Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel (Nazorgfonds) (Zwolle)
Hoort bij prestatie
Provinciaal publiek belang
De Leemtewet (aanvulling op Wet Milieubeheer) waarborgt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben. Op grond van deze wet zijn wij bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort.
Juridische vorm
Het nazorgfonds is opgericht door Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (art. 15.47, lid 1 Wet Milieubeheer) en is een rechtspersoon bij wet (art. 15.47, lid 3 Wet Milieubeheer). De rechtspersoon is in 2014 ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Partijen
Provincie Overijssel, N.V. ROVA en Twence B.V..
Bestuurlijke betrokkenheid
Algemeen bestuur: het voltallige college van Gedeputeerde Staten.
Dagelijks bestuur: T.A. de Bree en G.H. ten Bolscher.
Bestuurlijk Overleg Nazorgfonds: T.A. de Bree en G.H. ten Bolscher, een vertegenwoordiger van N.V. ROVA en een vertegenwoordiger van Twence B.V.. ROVA en Twence hebben in dit orgaan recht van inspraak, maar geen beslissingsbevoegdheid.
Financieel belang
De Leemtewet bepaalt (art. 15.44 Wet Milieubeheer) dat de provincie een heffing instelt voor de bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort wordt. Deze heffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. Deze belastingverordening op is 30 maart 1999 vastgesteld.
Wij zijn verplicht de opbrengsten van de heffing af te dragen aan het ‘Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel’. Voor de locatie Elhorst Vloedbelt brengen we een jaarlijkse heffing van € 40.000 in rekening aan de stortplaatsexploitant.
De laatst vastgestelde jaarrekening is die van 2023. Het eigen vermogen van het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel bedraagt ultimo 2023 ruim € 13,8 miljoen. Dit vermogen is ondergebracht bij vermogensbeheerder Rabobank. Door de Rabobank is circa € 3,8 miljoen belegd in aandelen en € 8,3 miljoen in obligaties. Daarnaast wordt € 1,6 miljoen beheerd op een spaarrekening.
Bijzonderheden
Voor het berekenen van het benodigde doelvermogen bij sluiting van de stortplaatsen is het relevant welke rekenrente gehanteerd wordt (voor het contant maken van de toekomstige kosten en opbrengsten). Tot nu toe werd uitgegaan van een percentage van 5,06% zoals in IPO-verband afgesproken. Omdat dit percentage niet meer realistisch is (want te hoog), heeft het IPO geadviseerd om de rekenrentesystematiek te wijzigen en uit te gaan van de rente van de Autoriteit Europese pensioenverzekeraars (UFR-EIOPA).
De exploitanten Rova en Twence zijn bezig om hun afvalplannen te actualiseren. Hierbij hoort ook een berekening van de benodigde doelvermogens. Dat is het vermogen dat op sluitingsdatum van de stortplaats beschikbaar moet zijn om “eeuwigdurend” de stortplaats te kunnen onderhouden. Het is de verwachting dat dit, in combinatie met de hiervoor genoemde nieuwe rekenrentesystematiek, zal leiden tot een verhoging van de jaarlijkse bijstortverplichting voor de beide exploitanten. In 2025 leggen we besluitvorming hierover voor aan Provinciale Staten.