Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Analyse van het resultaat over 2022

Analyse van het resultaat over 2022

Begroot lasten 0

Realisatie lasten 0

Ruimte lasten 0

Status prestaties

Resultaatoverzicht

Terug naar navigatie - Resultaatoverzicht

Het financiële resultaat over 2022 is in onderstaande tabel samengevat.

De begrote lasten bedroegen € 563,3 miljoen. De baten waren begroot op € 465,7 miljoen. Het begrote nadelige saldo van baten en lasten bedroeg daarmee € 97,6 miljoen. Dit bedrag zou per saldo worden onttrokken aan diverse reserves. Dit volgt uit de uitvoering van de grote opgaven uit het coalitie-akkoord, inclusief het investeringsprogramma Kwaliteit van Overijssel, waarvoor bestemmingsreserves zijn gevormd.

Het gerealiseerde saldo van baten en lasten in 2022  (meer lasten dan baten) bedraagt € 8,4 miljoen nadelig. Dit is minder nadelig dan vooraf begroot. Ten opzicht van de begroting levert dit een voordeel  op van per saldo € 89,2 miljoen. Dit bestaat uit € 27,2 miljoen hogere opbrengsten en € 62,0 miljoen lagere lasten dan begroot.

De hogere baten hebben vooral betrekking op van het rijk ontvangen doeluitkeringen die nog niet begroot waren.  De lagere lasten betekenen hier dat de uitgaven veelal opschuiven naar een volgend jaar. Deze lasten worden hoofdzakelijk gedekt uit (bestemmings)reserves. Dit is terug te zien in het tweede deel in de tabel dat de verschillen ten opzichte van de begrote reservemutaties weergeeft. De onttrekkingen aan de reserves (incidentele budgetten) zijn per saldo € 52,7 miljoen lager dan begroot. Deze middelen blijven in de reserves beschikbaar totdat ze nodig zijn om de uitgaven mee te dekken.  In het tekstkader 'verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves' hieronder,  wordt hier een nadere uiteenzetting van gegeven.

Het voordelige saldo van baten en lasten afgezet tegen de begroting bedraagt  in 2022 € 89,2 miljoen.  Gecorrigeerd voor het (tijdelijke) voordeel van de uitgestelde  onttrekkingen aan de reserves (€ 52,7 miljoen), bedraagt het jaarrekeningresultaat van 2022 € 36,6 miljoen. 

Bedragen x 1,0 miljoen Begroot Realisatie Saldo
Lasten € 563,3 € 501,3 € 62,0
Baten € 465,7 € 492,9 € 27,2
Saldo van lasten en baten € -97,6 € -8,4 € 89,2
Stortingen in reserves € 197,3 € 197,2 € 0,1
Onttrekkingen aan reserves € 294,9 € 242,2 € -52,7
Bijdrage reserves aan begroting € 97,6 € 45,0 € -52,6
Jaarrekeningresultaat € - € 36,6 € 36,6

Analyse van het resultaat

Terug naar navigatie - Analyse van het resultaat

Onderstaande tabel geeft de resultaatsposten groter dan € 0,5 miljoen weer. Iedere post wordt afzonderlijk toegelicht bij de prestatie binnen de kerntaak. Op deze plaats lichten we de acht grootste posten eruit.

Bedrijfsvoering
Verkregen middelen, met name ten aanzien van het ICT domein zijn nog niet tot besteding gekomen, o.a. op het gebied van digitale archivering, de Wet Open Overheid en informatiebeveiliging. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt daar nader op ingegaan. Ook op het facilitaire vlak zijn middelen over gehouden. Bijvoorbeeld door het uitstellen van de  herinrichting van de werkplekken. Daarnaast zijn de kosten voor vergaderingen en evenementen en reiskosten lager uitgevallen.

Stimuleren fietsgebruik
De onderuitputting op de prestatie fietsgebruik heeft een belangrijk aandeel in het resultaat. Met name het subsidieonderdeel (UVP) bleven de bestedingen achter. Enerzijds vanwege een aantal projecten die in 2023 tot uitvoering komen. Anderzijds vanwege het administratieve effect dat de in 2021 gewijzigde regelgeving omtrent de lastneming van subsidies (BBV) veroorzaakt. De lastneming voor grote projectsubsidies verschuift daardoor van het jaar van beschikken, naar het uitvoeringsjaar/-jaren van de maatregelen. Dit verklaart een bedrag van € 5 miljoen. Dit wordt verder aangevuld met de vrijval van subsidieverplichtingen uit voorgaande jaren.

Aanpak schade langs kanaal Almelo de Haandrik
Op grond van de vastgestelde schaderegeling is gebleken dat de voorziening voor de afwikkeling van schadevergoedingen en subsidies, niet toereikend is. Op basis daarvan hebben wij  een  aanvullende storting van € 7,6 miljoen in de voorziening gedaan. Dit is nader toegelicht onder prestatie 4.7.4.

Verstrekken risicokapitaal
Onze verbonden partij Innovatiefonds I (IFO I) heeft in 2022 een positief resultaat behaald van € 1,9 miljoen. Daarmee is het eigenvermogen van IFO gestegen. Hierdoor valt er € 1,9 miljoen vrij uit onze verliesvoorziening voor deze verbonden partij. Overigens zullen wij conform het beleid voorstellen om dit bedrag via een  resultaatbestemmingsvoorstel te storten in de Algemene Financieringsreserve. Meer over het Innovatiefonds vindt u in de paragraaf 'verbonden partijen'.

