237.845 Uitgaven (x1000)
Kerntaak 4: Mobiliteit

Kerntaak 4: Mobiliteit

237.845 Uitgaven (x1000)

Dit is hoe wij denken

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is hoe wij denken

Deze kerntaak richt zich op het optimaal bereikbaar houden van onze provincie. Overijssel moet goed en veilig bereikbaar zijn voor haar inwoners, ondernemers en bezoekers. Mobiliteit brengt mensen bij elkaar en is nodig voor een sterke economie en een aantrekkelijk leefklimaat. Daarom werken we aan een veilig en toekomstbestendig mobiliteitsnetwerk. We staan voor grote veranderingen. Een slimme inrichting van onze mobiliteit kan deze opgaven ondersteunen en versterken. 

In onze visie op mobiliteit staat een veilige, duurzame en snelle verplaatsing in en door Overijssel centraal. We leggen de nadruk op het STOMP-principe (Stappen, Trappen, OV, Mobiliteitsdiensten en Privéauto) en op zero emissie vervoer, zowel voor personen- als goederenvervoer.

Via het landelijk Strategisch Plan Verkeersveiligheid werken we aan een veilige weginrichting en stimuleren we veilig (rij)gedrag bij verkeersdeelnemers. Daarnaast streven we naar betaalbaar regionaal OV dat dorpen en steden goed verbindt. 

We voeren de wettelijke regie en coördineren de inbreng van alle betrokken partijen binnen het beleidsveld mobiliteit.

We zijn concessieverlener voor het regionaal openbaar vervoer en werken hiermee aan het verbeteren van onze bereikbaarheid, bijvoorbeeld door de introductie van mobiliteitshubs, elektrificatie van treindiensten en flexibel openbaar vervoersoplossingen. 

Als beheerder van provinciale (vaar)wegen werken we aan de instandhouding van een veilig en goed functionerend (vaar)wegennet. 

Dit is wat wij doen

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen

Dit is wat wij doen

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen

4.1 Slimme combinatie van systemen en netwerken

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.1 Slimme combinatie van systemen en netwerken

We optimaliseren de (benutting van) vervoersystemen en netwerken. Op basis van de omgevingsvisie en het daaruit voortvloeiende Regionaal Mobiliteitsprogramma maken we keuzes over de kwaliteit van ons vervoerssysteem (4.1.1).
In onze mobiliteitsaanpak zetten we met gemeenten en partners in op gedragsbeïnvloeding en een betere bereikbaarheid en onderlinge aansluiting van verschillende vervoerswijzen voor personen en goederen (4.1.2).
Voor een betere bereikbaarheid stimuleren we het bewust kiezen of, hoe, en op welk tijdstip men zich verplaatst. Ook het slim combineren van systemen en netwerken draagt bij aan optimale bereikbaarheid (4.1.3). Dit gebeurt onder andere via de ontwikkeling van mobiliteithubs (4.1.5). 

4.1.1 Beleidsontwikkeling mobiliteit

  1. Wij stellen het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP) op als uitwerking van de Nieuwe Omgevingsvisie Overijssel. De uitkomsten van de Streefwaarde Bereikbaarheid worden betrokken bij de keuzes. Dit RMP vervangt in 2026 uiteindelijk de bestaande Koersdocumenten.
  2. We onderzoeken de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een dashboard om beter te monitoren hoe de mobiliteitsmaatregelen bijdrage aan de doelen van het RMP. Voor verkeersveiligheid onderzoeken we het verkrijgen van meer nauwkeurige data zoals opgeroepen in uw motie van 2 juli 2025.
  3. Wij dragen bij aan de uitwerking van de bereikbaarheidsopgaven van de verstedelijkingsregio Zwolle en geven samen met de betrokken partners invulling aan een verstedelijkingsstrategie voor Twente en Stedendriehoek. Onze Regionale Mobiliteitsaanpak Overijssel draagt bij aan de bereikbaarheidsopgaven.
  4. Wij voeren studies en pilots uit ter onderbouwing en uitwerking van mobiliteitsvraagstukken zoals een beleidslijn Landbouwverkeer en/of lobbydossiers voor de versterking van onze infrastructuur.
  5. Wij werken mee aan lopende studies op spoorverbeteringen zoals de nut- en noodzaakstudie spoorgoederenvervoer GNOE (Goederenvervoer Noordoost Europa) die door het Rijk wordt uitgevoerd en de MIRT-verkenning Nedersaksenlijn.
  6. Wij brengen het belang van Overijssel in bij de planvorming van Nationaal Mobiliteitsbeleid en programma's (zoals de Mobiliteitsvisie 2050 en het Bereikbaarheidspeil) en vertalen de concrete betekenis hiervan voor Overijssel in onder andere het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP).
  7. Wij verbinden onze mobiliteitsopgaven aan bredere maatschappelijke thema's zoals defensie en wat dit voor Overijssel betekent (zoals omgeving Staphorst) en brede welvaart door het versterken van de samenwerking en afstemming op de corridor Zwolle - Twente -  Münster.

