Status prestaties

Balans

Balans

Status prestaties

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De balans is het overzicht van onze bezittingen, vreemd vermogen en eigen vermogen op een bepaald moment. De balans bestaat uit activa en passiva, welke met elkaar in evenwicht zijn. Activa zijn de bezittingen en passiva zijn de middelen waarmee de activa gefinancierd worden (eigen vermogen en vreemd vermogen).

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en de verordening ex artikel 217 Provinciewet, waarin door Provinciale Staten de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De activa worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De passiva worden gewaardeerd op de nominale waarde, tenzij bij het betreffende onderdeel anders is vermeld.

De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de provincie Overijssel.  De continuïteit is gewaarborgd gegeven haar publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. 

Balans

Terug naar navigatie - Balans

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de Nota reserves, voorzieningen & doeluitkeringen provincie Overijssel 2021 (PS/2021/0127125, zie statenvoorstel). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Balans per 31 december 2024 × € 1.000
Activa 31.12.2023 31.12.2024 Passiva 31.12.2023 31.12.2024
Vaste activa 1.012.412 1.027.704 Vaste passiva 1.790.636 1.896.236
Immateriële vaste activa - - Eigen vermogen 1.726.979 1.823.071
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio - - Reserves 1.688.271 1.756.592
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief - - - waarvan algemene reserves 769.697 705.773
Bijdragen aan activa in eigendom van derden - - - waarvan bestemmingsreserves 918.574 1.050.819
Resultaat 38.708 66.479
Materiële vaste activa 349.937 363.429 Voorzieningen 61.797 71.305
Investeringen met een economisch nut 29.253 30.764
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - -
- waarvan in erfpacht - -
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 320.684 332.665
- waarvan in erfpacht - -
Financiële vaste activa 662.475 664.275 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 1.860 1.860
Kapitaalverstrekkingen 175.391 175.374 Obligatieleningen - -
- waarvan aan deelnemingen 175.391 175.374 Onderhandse leningen 1.853 1.853
- waarvan aan gemeenschappelijke regelingen - - - waarvan van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - - waarvan van binnenlandse banken en overige financiële instellingen - -
Leningen 418.596 426.063 - waarvan van binnenlandse bedrijven - -
- waarvan aan openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 1.000 1.000 - waarvan van openb. lichamen (art. 1a Wet FIDO) 1.853 1.853
- waarvan aan woningbouwcorporaties - - - waarvan van overige binnenlandse sectoren - -
- waarvan aan deelnemingen 417.596 425.063 - waarvan van buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - -
- waarvan aan overige verbonden partijen - - Door derden belegde gelden - -
Overige langlopende leningen 23.565 21.830 Waarborgsommen 7 7
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - -
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - -
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 44.923 41.008
Vlottende Activa 1.085.219 1.364.175 Vlottende passiva 306.995 495.643
Voorraden 140.669 167.220
Grond- en hulpstoffen - -
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie - -
Gereed product en handelsgoederen 140.669 167.220
Vooruitbetalingen - -
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 886.074 1.136.130 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 32.687 22.185
Vorderingen op openbare lichamen 46.472 39.713
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) 10.293 - Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen (conform art. 1, onderdeel a Wet FIDO) - -
Overige verstrekte kasgeldleningen - - Overige kasgeldleningen - -
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - -
Rekening-courantverhouding met het Rijk 820.660 1.085.161
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen - - Banksaldi - -
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - -
Overige vorderingen 7.037 9.821 Overige schulden 32.687 22.185
Overige uitzettingen 1.612 1.435
Liquide middelen (kas- en banksaldi) 128 3
Overlopende activa 58.348 60.822 Overlopende passiva 274.308 473.458
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 137.046 128.873
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - - Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 1.089 1.169
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 5.215 2.420 Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 133.578 343.304
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvan-gen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel - - Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 175 70
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 53.133 58.402 Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 2.420 42
Totaal 2.097.631 2.391.879 Totaal 2.097.631 2.391.879
Recht op verliescompensatie conform Wet VpB 599 599 Verstrekte borg- of garantstellingen 133.593 196.692

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

Grondslagen
De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de rentevaste periode volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde financieel vast actief of de gerelateerde vaste schuld. 
Voor (dis)agio op financiële vaste activa betreft deze post het positieve saldo van agio (aankoopwaarde > nominale waarde) verminderd met disagio (nominale waarde > aankoopwaarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Voor (dis)agio op vaste schulden betreft deze post het positieve saldo van disagio (nominale waarde > verkoopwaarde) verminderd met agio (verkoopwaarde > nominale waarde) en de afschrijvingen op zowel agio als disagio.
Het (dis)agio wordt gedurende de looptijd van het actief of schuld lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende (dis)agio als last genomen.

Toelichting
Sinds eind 2022 is het saldo van (dis)agio  en daarop gepleegde afschrijvingen negatief. Conform de grondslagen is dit negatieve saldo in mindering gebracht op de betreffende financiële vaste activa. De toelichting op dit saldo treft u daar aan. Deze balanspost heeft in 2024 geen saldo of wijzigingen gehad. 

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Grondslagen
De materiële vaste activa worden verdeeld in drie categorieën.

  • Investeringen met een economisch nut.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden (deze categorie is voor Overijssel niet van toepassing).
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Alle investeringen worden geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de financiële verordening, variëren conform de financiële verordening van vier jaar tot honderd jaar. Het afschrijven op investeringen start in het jaar ná ingebruikname van het actief.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2024
Investeringen met een economisch nut: 29.253 4.695 2.721 463 30.764
Gronden en terreinen
Woonruimten 93 15 78
Bedrijfsgebouwen 25.517 2.687 2.340 25.864
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen 7 1.055 136 926
Machines, apparaten en installaties 3.562 953 352 327 3.836
Overige materiële vaste activa 74 14 60
x €1.000 Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2024
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: 320.684 18.345 6.019 344 332.666
Gronden en terreinen
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 320.684 18.345 6.019 344 332.666
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa

In 2024 hebben nieuwe investeringen plaatsgevonden voor een bedrag van € 23,0 miljoen. Daarnaast hebben wij voor deze investeringen bijdragen van andere overheden ontvangen voor een bedrag van € 0,8 miljoen. De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen in 2024 €  8,7 miljoen. 

