging van extra taken bij provincies en gemeenten voor het toekomstbestendig maken van het energiesysteem. Specifiek gaat het om taken op het gebied van het voorkomen van netcongestie, zoals het versnellen van de aanleg van infrastructuur, het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van energie via een stimuleringsprogramma energiehubs en het ondersteunen van bedrijven bij hun verduurzaming. Er is een budget van ruim € 1,1 miljoen beschikbaar voor provincies. De provincie Overijssel ontvangt € 370.500. De middelen worden aan de provincies Noord-Holland en Overijssel uitgekeerd omdat zij kashouder zijn voor gemeenten in de RES-regio’s: Noord-Holland Zuid, Noord-Holland Noord en West Overijssel. De middelen helpen deze RES-regio’s om de extra taken te realiseren in de aanloop naar het volgende rapport van de Raad van Openbaar Bestuur, waarin de structurele capaciteitsinzet van partijen voor het klimaat- en energiebeleid opnieuw in kaart wordt gebracht.
Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget van € 0,4 miljoen toe te voegen aan Begroting 2025 onder prestatie 2.3.1.

• Decentralisatie-uitkering Ondersteuning provincies opstellen ruimtelijk arrangement (NOVEX)
  

   

  Bij de decembercirculaire is € 80.417 beschikbaar gesteld voor het provinciale proces in het kader van het NOVEX-programma. Provincies kunnen het budget bijvoorbeeld inzetten voor aanvullende capaciteit en expertise voor de overleggen met het Rijk en het afsluiten van arrangementen. Daarom stellen wij voor om dit geld door te schuiven naar 2025. 
  Wij stellen u voor om het beschikbaar gestelde rijksbudget  van € 80.417 toe te voegen aan Begroting 2025 onder prestatie 1.1.2 Ruimtelijke ordening en kwaliteit

Prestatie 1.5.1 Gronden
Wij stellen u voor om de voordelen ten opzichte van de begroting voor de onderdelen tijdelijk beheer (€ 0,3 miljoen), afstoten overtollig bezit (€ 0,9 miljoen) en Grond voor Grond (€ 2,9 miljoen) ter grootte van € 4,1 miljoen toe te voegen aan de Algemene reserve grondzaken. 

Prestatie 3.1.5 Onderbesteding agrarisch natuurbeheer 

Als gevolg van hogere Europese Cofinanciering (meer dan 65%) en de (rijks)aanvullende middelen, onder andere via het amendement van Tweede Kamerlid Grinwis (ANLB) en voor beheersactiviteiten in het aanvalsplan grutto,  is € 2,2 miljoen van het beschikbare budget niet gerealiseerd.  Voor dit bedrag leggen wij een voorstel voor resultaatbestemming voor ten gunste van de Algemene Risico Reserve (ARR).  Reden voor deze reservering is dat er een verschil zit in de looptijd van de afgegeven beschikkingen agrarisch natuurbeheer (tot en met 2028) en de Europese cofinanciering binnen het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) periode (tot en met 2027). Hierdoor ontstaat een onzekerheid voor de EU cofinanciering in 2028 en mogelijk ook 2029.
Wij stellen u voor een bedrag van € 2,2 miljoen te storten in de Algemene Risico Reserve.

Prestatie 4.2.3

Bikker-middelen
Vanuit de motie Bikker ontvangt de provincie € 13,3 miljoen extra structurele middelen. Dit is verdeeld in € 7,5 miljoen voor instandhouding en verbetering van het regionaal openbaar vervoer en € 5,8 miljoen compensatie voor het niet doorvoeren prijsindexering 2024. In december is aan Provinciale Staten een verbeterplan aangeboden in verband met de door Provinciale Staten aangenomen motie Peetsma "OV dat weer loopt als een trein". Deze plannen zullen stapsgewijs worden ingevoerd. Ter financiering van de verbetermaatregelen stellen wij voor om de middelen bestemd voor de verbetermaatregelen (€ 7,5 miljoen) in 2024 hiervoor te reserveren. 

