Meerjarig overzicht van baten en lasten

Meerjarig overzicht van baten en lasten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De onderstaande tabellen geven een meerjarig overzicht van alle inkomsten (baten) en uitgaven (lasten). Enkele tabellen zijn uit te klappen voor meer detailinformatie. De overzichten zijn een resultaat van alle besluitvorming tot en met deze begroting . Voor een overzicht van de financiële wijzigingen in deze begroting verwijzen we naar het budgettair perspectief.

  • Met de tabellen 'Saldo baten en lasten kerntaken' en 'Saldo baten en lasten overig' presenteren we het meerjarige saldo van alle inkomsten en uitgaven. In 2023 is het saldo van alle inkomsten en uitgaven -/- € 83,9 miljoen.
  • De tabel 'Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves' laat zien wat we de komende jaren per saldo toevoegen / onttrekken aan de reserves. In 2023 onttrekken we per saldo € 83,9 miljoen aan de reserves om het saldo van alle inkomsten en uitgaven te dekken. We benutten de komende jaren onze reserves om te kunnen investeren in de opgaven.
  • Met de tabel 'Geraamd resultaat' laten we zien wat we met de huidige vooruitzichten elk jaar overhouden. Dit komt overeen met de saldi in het budgettair perspectief.
  • Onderaan deze pagina staat tot slot een nadere uitsplitsing van en toelichting op de Algemene dekkingsmiddelen.

Toelichting saldo baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting saldo baten en lasten

In bovenstaande tabel is het meerjarige verloop van de baten en lasten over de begrotingsjaren weergegeven. Het verschil tussen de ramingen in het voorliggende begrotingsjaar (2023) en het vorige begrotingsjaar (2022) is hoofdzakelijk te verklaren door:

  1. Incidentele bestedingen binnen projecten en programma’s. Grote incidentele programma’s als de Ontwikkelopgave en de investeringsprogramma’s binnen de KvO hebben veelal een meerjarig karakter. Afhankelijk van de fase waarin het project of programma zich bevindt (planfase / uitvoeringsfase / afrondingsfase) kunnen de ramingen per jaar verschillen. Hierdoor ontstaat meerjarig gezien vaak een wisselend uitgavenpatroon. Deze projecten en programma’s worden gedekt uit bestemmingsreserves. Bij de begroting actualiseren we de bestedingsritmes. Een overzicht van alle onttrekkingen uit reserves en de toelichtingen daarop, is terug te vinden in het onderdeel Financiën – ‘Reserves, voorzieningen, doeluitkeringen’.
  2. Incidentele bestedingen door specifieke uitkeringen (SPUK) van het Rijk. Het Rijk stelt voor verschillende beleidsprogramma’s incidentele middelen beschikbaar. De omvang van deze uitkeringen en onze bestedingen ten laste van deze SPUKs verschilt jaarlijks.
  3. Wijzigingen vanwege besluitvorming, met name de Perspectiefnota. Eventuele aanvullende middelen of bezuinigingen naar aanleiding van eerdere besluitvorming zijn verwerkt op de betreffende begrotingsposten. Veelal betreft het de verwerking van de besluitvorming bij de Perspectiefnota. Aanvullende wijzigingen die bij deze begroting worden verwerkt zijn opgenomen en toegelicht in het onderdeel Financiën - ‘Budgettair Perspectief’. 
  4. Indexering van budgetten. Jaarlijks indexeren we de structurele budgetten in de begroting aan de hand van de meest recente indexpercentages. Hierdoor wijzigt de omvang van de begroting jaar op jaar. 

Bij een aantal kerntaken is sprake van een verschil in de toegerekende personeelsgebonden lasten. Deze rekenen we toe op basis van de begrote personele inzet per kerntaak. In aanloop naar deze begroting hebben we de grondslag voor deze toedeling geactualiseerd en gedetailleerder vormgegeven. Dit leidt tot een zorgvuldigere en actuelere toerekening van de personeelslasten.

In totaliteit zijn de personeelslasten gestegen als gevolg van de recente CAO en de verschuiving van inhuur naar vast. Dit lichten we nader toe in het onderdeel Financiën – ‘Personeelsgebonden lasten’.

Om de ramingen over de verschillende begrotingsjaren het beste te kunnen vergelijken, verwijzen we u naar het onderdeel Financiën - ‘Structurele en incidentele baten en lasten’. Daaruit blijkt dat de meeste verschillen tussen begrotingsjaren veroorzaakt worden door fluctuerende incidentele lasten (zie punt 1 en 2 hiervoor). Verschillen in de structurele lasten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door indexeringen en de verwerking van besluitvorming bij de Jaarrekening (resultaatbestemmingen) en Perspectiefnota (zie punt 3 en 4 hiervoor).

Uitsplitsing algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Uitsplitsing algemene dekkingsmiddelen

De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit:

  • Lokale heffingen: de inkomsten uit de door ons geheven opcenten op de motorrijtuigenbelasting.
  • Algemene uitkeringen: de inkomsten die we conform de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanuit het Provinciefonds ontvangen.
  • Dividend: dividend en winstuitkeringen van alle deelnemingen en daarnaast de rentebaten op de perpetuele obligaties van BNG Bank en de converteerbare lening aan Enexis.
  • Saldo financieringsfunctie: alle (rente)baten op uitzettingen. Voor zover de looptijd korter dan een jaar bedraagt, gaat het om (rente)baten op saldi van rekeningen-courant, spaarrekeningen en deposito’s via Schatkistbankieren. Op de kortlopende uitzettingen verwachten wij vanwege het ontbreken van enig rendement geen baten. Voor zover de looptijd 1 jaar of langer bedraagt, gaat het om (rente)baten op onze obligatieportefeuille. De ramingen vanaf 2023 zijn gebaseerd op de obligatieportefeuille eind juni 2022. Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Financiering.
  • Overige algemene dekkingsmiddelen: alle nog te verdelen baten en lasten, exclusief de post onvoorzien en mutaties op de reserves.
Bedragen x €1.000