Investeringskredieten voor activa

Terug naar navigatie - Investeringskredieten voor activa
Investeringskredieten voor activa
Kerntaak Beschikbaar GS-wijziging (kasritme wijz.) Vrijval (PS)
Beleidsdoel Begroting Rekening Saldo uit overloop
Prestatie 2024 2024 2024 2024 2025 2026 2027 2028 2029
4. Mobiliteit 44.230.518 19.546.237 24.684.281 24.684.280 -11.980.045 -3.699.895 -16.670.308 29.702.723 26.900.205 431.600
4.2 Toekomst bestendig en duurzaam openbaar vervoer 6.239.615 326.598 5.913.017 5.913.017 5.913.017 0 0 0 0 0
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein 6.239.615 326.598 5.913.017 5.913.017 5.913.017 0 0 0 0 0
Uitgaven 6.239.615 653.510 5.586.106 5.913.017 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 -326.911 326.911
4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer 12.887.335 7.680.086 5.207.249 5.207.248 -2.270.727 -19.329.949 -29.750.000 29.489.640 26.900.205 168.080
4.6.6 N307 305.487 295.519 9.967 9.967 0 0 0 0 0 9.967
Uitgaven 305.487 298.298 7.188 0 0 0 0 0 9.967
Ontvangsten 0 -2.779 2.779
4.6.7 Vechtdalverbinding 800.000 464.875 335.125 335.125 0 0 0 0 0 335.125
Uitgaven 800.000 513.809 286.191 0 0 0 0 0 335.125
Ontvangsten 0 -48.934 48.934
4.6.9 verkenning, planstudies en realisatie provinciale wegenprojecten (2) 7.462.984 4.205.106 3.257.878 3.257.878 -1.274.799 1.520.051 700.000 2.489.640 0 -177.013
Uitgaven 7.462.984 4.471.460 2.991.524 -1.274.799 1.520.051 700.000 2.489.640 0 -177.013
Ontvangsten 0 -266.355 266.355
4.6.12 Vloedbeltverbinding 2.775.532 1.300.327 1.475.205 1.475.205 -1.125.000 -20.850.000 -30.450.000 27.000.000 26.900.205 0
Uitgaven 2.775.532 1.300.327 1.475.205 -1.125.000 -20.850.000 -30.450.000 27.000.000 26.900.205 0
Ontvangsten 0 0 0
4.6.13 N35 Knooppunt Raalte 1.543.333 1.414.260 129.073 129.073 129.073 0 0 0 0 0
Uitgaven 1.543.333 1.414.260 129.073 129.073 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0
4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur 25.103.568 11.539.553 13.564.015 13.564.015 -15.622.335 15.630.054 13.079.692 213.083 0 263.521
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur 1.275.524 1.218.995 56.528 56.528 -29.979 0 0 0 0 86.507
Uitgaven 1.275.524 1.355.579 -80.055 -29.979 0 0 0 0 86.507
Ontvangsten 0 -136.584 136.584
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur 19.797.498 10.007.903 9.789.595 9.789.595 -19.310.247 15.630.054 13.079.692 213.083 0 177.013
Uitgaven 19.797.498 10.033.714 9.763.784 -19.310.247 15.630.054 13.079.692 213.083 0 177.013
Ontvangsten 0 -25.811 25.811
4.7.5 Zwartewaterbrug Hasselt 4.030.546 312.654 3.717.892 3.717.892 3.717.892 0 0 0 0 0
Uitgaven 4.030.546 312.654 3.717.892 3.717.892 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0
10. Bedrijfsvoering 11.075.423 2.686.933 8.388.490 8.388.490 6.981.300 1.407.190 0 0 0 0
10.00 Bedrijfsvoering 11.075.423 2.686.933 8.388.490 8.388.490 6.981.300 1.407.190 0 0 0 0
Uitgaven 11.075.423 2.686.933 8.388.490 6.981.300 1.407.190 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0
Totaal 55.305.941 22.233.171 33.072.771 33.072.770 -4.998.744 -2.292.705 -16.670.308 29.702.723 26.900.205 431.600

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Grondslagen
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de activa in mindering gebracht. Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen en agio) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen of het bedrag waarvoor agio beschikbaar is gesteld. Als de marktwaarde van de deelneming daalt tot onder de verkrijgingsprijs, dan vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
De uitzettingen zijn gewaardeerd op nominale waarde, daar waar van toepassing verminderd met een negatief saldo van agio, disagio en afschrijvingen op (dis-)agio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa.

x €1.000 Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen / aankopen Desinvesteringen / verkopen Afschrijvingen / Aflossingen Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2024
Financiële vaste activa: 662.475 10.256 2.934 8.357 -2.835 664.275
Kapitaalverstrekkingen aan: 175.391 582 2.934 -2.335 175.374
Deelnemingen 175.391 582 2.934 -2.335 175.374
Leningen aan: 418.596 8.174 707 426.063
Openbare lichamen zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 1.000 1.000
Deelnemingen 417.596 8.174 707 425.063
Overige langlopende leningen 23.565 1.500 3.735 -500 21.830
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 44.923 3.915 41.008

Toelichting
Een gedetailleerde onderverdeling treft u aan in het bijlagenboek. Voor de financiële vaste activa geldt dat het overgrote deel óf gefinancierd is via de Algemene financieringsreserve óf hier op afzienbare termijn in wordt voorzien dan wel wordt afgelost. Uitgezonderd hierop zijn een deel van de leningen aan Energiefonds Overijssel (€ 80,0 miljoen), de lening aan de BNG Bank (€ 25,0 miljoen) en een deel van de aandelen in Enexis (€ 28,9 miljoen). Deze uitzettingen worden via het overige beschikbare eigen vermogen gefinancierd. Naast de genoemde uitzonderingen is de obligatieportefeuille (€ 41,0 miljoen eind 2024)  uitgezonderd omdat hier op afzienbare termijn op wordt afgelost. Hierna treft u een toelichting aan op de mutaties in 2024.

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:
De vermeerdering van € 0,6 miljoen betreft een kapitaalstorting in IFO I vanuit de aflossing op de lening SPV-Hengelo.

De desinvestering van € 2,9 miljoen heeft voor het grootste deel betrekking op de opheffing van IFO II (€ 2.915.000). Daarnaast heeft € 19.000 betrekking op de opheffing van de vennootschap Publiek Belang Elektriciteitsproductie (PBE). 

Per saldo is er in 2024 in totaal € 2,3 miljoen vrijgevallen uit de fondsvoorzieningen. Deze € 2,3 miljoen heeft voor € 2,6 miljoen betrekking op de vrijval uit de voorziening IFO II (als gevolg van opheffing IFO II). Het restant van € 0,3 miljoen (per saldo storting) is als volgt opgebouwd: € 0,8 miljoen storting in de voorziening HMO, € 0,2 miljoen vrijval uit de voorziening EFO en € 0,3 miljoen vrijval uit de voorziening IFO I. 

De mutaties in de voorzieningen zijn gebaseerd op de (voorlopige) resultaten van de betreffende deelnemingen over 2024. Conform bestaande regelgeving stellen we voor de bedragen met betrekking tot HMO, EFO en IFO I te verrekenen met de Algemene financieringsreserve. In totaal valt er daarmee € 0,3 miljoen vrij uit deze reserve.

Leningen aan:
Deelnemingen
De vermeerdering van € 8,2 miljoen heeft betrekking op een vermeerdering van de lening EFO met € 6,7 miljoen en de lening Wadinko met € 1,5 miljoen. De vermindering van € 0,7 miljoen heeft betrekking op reguliere aflossingen m.b.t. SPV Hengelo BV. 