Martijn Dadema

4.1.2 Regionale Mobiliteitsaanpak

  1. Wij actualiseren samen met onze partners ons meerjarig investeringsprogramma Mobiliteit op basis van het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP) en Strategische programma's. Hierbij zetten we in op de brede mobiliteitsaanpak om de mobiliteitstransitie te faciliteren.
  2. Wij stellen vanuit onze gebiedsgerichte aanpak samen met onze partners de bestedingsplannen Mobiliteit 2026 voor Twente en West-Overijssel op en verwerken dit in onze begroting.
  3. Wij stellen samen met de gemeenten het uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UVP) voor 2027 op van waaruit gemeentelijke en provinciale projecten en/of maatregelen worden gesubsidieerd/gefinancierd. Hierbij stimuleren wij ook projecten die bijdragen aan de ambitie rondom de verstedelijkingsopgaven.

Martijn Dadema

4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken

  1. Wij zetten onze provinciale gedragsaanpak voort en dragen daarmee bij aan de nieuwe landelijke aanpak spitsspreiden en -mijden.
  2. We dragen bij aan de doelen van het Klimaatakkoord door de mobiliteit te verduurzamen. Onderdeel hiervan is het stimuleren van de aanleg van openbare laadinfrastructuur (zowel laadinfra voor personenvervoer als logistiek). Dit doen we vanuit de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) Oost, samen met Gelderland.
  3. Wij verbinden onze verduurzamingsopgaven aan de maatschappelijke energietransitie, bijvoorbeeld elektrische aansluitpunten voor vrachtauto's en elektrische bussen.
  4. We zetten in op bewezen innovatieve slimme mobiliteitsprojecten die bijdragen aan de bestaande mobiliteitsthema's en -programma's zoals slimme verkeerslichten, innovaties rond fiets zoals MegaBITS (Bike Intelligente Transport Systemen), de fietsstimuleringsapp en mobiliteitsdiensten. We ondersteunen de wegbeheerders met de digitaliseringsopgave mobiliteit zoals vastgelegd in de nieuwe Europese richtlijnen.
  5. Samen met de werkgeversnetwerken vanuit onder andere VNO-NCW en de MKB regio’s zetten wij in op minder, ander en schoner vervoer door advies, kennisdeling en inzet van gedragsinterventies.

Martijn Dadema

4.1.5 Mobiliteitshubs

  1. Wij voeren een effectmeting uit van de hubs die in de eerste tranche zijn gerealiseerd.  Via een informatiesessie informeren wij uw Staten over de resultaten en leerpunten.
  2. Wij stimuleren en coördineren de realisatie van de tweede tranche hubs.
  3. Wij verwerken de resultaten en ervaringen in een Hubvisie. Wij informeren u dit jaar via een informatieve brief over de stand van zaken en leggen de visie in 2027 ter vaststelling aan uw Staten voor.
  4. Wij werken samen in een gebiedsgerichte aanpak en inventariseren alle belangen en opgaven waarmee we de ruimtelijke- en verkeerskundige situatie bij de A28 Lichtmis  optimaliseren. 

Martijn Dadema

4.2 Toekomstbestendig en duurzaam openbaar vervoer

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.2 Toekomstbestendig en duurzaam openbaar vervoer

Als opdrachtgever voor het regionale openbaar vervoer (OV) verlenen wij concessies voor bus en trein. Wij zetten in op kwaliteitsverbetering en stemmen het vervoersaanbod af op de vraag. We versterken het kernnet en vinden oplossingen voor de kleinere vervoersstromen. Met een omvorming van openbaar vervoer naar publieke mobiliteit krijgt de vraag naar mobiliteit een passender en meer toekomstbestendig aanbod. 
We zetten ons in om de treintrajecten Zutphen – Hengelo – Oldenzaal, Almelo – Hardenberg en Enschede – Gronau (Münster) te elektrificeren om robuuste en duurzame treindiensten te realiseren. We werken door aan zero emissie busvervoer.
Openbaar vervoer moet veilig en toegankelijk zijn. De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel hebben samen met de vervoerders en politie een convenant om sociale veiligheid zo goed mogelijk te garanderen binnen de kaders van budget, wet en beleid. Uitvoering gebeurt volgens gezamenlijke jaarplannen. Ons openbaar vervoer moet toegankelijk en vanzelfsprekend zijn, zodat iedereen er goed gebruik van kan maken (4.2.3 t/m 4.2.7).
We werken mee aan het Rijksprogramma ‘Toekomstbeeld OV 2040’ en behartigen daarin de belangen van Overijssel. We werken aan gezamenlijke kennisontwikkeling (4.2.1).

