Wij leggen heffingen op in het kader van de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwateronttrekkingen en de nazorg van stortplaatsen . Het beleidskader daarvoor is opgenomen in de Belastingverordening Overijssel. Daar vindt u ook de vastgestelde tarieven.
Opcenten motorrijtuigenbelasting
We heffen de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting volgens artikel 222 van de Provinciewet. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten uit de opcenten MRB zijn afhankelijk van het opcententarief en de volumes (het aantal voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen).
De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het is een percentage van de hoofdsom zoals die in 1995 opgelegd zou worden. De basis voor de opcentenheffing verandert dus niet als het tarief voor de hoofdsom wordt verhoogd of verlaagd. De omvang van de hoofdsom is wel afhankelijk van het ledig gewicht van het voertuig (hoe zwaarder, hoe hoger de hoofdsom) en de brandstofsoort (benzine, diesel, LPG). De Belastingdienst int de opcenten voor de provincies.
Opcententarief Motorrijtuigenbelasting
Het Rijk stelt de maximale hoogte van de opcenten vast. Het maximale opcententarief voor 2021 is bepaald op 116,8% (2020: 115,0%). Het huidige provinciale opcententarief is door Provinciale Staten vastgesteld op 79,9%. In het Coalitieakkoord 2019-2023 is opgenomen dat wij geen lastenstijging willen voor onze inwoners. Daarom blijven de provinciale opcenten tot en met 2023 bevroren op het huidige tarief van 79,9%.
Leges
Leges zijn een heffing voor een door de provincie geleverde administratieve dienst (vooral het verstrekken van stukken en het afgeven van vergunningen). In 2018 heeft de vierjaarlijkse evaluatie van de legesverordening plaatsgevonden. In 2019 heeft een beperkte actualisatie plaatsgevonden. In 2020 zijn een aantal inhoudelijke aanpassingen gedaan die hun oorsprong vinden in de uitspraak van de Raad van Staten inzake de toepassing van de PAS. De wijzigingen zijn opgenomen in de Belastingverordening 2021 die wij in dezelfde vergadering als deze Begroting ter vaststelling aan u voorleggen. De legestarieven zijn geïndexeerd met 1,1% ten opzichte van 2020.
Precario
Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of provinciaal water. Overijssel heft vanaf 2010 alleen nog precario van benzinepomp installaties. De precario heffen we via een belastingaanslag.
Grondwaterheffing
Op basis van de Waterwet (artikel 7.4) zijn Provinciale Staten bevoegd om een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De heffingsopbrengst gebruiken we onder andere voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade. De heffing leggen we op naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar.
Nazorgheffing stortplaatsen
De Wet Milieubeheer regelt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële- en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de permanente nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort. Wij moeten erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Uw Staten kunnen een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort is of wordt. Wij leggen de heffing, gebaseerd op een besluit van uw Staten van 30 maart 1999, op aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. De hoogte van de heffing is gebaseerd op de berekening van het doelvermogen vanaf het moment dat de nazorg start en op rendement- en inflatieprognoses.