Verstevigen samenspel PS-GS
Als gevolg van de gestegen rente kon de voorziening voor Algemene Pensioen- en uitkeringswet Politieke Ambtsdragers (APPA) met ruim € 1,1 miljoen vrijvallen, terwijl een bijstorting was begroot. Dit gaf een resultaat van € 1,7 miljoen. Daarnaast worden er op dit moment geen wachtgelduitkeringen verstrekt.

Saldo financieringsfuncties
Op de verkoop van enkele obligaties is een boekwinst gerealiseerd waardoor per saldo € 3,4 miljoen ten gunste is gekomen van het resultaat.

Overige algemene dekkingsmiddelen
De bijdrage aan het resultaat van € 2,1 miljoen bestaat uit meevallers op de begroting 2022. Dit betreft hoofdzakelijk de vrijval van (subsidie)verplichtingen, veelal als gevolg van een lagere vaststelling van de subsidie dan is bevoorschot.

Onvoorzien
Bij de Perspectiefnota 2023 is er een buffer voor prijsindexaties ingesteld van € 4,5 miljoen om kostenoverschrijdingen op contracten door inflatie te bekostigen. Hier is via de 2e Monitor een beroep op gedaan voor € 885.000.  Het onaangesproken deel van € 3,9 miljoen komt ten gunste van het resultaat. Ook voor 2023 is al een buffer opgenomen in de begroting.

Prestatie Omschrijving Resultaat x 1 miljoen*
1.1.4 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium € 1,6
1.1.5 Programma Omgevingswet € 0,8
2.1.2 Vergunningverlening, toezicht, handhaving milieu € 1,2
2.3.2 Beheer nazorgfonds € -0,6
3.1.2 Vergunningverlening, toezicht, handhaving landbouw € 0,7
3.1.4 Beheer natuurterreinen € 0,6
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken € 0,7
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 0,7 **
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 5,8
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid € 1,3
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid € 1,4
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur € 0,9
4.7.4 Aanpak schades langs kanaal Almelo de Haandrik € -7,6
5.5.4 Verstrekken risicokapitaal € 1,9
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren € 1,1
7.3.5 Verstevigen samenspel PS-GS € 2,1
OFD*** Bedrijfsvoering € 3,4
OFD Toegerekende personeelskosten € 2,6
OFD Lokale heffingen € 0,7
OFD Saldo financieringsfuncties € 3,4
OFD Overige algemene dekkingsmiddelen € 2,1 **
OFD Onvoorzien € 3,9
Overig € 7,9
Totaal € 36,6
* Het resultaat per prestatie is incl. de resultaten op aan de prestatie gelieerde bestemmingsreserves
** Het resultaat op de prestatie is vereffend met het resultaat op de algemene dekkingsmiddelen (SPUK versus decentralisatieuitkering). Zie toelichting bij 4.2.3 in de kerntaak Mobiliteit
*** OFD = Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Specificatie van het resultaat

Terug naar navigatie - Specificatie van het resultaat

Onderstaande tabel geeft een gedetailleerd totaaloverzicht van het resultaat per prestatie. Verder is aangegeven welk aandeel het resultaat op de reserves heeft op prestatieniveau. Daarmee zijn alle afwijkingen ten opzicht van de begroting inzichtelijk.  De toelichtingen op de individuele prestaties, vindt u bij de desbetreffende prestatie binnen de desbetreffende kerntaak. 