4.2.1 Transities Openbaar Vervoer

  1. Wij realiseren verbeteringen (maatregelen) vanuit de reserve Publieke Mobiliteit.
  2. Wij verkennen, samen met onze bestuurlijk partners, belangengroeperingen en mobiliteitsaanbieders, oplossingen die de mobiliteitstransitie verder helpen te realiseren mede in het licht van de verstedelijkingsopgaven.
  3. Wij verkennen en realiseren samen met de bestuurlijke partners in Overijssel het vormgeven van publieke mobiliteit. 
  4. Wij verbeteren de toegankelijkheid van het openbaar vervoer op fysiek, mentaal en financieel vlak door de abonnementen, informatie en wijze van benadering aan te passen aan diverse doelgroepen waaronder minder-validen en laaggeletterden. Op deze wijze maken wij het openbaar vervoer ook geschikt om een deel van de mobiliteitsvraag vanuit het Wmo en het leerlingenvervoer op te vangen.
  5. Wij werken landelijk, binnen het DOVA-verband, samen met andere overheden om het openbaar vervoer verder te verbeteren.

Martijn Dadema

4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein

  1. Wij zetten het concessie- en contractmanagement voor de uitvoering van onze openbaar vervoer concessies voort. We blijven met onze vervoerders in gesprek over hun prestaties en bespreken met hen mogelijkheden voor verdere verbeteringen zoals bijvoorbeeld het verkennen van vraagafhankelijk vervoer in de Kop van Overijssel en op welke wijze de capaciteit op de lijn Zwolle-Enschede kan worden uitgebreid zoals door uw Staten opgeroepen in moties.
  2. Wij begeleiden de implementatie van de nieuwe concessies voor de treindiensten Zwolle-Emmen en Almelo-Hardenberg (Vechtdallijnen) en het kortlopend contract van de grensoverschrijdende treindiensten NWM (Enschede – Münster, Enschede – Dortmund) en Hengelo - Bielefeld.
  3. Wij bereiden de aanbesteding  van de openbaar vervoer concessie Twente voor en betrekken daarbij onder andere de reizigers en chauffeurs en verkennen de mogelijkheden van publieke mobiliteit hierin.
  4. Wij begeleiden de wervingsacties van vervoerders voor nieuwe reizigers.
  5. Wij ondersteunen de OV-ambassadeurs in hun rol om reizigers te informeren en wegwijs te maken in het openbaar vervoer.
  6. Wij vernieuwen met Flevoland en Gelderland de dynamische reisinformatiepanelen (DRIS) bij bushaltes en -stations.

Martijn Dadema

4.2.4 Verbeteren infrastructuur openbaar vervoer

  1. Wij zetten de elektrificatie van de spoorlijnen Almelo-Mariënberg (zie ook 4.2.7) en Zutphen-Hengelo-Oldenzaal voort. Wij treffen de eerste voorbereidingen voor realisatie van elektrificatie op de lijn Almelo-Mariënberg. Voor de elektrificatie van de lijn Zutphen-Hengelo-Oldenzaal willen we de planuitwerkingsstudie opstarten en blijven wij met partners in gesprek om de  elektrificatie ook hier te realiseren.
  2.  Wij zetten de (voorbereidingen op) elektrificatie van het spoor Enschede-grens(Gronau) voort. We onderzoeken de mogelijkheden om de treinverbinding Enschede-Gronau door te trekken richting Hengelo. In 2026 ronden we deze studies af, en streven ernaar met onze Duitse partners een realisatiebesluit te nemen. De lobby voor een optimale verbinding tussen Zwolle en Münster wordt gecontinueerd. Samen met onze Duitse projectpartners kijken we naar de mogelijkheden om het spoor te verbeteren en de treindiensten verder te ontwikkelen. In dit proces werken we samen met de betrokken regio's in Nederland en Duitsland, ProRail en het Rijk.
  3. Wij zetten samen met projectpartners de verbetering van het traject Zwolle-Meppel voort.
  4. Wij blijven met de NS in gesprek om de rechtstreekse verbindingen vanuit Twente naar de Randstad zo snel mogelijk weer in de dienstregeling opgenomen te krijgen, ook naar aanleiding van de motie 'Verbetering Intercityverbinding Regio Twente' van 2 juli 2025. De uitvoering hiervan kan financiële consequenties hebben voor de provincie Overijssel.
  5. Wij blijven betrokken bij de ontwikkelingen rondom de Nedersaksenlijn.  De elektrificatie van de spoorlijn Almelo-Mariënberg is onderdeel van de Overijsselse inzet om deze nieuwe verbinding mogelijk te maken (zie ook 4.2.7).
     

Martijn Dadema

4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede

  1. Wij ronden de uitvoering af van de kwaliteitsverbeteringen van de treinverbinding Zwolle-Enschede (versnellen intercity, verbeteren perronveiligheid en bereikbaarheid stations Heino en Raalte). Het gaat hierbij om het afronden van enkele restpunten en de contractuele aspecten.
  2. Wij onderzoeken verdere verbeteringen met betrekking tot de robuustheid van de spoorverbinding tussen Zwolle en Enschede, mede vanuit het belang van de corridor Zwolle-Twente-Münster. Hierover is op 2 juli 2025 de motie 'Toekomst treinverbinding Zwolle-Enschede' aangenomen. De uitvoering van deze motie kan financiële consequenties hebben. 

Martijn Dadema

4.2.7 Elektrificatie Almelo - Mariënberg

  1. Wij starten, samen met de betrokken projectpartners, de voorbereidingen voor de uitvoering op. In 2026 begeleiden wij de selectie van een aannemer. Daarna blijven we betrokken bij de voorbereidingen die de aannemer doet om het werk in 2027 en 2028 uit te voeren. 