Overige langlopende leningen
De toename van € 1,5 miljoen heeft betrekking op een vermeerdering van de lening Photon Delta.

De afname van € 3,7 miljoen betreft aflossingen op Leningen Collectieven Agrarisch Natuurbeheer (€ 0,5 miljoen), SVn startersleningen (€ 0,5 miljoen), SVn duurzaamheidsleningen (€ 2,1 miljoen) en SVn MKB duurzaamheidsleningen (€ 0,1 miljoen) en tenslotte het definitief afboeken (in verband met oninbaarheid) van onze lening en de al eerder gevormde voorziening  m.b.t. Twente Institute for Wireless en Mobile Communications (WMC) ad € 0,5 miljoen. 

Overige uitzettingen
In 2024 is er voor een bedrag van € 4 miljoen aan aflossingen op obligaties ontvangen. Daarnaast is conform de grondslagen op de nominale waarde van de obligaties eind 2024 (€ 43,2 miljoen) het saldo aan (dis)agio en afschrijvingen in mindering gebracht (2,2 miljoen). Als gevolg van de aflossingen is in 2024 een bedrag van € 0,1 miljoen aan volledig afgeschreven (dis)agio afgeboekt; eind 2024 bevat deze post nog een bedrag van € 5.000 aan agio en een bedrag van € 2,2 miljoen aan disagio. Ten slotte is in 2024 een bedrag van € 0,2 miljoen aan afschrijvingen op het (dis)agio aan het saldo toegevoegd.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Grondslagen
Voor de gronden voor de infrastructuur geldt dat de gronden onder trace tegen nihil worden gewaardeerd. De overige gronden worden in overeenstemming met de geldende regelgeving gewaardeerd tegen aanschafprijs of lagere marktwaarde. De marktwaarde van de projectgronden (gronden binnen de begrenzing van het natuurnetwerk) en ruilgronden baseren wij op de waarden die worden genoemd in de derde kwartaalrapportage van de Grondprijsmonitor van het Kadaster. Naast deze toelichting op de balanspost Voorraden bevatten ook de Paragraaf grondbeleid en de daarbij opgenomen Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid informatie over gronden.

x €1.000 Stand per 31-12-2023 Vermeerderingen Verminderingen Stand per 31-12-2024
Voorraad gereed product en handelsgoederen:
Infrastructuur Kapitaaluitgaven 2.330 661 958- 2.033
Afwaardering - - - -
Voorziening 141- 141 - -
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 2.189 802 958- 2.033
Grond voor Grond Kapitaaluitgaven 28.996 874 11.748- 18.122
Afwaardering 15.952- 10.928 592 4.433-
Voorziening 825- - - 825-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 12.219 11.802 11.156- 12.865
Anticiperend grondfonds Kapitaaluitgaven 19.084 22.793 913- 40.964
Afwaardering - - - -
Voorziening - - - -
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 19.084 22.793 913- 40.964
Opkoop veehouderij (MGA-1) Kapitaaluitgaven - - - -
Afwaardering - - 0 0
Voorziening - - - -
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) - - 0 0
Boscompensatie Kapitaaluitgaven 383 - - 383
Afwaardering - - - -
Voorziening - - - -
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 383 - - 383
Natuurnetwerk Kapitaaluitgaven 159.660 25.833 31.981- 153.512
inclusief Progr. natuur en Afwaardering 52.903- 14.573 9.164- 47.493-
Veenweide Voorziening 12.511- 8.876 3.397- 7.032-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 94.246 48.581 43.840- 98.987
Revolving Fund Kapitaaluitgaven 7.257 887 1.731- 6.414
Afwaardering - - - -
Voorziening 32- 65 34- 1-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 7.225 952 1.765- 6.412
Overige Kapitaaluitgaven 6.247 1.683 1.519- 6.411
Afwaardering - - - -
Voorziening 923- 323 235- 835-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 5.324 2.006 1.754- 5.576
Totaal Kapitaaluitgaven 223.958 52.732 48.850- 227.840
Afwaardering 68.855- 25.502 8.572- 51.926-
Voorziening 14.433- 9.405 3.666- 8.694-
Boekwaarde na aftrek voorziening (cf. marktwaarde) 140.669 87.639 61.088- 167.220

Toelichting

De voorraden grond die zijn opgenomen in bovenstaand verloopoverzicht zijn aangekocht en verkregen voor een specifiek doel. Uitzondering daarop zijn de gronden die zijn aangeschaft voor het anticiperend grondfonds. Dit fonds is bedoeld om gronden en, in meer incidentele gevallen, hele bedrijven op basis van vrijwilligheid en voor de marktwaarde te kunnen aankopen. Kenmerkend is dat niet van tevoren duidelijk is voor welk provinciaal doel het eigendom in de toekomst ingezet gaat worden. Het eigendom in het AGF houden we in stand zoals het aangekocht wordt. Gronden worden niet afgewaardeerd in het AGF. De bestemming wijzigt namelijk niet en eventuele vergunningen blijven in stand. Ook het tijdelijk beheer van opstallen in het AGF is daarop gericht.

De gronden uit de andere categorieën zijn projectgronden, ruilgronden of restgronden. In de Paragraaf grondbeleid is deze uitsplitsing gekwantificeerd weergegeven. Projectgronden liggen binnen het tracé voor infrastructurele projecten of binnen de begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland. Ruilgronden zetten we in voor het verkrijgen van benodigde projectgronden en/of het verplaatsen van bedrijven.  Restgronden zijn gronden die niet meer nodig zijn voor projecten en die verkocht kunnen worden.

Voorraad grond ten behoeve infrastructuur
In het kader van de Vloetbeltverbinding zijn voor € 0,7 miljoen gronden aangekocht. Diverse infrastructurele projecten zijn in 2024 administratief afgesloten, zoals de kademuur in Ossenzijl, de N34 en de N348.

Voorraad grond voor grond
De opbrengst van de verkoop van deze gronden is bedoeld voor dekking van de kosten van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. De boekwaarde na aftrek van de voorziening is toegenomen met € 0,7 miljoen en bedraagt eind 2024 € 12,9 miljoen.

Anticiperend grondfonds
Het anticiperend grondfonds is ingericht in 2022. Via dit fonds kunnen gronden worden aangekocht waarvoor bij aankoop nog niet duidelijk is voor welke opgave ze worden ingezet. In totaal is voor ongeveer € 41 miljoen aangekocht aan gronden en opstallen. Inmiddels zijn 2 percelen uit het AGF doorgeleverd aan de Ontwikkelopgave.

Natuurnetwerk
In 2024 is de omvang van deze grondvoorraad licht gestegen. Voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland en de uitvoering van de ontwikkelopgave is het veelal ook nodig gronden te verwerven. Na transformatie van de gronden tot natuur worden de gronden geleidelijk vervreemd. De boekwaarde na aftrek van de voorziening is toegenomen van € 94,2 miljoen naar € 99,0 miljoen.

