Status prestaties

Financiering

Financiering

Status prestaties

Dit is hoe wij denken

Terug naar navigatie - Dit is hoe wij denken

Deze Paragraaf financiering gaat over het beleid en beheer van onze financiële middelen. Financiering (“Treasury”) richt zich op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de bijbehorende risico’s.

Een eerste aandachtspunt hierbij is dat we tijdig beschikken over voldoende financiële middelen. Zo kunnen we steeds aan onze betalingsverplichtingen voldoen. We maken hierbij gebruik van een liquiditeitsprognose.

Een tweede aandachtspunt is het beheer van (tijdelijk) overtollige middelen. We hebben een omvangrijke liquide positie, ontstaan vanuit de aandelenverkoop van Essent in 2009. We zijn wettelijk verplicht om dit geld te stallen bij het Rijk (“schatkistbankieren”). Wel mogen we geld uitlenen aan decentrale overheden, voor zover ze niet onder het toezicht van de Provincie Overijssel vallen (dus buiten de provinciegrens liggen).
Vanuit het verleden is een deel van ons vermogen ondergebracht in een obligatieportefeuille. Een belangrijk uitgangspunt bij het beheer van deze obligatieportefeuille is een laag risicoprofiel. 

Een derde aandachtspunt betreft het beheersen van uitzettingen vanuit de publieke taak. Deze maatschappelijke geldverstrekkingen zijn uitgezonderd van het verplichte schatkistbankieren. Veel middelen voor de publieke taak zijn ondergebracht in fondsen of verstrekt via leningen met een maatschappelijk doel. We sturen hierbij vooral op maatschappelijk rendement (“publiek belang”). Het financieel rendement is relevant, maar ondergeschikt aan het maatschappelijk rendement.

Vanzelfsprekend zijn we gehouden aan wettelijke richtlijnen en onze eigen kaders. Het gaat dan om de Provinciewet (art 216 2c), de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), ministeriële regelingen zoals de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Regeling Schatkistbankieren (Skb) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, artikel 13).

De provinciale regels liggen vast in de Financiële Verordening en het Treasurystatuut. Dit Treasurystatuut gaat met name in op:

  • het aantrekken van voldoende middelen en uitzetten van overtollige middelen,
  • het beheersen van risico’s zoals het renterisico en kredietrisico,
  • het optimaliseren van het rendement op de liquiditeitspositie (binnen de kaders).

Liquiditeitspositie

Terug naar navigatie - Liquiditeitspositie

Waarde
Onze liquiditeitspositie bedroeg op 31 december 2024 € 1,1 miljard. Op 1 januari 2024 was dit € 0,8 miljard. Deze direct beschikbare middelen waren gestald bij het Rijk op de schatkistrekening. Dit zijn we als decentrale overheid verplicht. We ontvangen rente over het saldo bij de schatkist. De toename van onze liquiditeiten is vooral veroorzaakt doordat we in 2024 veel specifieke uitkeringen hebben ontvangen van het Rijk, zoals de specifieke uitkering landelijk gebied van € 140 miljoen.

De € 1,1 miljard is niet vrij besteedbaar. In de toekomst staan hier incidentele uitgaven tegenover. Het gaat dan met name om ontvangen specifieke uitkeringen van het Rijk die we in de komende jaren gaan uitgeven (€ 0,3 miljard), toekomstige investeringen voor infrastructuur zoals wegen, bruggen, viaducten, kanalen (€ 0,2 miljard) en budgetten die gereserveerd zijn in reserves en voorzieningen en die tot uitgaven leiden (€ 0,6 miljard). Dit geldt bijvoorbeeld voor de Reserve  uitvoering Kwaliteit van Overijssel en de Uitvoeringsreserve Natuurnetwerk Nederland.

Ontvangsten
Onze grootste ontvangsten in 2024 zijn de uitkering uit het Provinciefonds (€ 318 miljoen), de specifieke uitkeringen van het Rijk (€ 291 miljoen) en de opcenten op de motorrijtuigenbelasting  (€ 124 miljoen). 