Martijn Dadema

4.3 Vaker op de fiets

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.3 Vaker op de fiets

We zetten, vanuit het  STOMP-principe (Stappen, Trappen, OV, Mobiliteitsdiensten en Privéauto) , sterk in op actieve mobiliteit: lopen en fietsen. Wij stimuleren het gebruik van de (elektrische) fiets op afstanden tot ongeveer vijftien kilometer. De fiets is belangrijk als vervoermiddel van en naar stations, mobiliteitshubs, bushaltes en carpoolplaatsen. Het belang van actieve mobiliteit is de bijdrage aan onze maatschappelijke opgaven zoals leefbare steden en dorpen, de bereikbaarheid van voorzieningen en economische kernen, minder CO2 uitstoot, gezonde en vitale bewoners. Een kwalitatief goed en veilig fietsnetwerk is een randvoorwaarde voor het stimuleren van fietsen. We blijven daarom gezamenlijk investeren in ons Kernnet fiets.  
Daarnaast zetten we samen met onze partners in op gedragsinterventies, via o.a. de landelijke campagnes, werkgeversaanpak en verkeersveiligheidsacties (4.3.1).

4.3.1 Stimuleren fietsgebruik

  1. Wij stimuleren het fietsgebruik door infrastructurele projecten te ontwikkelen en uit te voeren in samenhang met gedragsbeïnvloeding en techniek. De middelen uit het door uw Staten vastgestelde Investeringsvoorstel Fiets maken versnelling mogelijk. Dit doen wij samen met onze partners.
  2. Wij stellen dit jaar het geactualiseerde Kernnet Fiets vast als basis van onze provinciale beleidsvoering rondom Fiets en het uitgangspunt voor de subsidieregeling (de verdeling van de beschikbare middelen vanuit het Provinciefonds voor verkeer en vervoer). Hierbij kijken we naar de mogelijkheden voor het versnellen van de plannen voor doorfietsroutes en nemen we de verbindingen tussen hubs en doorfietsroutes op zoals u verzocht heeft in de Motie 'Een tandje erbij' van 2 juli 2025.
  3. Wij werken samen met gemeenten, buurprovincies en het Rijk aan realisatie van de regionale doorfietsroutes en de F35, waaronder de routes Lonneker-Oldenzaal, Steenwijk-Zwolle, Wijhe-Zwolle, Zwolle-Hardenberg, Nijverdal-Zwolle en Deventer-Raalte.
  4. Wij stimuleren goede fietsvoorzieningen bij regionale hubs en goede fietsroutes van/naar regionale hubs.
  5. Wij (mede)financieren gemeentelijke en provinciale fietsinfrastructuur om te komen tot een kwalitatief goed en veilig fietsnetwerk volgens de afspraken uit het gezamenlijk opgestelde uitvoeringsprogramma. Uw Staten worden in het eerste kwartaal per brief geïnformeerd over het uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UVP) 2026 (zie ook prestatie 4.1.2).
  6. Wij voeren samen met gemeenten gedragsinterventies uit om onze inwoners te stimuleren vaker de fiets te pakken. Wij zijn initiator en voeren de regie over de fietsstimulering App 'Da's zo gefietst'. Wij ontwikkelen stimuleringsacties zoals de ‘Fietstrein/BikeTrain’ voor schoolgaande kinderen en koppelen dit aan verkeersveiligheidsacties. Ook leggen we een directe relatie met de verbeteringen van de gemeentelijke en provinciale fietsinfrastructuur.

Martijn Dadema

4.4 Robuuste, slimme en duurzame logistiek

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.4 Robuuste, slimme en duurzame logistiek

Onder de vlag van Logistics Overijssel werken we aan een toekomstbestendige logistieke sector (4.4.1). We hebben goed bereikbare werklocaties op strategische knooppunten aan (inter)nationale routes. Deze sterke logistieke positie willen we nog beter benutten. Samen werken we aan een efficiënt en duurzame transitie van het goederenvervoer (4.4.2). Dat vergroot de bereikbaarheid, de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde van de logistieke sector.

4.4.1 Logistics Overijssel

  1. Wij werken samen met onze partners onder de vlag van Logistics Overijssel aan een toekomstbestendige logistieke sector. Wij voeren onze opgaven, ambities en projecten uit die door uw Staten zijn vastgesteld in het werkplan Werken aan Logistics Overijssel 2024-2027.
  2. Wij ondersteunen Logistics Overijssel (secretariaat, aanjager kernteam en werktafels) en de logistieke netwerkorganisaties.