Bedragen x € 1 miljoen
Prestatie Omschrijving Saldo baten -/- lasten Resultaat reserves Resultaat
1.1.1 Vastleggen en waarborgen actueel ruimtelijk- en waterbeleid € 0,2 € -0,2 € -
1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid € 0,8 € -0,4 € 0,4
1.1.3 Ontwikkelen en uitvoeren bodem- en ondergrondagenda € 0,1 € -0,1 € -
1.1.4 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium € 1,6 € - € 1,6
1.1.5 Programma Omgevingswet € 0,8 € - € 0,8
1.2.1 Bevorderen waterkwaliteit € 0,1 € - € 0,1
1.2.2 Werken aan voldoende oppervlakte- en grondwater € 0,1 € - € 0,1
1.2.3 Werken aan voldoende schone drinkwaterbronnen nu en in de toekomst € 0,5 € -0,2 € 0,3
1.2.4 Bescherming tegen overstromingen en wateroverlast € - € - € -
1.2.5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving water € 0,1 € - € 0,1
1.2.7 IJsseldelta programma € 0,3 € - € 0,3
1.4.1 Werken aan een klimaat adaptieve inrichting in 2050 € 0,1 € -0,1 € -
1.4.2 Investeringsprogramma Ruimte Wonen Retail € 3,2 € -3,1 € 0,1
1.4.3 Actieplan Leefbaar Platteland € 0,5 € -0,5 € -
1.4.4 Ondergrondse verkabeling van hoogspanningsleidingen € 0,2 € - € 0,2
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid € 0,4 € - € 0,4
2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu € 1,2 € - € 1,2
2.2.1 Sanering en beheersing (asbest) verontreinigde bodemlocaties € 1,5 € -1,5 € -
2.2.2 Stimuleren van het verwijderen van asbestdaken € 0,4 € -0,4 € -
2.3.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie € 2,8 € -2,7 € 0,1
2.3.2 Financieren van projecten door Energiefonds Overijssel € -0,6 € - € -0,6
2.4.1 Programma Toekomstgerichte erven € 0,1 € -0,1 € -
3.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap € 1,3 € -0,7 € 0,6
3.1.3 Opstellen en actualisatie beheerplannen Natura2000 € 0,2 € - € 0,2
3.1.4 Beheer natuurterreinen € 0,6 € - € 0,6
3.1.5 Beheer natuurwaarden in agrarisch gebied € 0,4 € -0,4 € -
3.1.6 Projecten voor verbeteren biodiversiteit € 0,1 € -0,1 € -
3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap € 0,5 € - € 0,5
3.2.1 Beheer landschap € 0,7 € -0,5 € 0,2
3.2.2 Projecten die relatie tussen natuur en mensen bevorderen € 0,3 € -0,2 € 0,1
3.3.4 Faunabeheer € 0,1 € -0,1 € -
3.3.5 Invasieve exoten € 0,2 € - € 0,2
3.4.1 Beleidsontwikkeling verduurzaming landbouw € 0,1 € - € 0,1
3.4.2 Innovatieprogramma Agro&Food € 0,1 € -0,1 € -
3.4.3 Landbouwstructuurversterking € 1,6 € -1,5 € 0,1
3.5.1 Realisatie Natuurnetwerk Nederland € 3,0 € -3,0 € -
3.5.2 Gebiedsgerichte Aanpak Noordwest Overijssel € 0,1 € -0,1 € -
3.5.3 Afronding natuuropgave pMJP-projecten € 0,4 € -0,4 € -
3.5.4 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof € 15,5 € -15,5 € -
3.5.6 Provinciaal programma landelijk gebied € 0,6 € -0,6 € -
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken € 0,7 € - € 0,7
4.2.1 Transities Openbaar Vervoer € 0,5 € -0,5 € -
4.2.2 Verduurzamen spoorlijnen € 0,8 € -0,8 € -
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 1,2 € -0,5 € 0,7 *
4.2.6 Spoor Zwolle - Enschede € 0,2 € -0,2 € -
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 6,9 € -1,1 € 5,8
4.4.1 Port of Logistics Overijssel(POLO) € 0,5 € -0,5 € -
4.4.4 Robuust goederenvervoer netwerk € 0,2 € - € 0,2
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid € 1,7 € -0,4 € 1,3
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid € 1,4 € - € 1,4
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid € 0,3 € - € 0,3
4.6.3 N35 – Lopende projecten € 0,5 € -0,5 € -
4.6.6 N307 € 0,1 € -0,1 € -
4.6.9 Verkenning, planstudies en realisatie overige projecten € 1,1 € -0,8 € 0,3
4.7.1 Beheer provinciale infrastructuur € 0,9 € - € 0,9
4.7.3 Vervangen provinciale infrastructuur € 0,5 € -0,4 € 0,1
4.7.4 Aanpak schades langs Kanaal Almelo de Haandrik € -7,2 € -0,4 € -7,6
5.1.1 Arbeidsmarkt en onderwijs € 0,3 € -0,3 € -
5.2.3 Cleantech Regio € 0,9 € -0,9 € -
5.2.5 Nationaal Groeifonds € 0,3 € -0,3 € -
5.3.1 basis op orde € 1,7 € -1,5 € 0,2
5.3.2 Werklocaties provinciale participaties € 0,1 € - € 0,1
5.3.4 Internationaliseren € 0,1 € -0,1 € -
5.4.1 Gastvrij Overijssel € 1,9 € -1,5 € 0,4
5.4.2 Festivals en evenementen € 0,2 € -0,2 € -
5.5.1 Basisinfrastructuur en innovatie € 0,4 € - € 0,4
5.5.2 Bevorderen innovatie en ondernemerschap € 0,4 € -0,4 € -
5.5.3 Europese programma’s € 5,0 € -5,0 € -
5.5.4 Verstrekken risicokapitaal € 1,9 € - € 1,9
5.5.5 Circulaire economie € 0,5 € -0,5 € -
6.1.1 Materieel erfgoed € 0,1 € -0,1 € -
6.1.2 Immaterieel erfgoed € 0,2 € -0,2 € -
6.2.1 Een basis voor cultureel aanbod € 1,4 € -1,1 € 0,3
6.2.2 Cultureel aanbod vernieuwen en ontwikkelen € 0,3 € -0,3 € -
6.3.1 Cultuur is jong geleerd en meedoen is de kunst € 1,0 € -1,0 € -
6.3.3 Talent heeft de toekomst € 0,1 € -0,1 € -
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren € 1,3 € -0,2 € 1,1
6.5.1 Overijsselaars bewegen een leven lang € 0,3 € - € 0,3
6.5.2 Iedereen doet mee € 0,1 € - € 0,1
6.6.1 Duurzame en eigentijdse voorzieningen en diensten € 0,2 € - € 0,2
6.6.2 Versterking maatschappelijke initiatieven en inzet vrijwilligers € 0,1 € - € 0,1
7.1.1 Bestuurlijke inrichting en samenwerking € 0,2 € -0,2 € -
7.1.5 Ondermijning € 0,1 € - € 0,1
7.1.6 (Rijks)taken Commissaris van de Koning € 0,4 € - € 0,4
7.2.1 Kennisontwikkeling en -deling € 0,2 € -0,1 € 0,1
7.2.3 Digitale overheid, datastrategie en data-analyse € 0,1 € - € 0,1
7.2.4 Eigentijdse invulling participatie € 0,1 € -0,1 € -
7.3.1 Samenwerking met partners € 0,2 € - € 0,2
7.3.2 Lobby en relatiebeheer € 0,1 € - € 0,1
7.3.3 Communicatie € 0,3 € - € 0,3
7.3.5 Verstevigen samenspel PS-GS € 2,1 € - € 2,1
Overig Personele kosten € 2,6 € - € 2,6
OFD** Bedrijfsvoering € 3,4 € - € 3,4
OFD Lokale heffingen € 0,7 € - € 0,7
OFD Algemene uitkeringen € -0,1 € - € -0,1
OFD Dividend € 0,2 € - € 0,2
OFD Saldo financieringsfuncties € 3,4 € - € 3,4
OFD Overige algemene dekkingsmiddelen € 2,1 € - € 2,1 *
OFD Onvoorzien (indexerings buffer) € 3,9 € - € 3,9
Afrondingsverschillen € -0,1 € 0,1 € 0,1
Totaal € 89,2 € -52,7 € 36,6
* Het resultaat op de prestatie is vereffend met het resultaat op de algemene dekkingsmiddelen (SPUK versus decentralisatieuitkering). Zie toelichting bij 4.2.3 in de kerntaak Mobiliteit
**OFD = Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves

Terug naar navigatie - Verklaring lagere besteding budgetten gedekt uit reserves

Uit de tabel 'resultaatoverzicht' hierboven, blijkt dat er € 52,7 miljoen minder is onttrokken aan de reserves dan was begroot. Deze middelen blijven in de reserves beschikbaar voor de uitvoering van de gestelde doelen, met inachtneming de aan de reserve gebonden spelregels. Onttrekkingen aan de reserves vinden plaats in het jaar dat de uitvoeringslasten worden gerealiseerd.

De lagere onttrekking van in totaal € 52,7 miljoen heeft hoofdzakelijk betrekking op de uitvoeringsreserve Kwaliteit van Overijssel (uKvO) ( € 25,2 miljoen), de algemene risicoreserve (€ 15,3 miljoen), de reserve Europese programma's ( € 5,0 miljoen) en de reserve Natuur Netwerk Nederland (€ 3,0 miljoen).

In de tabel hierboven is de bijdrage van de lagere onttrekkingen aan reserves zichtbaar gemaakt per prestatie. Het resultaat op reserve uKvO is gerelateerd aan meer dan 60 begrotingsprestaties. Deze kunnen hier vanwege hun veelheid en onderlinge verschillen niet in één adem worden toegelicht. Wij verwijzen daarvoor naar de desbetreffende prestaties binnen de kerntaken. Naast de algemene conclusie dat voorgenomen activiteiten minder snel te realiseren blijken dan vooraf ingeschat (begrotingsoptimisme), spelen andere oorzaken een rol in de mate van onderbesteding. Bij een zestal prestaties (1.4.2, 2.3.1, 3.4.3, 4,3,1, 5.3.1 en 5.4.1) is de onttrekking aan uKvO met meer dan € 1,0 miljoen achtergebleven ten opzichte van de begroting. Deze zes verklaren in totaal € 11,3 miljoen van de € 25,2 miljoen op uKvO. Een belangrijk effect wordt veroorzaakt door de gewijzigde regelgeving over de lastneming van meerjarig projectsubsidies groter dan € 1,5 miljoen. Hierdoor is de lastneming gekoppeld aan het moment van realisatie, waardoor dit een verschuiving geeft naar toekomstige jaren ( 1.4.2, 4.3.1, 5.4.1).  Verder hebben niet begrote baten zoals terugontvangen subsidies en rijksbijdragen een behoorlijk aandeel in de onderbesteding  (3.4.3, 5.4.1).  De reserves worden daardoor in mindere mate aangesproken. Tot slot speelt mee dat er maar beperkt invloed is op de mate waarin (en wanneer) subsidiebudgetten worden aangesproken. Laat in het jaar ingediende subsidieaanvragen, komen daardoor vaak pas in het volgende jaar financieel tot uitdrukking (2.3.1, 4.3.1, 5.3.1).

De lagere onttrekking aan de algemene risicoreserve wordt verklaard door de impasse rondom de PAS melders. Dit heeft ertoe geleid dat de beschikbaar gestelde middelen voor de voorfinanciering met betrekking tot de PAS melders niet zijn aangesproken.

De  onderbesteding op de reserve Europese programma (5.5.3) en de reserve Natuur Netwerk Nederland (3.5.1) kent dezelfde oorzaken als hiervoor genoemd. Overigens  is de onderbesteding op laatstgenoemde reserve (€ 3 miljoen  op een raming van € 30 miljoen) relatief gering.

Voordelen op structurele begrotingsposten

Terug naar navigatie - Voordelen op structurele begrotingsposten

In reactie op de jaarstukken 2017 en 2018 heeft de auditcommissie geadviseerd om voor voordelen op structurele kostenposten te duiden of die voordelen een incidenteel of structureel karakter hebben. En om bij voordelen met een structureel karakter het verband met de perspectiefnota te leggen.

In onderstaande tabel hebben wij de structurele begrotingsposten (kosten en opbrengsten) opgenomen, waarop voor het tweede achtereenvolgende jaar een voordeel is gerealiseerd groter dan €  0,1 miljoen. De bedragen in de tabel geven de voordelen weer die op de structurele begrotingsposten binnen de betreffende prestatie zijn gerealiseerd. 

1.1.2 Uitvoering van het ruimtelijk waterbeleid
De onderbesteding op het structurele budget heeft betrekking op de meerjarige samenwerkingsprojecten voor de verstedelijkingsstrategie regio Zwolle en het NOVI gebied regio Zwolle. Het bestaat enerzijds uit niet begrote bijdragen van partners in het project (ruim € 0,1 miljoen) en een onderbesteding op onze eigen middelen (ruim € 0,2 miljoen). Inherent aan de uitvoeringstermijn van meerjarige projecten en hun niet lineaire uitgavenverloop, ontstaan er afwijkingen ten opzichte de structurele financiering. De onderbesteding op de eigen middelen kan verklaard worden door de resultaatbestemming 2021 die is toegevoegd aan 2022 om de dekking van de meerjarige samenwerkingsprojecten bijeen te houden. Aangezien er over de gehele linie op kerntaak 1 bezien geen significante onderbesteding is op de geraamde lasten, zien wij geen aanleiding om hier in de nieuwe begrotingscyclus actie op te ondernemen.
1.1.4 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium
Het voordeel op de structurele begrotingspost is van incidentele aard. Het wordt veroorzaakt doordat de opbrengsten (afstoten van overtollig bezit) de lasten overstijgen.