Uitgaven
Naast de reguliere uitgaven voor subsidies (€ 110 miljoen) en salarissen (€ 93 miljoen), zijn er ook in 2024 substantiële incidentele uitgaven geweest vanuit de reserves Kwaliteit van Overijssel (€ 45 miljoen) en Natuurnetwerk Nederland (€ 23 miljoen). Vanuit de specifieke uitkeringen van het Rijk is € 78 miljoen uitgegeven. In totaal is er in 2024 € 22 miljoen  in onze infrastructuur en provinciale gebouwen geïnvesteerd (zie paragraaf Investeringen).

Analyse liquiditeitsprognose
Onze liquiditeitsprognose gaf voor 31 december 2024 een geprognosticeerd saldo liquide middelen van € 898 miljoen. De werkelijke stand was € 1.085 miljoen. De belangrijke verklaringen voor dit verschil van € 187 miljoen zijn:

  • De inkomsten uit het provinciefonds waren € 56 miljoen hoger dan begroot. Dit komt voor € 21 miljoen door een afrekening van het overschot vanuit het BTW-compensatiefonds. Daarnaast is voor € 35 miljoen aan nieuwe decentralisatie-uitkeringen ontvangen. Een uitgebreide toelichting vindt u in de 2e Monitor 2024;
  • Er is per saldo € 48 miljoen meer ontvangen vanuit specifieke uitkeringen van het Rijk dan vooraf ingeschat;
  • Er is € 35 miljoen minder geïnvesteerd in provinciale infrastructuur dan begroot;
  • De uitgaven vanuit de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel waren € 33 miljoen lager dan vooraf ingeschat.

Uit bovenstaande opsomming blijkt dat het verschil tussen de prognose en werkelijkheid voor het grootste deel verklaard wordt door incidentele posten die veelal vooraf niet goed in te schatten zijn.

Obligatieportefeuille

Terug naar navigatie - Obligatieportefeuille

Waarde
Op 31 december 2024 bedraagt de nominale waarde van onze obligatieportefeuille € 43,2 miljoen. Dit is als volgt opgebouwd: ABN-AMRO € 16,8 miljoen, Finland € 14,8 miljoen, Nederlandse Investeringsbank € 8,6 miljoen, Europese Investeringsbank € 3,0 miljoen.  In 2024 bedroeg de reguliere aflossing op de portefeuille € 4,1 miljoen (obligaties Spanje). De vrijkomende middelen uit de obligatieportefeuille mogen we niet meer herbeleggen vanwege het verplichte schatkistbankieren. Onze portefeuille loopt op termijn dan ook terug naar nihil.

Risicobeheersing
We hebben onze obligatieportefeuille ondergebracht bij de bewaarbank Caceis. ASR-Vermogensbeheer beheert onze obligatieportefeuille en is onze intermediair naar de Caceisbank. Onze portefeuille is sterk risicomijdend: de Finlandobligaties hebben een AA+rating, de overige obligaties een AAA rating. AAA is de hoogste kredietrating met de minste risico's. Alle obligaties in de beheerportefeuille zijn in euro’s zodat er geen valutakoersrisico is.

Uitgezette middelen vanuit de publieke taak

Terug naar navigatie - Uitgezette middelen vanuit de publieke taak

De provincie heeft substantiële bedragen uitgezet bij fondsen, nutsbedrijven en andere partijen. Het gaat hierbij om kapitaalverstrekkingen en leningen vanuit de publieke taak van de provincie. Een totaaloverzicht van deze verstrekte middelen is opgenomen in het overzicht Financiële vaste activa, in het financieel bijlagenboek bij deze jaarrekening. 