Wij stellen voor een bedrag van € 7,5 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de bestemmingsreserve openbaar vervoer. 

Rituitval Openbaar Vervoer
Over 2024 resteert er voor € 2,7 miljoen aan niet bestede middelen als gevolg van rituitval. Wij stellen u voor om deze € 2,7 miljoen beschikbaar te houden voor verbetering en instandhouding van het regionaal openbaar vervoer. Dit is in lijn met de in Provinciale Staten aangenomen motie ‘OV-geld weer de bus of de trein in’.

Wij stellen daarom voor een bedrag van € 2,7 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de bestemmingsreserve openbaar vervoer.

Bij de P-nota komen we met een voorstel om de reserve Openbaar Vervoer te herijken. Voor nu vragen we een besluit om de doelomschrijving aan te passen zodat we deze middelen beschikbaar kunnen houden. Zie verdere toelichting onder in het statenvoorstel.

Toegankelijkheid regionaal OV
Het Rijk heeft in 2024 op basis van het Bestuursakkoord toegankelijkheid OV 2022-2032 voor het verbeteren van de toegankelijkheid in het regionaal openbaar vervoer eenmalig € 3 miljoen beschikbaar gesteld via het Provinciefonds. Tegenover de ontvangst van deze middelen staan in 2024 nog geen bestedingen. De plannen hiervoor worden gemaakt. Bijvoorbeeld voor investeringen in de fysieke leefomgeving ter bevordering van toegankelijkheid in het regionaal openbaar vervoer. Hiervoor vragen wij u om deze middelen te reserveren.   

Wij stellen u voor om een bedrag van € 3,0 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de Reserve sporen en wegen. 

Prestatie 4.3.1 Meerjarig verleende subsidies (algemene middelen)
In het kader van deze prestatie zijn subsidies verstrekt waarvan de lasten voor € 2,5 miljoen pas in latere jaren worden verantwoord.
Wij stellen u voor om € 1,7 miljoen toe te voegen aan de Reserve verstrekte subsidies. Daarnaast stellen we u voor om € 0,8 miljoen door te schuiven naar 2025.

Prestatie 4.5.2 Meerjarig verleende subsidies (algemene middelen)
Zoals bij het Statenvoorstel voor de Herprioritering nr. 2020/1102400 is opgenomen stellen wij u voor middels resultaatbestemming de vrijval ontstaan als gevolg van lagere subsidievaststellingen uit eerdere jaren van meerjarige subsidies beschikbaar te houden voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s Mobiliteit en € 0,23 miljoen door te schuiven naar 2026 op prestatie 4.3.1 Stimuleren fietsgebruik en € 91.103 te storten in de Reserve mobiliteitsprogramma's verkeer en vervoer in verband met dekking vloedbeltverbinding. 
Wij stellen u voor om een bedrag van € 0,23 miljoen middels resultaatbestemming toe te voegen aan de jaarschijf 2026 van prestatie 4.3.1 van de begroting 2025 en € 91.103 toe te voegen aan de Reserve mobiliteitsprogramma's verkeer en vervoer. 

Prestatie 4.6.9 Danspaleis
In 2024 is een overbesteding van € 149.000 op het project N315-N768 Danspaleis ontstaan. De totaal verwachte overbesteding ramen we op € 300.000. 
Wij stellen u voor om deze (verwachte) overbesteding in jaarschijf 2024 en 2025 gedeeltelijk te dekken door projecten die in 2024 met een positief resultaat zijn afgerond, te weten:
-  € 16.000 van investeringskrediet N348 Raalte- Ommen;
-  € 177.000 van investeringskrediet Kademuur Ossenzijl (prestatie 4.7.3).
Wij stellen u voor om het overige tekort van € 107.000 ten laste van het resultaat 2024 te brengen en dit bedrag ter dekking van de toekomstige kapitaallasten in de reserve Dekking kapitaallasten activa (RDKA) te storten. In het verlengde daarvan stellen wij voor het investeringskrediet voor dit project met € 107.000 te verhogen en toe te voegen aan jaarschijf 2025. 

