Personeelsgebonden lasten

Personeelsgebonden lasten

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Coalitieakkoord 2019-2023
In het Coalitieakkoord 2019-2023 is met betrekking tot de inzet van personeel de volgende tekst opgenomen:
Structurele opgaven vragen structurele middelen en structurele inzet van personeel. Om te anticiperen op veranderende opgaven, langlopende investeringen en de huidige arbeidsmarkt is er meer flexibiliteit nodig in de omvang van onze vast formatie. Op basis van strategische personeelsplanning, bedrijfseconomische afwegingen en goed werkgeverschap, wordt de balans tussen vaste, flexibele en ingehuurde formatie gezocht. Daarbij zijn we kritisch op externe inhuur.

Inhuur van tijdelijk personeel vindt bijvoorbeeld plaats ter vervanging van ziek personeel, voor het realiseren van de opgaven binnen de programma’s in de begroting, en voor investeringsprojecten. Het volume van de inhuur hangt samen met de substantiële omvang van investeringsmiddelen binnen de programma’s en de grote investeringsprojecten.
Door middel van de planning en controlcyclus zal terugkoppeling aan Provinciale Staten over de vervolgacties met betrekking tot dit onderwerp plaats vinden.

 

Participatiebanen
Met betrekking tot de participatiebanen zijn een aantal ontwikkelingen van belang.

Quotumwet
Het percentage van de Quotumwet was in 2021 2,56% en zal oplopen naar 3% in het jaar 2023.  Ieder kalenderjaar wordt berekend wat het percentage zal zijn voor het volgende jaar, dit percentage wordt jaarlijks bekend gemaakt. Voor 2023 is het exacte percentage nog niet bekend.

Banenafspraak
De afspraak voor de banenafspraak is als volgt:

2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
7 10 13 15 18 20 22 25

In de Wet Banenafspraak is afgesproken dat in 2025 er 125.000 extra banen zijn gerealiseerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vanwege een arbeidsbeperking (doelgroep banenafspraak). Om dit te behalen is de Quotumwet geactiveerd. Dit houdt in dat overheidswerkgevers een bepaald quotumpercentage dienen te behalen. Eén participatiebaan is een baan van 25,5 uur per week die wordt ingevuld door een persoon uit de doelgroep. Zolang de Quotumwet is geactiveerd, geldt het percentage van de Quotumwet (en niet de aantallen van de banenafspraak). Om de streefaantallen te behalen blijven we participatiebanen invullen, waaronder in samenwerking met Tiem. Daarnaast zijn we om hoger opgeleide kandidaten binnen te halen een 2- jarige samenwerking aangegaan met SWOM (Stichting Werken Op Maat). Corona heeft het de afgelopen periode lastig gemaakt om nieuwe mensen bij de Provincie te laten beginnen en te begeleiden. Daarom hebben we met onze samenwerkingspartners (UWV, TIEM en SWOM) afgesproken om extra aandacht te geven aan de begeleiding van zittende medewerkers en het aantrekken en begeleiden van nieuwe kandidaten.

Traineeprogramma
In 2022 is gestart met het tweejarige trainee-programma dat loopt tot en met 2024.

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Terug naar navigatie - Salarissen en personeelsgebonden kosten

In het onderstaande overzicht zijn de begrote bedragen voor de salarissen en personeelsgebonden kosten opgenomen voor het begrotingsjaar 2023 en meerjarig 2024 tot en met 2026. De stijging van het personeelsbudget vanaf het jaar 2023 heeft als voornaamste oorzaak de budgetneutrale omzetting van exploitatie- en projectbudgetten naar personeelsbudget in het kader van "Inhuur naar Vast", conform uw besluitvorming bij de Perspectiefnota 2021, en de verwerking van de CAO-afspraken.  Omdat de projecten uiteindelijk aflopen, neemt het personeelsbudget weer af.  Naast personeelsgebonden kosten kennen we ook vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten van voormalig personeel en enkele overige kosten. Deze kosten maken geen deel uit van de personeelsgebonden kosten. De begrote kosten voor bestuurders blijven in de meerjarenbegroting constant.

Jaarrekening 2021 Primitieve begroting 2022 Begrotings-wijzigingen Actuele Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Subtotaal 72.603 73.627 3.695 77.322 81.284 77.026 74.995 74.995
Salarislasten inclusief sociale lasten 67.531 71.435 3.838 75.273 77.464 74.007 72.776 72.776
Uitzendkrachten en externe deskundigheid 7.227 2.287 -143 2.144 3.917 3.117 2.317 2.317
Overige gerelateerde personeelskosten -2.156 -95 0 -95 -97 -97 -97 -97
Subtotaal 1.896 2.222 100 2.322 2.152 2.052 2.052 2.052
Reis- en verblijfkosten 234 830 0 830 854 854 854 854
Onkostenvergoedingen 72 7 0 7 7 7 7 7
Opleiding, studie, cursus, congressen 638 1.222 0 1.222 1.023 1.023 1.023 1.023
Overige kosten 952 163 100 263 268 168 168 168
Totaal 74.499 75.849 3.795 79.644 83.436 79.079 77.048 77.048
Jaarrekening 2021 Primitieve begroting 2022 Begrotings-wijzigingen Actuele Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Vergoeding PS-leden 852 880 0 880 880 880 880 880
Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden 794 1.113 0 1.113 1.113 1.113 1.113 1.113
Jaarwedde CdK 212 215 0 215 215 215 215 215
Voormalig personeel / seniorenbeleid 16 24 0 24 24 24 24 24
Salaris stagiaires 43 52 0 52 52 52 52 52
Bedrijfshulpverlening 13 54 0 54 54 54 54 54
Totaal 1.930 2.338 0 2.338 2.338 2.338 2.338 2.338

Formatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Formatieontwikkeling

In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 was de taakstelling opgenomen om de formatie in te krimpen van 830 formatieplaatsen naar 750 formatieplaatsen. In de perspectiefnota 2018 hebben wij aangegeven dat deze taakstelling is gerealiseerd. Vanaf deze nota hanteren wij niet langer een formatieplafond. Sturing vindt plaats op het budget voor personeelsgebonden kosten.  Bij de Perspectiefnota 2021 heeft  u Gedeputeerde Staten de opdracht gegeven een betere balans te organiseren tussen vaste formatie en inhuurprofessionals, binnen de begroting en overeenkomstig de principes voor een bedrijfsmatige afweging. Bij de eertvolgende actualisatie van de financiële Verordening  is de uitleg/toelichting van art.6 daarop aangepast.  De formatieontwikkeling blijft uiteraard wel een belangrijke parameter voor de omvang van de personeelsgebonden kosten. In onderstaande grafiek wordt de formatieontwikkeling weergegeven. Door de budget-neutrale toevoeging van formatie uit structurele en incidentele middelen in het kader van "Van inhuur naar Vast" stijgt de formatie. Voor projecten uit incidentele middelen is de  toevoeging voor een vooraf afgesproken periode. Dat verklaart de afloop van de formatie-ontwikkeling.  Op basis van "Inhuur naar Vast" wordt de formatie-ontwikkeling periodiek bijgesteld.