Revolving Fund
Dit fonds heeft als doel landbouwstructuurversterking en kent een lange historie. Het wordt ingezet om gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied te stimuleren, zoals kavelruil. Eind 2024 bedraagt de omvang van deze voorraad € 6,4 miljoen.

Overige gronden
Dit betreft met name gronden en opstallen die niet langer benodigd zijn voor de projecten waarvoor ze zijn aangekocht. Maar ook de aangekochte gronden en opstallen in het kader van Kanaal Almelo de Haandrik maken deel uit van deze voorraad.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Grondslagen
Kortlopende uitzettingen (waaronder vorderingen) worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waar nodig zijn deze verminderd met hiervoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.

x €1.000 Saldo 31-12-2023 Saldo 31-12-2024
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: 886.074 1.136.130
Vorderingen op openbare lichamen 46.472 39.713
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 10.293
Overige verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist
Rekening-courantverhouding met het Rijk 820.660 1.085.161
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier
Overige vorderingen 7.037 9.821
Overige uitzettingen 1.612 1.435
x €1.000 Saldo 31-12-2023 Saldo 31-12-2024
Vorderingen op openbare lichamen: 46.472 39.713
Gemeenten 1.565 1.355
Gemeenschappelijke regelingen 586 290
Overige overheden 44.321 38.068

Toelichting
Vorderingen op openbare lichamen
De belangrijkste vorderingen ultimo 2024 betreffen het BTW-compensatiefonds (€ 27,6 miljoen) en de opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 7,4 miljoen). 

Rekening-courantverhouding met het Rijk
Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. De verantwoording over het drempelbedrag, zoals bepaald in artikel 7 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en artikel 52 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, en het gebruik daarvan is te vinden onder liquide middelen.

Overige vorderingen
Voor een groot deel bestaat dit uit debiteuren niet openbare lichamen. Daarnaast zijn in deze post vorderingen van in totaal € 2,4 miljoen begrepen, waarvan de inbaarheid onzeker is. Deze vorderingen zijn geheel voorzien, waardoor de gepresenteerde boekwaarde nihil bedraagt.

Overige uitzettingen 
Dit bedrag betreft de  eind het jaar opgebouwde rente binnen de obligatieportefeuille.

Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Terug naar navigatie - Liquide middelen (kas- en banksaldi)

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Saldo 31-12-2023 Saldo 31-12-2024
Liquide middelen
Bank 128 3
Kas 0 0
Totaal 128 3
Begroting Percentage Drempel
Berekening drempelbedrag schatkistbankieren
Totale lasten Begroting 2024 782.994
Drempelbedrag bij begroting tot € 500 miljoen 2,00% 10.000
Extra drempel bij begroting vanaf € 500 miljoen 0,20% 566
Drempelbedrag 2024 10.566
Gemiddeld Drempel Verschil
Verantwoording drempelbedrag schatkistbankieren
Eerste kwartaal 2024 37 10.566 10.529
Tweede kwartaal 2024 61 10.566 10.505
Derde kwartaal 2024 38 10.566 10.528
Vierde kwartaal 2024 232 10.566 10.334
Geheel 2024 92 10.566 10.474

Toelichting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is het maximumbedrag aan liquide middelen dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden aangehouden, gebaseerd op de totale lasten uit de initiële Begroting. Het kwartaalgemiddelde wordt op dagbasis berekend, waarbij per saldo tekorten (roodstanden) als nihil worden meegeteld. In dit jaar is het drempelbedrag niet overschreden.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

x €1.000 Saldo 31-12-2023 Saldo 31-12-2024
Overlopende activa 58.348 60.822
Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel 5.215 2.420
Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren komen. 53.133 58.402

Toelichting overlopende activa

Terug naar navigatie - Toelichting overlopende activa

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te ontvangen voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden.

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen rente schatkistbankieren (€ 8,5 miljoen), vooruitbetaalde voorschotten SKNL PAS subsidiebeschikkingen (€ 7,6 miljoen), nog te ontvangen opcenten motorrijtuigenbelasting (€ 5,1 miljoen), van SVn te ontvangen rente en aflossingen inzake o.a. startersleningen en duurzaamheidsleningen (€ 3,1 miljoen), nog te vorderen omzetbelasting (€ 2,0 miljoen), nog te ontvangen bedragen voor landinrichting (€ 1,1 miljoen) en nog te ontvangen grondwaterheffing 2024 (€ 1 miljoen).

Recht op verliescompensatie conform wet VpB

Terug naar navigatie - Recht op verliescompensatie conform wet VpB

De activiteiten van de Provincie zijn – kortweg – belast voor de vennootschapsbelasting (VpB) indien en voor zover er sprake is van deelname aan het economisch verkeer met het doel om daaruit een structureel voordeel te behalen.

Jaarlijks monitoren wij onze activiteiten op onderworpenheid aan de VpB. Tot op heden is de conclusie dat de Provincie geen belastingplichtige activiteiten verricht. Hierdoor is er geen sprake van fiscaal belaste winst waarover belasting moet worden afgedragen. Mocht belastingheffing in de toekomst aan de orde komen, dan heeft de Provincie Overijssel nog verliescompensatierechten van afgerond € 599.000 uit haar voormalige deelname aan de Zuiderzeehaven C.V. Deze deelname werd in 2017 beëindigd.

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves

Grondslagen
Reserves worden gevormd voor:

  • Het opvangen van algemene risico’s (bufferfunctie van de algemene reserves).
  • Toekomstige besteding aan een van te voren bepaald doel (bestemmingsreserves).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de Nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2021. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per reserve toegelicht.

Bedragen x €1.000

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Grondslagen
Voorzieningen worden gevormd voor:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde of het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening of een toevoeging aan een reeds bestaande, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen van voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Deze personele lasten worden in beginsel verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan (wettelijk)overlopende verlof- en jubileumaanspraken.  In lijn met de richtlijn van de commissie BBV wordt een voorziening getroffen wanneer opbouw en opname van het verlof geen gelijkmatig verloop krijgt en van materiële betekenis is. Wij monitoren hiervoor de spaarsaldi. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” wordt een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

De categorie 'gesaldeerde voorziening', betreft voorzieningen waarvan de waarden in mindering wordt gebracht op de activa waarop ze betrekking hebben. Deze komen daardoor niet tot uitdrukking in de totaaltelling aan de passivazijde van de balans, maar worden gesaldeerd met de desbetreffende activa. Zie de toelichtingen op de activa.

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per voorziening toegelicht.