2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu
De afgelopen jaren vallen de lege-inkomsten met name voor de ontgrondingen en omgevingsvergunningen hoger uit dan begroot. Dit heeft te maken met een toename aan bedrijfsactiviteiten. Daar staat tegenover dat hier ook meer (personeels)kosten voor worden gemaakt die niet enkel op prestatie 2.1.2 tot uitdrukking komen. Per saldo is daardoor geen sprake van een structureel voordeel  op de leges.  Er tekent zich wel een structureel voordeel af met betrekking tot de kosten voor de omgevingsdiensten. De financiering van de omgevingsdiensten is veranderd van input naar output gestuurd waardoor er op basis van de werkelijke kosten (afgenomen manuren) wordt afgerekend. Hierdoor vallen de kosten de afgelopen twee jaren lager uit (omvang variërend) met een piek in 2022 van circa € 0,6 miljoen. Wij zullen de uitkomsten van deze analyse meenemen bij een herijking van deze budgetpost voor de begrotingscyclus 2024. 

3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap
Er is een patroon van onderbesteding zichtbaar op het structurele budget voor monitoring. De afgelopen jaren zijn middelen via resultaatbestemming overgeheveld naar het volgende jaar om in gang gezette werkzaamheden te voltooien en om aan een verwachtte intensivering van monitoringsactiviteiten en databehoefte te kunnen voldoen. Mede daardoor is er weer sprake van onderbesteding in het volgende jaar (waterbedeffect). Daarnaast heeft een tekort aan personele capaciteit in 2022 ook bijgedragen aan de onderbesteding die per saldo € 0,5 miljoen bedraagt. Vanwege het patroon van onderbesteding hebben wij besloten om geen resultaatbestemmingsvoorstel in te dienen, terwijl wij wel verwachten een inhaalslag te kunnen maken in 2023. Dit kan daardoor tot een incidenteel tekort leiden.  De uitkomsten van de analyse zullen we betrekken bij een herijking van het structureel benodigde budget in de voorbereiding van de begrotingscyclus 2024. 

4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken
Op het structurele budget van deze prestatie is sprake van meerjarige onderbesteding op het mobiliteitsmanagement van circa € 0,6 miljoen.  Dit wordt deels veroorzaakt door niet begrote baten (doeluitkeringen) van het Rijk, waardoor er minder kosten ten laste van het reguliere budget kwamen. Het is op dit moment niet duidelijk of en in welke mate wij nog aanvullende doeluitkeringen voor deze prestatieopgaven zullen ontvangen de komende jaren. Wij zullen daar een analyse op maken in voorbereiding op de nieuwe begrotingscyclus en indien nodig de meerjarenbegroting hierop aanpassen.

4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein
Het voordeel van € 1,1 miljoen bestaat voor ruim € 0,4 miljoen uit incidentele baten.  Daarnaast moet het voordeel op dit budget in relatie tot de omvang van de structurele begroting van € 99 miljoen worden gezien. In dat licht is de ruimte verwaarloosbaar, maar nodig, om afwijkingen en onvoorziene kosten op te kunnen vangen binnen de begroting.  Wij zien op grond van deze analyse geen aanleiding om het structurele budget te herzien bij de nieuwe begrotingscyclus.

4.3.1 Stimuleren fietsgebruik
De onderbesteding op het structurele budget varieert sterk tussen 2021 (€ 1,4 miljoen) en 2022 (€ 5,3 miljoen). De voordelen zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de subsidieregeling  Mobiliteit (UVP, Ubs 5.1). en worden voor het grootste deel veroorzaakt doordat sinds 2021 er een stelselwijziging is voorgeschreven dat lastneming van projectsubsidies groter dan € 1,5 miljoen, gerelateerd moeten worden aan de projectvoortgang in plaats van het jaar van subsidieverlening.  Dit geeft een lastenverschuiving naar latere jaren  € 3,2 miljoen in 2022.  Inherent aan de systematiek zal zich dat in de toekomst blijven herhalen. Daarnaast is er voor € 1, 8 miljoen aan projecten in aanmerking genomen die in 2023 worden uitgevoerd. Op grond van het grillige verloop, mede veroorzaakt door de voornoemde stelselwijziging, kunnen wij de uitkomsten nog niet doorvertalen naar de nieuwe begrotingscyclus.

4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid
De voordelen op deze prestatie zijn gerelateerd aan de subsidieregeling  Mobiliteit (UVP, Ubs 5.1) op grond waarvan bijdragen een (gemeentelijke) infrastructurele maatregelen worden verleend.  Het voordelige resultaat op deze prestatie wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door vrijval van oude subsidieverplichtingen, per jaar variërend van € 0,1 miljoen tot soms € 0,7 miljoen. Dit laat zich niet voorspellen. Conform de gemaakte afspraken met betrekking tot de herprioriteringsopgave (PS 2020/1102400) blijft de vrijval op subsidieverplichtingen voor de looptijd van het huidige meerjarenuitvoeringsprogramma (UVP 2020-2023) beschikbaar. 

