Wij leggen heffingen op in het kader van de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwateronttrekkingen en de nazorg van stortplaatsen. Het beleidskader daarvoor is opgenomen in de Belastingverordening Overijssel. Daar vindt u ook de vastgestelde tarieven.
Opcenten motorrijtuigenbelasting
We heffen de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting volgens artikel 222 van de Provinciewet. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten uit de opcenten MRB zijn afhankelijk van het opcententarief en de volumes (het aantal voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen).
De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het is een percentage van de hoofdsom zoals die in 1995 opgelegd zou worden. De basis voor de opcentenheffing verandert dus niet als het tarief voor de hoofdsom wordt verhoogd of verlaagd. De omvang van de hoofdsom is wel afhankelijk van het ledig gewicht van het voertuig (hoe zwaarder, hoe hoger de hoofdsom) en de brandstofsoort (benzine, diesel, LPG). De Belastingdienst int de opcenten voor de provincies.
Opcententarief Motorrijtuigenbelasting
Het Rijk stelt de maximale hoogte van de opcenten vast. Het maximale opcententarief voor 2023 is bepaald op 125,9% (2022: 118,4%). Het huidige provinciale opcententarief is door Provinciale Staten vastgesteld op 79,9%. In het Coalitieakkoord 2019-2023 is opgenomen dat wij geen lastenstijging willen voor onze inwoners. Daarom blijven de provinciale opcenten tot en met 2023 bevroren op het huidige tarief van 79,9%. Ook in de meerjarenbegroting is de inkomstenraming gebaseerd op een stabiel tarief.
Leges
Leges zijn een heffing voor een door de provincie geleverde administratieve dienst zoals het verstrekken van stukken en het afgeven van vergunningen. In 2021 is een actualisatie gedaan op de tarieven voor de vergunningen Wet natuurbescherming (gebiedsbescherming) als gevolg van uitspraken van de Raad van State inzake de toepassing van het PAS. Voor de belastingverordening 2022 zijn inhoudelijke aanpassingen en tariefaanpassingen voorgesteld voor deze vergunningen. In 2022 heeft de vierjaarlijkse evaluatie van de legesverordening plaatsgevonden. Op basis daarvan stellen Gedeputeerde Staten (GS) aan Provinciale Staten (PS) voor de Belastingverordeningen en tarieventabellen per 1 januari 2023 te actualiseren. Zij houden daarbij rekening met 2 scenario’s;
- ten eerste het scenario dat de Omgevingswet nog níét wordt ingevoerd per 1 januari 2023,
- ten tweede het scenario dat de Omgevingswet wél wordt ingevoerd per 1 januari 2023.
Beide mogelijkheden kunnen aan de orde zijn. GS doen daarom twee voorstellen aan Provinciale Staten. Belangrijke wijzigingen zijn onder andere de indexatie van de tarieven met 3%, de herintroductie van leges voor infrastructuur en de herijking van de tarieven op basis van kostendekkendheid, conform de vierjaarlijkse herijkingscyclus. Dit leidt voor enkele posten tot een aanpassing van het tarief, vanwege een gedaalde of gestegen ureninzet.
Precario
Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of provinciaal water. Overijssel heft vanaf 2010 alleen nog precario van benzinepomp installaties. De precario heffen we via een belastingaanslag.
Grondwaterheffing
Op basis van de Waterwet (artikel 7.4) zijn Provinciale Staten bevoegd om een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De heffingsopbrengst gebruiken we onder andere voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade. De heffing leggen we op naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar.
Nazorgheffing stortplaatsen
De Wet Milieubeheer regelt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële- en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de permanente nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort. Wij moeten erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of een zo klein mogelijk negatief effect hebben op het milieu. Uw Staten kunnen een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort is of wordt. Wij leggen de heffing, gebaseerd op een besluit van uw Staten van 30 maart 1999, op aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. De hoogte van de heffing is gebaseerd op de berekening van het doelvermogen vanaf het moment dat de nazorg start en op de rendement- en inflatieprognoses.