Bedragen x €1.000

Vaste schulden met rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Terug naar navigatie - Vaste schulden met rentetypische looptijd van 1 jaar of langer

Grondslagen
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2023 Vermeerderingen Aflossingen Balanswaarde 31-12-2024
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer: 1.860 1.860
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van: 1.853 1.853
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Binnenlandse bedrijven
Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden 1.853 1.853
Overige binnenlandse sectoren
Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen 7 7
Overige leningen

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

Lastneming subsidies 
Sinds 2021 wordt op grond van een notitie van de commissie BBV de lastneming van subsidies verantwoord in het jaar waarin de subsidieontvanger start met de uitvoering van de activiteiten op basis van de startdatum van de projectperiode in de subsidieverleningsbeschikking, tenzij:

  • De verstrekte subsidie een boekjaar/exploitatiesubsidie betreft: uit de subsidiebeschikking blijkt onomstotelijk dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend in één of meerdere volgende jaren zal plaatsvinden.
  • De verstrekte subsidie een projectsubsidie betreft, het individuele subsidiebedrag het grensbedrag overschrijdt en die boekjaar overschrijdend is. Het grensbedrag is vastgesteld in onze financiële verordening vastgesteld op € 1,5 miljoen.
    In de laatste twee gevallen wordt de lastneming toegerekend aan jaren waarop de subsidie betrekking heeft, respectievelijk de realisatie plaatsvindt.

Voor de volledigheid merken wij op dat de lastneming met betrekking tot subsidieaanvragen die vóór 31 december zijn ingediend, maar pas in het volgende boekjaar worden beschikt, in beginsel niet op het jaar van indiening wordt verwerkt, ook al ligt de startdatum in dat jaar. Het uitgangspunt hierachter is primair dat er feitelijk in het nieuwe jaar wordt beschikt. Secundair, dat de realisatie overwegend in of na het jaar van beschikken zal plaatsvinden.

x €1.000 Balanswaarde 31-12-2023 Balanswaarde 31-12-2024
Overlopende passiva: 274.308 473.458
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen 137.046 128.873
Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 1.089 1.169
Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 133.578 343.304
Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren 175 70
Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 2.420 42
.
x €1.000 Balanswaarde 31-12-2023 Balanswaarde 31-12-2024
Totaal verplichtingen: 137.046 128.873
2012 en eerder 5.619 5.581
2013 2.906 2.906
2014 250 250
2015 740 720
2016 270 270
2017 1.138 182
2018 5.254 2.296
2019 6.675 3.821
2020 14.990 7.851
2021 17.532 8.799
2022 22.241 14.357
2023 59.431 21.621
2024 60.219

Toelichting overlopende passiva

Terug naar navigatie - Toelichting overlopende passiva

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.
Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat, naast ontvangsten die betrekking hebben op het jaar 2024, uit nog te betalen bedragen. 

Doeluitkeringen

Terug naar navigatie - Doeluitkeringen

Grondslagen
Doeluitkeringen worden gevormd uit nog te besteden én nog te ontvangene middelen afkomstig van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2021. Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per doeluitkering toegelicht.

Single information single audit (Sisa)
Op doeluitkeringen rust een specifieke verantwoordingsplicht. Aan iedere doeluitkering worden in meer of mindere mate voorwaarden verbonden die onderling kunnen verschillen. Deze doeluitkeringen / regelingen worden afzonderlijk door de accountant getoetst, maar wel allemaal in één keer bij de controle van de jaarrekening (Sisa). De verantwoording vindt plaats via een voorgeschreven format. Deze sisa-verantwoording treft u aan als bijlage bij dit jaarverslag, rechts bovenaan de website.

Bedragen x €1.000
Ontvangsten 2024 Aanwendingen 2024
Stand per 31-12-2023 Raming Realisatie Afwijking Raming Realisatie Afwijking Stand 31-12-2024
Totaal doeluitkeringen 129.627 182.282 308.873 -126.591 108.478 96.378 12.100 342.122
Doeluitkeringen als passiva gepresenteerd 134.842 344.543
Doeluitkeringen als activa gepresenteerd 5.215 2.420

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

In de toelichting op de balans worden – op grond van artikel 53 BBV – de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld, waaraan wij voor toekomstige jaren zijn gebonden.

Deze niet in de balans opgenomen verplichtingen omvatten onder meer de in artikelen 50 en 57 BBV afzonderlijk benoemde borg- en garantstellingen.

Verstrekte borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - Verstrekte borg- en garantstellingen
X € 1.000 Oorspronkelijke grondslag Grondslag eind 2023 Grondslag eind 2024 Percentage eind 2023 Percentage eind 2024 Bedrag eind 2023 Bedrag eind 2024 Tot en met 2024 betaald
Totaal borg- en garantstellingen 400.391 151.826 208.692 88% 94% 133.593 196.692 0
Totaal borgstellingen 180.062 8.027 762 22% 100% 1.794 762 0
Totaal garantstellingen 220.329 143.799 207.930 92% 94% 131.799 195.930 0

Toelichting I: verstrekte borg- en garantstellingen

Terug naar navigatie - Toelichting I: verstrekte borg- en garantstellingen

Toelichting
Ten opzichte van 2023 is de grondslag van borgstellingen in 2024 afgenomen met € 7,3  miljoen en het geborgde bedrag afgenomen met € 1 miljoen. De grondslag van garantstellingen en het gegarandeerd bedrag is toegenomen met € 64,1 miljoen. 

Zie verder de toelichting bij de afzonderlijke onderdelen.

Borgstellingen

Terug naar navigatie - Borgstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijk bedrag geborgde lening Bedrag geborgde lening eind 2023 Bedrag geborgde lening eind 2024 Percentage borgstelling eind 2023 Percentage borgstelling eind 2024 Geborgd bedrag eind 2023 Geborgd bedrag eind 2024 Tot en met 2024 betaald
Borgstellingen op grond van en aan 180.062 8.027 762 22,3% 100,0% 1.794 762
Ouderenbeleid 1996 en eerder 4.709 436 288 100% 100% 436 288
Stichting Carinova Woonzorg 2028 1.876 234 187 100% 100% 234 187
Stichting Dimence Groep 2025 2.833 202 101 100% 100% 202 101
Afronding natuuropgave pMJP-projecten (3.5.3) 172.598 6.904 - 11% 731 -
Stichting Groenfonds | convenantsleningen 2025 172.598 6.904 - 11% 731 -
Een leven lang lezen én leren (6.4.1) 1.555 567 474 100% 100% 567 474
Rijnbrink Groep 2029 1.555 567 474 100% 100% 567 474
Samenwerking met partners (7.3.1) 1.200 120 50% 60 -
IPO 2024 1.200 120 50% 60 -

Toelichting borgstellingen

Terug naar navigatie - Toelichting borgstellingen

Toelichting
In 2024 is het geborgde bedrag aan leningen gedaald met € 1 miljoen. Deze daling bestaat voornamelijk uit aflossingen op convenantsleningen met € 0,7  miljoen.

Daarnaast zijn de geborgde leningen van Carinova Woonzorg, Dimence en Rijnbrink verlaagd met respectievelijk € 47.000, € 101.000 en € 93.000. Dit betreft reguliere aflossingen op hun leningen in 2023, waarvan de informatie pas beschikbaar werd na het opstellen van de jaarrekening 2023, waardoor deze aflossingen verwerkt zijn in 2024. Het geborgd bedrag IPO is ultimo 2024 € 0. 

Garantstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen
X € 1.000 Jaar van afloop Oorspronkelijke grondslag garantie Grondslag garantie eind 2023 Grondslag garantie eind 2024 Percentage garantstelling eind 2023 Percentage garantstelling eind 2024 Gegarandeerd bedrag eind 2023 Gegarandeerd bedrag eind 2024 Tot en met 2024 betaald
Garantstellingen op grond van en aan 220.329 143.799 207.930 91,7% 94,2% 131.799 195.930
Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied (3.1.5) 495 495 100% 495
Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels 2024 495 495 100% 495
Landbouwstructuurversterking (3.4.3) 207 207 207 100% 100% 207 207
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j 2023 207 207 207 100% 100% 207 207
Realisatie Natuurnetwerk Nederland (3.5.1) 747 4.596 4.596 100% 100% 4.596 4.596
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n 2023 747 4.596 4.596 100% 100% 4.596 4.596
Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3) 184.884 91.882 153.047 100% 100% 91.882 153.047
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle - Kampen en Zwolle - Enschede 2032 98.325 50.000 75.188 100% 100% 50.000 75.188
EBS-OV | Zero - Emissiebussysteem IJssel-Vecht 2035 45.176 41.882 38.030 100% 100% 41.882 38.030
Arriva | Zero - Emissiebussen Twente-ZHO 2029 41.383 39.829 100% 39.829
Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4) 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand 2026 13.500 13.500 13.500 15% 15% 2.000 2.000
N35 - lopende projecten (4.6.3) 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden n.n.b. 1.000 1.000 1.000 50% 50% 500 500
Garantstelling aan EIB inzake EFO (2.3.2) 18.976 16.214 100% 100% 18.976 16.214
European Investment Bank inzake EFO 2037 18.976 16.214 100% 100% 18.976 16.214
Europese programma's (5.5.3) 19.496 13.143 19.366 100% 100% 13.143 19.366
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d 2025 160 30 30 100% 100% 30 30
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o 2025 6.000 6.000 6.000 100% 100% 6.000 6.000
RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p 2025 383 383 383 100% 100% 383 383
RVO.nl | Garantstelling overprogrammering GLB-NSP op I.73.3 NPI op niet-landbouwbedrijven-Natuurdoelen 2028 6.223 6.223 100% 100% 6.223
Gelderland | REACT-EU 2024 2.000 2.000 2.000 100% 100% 2.000 2.000
Gelderland | B55 OP Oost/EFRO 2024 4.730 4.730 4.730 100% 100% 4.730 4.730

Toelichting garantstellingen

Terug naar navigatie - Toelichting garantstellingen

Ten opzichte van de Jaarrekening 2024 is de grondslag en het door ons gegarandeerd bedrag met € 64,1 miljoen verhoogd, hetgeen  voornamelijk wordt veroorzaakt door een verhoging van de garantstellingen inzake Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3) en Europese programma's (5.5.3). 

Hierna volgt per garantstelling een toelichting op de aanpassing van de grondslag en het door ons gegarandeerde bedrag eind 2024. 

Collectieven Agrarisch Natuurbeheer | POP3-subsidie uitvoering maatregelen Actieplan Weide- en Akkervogels
Begin 2019 hebben wij aan drie collectieven gezamenlijk een subsidie verleend in de vorm van een lening. Deze lening is opgenomen onder de financiële vaste activa, alwaar een nadere toelichting te vinden is. In een eerder stadium is onvoldoende onderkend dat met de subsidieverlening tevens een garantstelling gepaard is gegaan. De lening betreft namelijk voorfinanciering van een te verwachten Europese POP3-subsidie. Voor het geval dat deze Europese subsidie niet wordt toegekend, hebben wij ons garant gesteld voor een bedrag van € 0,5 miljoen. Deze garantstelling is een aanvulling op de lening die in 2019 is verstrekt.  Voor de lening is in 2019 ten laste van de prestatie 3.1.4 Agrarisch natuurbeheer een toevoeging aan de AFR gedaan, waaruit een eventueel gebruik van de garantstelling bekostigd zou kunnen worden. De einddatum voor deze lening is in 2022 verlengd naar eind 2024. In 2024 is de garantstelling afgewikkeld en komen te vervallen.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M04j
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
 In 2018 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel M04j (investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven) garant gesteld voor een bedrag van € 0,2 miljoen. In 2024 hebben zich hier geen verdere mutaties op voorgedaan. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland. Wij wachten op de vaststelling.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4n
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons richting RVO.nl garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor garantstellingen binnen de POP3-maatregelen is met RVO.nl een generieke einddatum van 31 december 2023 afgesproken.
 In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op maatregel 4n (Regeling niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen PAS) garant gesteld voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Daarnaast hebben wij ons in 2020 aanvullend voor € 4,8 miljoen garant gesteld. In 2022 is de totale garantstelling, ad. € 5,55 miljoen, afgenomen met € 0,95 miljoen tot € 4,6 miljoen. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is budget ruimte beschikbaar binnen de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland. Wij wachten op de vaststelling.

Concessie- en contractmanagement van bus en trein (4.2.3)
Crédit Agricole | Treinmaterieel Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede
Na een Europese aanbesteding is op 16 juni 2015 aan Keolis twee concessies gegund voor het rijden van de treindiensten Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen. Voor de uitvoering van deze concessie zijn 16 nieuwe treinstellen van het type FLIRT aangeschaft van de Zwitserse treinproducent Stadler Rail. Onderdeel van de Concessiebeschikkingen is een overnameregeling met betrekking tot het treinmaterieel (“de Overnameregeling”). Deze overnameregeling is van toepassing op de financier Crédit Agricole Corparate and Investment Bank S.A. (Pandhouder), de leasemaatschappij Bakermaat SNC en de Concessiehouder (Keolis). Provincie Overijssel stelt zich garant voor een verplichte overname van het treinmaterieel aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de leasemaatschappij zal betalen. De weergegeven garantstelling betreft de overnamewaarde van het treinmaterieel aan het einde van het betreffende verslagleggingsjaar.

EBS | Zero Emissiebussen en laadinfrastructuur concessie IJssel-Vecht.

Na een Europese aanbesteding is op 12 april 2022 heeft Provincie Overijssel (aandeel 41,85%) samen met Provincie Flevoland (aandeel 19,23% ) en Gelderland (aandeel 38,92%) een concessie verleend aan EBS voor de exploitatie van de concessie IJssel-Vecht 2023-2035. Onderdeel van deze concessie was een verplichte overname van uiteindelijk in totaal 234 Zero-Emissievoertuigen, te weten: 163 BYD K9 UB, 18 BYD K9 UB Panto, 40 BYD KG UE en 13 BYD K7, 8 dieselvoertuigen Mercedes Benz Capacity’s en de bijbehorende laadinfrastructuur met een totale overnamewaarde van ruim € 108 miljoen. Na instroom van de concessie IJsselmond in december 2023 zullen extra voertuigen en laadinfrastructuur overeenkomstig de inschrijving van EBS te weten 31 Ebusco 3.0 LE[1] (2023), 40 Tribus buurtbussen (2022) en 40 elektrische buurtbussen (2029) worden toegevoegd aan deze overeenkomst.