4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid
Het budget voor educatie en voorlichting verkeersveiligheid laat structureel een voordeel zien van verschillende omvang, variërend van € 0,8 tot € 1,4 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de vrijval van subsidieverplichtingen doordat ze lager worden vastgesteld dan het bedrag dat aanvankelijk is beschikt. Daarin heeft meegespeeld dat er tijdens de coronapandemie minder educatieprojecten /-evenementen uitgevoerd konden worden. De omvang van de vrijval van subsidieverplichtingen kan per jaar sterk verschillen en daar is niet op te anticiperen. Conform de gemaakte afspraken met betrekking tot de herprioriteringsopgave (PS 2020/1102400) blijft de vrijval op subsidieverplichtingen voor de looptijd van het huidige meerjarenuitvoeringsprogramma (UVP 2020-2023) beschikbaar. 

4.6.10 infrastructurele maatregelen bereikbaarheid
Het voordeel op het structurele subsidiebudget voor gemeentelijke infrastructuur wordt verklaard door vrijval van subsidieverplichtingen uit voorgaande jaren.  Hoewel vrijval een vrij structureel fenomeen is , kan de omvang hiervan per jaar sterk verschillen, waardoor zich dit niet laat voorspellen. Het komt pas tot uitdrukking wanneer subsidies (na een lange looptijd) worden vastgesteld. De omvang van de vrijval van subsidieverplichtingen kan per jaar sterk verschillen en daar is vrijwel niet op te anticiperen. Conform de gemaakte afspraken met betrekking tot de herprioriteringsopgave (PS 2020/1102400) blijft de vrijval op subsidieverplichtingen voor de looptijd van het huidige meerjarenuitvoeringsprogramma (UVP 2020-2023) beschikbaar. 

6.4.1 Bibliotheek van de toekomst 
Bij de jaarrekening 2021 is aangegeven dat de deze subsidie is opgezet als een meerjarige subsidieregeling met één plafond tot en met 2024 waarbij partijen meerjarig middelen krijgen om het doel te realiseren. Echter zijn de structurele middelen voor 2021 en 2022 die hiervoor bestemd zijn ( tezamen € 1,1 miljoen anno 2022) zijn  nog niet tot besteding gekomen, omdat het beschikken van subsidies meer tijd nodig heeft. Om subsidieaanvragen conform de regeling te kunnen afhandelen stellen wij u voor om het structurele bedrag van € 1,1 miljoen over te hevelen naar 2023.

6.6.1 Duurzame en eigentijdse voorzieningen en diensten
De afgelopen jaren is op dit budget circa € 0,2 miljoen overgebleven.  Het voordeel in 2022 wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt het budget dat vanuit 2021 via resultaatbestemming is doorgeschoven om in behandeling zijnde subsidieaanvragen voor de regelingen 'Zelfstandig wonen en gezond bewegen” en  “Sociale hypotheek” af te kunnen wikkelen. Vanuit het resultaat 2022 wordt het voorstel gedaan om € 62.000 voor ingediende subsidieaanvragen mee te nemen naar 2023 (gebundelde resultaatbestemming voor diverse subsidies). 

7.2.1 Kennisontwikkeling en -deling
De onderbesteding op dit budget wordt vooral veroorzaakt doordat het participatieplatform Jij & Overijssel niet meer wordt gebruikt. Er zal een afweging gemaakt worden hoe hier in de toekomst invulling aan wordt gegeven. Wij nemen dit mee in de voorbereiding van de nieuwe begrotingscyclus 2024.

7.3.2 Lobby en relatiebeheer
De afgelopen twee jaren is op lobby en relatiebeheer circa € 0,3 miljoen minder besteed dan begroot. Er zijn minder kosten gemaakt voor netwerkbijeenkomsten. De coronapandemie heeft hier een belangrijke invloed op gehad. Het is nog onzeker of dit zo blijft. In de voorbereiding van de nieuwe begrotingscyclus zal hierbij worden stilgestaan.

7.3.3 Communicatie
Vergelijkbaar met eerdere jaren wordt er op communicatie circa € 0,3 miljoen minder uitgegeven dan begroot. De transitie naar meer digitale communicatie speelt daarin een belangrijke rol, alsook het afscheid nemen van verouderde systemen en applicaties. In de voorbereiding van de nieuwe begrotingscyclus 2024 zullen wij bezien wat naar de toekomst toe een passende begrotingsomvang is.

7.3.5  Verstevigen samenspel GS-PS
Het voordeel op deze begrotingspost heeft voor het overgrote deel heeft betrekking de (incidentele) vrijval van de voorziening voor de pensioenverplichtingen aan politieke ambtsdragers (€ 1,7 miljoen). Dit is het gevolg van de opgelopen marktrente.  Daarnaast is er een meer structureel voordeel van afgerond € 0,3 miljoen op de gereserveerde maar niet aangesproken wachtgeldmiddelen voor oud GS-leden.  Met het oog op de nieuwe bestuursperiode die zich aandient, achten wij het opportuun om vooralsnog de begroting op het huidige niveau te continueren.

OFD, Lokale heffingen
Onder de lokale heffingen vallen de inkomsten opcenten motorrijtuigenbelasting. De afgelopen jaren zijn  steeds meeropbrengsten gerealiseerd door toename van het aantal auto's en hun gemiddelde gewicht, die conform de gemaakte afspraken uit het coalitieakkoord aan de middelen voor verkeersveiligheid zijn toegevoegd. Nadat de begroting hiervoor het laatst bij Monitor II is bijgewerkt, is nadien nog een meevaller ontvangen van € 0,7 miljoen. Dit betreft daarmee een incidenteel voordeel dat via resultaatbestemming wordt ingezet voor verkeersveiligheid.