Samenvattend, naar de stand per 31-12-2024: aan kapitaalverstrekkingen is € 197 miljoen uitgezet, met name bij onze fondsen Herstructureringsmaatschappij Overijssel (€ 56 miljoen) en Innovatiefonds Overijssel (€ 26 miljoen) en bij de nutsbedrijven Enexis (€ 46 miljoen) en Vitens (€ 35 miljoen). Aan leningen is eind 2024 € 426 miljoen uitgezet. Grote posten hierbij zijn de leningen aan Energiefonds Overijssel (€ 262 miljoen) en  Enexis (€ 102 miljoen).

In de paragraaf Verbonden Partijen is meer informatie opgenomen over de organisaties waarin wij een publiek en financieel belang hebben. 

Uitgezette middelen vanuit de treasury taak

Terug naar navigatie - Uitgezette middelen vanuit de treasury taak

Deposito bij de schatkist
Zoals eerder genoemd, is de provincie verplicht om tijdelijk overtollige middelen onder te brengen bij de Schatkist van het Rijk. Binnen dit Schatkistbankieren is het mogelijk om middelen op een deposito te zetten voor een bepaalde tijd. In 2024 heeft de provincie hier geen gebruik van gemaakt omdat de rente op de rekening-courant bij de schatkist hoger was dan op deposito's.

Verstrekte leningen aan gemeenten
De enige wettelijke optie om tijdelijk overtollige middelen buiten de schatkist renderend uit te zetten, is het verstrekken van leningen aan decentrale overheden (zoals gemeenten), voor zover de provincie geen toezichthoudende rol heeft op deze decentrale overheden. In 2024 heeft de provincie geen leningen aan decentrale overheden verstrekt. Er was geen voordeel te behalen ten opzichte van de rente op de rekening-courant bij de schatkist.

Beheersing renterisico's

Terug naar navigatie - Beheersing renterisico's

De wet Financiering decentrale overheden (FIDO) benadrukt het belang van financiële risicobeheersing. Dit vanuit de gedachte dat een overheid voorzichtig hoort om te gaan met publieke middelen. Om de renterisico’s te beheersen en forse rentelasten te voorkomen, hanteert de wet FIDO twee normen: de kasgeldlimiet (beperken risico’s bij kortlopende schulden) en de renterisiconorm (beperken risico’s bij langlopende schulden). Aangezien de provincie Overijssel geen leningen heeft aangetrokken en dus ook geen rente hierover betaalt, zijn deze normen voor de Provincie Overijssel niet van toepassing.
De provincie heeft geen derivaten.

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat

De provincie ontvangt rente over haar uitstaande saldo bij de schatkist, over eventuele deposito's bij de schatkist, over haar obligatieportefeuille, over eventuele uitgezette leningen bij andere decentrale overheden en over verstrekte leningen vanuit haar publieke taak (Enexis, BNG Bank).

De provincie heeft geen opgenomen geldleningen. Het toerekenen van rentekosten aan taakvelden is daarmee niet nodig. 

Het renteresultaat voor 2024 is in de onderstaande tabel opgenomen.

Bron van rentebaten Rentebaten (€ mln)
Rekeningcourant schatkist 32,0
Lening aan Enexis 2,2
Lening aan Bank Nederlandse Bank 1,2
Obligatieportefeuille 0,9
Lening aan Energiefonds Overijssel 0,7
Leningen aan SVn 0,4
Totaal rentebaten 2024 37,4

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

In de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) zijn de afspraken over de Europese begrotingsdoelstellingen vertaald naar de Nederlandse overheid. De uitgaven en inkomsten van de provincies en gemeenten tellen mee bij het bepalen van het EMU-saldo voor Nederland. Elke provincie (en gemeente) heeft een individuele EMU-referentiewaarde, oftewel een doorvertaling van de macronorm voor Nederland naar het individueel niveau van een provincie, op basis van het aandeel van het begrotingstotaal van de provincie ten opzichte van het begrotingstotaal van alle provincies. In 2024 hebben wij een positief EMU saldo gerealiseerd van € 65,6 miljoen. De berekening is opgenomen in het financieel bijlagenboek.