Concessieverleners garanderen een verplichte overname van het busmaterieel en laadinfrastructuur aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de financier zal betalen. De weergegeven garantstelling betreft de overnamewaarde middels lineaire afschrijving van het busmaterieel en de bijbehorende laadinfrastructuur aan het einde van het betreffende verslagleggingsjaar.

ARRIVA | Zero Emissiebussen concessie Twente-ZHO.

Na een Europese aanbesteding is door Provincie Overijssel op 20 december 2022 een concessie verleend aan Arriva voor de exploitatie van de concessie Twente-ZHO voor de periode van 2024 tot en met 2027. Deze concessie is met één jaar te verlengen tot 2028.

Onderdeel van deze concessie was een mogelijkheid tot het aangaan van een meerpartijenovereenkomst voor de financiering van het materieel. Arriva wenste hiervan gebruik te maken voor de financiering van 95 Volvo 9700 bussen met een totale overnamewaarde van ruim € 41 miljoen. 

Concessieverlener garandeert een verplichte overname van het busmaterieel aan een opvolgende concessiehouder. Indien er (theoretisch) op de einddatum van de concessie geen nieuwe concessiehouder kan dit ertoe leiden dat de provincie Overijssel het materieel zal overnemen en dat het de overdrachtswaarde aan de financier zal betalen. De weergegeven garantstelling betreft de overnamewaarde middels lineaire afschrijving van het busmaterieel aan het einde van het betreffende verslagleggingsjaar.

Robuust goederenvervoernetwerk (4.4.4)
Fryslân | Project vergroten sluis Kornwerderzand
Het project Kornwerderzand omvat de uitbreiding van de Lorentzsluis in de Afsluitdijk, de vernieuwing van verkeersbruggen en het verdiepen van vaargeulen naar Urk, Lelystad en Kampen. Het project wordt geraamd op € 199,5 miljoen. In 2019 bereikten de provincie Fryslân (namens de regio) en het Rijk overeenstemming over de financiering, risico’s en uitvoering: het Rijk betaalt € 111 miljoen en de regio € 88,5 miljoen. Een deel van de regionale bijdrage komt mogelijk uit het Waddenfonds, maar dit is nog onzeker.

De provincie Overijssel heeft toegezegd maximaal € 2 miljoen bij te dragen als de bijdrage uit het Waddenfonds niet of niet geheel wordt toegekend. In 2021 bleek dat het Waddenfonds minder zou bijdragen dan verwacht, waardoor de garantie vanuit Overijssel nodig bleek. Het project liep vertraging op door financieringsproblemen en onderzoeken naar de impact op de waterkwaliteit van het IJsselmeer. Ook waren er zorgen over stijgende kosten en technische meningsverschillen. De vertraging leidden ertoe dat in 2024 nog steeds het besluit om te starten met de uitvoering niet is genomen. Daardoor is opnieuw verlenging van de garantstelling toegezegd tot en met 31-12-2026.

N35 - lopende projecten (4.6.3)
Ministerie van I&W | Nijverdal - Wierden
Bestuursovereenkomst Verbreding N35 Nijverdal – Wierden

Bovenop de bijdragen aan het taakstellend budget zijn er door provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn garantstellingen afgegeven onder de volgende voorwaarden:
a. Indien het totale budget van € 121,5 miljoen na indexering niet voldoende blijkt te zijn, stelt de gemeente Hellendoorn zich garant voor een aanvullende bijdrage van maximaal € 0,5 miljoen euro.
b. Indien ook dit budget niet voldoende blijkt te zijn, stellen de provincie Overijssel en de gemeente Hellendoorn zich beide aanvullend garant voor maximaal € 0,5 miljoen euro per partij.

Garantstelling EFO ten behoeve van de EIB lening:

Op 2 februari 2022 hebben Provinciale Staten besloten tot een scopeverbreding van Energiefonds Overijssel (EFO) [PS/2021/1104724]. Ook hebben Provinciale Staten kennis genomen van het voornemen van Gedeputeerde Staten om EFO toe te staan een lening bij de Europese Investeringsbank (EIB) te sluiten, waarbij de provincie richting de EIB garant staat voor deze lening. Gedeputeerde Staten hebben vervolgens halverwege 2022 het definitieve besluit genomen om garant te staan voor de EIB lening aan EFO met een maximum € 50 miljoen. Op basis van 3e kwartaalrapportage 2024 bedraagt de garantstelling € 16,214 miljoen.[BG1] [BG2] 

Europese programma’s (5.5.3)
Ter voorkoming van onderbesteding op Europese middelen worden meer subsidies beschikbaar gesteld dan dat er aan middelen beschikbaar zijn gesteld (overcommitering). Dit vindt plaats omdat er rekening gehouden wordt met reguliere mogelijke vrijval als gevolg van lagere subsidievaststellingen (door onder meer het niet tot uitvoering komen van projecten, lagere kosten of niet subsidiabele kosten). Voor de mogelijke overbesteding van Europees geld stellen wij ons garant, zodat toegezegde subsidies te allen tijde uitbetaald kunnen worden. Voor een eventueel gebruik van de garantstelling is de risicobuffer binnen de Reserve Europese programma's beschikbaar. 
Er zijn voor het POP3 programma garantstellingen verstrekt aan RVO.nl. Bij het programma POP3 (en de bijbehorende garantstellingen) is sprake van een verlengde programmaperiode met een einddatum van 2025. 
Daarnaast zijn er garantstellingen verstrekt aan Managementautoriteit Oost Nederland. Managementautoriteit Oost Nederland maakt integraal onderdeel uit van de provincie Gelderland. Garantstellingen worden daarmee uiteindelijk aan hen verleend. 
Hieronder wordt kort ingegaan op de diverse garantstellingen binnen het Europese programma. Vanaf 2024 worden er ook garantstellingen verstrekt tbv GLB-NSP.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel M01d
In 2018 is in verband met overcommitering op Regeling Trainingen ter hoogte van € 0,16 miljoen een garantstelling afgegeven aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland. Deze is in maart 2022 verlaagd naar ruim € 30.000. Deze middelen zijn verleend aan een project en worden mogelijk daadwerkelijk aangesproken. Dit is uiterlijk medio 2025 duidelijk.

 RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4o
In 2019 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 6 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven. Deze garantstelling betreft een aanvulling op de jaarrekening 2019. We wachten op de afrekening.

RVO.nl | Overcommitering POP3 ELFPO maatregel 4p
In 2021 is voor deze maatregel een garantstelling afgegeven voor € 0,38 miljoen vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze middelen hebben de waterschappen WDOD en WVS een garantstelling aan provincie Overijssel afgegeven. We wachten op de afrekening.