Erwin Hoogland

4.4.2 Slimme, vitale en innovatieve logistiek en goederenvervoer

  1. Samen met onze partners voeren we projecten uit die bijdragen aan het efficiënt benutten van ruimte en het bereikbaar houden van Overijssel. Dit geldt voor goederenvervoer via binnenvaart, weg en spoor. 
  2. We volgen de implementatie van de vrachtwagenheffing (voorzien in juli 2026) en organiseren samen met de gemeenten en Rijkswaterstaat de monitoring en evaluatie van de effecten.
  3. Wij vergroten de zichtbaarheid van Logistics Overijssel in het (inter)nationale netwerk en versterken de netwerksamenwerking op de North Sea Baltic corridor. Dit doen we door een actieve (inter)nationale lobby, door handelsmissies en deel te nemen aan relevante (inter)nationale congressen en beurzen. 
  4. Samen met onze partners werken we aan duurzame toeleveringsketens. We ondersteunen gemeenten en ondernemers bij de energietransitie in transport en logistiek, onder andere door het realiseren van passende laadinfrastructuur en het verduurzamen van stedelijke logistiek. Daarnaast stimuleren we de verduurzaming van zowel het wegtransport als de binnenvaart.
  5. Wij  realiseren slimme infrastructuur en corridors via projecten zoals Connecting Transport Corridors, door data slim te ontsluiten en toe te passen, en door innovatieve initiatieven te stimuleren – zoals autonoom rijden.
  6. Wij werken samen met diverse mbo-, hbo- en universitaire kennisinstellingen om innovaties in goederenvervoer en logistiek te stimuleren, met een sterke focus op praktische toepasbaarheid binnen bedrijven.

Erwin Hoogland

4.5 Iedereen elke dag veilig thuis

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.5 Iedereen elke dag veilig thuis

Verkeersveiligheid is fundamenteel voor de leefbaarheid in Overijssel. De ongevallencijfers en de maatschappelijke kosten onderstrepen de noodzaak dat we ons blijven inzetten op het veiliger maken van het verkeer. Op basis van het landelijke Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) 2030 werken we aan onze uitvoeringsprogramma's en dragen wij bij aan de ambities om het aantal verkeersslachtoffers te verlagen. Dat doen we door het veiliger maken van het wegennetwerk in onze provincie (4.5.1.) en door gedragsbeïnvloeding (4.5.2.). 

4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid

  1. Wij co-financieren gemeentelijke en provinciale infrastructurele projecten om de verkeersveiligheid te verbeteren volgens de afspraken uit het gezamenlijk opgestelde uitvoeringsprogramma. We dragen op deze wijze bij aan de uitvoering van het landelijk Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030.
  2. Wij werken samen met de gemeenten en verkeersveiligheidspartners aan Uitvoeringsprogramma's Verkeersveiligheid gebaseerd op de risico gestuurde aanpak.
  3. Wij zetten in op het verkeersveilig maken van 6 risicovolle provinciale N-wegen. In een actieplan verkeersveiligheid werken we op basis van locatie- en haalbaarheidsonderzoeken maatregelen uit voor kruispunten en wegvakken. 
  4. Wij voeren lobby richting Rijk voor realisatie van alle maatregelen die nodig zijn om de hele N36 verkeersveilig te maken. In 2025 heeft het Rijk aanvullende middelen beschikbaar gesteld; voor de aanleg van een fysieke rijbaanscheiding op de N36 is dit nog altijd niet toereikend.  Wij adviseren over de door Rijkswaterstaat op te stellen planuitwerking voor de benodigde maatregelen op deze weg, brengen hierbij mogelijke mee koppel kansen in en stimuleren daar waar mogelijk de voortgang.
  5. Wij stellen een beleidslijn landbouwverkeer op.

Martijn Dadema

4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid

  1. Wij werken samen met onze partners aan het ontwikkelen en uitvoeren van de gedragsbeïnvloedende aanpak op basis van het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Overijssel voor de regionale samenwerking en provinciale wegen. We werken daarbij aan de belangrijkste risicothema's en geven daarmee uitvoering aan het landelijk Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) 2030.
  2. Wij voeren jaarlijks het Werkplan Verkeersveiligheid en Gedragsbeïnvloeding voor Overijssel uit. Dit werkplan is gebaseerd op de belangrijkste risicothema's in het verkeer voor de regionale samenwerking en onze provinciale wegen.
  3. Wij verlenen subsidie aan gemeentelijke verkeersveiligheidsprojecten en -programma's op het gebied van gedragsbeïnvloeding. Uw Staten worden hier jaarlijks over geïnformeerd via een informatiebrief over het vastgestelde Uitvoeringsprogramma (UVP) Mobiliteit.

Martijn Dadema

4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.6 Goede bereikbaarheid voor wegverkeer

Een goed en veilig wegennet in de provincie is en blijft noodzakelijk voor de bereikbaarheid van woningen, werklocaties en voorzieningen in Overijssel. Hierbij hechten we veel waarde aan goede (inter)nationale verbindingen. Samen met onze regiopartners maken wij er ons hard voor dat het Rijk blijft investeren in de verbetering van Rijkswegen in Overijssel. 
De opgaven voor woningbouw, duurzame mobiliteit met het STOMP principe (Stappen, Trappen, OV, Mobiliteitsdiensten, Prive-auto), en ruimtelijke keuzes vragen om een integrale afweging voor nieuwe investeringen in het wegennet. Vanuit de Wegenvisie in de Integrale Netwerkvisie Overijssel (INO) werken wij dit uit in een Meerjarenprogramma Wegen (4.6.2 t/m 4.6.13).