Stichting Regio Zwolle incubator

In 2014 is de Stichting Regio Zwolle Incubator opgericht, met als doel: “De stichting richt zich op innovatieve starters en ondernemers in de regio Zwolle en beoogt daarmee innovatie en vernieuwing in deze regio aan te jagen. Stichting Regio Zwolle Incubator heeft als doel het verstrekken van aantrekkelijke leningen voor (pre) starters en reeds bestaande ondernemers met innovatieve plannen/ontwikkelingen.” De provincie heeft destijds een subsidie verstrekt van € 580.000. In 2024 is de Stichting ontbonden. De resterende middelen (na aftrek van afwikkelingskosten) zijn verdeeld over de initiële subsidieverstrekkers (Rabobank Nederland NV, Stichting Isala Klinieken en Provincie Overijssel). Ons deel bedraagt € 400.629. Dit bedrag is ten gunste van ons jaarrekeningresultaat 2024 gebracht.

BEGROTINGSWIJZIGINGEN
Om de jaarrekeningresultaten door te vertalen naar de begroting 2025 en verder, worden hieronder de begrotingswijzigingsvoorstellen gepresenteerd.
Bij akkoord worden deze verwerkt op de begroting 2025.

Prestatie 1.5.1 Gronden
Naast de compartimenten voor onder andere tijdelijk beheer en Grond voor Grond bevat de Algemene reserve grondzaken een risicobuffer. Deze risicobuffer is via de Nota grondbeleid genormeerd op 10% van de boekwaarde van de restgronden. Op basis van die normering kan een bedrag van € 0,7 miljoen vrijvallen uit de Algemene reserve grondzaken. 
Wij stellen u voor dit bedrag toe te voegen aan de Algemene reserve. 

Prestatie 3.1.5 Reservering vrijval lening collectief voor het actieplan weidevogels 

In 2024 hebben wij de lening aan de collectieven voor het agrarisch natuurbeheer voor het actieplan weidevogels (€ 505.000) afgewikkeld. Deze afwikkeling is deels (€ 305.000) via deze prestatie 3.1.5 verwerkt. Het resterende deel(€ 200.000) kan bij het jaarverslag 2024 vrijvallen uit de Algemene financieringsreserve (AFR). 
Aansluitend bij de resultaatbestemming over de onderbesteding stellen wij u voor om de  € 200.000 die vrijvalt uit de AFR te reserveren (storting) in de ARR voor agrarisch natuurbeheer (prestatie 3.1.5).

Prestatie 3.3.4 en 3.5.3 Dekking tbv afschaffing fauna-leges
Op 13 november 2024 heeft u naar aanleiding van het statenvoorstel Actualisatie Belastingverordening 2025 een motie aangenomen over het afschaffen van de leges faunaschades. Deze motie is in januari 2025 verwerkt in het voorstel gewijzigde Belastingverordering 2025. Tevens is in dit voorstel de verwachte financiële gevolgen, ad. € 560.000 per jaar, van de extra kosten opgenomen en de financiële dekking hiervan. Ter dekking van 2025 is besloten om € 350.000 te laten vrijvallen uit de uitvoeringsreserve KvO en € 210.000 uit de Reserve afrekening ILG/pMJP. 

Prestatie 4.6.7 Voorstel tot vrijval investeringskrediet en de reservering in de RDKA van project Vechtdalverbinding

In de Paragraaf investeringen rapporteren wij onder andere over het project Vechtdalverbinding (N340). Daarbij wordt aangegeven dat het investeringsbudget kan vrijvallen met € 0,335 miljoen. Dit heeft gevolgen voor de mutaties van de reserves. Als gevolg van de vrijval van het investeringsbudget kan € 0,335 miljoen vrijvallen uit de Reserve dekking kapitaallasten activa. Wij stellen u dit bedrag toe te voegen aan de Algemene Reserve.