 RVO.nl| Garantstelling overprogrammering GLB-NSP op I.73.3 NPI op niet-landbouwbedrijven - Natuurdoelen

Wij hebben in 2024 besloten tot overprogrammering op de voor Provincie Overijssel beschikbare Europese GLB-NSP middelen pijler 1 en pijler 2 voor de interventie I.73.3 Niet productieve investeringen op landbouwbedrijven - Natuurdoelen, ter hoogte van in totaal € 6.222.830,-. Met dit besluit tot overprogrammering wordt geanticipeerd op vrijval in deze en andere interventies in het GLB-NSP. Mocht achteraf blijken dat de Europese middelen niet toereikend zijn, dan draagt de provincie Overijssel zorg voor de dekking van de gedeclareerde kosten.

Gelderland |REACT-EU
In 2021 is besloten tot overcommitering van € 2 miljoen op het REACT-EU budget vooruitlopend op het optreden van vrijval. Voor deze maatregel is een garantstelling afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. 

 Gelderland | Overcommitering OP Oost/EFRO
In 2019 hebben wij ons voor een mogelijke overbesteding op projecten binnen het kader van het OP Oost programma (EFRO) garant gesteld voor een bedrag van € 4,7 miljoen. Deze garantstelling is afgegeven aan Managementautoriteit Oost Nederland. Het programma wordt in 2025/26 afgerekend. 


[1] De bussen zijn ultimo 2024 nog niet geleverd.

Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten

Terug naar navigatie - Meerjarige financiële verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten
Specificatie huurverplichtingen (x 1.000) Per jaar Totaal
Huurovereenkomsten onroerend goed 116 210
Apparatuur en software 93 93
Specificatie leaseverplichtingen (x 1.000) Per jaar Totaal
Lease GS voertuigen 125 125
Lease bedrijfsauto's 1096 1096
Investeringsverplichtingen (x 1.000) Totaal
P20007 Rehab. Kunstwerken 2020-2027 15.248
Meubilair en verlichting 2.926
Boordvoorziening kanaal AdH 2020-2027 1.935
N760 IJsselmuiden-Genemuiden 2+3 1.891
DRIS 1.335
Machineveiligheid KW Bruggen+Sluizen 1.025

Subsidieverplichtingen

Terug naar navigatie - Subsidieverplichtingen
Subsidieverplichtingen (x 1.000) Totaal
SKNL functieverandering + PAS maatregelen           67.172
Beheerkosten Natuurterreinen           56.195
ANLB (Agrarisch Natuurbeheer)           38.703
Deltaprogramma Zoetwater           29.724
Cultuur en erfgoed           22.714
Ontwikkelopgave Natuurnetwerk           15.947
Verkeer en vervoer           12.773
Overige subsidieverplichtingen           32.198

Toelichting subsidieverplichtingen

Terug naar navigatie - Toelichting subsidieverplichtingen

Subsidieverplichtingen beheercontracten, inrichting en functieverandering  

In de periode tot en met 2015 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007-2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer. Per einde 2024 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur € 67,2 miljoen, dit bedrag heeft grotendeels betrekking op het uitfinanciering van functieverandering PSN pakket 30, SKNL Pakket 50 en PSN tariefdossiers (€ 47,6 miljoen) en deels op subsidies PAS maatregelen binnen Natura2000 gebieden (€ 19,6 miljoen). Per 1 januari 2025 is de uitvoering van de SKNL PAS regelingen en uitfinancieringen (PSN pakket 30, SKNL pakket 50, PSN tariefdossiers) overgenomen van RvO. Daarnaast blijft in verband de Europese Cofinanciering RvO wel uitvoering geven aan de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. Via RvO is voor de periode 2025 t/m 2028 ANLB (agrarisch natuurbeheer) als meerjarig verplichting opgenomen voor een bedrag van € 38,7 miljoen. Daarnaast is voor de periode via eigen subsidieverlening voor SNL natuurbeheer € 56,2 miljoen verplicht voor de jaren 2025 t/m 2029.

Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen

Terug naar navigatie - Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen
Overige verplichtingen (x 1.000) Totaal
Concessies 65.093
Ontwikkelopgave Natuurnetwerk 15.588
ICT 5.088
Gronden 4.023
Europese programma's 3.634
Programma Natuur 2.382
Concurrentiekr. En verdienverm. Ondern. 2.235
Beheer en onderhoud wegen en kanalen 1.677
Nieuwe energie Overijssel 1.356
Overige verplichtingen 3.432

Landinrichting

Terug naar navigatie - Landinrichting

Voor de landinrichtingsprojecten fungeren wij als kassier. Wij betalen de werkzaamheden die in de projecten plaatsvinden en verrekenen deze kosten met de deelnemers aan het project. Ook de financiële gevolgen van onder- en overbedeling lopen via ons. Deelnemers die minder grond terugkrijgen dan ze hebben ingebracht krijgen van ons de daarbij behorende financiële compensatie. Bij deelnemers die meer grond terugkrijgen dan zij hebben ingebracht innen wij de daarbij behorende vergoeding. 

In 20234hebben wij per saldo € 0,4 miljoen meer in rekening gebracht dan betaald.  Dat betekent dat het nadelige saldo tussen onze betalingen en de door ons in rekening gebrachte bedragen voor landinrichtingsprojecten is afgenomen van € 2,9 miljoen naar € 2,5 miljoen. Het resterende negatieve saldo wordt vooral veroorzaakt doordat veel belanghebbenden van de landinrichting Staphorst er voor gekozen hebben om de voorlopige eindafrekening (Lijst der Geldelijke Regelingen) met ons te verrekenen (o.b.v. vrijwilligheid), waarbij wij per saldo meer betaald dan ontvangen hebben. Het bedrag van € 2,5 miljoen wordt vanaf 2024 nog gefactureerd.

In 2024 zijn er geen definitieve eindafrekeningen (correctiefactor) vastgesteld. Er is daarom geen te verwachten resultaat ingeboekt.

Er kunnen nog wijzigingen komen op het te verwachten resultaat, omdat niet alle bedragen geïnd of uitbetaald kunnen worden.

Technology base

Terug naar navigatie - Technology base

In 2018 is het college van GS een voorwaardelijke verplichting ter hoogte van € 2,7 miljoen aangegaan tot financiële compensatie aan de gemeente Enschede in verband met tekorten in de exploitatie van het aan Technology Base welke voortvloeien uit de besluiten zoals die zijn genomen vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Technology Base. Effectuering van deze verplichting zal plaatsvinden bij beëindiging van de Gemeenschappelijke Regeling. 

Garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen

Terug naar navigatie - Garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen

Ultimo 2024 is sprake van wachtgeldverplichtingen voor oud gedeputeerden. Wij ramen de omvang van deze verplichtingen in 2025 op maximaal € 0,25 miljoen.  Voor deze verplichtingen is een structureel budget in de begroting beschikbaar onder prestatie 7.3.5 Gedeputeerde Staten.