4.6.2 A28

  1. Het in 2022 uitgevoerde gebiedsgericht MIRT-onderzoek ‘Bereikbaarheid Zwolle en omgeving‘ en de opgestelde 'Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle' zetten in op een Regionale Mobiliteitsstrategie om de bereikbaarheid van de regio op peil te houden en zo de doorstroming op de A28 in stand te houden en de regionale woningbouwopgave te faciliteren. Wij werken samen met de betrokken gemeenten aan deze mobiliteitstransitie. We bewaken de voortgang van de gemaakte afspraken in het jaarlijks overleg met het Rijk (BO MIRT) 2022 en nog te maken vervolgafspraken met het Rijk.
  2. Met naburige provincies zoals Drenthe en Flevoland zetten we de afstemming voort over onze inzet op de A28 vanuit de gezamenlijke werkgeversaanpak uit de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) afspraken.
  3. Rijkswaterstaat gaat verder met de voorbereiding van de uitvoering van inframaatregelen op de A28 (met in Overijssel knooppunt Lankhorst) waarvan de realisatie gepland staat in 2027/2028. Wij houden hierbij een vinger aan de pols. 

Martijn Dadema

4.6.3 N35 lobby, onderzoek en realisatie

  1. Rijksproject opwaardering Nijverdal-Wierden autoweg 2x2 100 km per uur
    Wij bewaken het proces richting een onherroepelijk projectbesluit door de Minister IenW en de voorbereiding van de realisatie van een autoweg met gescheiden rijbanen; 2x2 rijstroken met een maximum snelheid van 100 km/uur met ongelijkvloerse kruisingen.
  2. Rijksproject Meer Veilig 3 Wijthmen-Nijverdal
    Wij bewaken en stimuleren de realisatie van de verkeersveiligheidsmaatregelen waaronder een circulair viaduct bij Haarle, een pakket aan maatregelen bij Mariënheem en twee bajonetaansluitingen bij Heino.
  3. MIRT Verkenning N35 Wijthmen-Nijverdal
    Wij participeren in de MIRT-verkenning N35 Wijthmen - Nijverdal naar een autoweg 2x1 100 km per uur. De rondweg Mariënheem maakt hier onderdeel van uit. We verwachten dat de minister van I en W begin 2026 beslist over het Voorkeursalternatief. Dit zal ter inzage gaan waarna de Minister de definitieve Voorkeursbeslissing neemt. Ondertussen blijven wij samen met onze regionale partners lobbyen voor een volwaardige en toekomstbestendige Marsroute N35. 

Martijn Dadema

4.6.5 N50

  1. Wegvak Ramspol - Kampen
    Wij bewaken de voortgang van de planvorming door Rijkswaterstaat voor de aanleg van een fysieke rijbaanscheiding en voeren samen met de regio gesprekken met het Rijk. Hiernaast voeren wij, indien nodig, samen met onze regionale partners een actieve lobby voor verdere financiering van de maatregel.
  2. Wegvak Kampen - Kampen-Zuid
    Wij stimuleren het Rijk om de uitvoering van de permanente uitbreiding naar 2x2 rijstroken voortvarend op te pakken.
  3. Wegvak Kampen-Zuid - Hattemerbroek
    Wij bepalen samen met onze regionale partners de meest passende lobbystrategie  voor de opwaardering van dit wegvak.

Martijn Dadema

4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie overige projecten

  1. Wij werken aan een (tijdelijke) alternatief voor de rotonde De Meente Olst (N337) omdat een omgevingsvergunning voor aanleg i.v.m. een te hoge stikstofdepositie niet verleend kan worden.
  2. Wij starten met de voorbereiding van de herinrichting van de kom van Weerselo (N343).
  3. Wij starten de aanbestedingsprocedure voor de aanleg van een bediencentrale voor vijf bruggen in Noordwest Overijssel.
  4. Wij bereiden de maatregelen voor bij N764 – N331 Zwolseweg (bij Zwolle extra linksaf strook), N764 – Mr. Niersallee (bij Kampen extra linksaf strook) en N377 – aansluiting A28 (bij De Lichtmis bypass rechtsaf naar Nieuwleusen) en onderzoeken de rotonde N348-N332.

Martijn Dadema

4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid

  1. Wij (mede-) financieren gemeentelijke en provinciale projecten ter verbetering van de wegbereikbaarheid volgens de afspraken uit het gezamenlijk opgestelde uitvoeringsprogramma Mobiliteit.

Martijn Dadema

4.6.12 Vloedbeltverbinding

  1. Wij verwerken de uitkomsten van de toekomstige uitspraak van de Raad van State over de ingediende beroepen op het Provinciaal Inpassingsplan.
  2. Wij zetten de minnelijke verwerving van gronden en voorbereiding van de realisatie voort.

Martijn Dadema

4.6.13 N35 Knooppunt Raalte

  1. Wij stellen de bestuursovereenkomst (BOK) vast.
  2. Wij voeren het participatieplan uit.
  3. Wij ontwerpen alternatieven die vallen binnen de bandbreedte van het bestuurlijk voorkeursalternatief.

