Dit is hoe wij denken
Terug naar navigatie - Dit is hoe wij denkenGrondbeleid is een middel voor het realiseren van provinciale doelen. In het grondbeleid wordt aangegeven welke grondinstrumenten beschikbaar zijn en hoe die worden toegepast. Ook geeft het grondbeleid randvoorwaarden en spelregels voor de inzet van de grondinstrumenten.
Succesvolle toepassing van het grondbeleid vergt aansluiting bij ons ruimtelijk beleid en actief signaleren van ontwikkelingen en kansen. Op projectniveau wordt het grondbeleid beschreven in grondstrategieën en realisatieplannen grond.
Met de toepassing van het grondbeleid verkrijgen wij gebruiksrechten van gronden en opstallen om realisatie van provinciale doelen mogelijk te maken. Het verkrijgen van eigendom is niet altijd nodig. Voorbeelden van andere instrumenten die wij inzetten zijn:
- de bedrijfsverplaatsingsregeling;
- particuliere zelfrealisatie als onderdeel van de strategie "interventieladder" voor het verkrijgen van grondgebruik in de circa twintig Natura Netwerk Nederland/ Natura2000 gebieden;
- (tijdelijk) beheren en ontwikkelen van opstallen;
- incidenteel langjarig laten beheren van ingerichte natuurgronden.
Als wel gekozen wordt om het eigendom te verkrijgen, spreken we over project-, ruil- en restgronden.
- Projectgronden zijn nodig voor de realisatie van het provinciale doel en waarderen we na verkrijging tegen de waarde van de nieuwe functie (bijvoorbeeld tegen natuurwaarde, of tegen € 0 als de grond is aangekocht voor infrastructuur).
- Ruilgronden verwerven wij om de aankoop (dan wel het beschikbaar krijgen) van projectgronden te kunnen compenseren.
- Zijn de gronden niet meer nodig dan worden het restgronden en zoeken we een alternatieve aanwending of de gronden worden verkocht. De ruil- en restgronden waarderen we tegen de waarde van de huidige bestemming (in de meeste gevallen agrarische marktwaarde).
Aan het bezit van gronden zijn risico’s verbonden. Gronden en daarop aanwezige opstallen kunnen in waarde dalen. Ook is het mogelijk dat gronden langer in bezit moeten worden gehouden dan gedacht, waardoor de beheerkosten hoger uitvallen dan verwacht.
Voor de dekking van deze risico’s houden wij de Algemene Reserve Grond (ARG) aan. Behalve als risicobuffer gebruiken we deze reserve ook voor de afwikkeling van positieve en negatieve transactieresultaten op de verkoop van gronden. Bovendien worden de kosten en opbrengsten van het tijdelijk beheer van gronden en opstallen verrekend met de ARG.