Openbaar lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) (Almelo)
Hoort bij prestatie
5.1.4 Werklocaties provinciale participaties
Provinciaal publiek belang
Het Regionaal Bedrijventerrein Twente richt zich op vestiging van grootschalige bedrijven die actief zijn in de logistieke sector of in de industrie, uitgaande van 20 tot 50 arbeidsplaatsen per hectare en een ruimtebehoefte vanaf 2 hectare. Dit belang is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente, die de taak van de verbonden partij omschrijft als 'het (duurzaam) ontwikkelen, realiseren, exploiteren en beheren van het bedrijventerrein'.
Het Regionaal Bedrijventerrein Twente (ook wel XL Businesspark) behoort samen met Technology Base, Kennispark Twente en Hightech Systems Park (HTSP) tot de vier economische topwerklocaties in Twente.
Juridische vorm
Publiekrechtelijke rechtspersoon (Openbaar Lichaam, Wet gemeenschappelijke regelingen).
Partijen
De provincie Overijssel (23%) en de gemeenten Almelo (23%), Hengelo (23%), Enschede (23%) en Borne (8%).
Bestuurlijke betrokkenheid
Algemeen bestuur: E. G. Grijsen (lid) en E.N.W. Hoogland (lid). Dagelijks bestuur: E.N.W. Hoogland (lid).
Vanuit de opdrachtgeversrol stuurt de provincie op het realiseren van grondverkopen en daarmee op regionale werkgelegenheid.
Vanuit de eigenaarsrol ligt de focus op het bewaken van de kaders, het beheersen van de risico’s en borging van de kwaliteit van besluitvorming door RBT.
Financieel belang
Wij zijn als deelnemer naar rato van de omvang van onze deelneming (23%) risicodrager voor de exploitatie. Vanwege de gunstige financiële resultaten in 2022 en 2023 verantwoordden wij in 2023 en 2024 een eenmalige baat ter hoogte van respectievelijk € 1,1 miljoen en € 0,5 miljoen. Op dit bedrag maken wij bij opheffing van het RBT aanspraak.
Bijzonderheden
De kavels op het regionaal bedrijventerrein zijn bijna geheel uitgegeven. Daarom heeft het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente in december 2023 besloten om de regeling op te heffen en daarvoor de noodzakelijke stappen te zetten. Naar verwachting kan de opheffing in 2025 worden voltooid.