Martijn Dadema

4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Dit is wat wij doen - 4.7 Goed functionerende provinciale infrastructuur

Wij werken aan de instandhouding van onze provinciale infrastructuur. Wij houden daarbij rekening met verkeersveiligheid, doorstroming, leefbaarheid en het milieu. 
Daarnaast voeren wij de Schaderegeling Kanaal Almelo de Haandrik uit.

4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur

  1. Wij voeren metingen, inspecties en onderzoeken uit om de kwaliteit van de infrastructuur vast te stellen. We voeren extra onderzoeken uit op het gebied van waterstofverbrossing en tand-nok constructies bij kunstwerken en rondom de stikstofproblematiek.
  2. Wij bevorderen een verkeersveilige doorstroming door het zo goed mogelijk benutten van de bestaande infrastructuur. 
  3. Wij zien er op toe dat (vaar)wegen niet anders gebruikt worden dan vanuit wet- en regelgeving c.q. vergunning bepaald is. 
  4. Wij bedienen bruggen en sluizen om doorgang te verlenen aan beroeps- en pleziervaart.
  5. Wij voeren gladheidsbestrijding uit samen met gemeenten en Rijkswaterstaat.
  6. Wij voeren dagelijks onderhoud uit op de provinciale infrastructuur conform het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen 2024-2027.
  7. Wij voeren het dagelijks onderhoud aan bermen uit en nemen hierbij de actie 'Meer bloemrijke bermen binnen 2 kilometer van de bebouwde kom’ uit het investeringsvoorstel NCK -stikstof, circulariteit en klimaatadaptief mee (PS25-000304).
  8. Wij stellen het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen 2028-2031 op en leggen dit aan uw Staten voor.

Martijn Dadema

4.7.2 Groot onderhoud provinciale infrastructuur

  1. Wij voeren het geprogrammeerde onderhoud aan de provinciale infrastructuur uit op basis van het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen en conform de tabel welke is opgenomen in de paragraaf Kapitaalgoederen.
  2. Wij beperken geluidbelasting van onze wegen op locaties waar al werkzaamheden zullen plaatsvinden conform het actieplan geluid 2024-2029 ( PS24-000319).
  3. Wij nemen binnen het groot onderhoud de acties ‘N731 fietsoversteek Losser’ en ‘N337 Windesheim’ mee (PS25-000274) als versnelde uitvoering van het actieplan Verkeersveiligheid.
  4. Wij starten met het baggeren in Noordwest Overijssel en nemen de actie 'Natuureiland Beulakerwijde' mee (PS25-000304).

Martijn Dadema

4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur

  1. Wij vervangen provinciale infrastructuur conform het Beheerplan Infrastructurele Kapitaalgoederen, zoals vastgesteld door PS voor de jaren 2020-2023 en 2024-2027. Voor een overzicht verwijzen wij naar de paragraaf Investeringen.

Martijn Dadema

4.7.4 Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik

  1. Wij voeren de schaderegeling uit zoals die door Provinciale Staten is vastgesteld op 13 december 2023.
  2. Wij maken hierbij gebruik van adviezen van het onafhankelijk bestuurlijk kopstuk, dhr. Arie Slob.

Martijn Dadema

4.7.5 Vervangen Zwartewaterbrug Hasselt

  1. Wij leggen de voorkeursvariant voor de vervanging van de Zwartewaterbrug in Hasselt aan u voor. 

Martijn Dadema

4.7.6 Aanpak vervanging oeverconstructies Kanaal Almelo de Haandrik

  1. Wij nemen de uitkomsten van de vastgestelde toekomstfunctie mee in de vervangingsopgave van de oeverconstructies (PS25-000321). 
  2. Wij ronden de procedure voor het projectbesluit af en starten de gunningsprocedure voor de uitvoeringsfase van trajectdeel 1. 
  3. Wij voeren de voorbereidingsfase uit van trajectdelen 2 en 3.
  4. Wij voeren extra beheermaatregelen uit aan de oeverconstructies langs Kanaal Almelo-De Haandrik om de veiligheid te waarborgen (PS25-000274).

Martijn Dadema

Risico's

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Risico's

Afname van investeringsbudget door oplopende kosten onderhoud en personeel
Investeringen door het Rijk voor mobiliteitsopgave staan onder druk, blijven uit of worden gepauzeerd.  Oorzaken zijn tekort aan investeringsbudget door oplopende kosten voor instandhouding, forse kostenstijgingen en tekort aan personeel. Daarnaast kampen de gemeenten ook met bezuinigingsopgaven. Het risico bestaat dat er daardoor minder wordt geïnvesteerd in de aanpak van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid.