OFD, Onvoorzien
Wij zijn wettelijk gehouden om een stelpost voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting.  Hiervoor reserveren wij jaarlijks € 0,3 miljoen. Dit bedrag wordt zelden aangesproken, omdat tegenvallers normaliter binnen de kerntaken of (risicobuffers in) bestemmingsreserves opgevangen kunnen worden. Gelet op de inflatoire ontwikkelingen heeft u in 2022  besloten om structureel een prijsindexatiebuffer toe te voegen aan het budget voor onvoorzien van € 4,5 miljoen. Dit bedrag is in 2022 ten dele aangesproken omdat nog niet alle kosten gefactureerd zijn in 2022. Het effect van prijsstijgingen loopt door naar de toekomst, waarin lopende contracten nog afgerekend zullen worden. Vandaar dat voor dit surplus een resultaatbestemmingsvoorstel is ingediend. Wij zien op dit moment geen aanleiding om deze post in het begrotingscyclus 2024 te herzien.

OFD, Bedrijfsvoering
Op het budget voor bedrijfsvoering bleef in 2021 ruim één en in 2022 € 3 miljoen over op het budget van € 27,4 respectievelijk € 28,9 miljoen. De onderbesteding is gerelateerd aan diverse onderwerpen, hoofdzakelijk aan ICT budgetten (informatievoorzieningsprojecten, digitalisering, beveiliging, archivering) maar ook de implementatie van de Wet Open Overheid (Woo) waarvoor nog weinig kosten zijn gemaakt. Vanuit 2021 is incidenteel via resultaatbestemming ruim € 0,8 miljoen voor deze onderwerpen doorgeschoven naar 2023 en dit verklaart dan ook deels de onderbesteding op het budget 2022; de achterstanden zijn nog niet geheel ingelopen om reden genoemd in de paragraaf bedrijfsvoering. 
Voor wat betreft de Woo is bij de perspectiefbrief 2020 incidenteel en structureel provinciaal geld beschikbaar gesteld, vooruitlopend op financiering vanuit het Rijk. Inmiddels wordt voor deze taak structurele financiering ontvangen vanuit het provinciefonds waardoor de provinciale middelen kunnen vrijvallen.  Voor de opstartfase zijn nog wel de verkregen Rijksmiddelen van 2022 benodigd. Daarvoor doen wij een resultaatbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening. In de voorbereiding van de begrotingscyclus 2024 de vrijval van de provinciale middelen verwerken. 
Ten aanzien van het IT domein en huisvesting zijn allerlei ontwikkelingen gaande (intensiveringen omtrent informatiebeveiliging (o.a. BIO, NIS-II), migratie naar nieuwe systemen, de implementatie van de nieuwe samenwerkingsomgeving (DAS),  het inbesteden van het bedrijfsrestaurant, aanpassing van de huisvesting naar het TOP werken et cetera), waardoor er op dit moment teveel onzekerheden zijn om daar nu op voor te sorteren. Kortom, voor de bedrijfsvoeringstaken vragen wij € 1 miljoen van de overgebleven middelen te bestemmen 2023 om de in gang gezette transformaties mee te bekostigen. Het restant van € 2 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene reserve. 

Prestatie Prestatienaam Bedrag x 1 mln
1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid € 0,4
1.1.4 Inzetten grondbeleidsinstrumentarium € 0,1
2.1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu € 0,9
3.1.7 Monitoring en evaluatie natuur en landschap € 0,5
4.1.3 Slim inzetten van duurzame systemen en netwerken € 0,6
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein € 1,1
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik € 5,3
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid € 0,6
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid € 1,4
4.6.10 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid € 0,2
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren € 1,1
6.6.1 Duurzame en eigentijdse voorzieningen en diensten € 0,2
7.2.1 Kennisontwikkeling en -deling € 0,2
7.3.2 Lobby en relatiebeheer € 0,1
7.3.3 Communicatie € 0,3
7.3.5 Verstevigen samenspel PS-GS € 2,1
OFD Lokale heffingen € 0,7
OFD Onvoorzien € 3,9
OFD Overhead, bedrijfsvoering € 3,1
Totaal € 22,7
OFD = Overhead, financiering en dekkingsmiddelen

Herhaalde resultaatbestemming

Terug naar navigatie - Herhaalde resultaatbestemming

In reactie op de Boardletter 2019 heeft de auditcommissie de aanbeveling gedaan om het expliciet te vermelden als budgetten voor een tweede en of volgende keer doorschuiven naar een volgend jaar. In deze jaarrekening wordt bij de prestaties in onderstaande tabel voor het achtereenvolgende jaar resultaatbestemming gevraagd voor hetzelfde onderwerp.

Een belangrijk aandeel in de resultaatbestemmingen heeft betrekking op het beschikbaar houden van middelen voor in behandeling genomen of beschikte subsidies. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met de stelselwijziging rondom lastneming van projectsubsidies groter dan € 1,5 miljoen, waardoor de subsidielasten gerelateerd worden aan het realisatiemoment en daardoor naar de toekomst opschuiven. Wanneer de middelen waarop subsidies zijn aangevraagd, niet meegenomen worden, komen de subsidies ten laste van het  toekomstige budget en zouden de subsidieplafonds voor de jaren die het betreft verlaagd moeten worden met de aanspraken uit de vorige jaren. Om dit te voorkomen, worden er een zogeheten  'gebundeld resultaatbestemmingsvoorstel' ingediend voor subsidies die in behandeling zijn genomen of beschikt. De prestaties die het in onderstaande tabel betreft zijn: 1.4.4; 3.2.1; 3.2.2; 3.3.5; 4.2.3; 4.3.1; 6,4,1; 6.5.1; 6.5.2 en 6.6.1.