Prestatie 5.5.3 Europese programma's

Er is in 2024 een budget van €5,5 miljoen geraamd. De lasten bedragen €6,7 miljoen. Dit leidt tot een tekort van €1.200.000. Verklaring hiervoor is dat de Europese programma's inmiddels goed op stoom zijn gekomen en er openstellingen en toekenningen zijn geweest, waardoor de uitgaven in 2024 hoger zijn uitgevallen. U heeft voor de Europese programma's een langjarig budget ter beschikking gesteld voor de periode t/m 2027 (PS/2021/110330).  De budgetten in de begroting en meerjarenraming zijn indicatief, evenals de verdeling over de programma's. en hier staat meerjarige dekking tegenover. In 2024 is er sprake van een tekort van circa €1.200.000, maar dit past binnen de meerjarenbegroting . Het tekort op de jaarschijf 2024 dekt u uit de hiervoor bestemde Reserve Europese Programma's, binnen het bestaand budget.

Wij stellen u voor om een bedrag van € 1,2 miljoen te onttrekken aan Reserve Europese Programma's en toe te voegen aan de Algemene reserve. 

SVn leningen
Conform uw besluit bij de Perspectiefnota 2023 wordt voorzien in afdekking van de deelneming Enexis door vrijvallende middelen binnen de AFR als gevolg van een daling van het uitstaande saldo aan SVn-leningen. Door vervroegde aflossingen is er ultimo 2024 vrije ruimte ontstaan op de SVn startersleningen en SVn duurzaamheidsleningen van respectievelijk € 0,3 miljoen en € 24.000,-. Door deze vervroegde aflossingen liggen de aflossingen in de komende boekjaren op een lager niveau. Om de onttrekkingen uit de Algemene financieringsreserve met oormerking SVn en gelijktijdige toevoeging voor de oormerking Enexis aan te laten sluiten op het gewijzigde aflossingspatroon, stellen wij u de onderstaande begrotingswijzigingen voor:

SVn Startersleningen
2025: € 0,3 miljoen extra onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en toevoegen aan AFR met oormerking Enexis
2026: € 11.000 minder onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en minder toevoegen aan AFR met oormerking Enexis
2027: € 11.000 minder onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en minder toevoegen aan AFR met oormerking Enexis

2028: € 11.000 minder onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en minder toevoegen aan AFR met oormerking Enexis

2029: € 11.000 minder onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en minder toevoegen aan AFR met oormerking Enexis

SVn Energieleningen
2025: € 24.000 extra onttrekken uit AFR met oormerking Svn Energieleningen en toevoegen aan AFR met oormerking Enexis

Niet bestede KVO-budgetten met einddatum 2024

Ultimo 2024 is sprake van niet bestede KVO-budgetten met een einddatum van 2024. De budgetten vallen vrij na het verstrijken van de einddatum. In totaal gaat het om € 4,1 miljoen. Wij stellen u voor om de vrijval, ter grootte van € 4,1 miljoen, toe te voegen aan de Algemene reserve. Onderstaand is een specificatie van de vrijvallende budgetten opgenomen.

• U-KVO reserve prestatie 142 ad € 0,4 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 222 ad  € 0,2 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 231 ad  € 0,3 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 316 ad € 59.000
• U-KVO reserve prestatie 331 ad € 31.000
• U-KVO reserve prestatie 354 ad  € 0,1 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 356 ad  € 0,9 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 531 ad € 41.000
• U-KVO reserve prestatie 541 ad € 5.600
• U-KVO reserve prestatie 552 ad  € 0,4 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 555 ad € 70.000
• U-KVO reserve prestatie 612 ad  € 0,1 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 621 ad € 0,2 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 622 ad € 0,2 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 631 ad  € 0,1 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 633 ad  € 4.000
• U-KVO reserve prestatie 641 ad  € 0,5 miljoen
• U-KVO reserve prestatie 10.0 ad  € 0,4 miljoen