Regelgeving stikstof, langdurige bezwaren en lange doorlooptijden bij nutsbedrijven zorgen voor vertraging in projecten
Vertraging in projecten als gevolg van wet en regelgeving rondom stikstof en langdurige bezwaar en beroep procedures. Dit speelt ook bij aansluitingen op Rijkswegen voor de wegbeheerders van de aansluitende wegen, woningbouw en gebiedsontwikkelingen. De nieuwe uitspraak van Raad van State rondom stikstof die impact gaat hebben op de scope en planning van projecten. Gewijzigde normen in het kader van bodemverontreiniging: secundaire bouwstoffen o.a. hoogovenslakken en zeer zorgwekkende stoffen o.a. PFAS. Daarnaast komen planningen van projecten komen onder druk te staan door de lange doorlooptijd bij nutsbedrijven en kabels en leidingen aannemers voor het verleggen van kabels en leidingen. De lange doorlooptijd is mede ontstaan door de grote vraag richting nutsbedrijven in het kader van o.a. de energietransitie.

Risico's rond uitvoering elektrificatie regionale spoorlijnen
De besluitvormingsprocessen voor de elektrificatie van de nog resterende diesel-spoorlijnen Almelo-Mariënberg en Zutphen-Hengelo-Oldenzaal zijn in gang gezet. Over de verdeling van de kosten en de risico's worden afspraken gemaakt met het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en, in het geval van Zutphen-Hengelo-Oldenzaal, ook met de provincie Gelderland. Er bestaat het risico dat de door de betrokken partijen hiervoor beschikbaar gestelde middelen niet voldoende zijn.

Toelichting meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - Kerntaak 4: Mobiliteit - Toelichting meerjarenbegroting

4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken
Onder prestatie 4.1.3 zijn een aantal specifieke uitkeringen begroot die eindigen in 2025. Daarom is er een  daling van de baten en lasten te zien in 2026.

4.1.5 Mobiliteitshubs
Een groot deel van de coalitiemiddelen voor mobiliteitshubs staan begroot in 2025. Mogelijk schuift een deel door naar 2026. 

4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein
De begroting voor 2026 is een stuk hoger dan 2025 voor zowel de baten als de lasten. Dit heeft te maken met een omzetting van de financiering van Hengelo-Bielefeld van incidenteel naar structureel (P-nota 2026), extra verwachtte reizigersopbrengsten en indexatie concessies.

4.2.4 Verbeteren infrastructuur openbaar vervoer
De middelen voor de planvorming van de elektrificaties zijn begroot onder deze prestatie. Almelo-Hardenberg gaat over naar de uitvoering, waarvoor een aparte prestatie is aangemaakt (4.2.7). Voor Zutphen-Hengelo-Oldenzaal komt een voorstel om middelen beschikbaar te stellen in 2026 voor de planvorming. 

4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede
In 2025 wordt het project Zwolle-Enschede afgerond. Mogelijk schuift de financiële eindafrekening door naar 2026.

4.2.7 Elektrificatie Almelo - Mariënberg
De middelen voor elektrificatie ALMA worden geraamd bij de 2e monitor 2025, omdat er dan meer bekend is over de kostenraming over de jaren. 

4.3.1 Stimuleren fietsgebruik
Er zijn incidentele middelen geraamd tot en met 2027 voor de coalitieperiode. Daarnaast staat in 2025 nog een bedrag begroot voor het afwikkelen van subsidies uit voorgaande jaren die voortkomen uit het uitvoeringsplan mobiliteit (UVP).

4.6.13 Knooppunt Raalte
Bij deze begroting zijn de ramingen tot en met 2026 opgenomen. Wij bereiden een investeringsbesluit voor over het vervolg van het project Knooppunt Raalte en de benodigde financiering. Hiervoor zijn reeds middelen in onze begroting gereserveerd.  Het investeringsbesluit wordt ter besluitvorming aan u voorgelegd. 

4.7.4. Aanpak Schades langs Kanaal Almelo de Haandrik
Vanuit de Reserve Waterwegen zijn bestedingen voorzien tot en met 2027. Jaarlijks herijken wij bij de Jaarrekening de geraamde bestedingen op basis van actuele inzichten van de omvang en planning van de schadeafwikkeling.

4.6.12. Vloedbeltverbinding, 4.7.3. Vervangen provinciale infrastructuur en 4.7.6. Aanpak verv. Oeverconstructies KADH
Bij de prestaties 4.6.12. Vloedbeltverbinding en 4.7.6. Aanpak verv. Oeverconstructies KADH zijn voor de komende jaren geen lasten geraamd. Bij prestatie 4.7.3. Vervangen provinciale infrastructuur zien we een toename van de lasten. 

Onder deze prestaties worden de (vervangings-)investeringen uitgevoerd. Hiervoor stellen Provinciale Staten investeringskredieten vast (zie voor een totaaloverzicht de tabel onder Paragraaf Investeringen). De hieruit voortvloeiende kapitaallasten komen na afronding van deze projecten ten laste van de meerjarige structurele begroting en worden dan in bovenstaande tabel opgenomen. De projecten Vloedbelt en Aanpak verv. Oeverconstructies zijn niet voor 2029 afgerond, vandaar dat hier nu geen lasten zichtbaar zijn. Wel verwachten we dat meerdere projecten bij prestatie 4.7.3. vóór 2029 afgerond zijn, vandaar dat hier een toename in de lasten te zien zijn.