Daarnaast zijn er projecten en programma's met een meerjarige looptijd die gefinancierd worden met jaargebonden middelen (in plaats van bestemmingsreserves), in veel gevallen bovendien met incidentele middelen (prestaties 1.1.2; 1.1.5, 1.2.7; 2.1.1; 5.4.1; 5.5.1) Vanwege het niet lineaire uitgavenverloop van deze programma's en projecten, ontstaan op jaareinde verschillen (onderbesteding) ten opzichte van de begroting. Deze jaargebonden budgetten vallen vrij in het resultaat. Er worden resultaatbestemmingsvoorstellen gedaan om waar nodig de meerjarenbegroting van die programma's en projecten bijeen te houden, zodat de middelen beschikbaar blijven voor in gang gezette opdrachten, gedane toezeggingen en geschapen verwachtingen bij partners. Een belangrijk voorbeeld hiervan vormt de uitvoering van het meerjaren uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UVP 2020-2023) dat in gezamenlijkheid gemeenten wordt opgesteld en uitgevoerd (prestaties 4.3.1; 4.5.1; 4.5.2; 4.6.10). Bovendien heeft u in het kader van de herprioriteringsopgave (2020/1102400) besloten dat de vrijval van verplichtingen op het UVP herinzetbaar moet blijven gedurende de looptijd van het programma (2020-2023). Hierdoor wordt voor deze prestaties herhaaldelijk een resultaatbestemmingsvoorstel gedaan.

Prestatie van bestemming Omschrijving Onderwerp Bedrag x 1000
1.1.2 Uitvoering van ons ruimtelijk- en waterbeleid Verstedelijkingsstrategie en NOVI € 255
1.1.5 Programma Omgevingswet Omgevingswet € 835
1.2.7 IJsseldelta programma Ijsseldelta fase 2 € 307
1.4.4 Ondergrondse verkabeling van hoogspanningsleidingen Ondergronds verkabelen 's-Heerenbroek € 216
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid Harmonisatie aanpak ZZS-PFAS € 185
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid Luchtruim Leleystad € 50
2.1.1 Beleidsontwikkeling en kaderstelling milieu en gezondheid Milieu en duurzaamheid € 65
2.3.1 Stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie Regionale energiestrategie € 123
3.1.3 Opstellen en actualisatie beheerplannen Natura2000 Natura 2000/PAS € 225
3.2.1 Beheer landschap Beheer landschap € 75
3.2.2 Projecten die relatie tussen natuur en mensen bevorderen Stimulering natuur € 166
3.3.5 Invasieve exoten Invasie exoten € 162
4.2.3 Concessie- en contractmanagement van bus en trein Ijssel-Vecht, aanpassing haltevoorzieningen € 376
4.3.1 Stimuleren fietsgebruik Uitvoeringsprogramma mobiliteit UVP € 5.800
4.5.1 Infrastructurele maatregelen verkeersveiligheid Uitvoeringsprogramma mobiliteit UVP € 717
4.5.2 Educatie en voorlichting verkeersveiligheid Uitvoeringsprogramma mobiliteit UVP € 421
4.6.10 Infrastructurele maatregelen bereikbaarheid Uitvoeringsprogramma mobiliteit UVP € 1.745
5.4.1 Gastvrij Overijssel Vakantieparken € 395
5.5.1 Basisinfrastructuur en innovatie Economic boards € 224
6.4.1 Een leven lang lezen èn leren Bibliotheek van de toekomst € 1.100
6.5.1 Overijsselaars bewegen een leven lang Sociale hypotheek € 95
6.6.1 Duurzame en eigentijdse voorzieningen en diensten Sociale hypotheek € 62
OFD Overhead, financiering en dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering; Fasering projecten SSC-ONS € 455
OFD Overhead, financiering en dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering; Informatiebeveiliging € 70
Totaal € 14.124

Resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen

Terug naar navigatie - Resultaatbestemmingen en begrotingswijzigingen

Een deel van het jaarrekeningresultaat is nodig voor de verdere uitvoering van beleid in 2023 en latere jaren. Daarom doen wij een aantal resultaatbestemmingsvoorstellen om delen van het jaarrekeningresultaat toe te voegen aan de begroting 2023-2026 of aan diverse reserves. Verder doen wij een aantal begrotingswijzigingsvoorstellen om middelen vanuit reserves toe te voegen aan de begroting 2023-2026 of over te hevelen naar andere reserves.  In de statenvoorstellen over de jaarstukken 2022 is dit beschreven. De statenvoorstellen vindt u onder het kopje 'Bijlagen' rechtsboven aan de homepage.

Overzicht saldo van baten en lasten 2015-2022

Terug naar navigatie - Overzicht saldo van baten en lasten 2015-2022

Voordeel t.o.v. de begroting
Resultatenoverzicht x € 1 miljoen 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2022 2022
Actuele Begroting Realisatie Voordeel t.o.v. de begroting
Resultaat 109,9 61,9 58,9 14,5 47,8 27,1 34,4 0 36,6 36,6
Saldo van baten en lasten 149,2 119,1 96 54,3 124,6 81,5 121,5 97,6 -8,4 89,2
Stortingen en onttrekkingen aan reserves -39,3 -57,2 -37,1 -39,8 -76,8 -54,3 -87,1 -97,6 45,0 -52,7