Wij leggen heffingen op in het kader van de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwateronttrekkingen en de nazorg van stortplaatsen. Het beleidskader daarvoor is opgenomen in de Belastingverordening Overijssel. Daar vindt u ook de vastgestelde tarieven.
Opcenten motorrijtuigenbelasting
We heffen de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting volgens artikel 222 van de Provinciewet. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten uit de opcenten MRB zijn afhankelijk van het opcententarief en de volumes (het aantal voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen).
De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het is een percentage van de hoofdsom zoals die in 1995 opgelegd zou worden. De basis voor de opcentenheffing verandert dus niet als het tarief voor de hoofdsom wordt verhoogd of verlaagd. De omvang van de hoofdsom is wel afhankelijk van het ledig gewicht van het voertuig (hoe zwaarder, hoe hoger de hoofdsom) en de brandstofsoort (benzine, diesel, LPG). De Belastingdienst int de opcenten voor de provincies.
Opcententarief Motorrijtuigenbelasting
Het Rijk stelt de maximale hoogte van de opcenten vast. Het maximale opcententarief voor 2024 is bepaald op 138,3 (2023: 125,8). In het coalitieakkoord is opgenomen dat in 2024 het tarief voor de opcenten op de MRB in verband met de inflatie wordt geïndexeerd met het reguliere indexpercentage van 2,9%. Het tarief komt daardoor uit op 82,2 (was 79,9 in 2023).
Leges
Leges zijn een heffing voor een door de provincie geleverde administratieve dienst zoals het verstrekken van stukken en het afgeven van vergunningen. U actualiseert tegelijkertijd met het vaststellen van de begroting 2024 de Belastingverordening en de bijbehorende tarieventabel per 1 januari 2024. Het betreft de Belastingverordening die is aangepast op de Omgevingswet. Deze zal per 1 januari 2024 in werking treden. De belangrijkste wijzigingen zijn:
- indexatie van de tarieven met 2,9%;
- een andere systematiek voor de leges bij projectbesluiten en omgevings-planactiviteiten van provinciaal belang. In plaats van een vast bedrag zullen GS onder de nieuwe systematiek leges op basis van een begroting vaststellen.
Precario
Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of provinciaal water. Overijssel heft vanaf 2010 alleen nog precario van benzinepompinstallaties. De precario heffen we via een belastingaanslag.
Grondwaterheffing
Op basis van de Waterwet (artikel 7.4) zijn Provinciale Staten bevoegd om een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De heffingsopbrengst gebruiken we onder andere voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade. De heffing leggen we op naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar.
Nazorgheffing stortplaatsen
De Wet Milieubeheer regelt dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële- en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de permanente nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort. Wij moeten erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of een zo klein mogelijk negatief effect hebben op het milieu. Uw Staten kunnen een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort is of wordt. Wij leggen de heffing, gebaseerd op een besluit van uw Staten van 30 maart 1999, op aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. De hoogte van de heffing is gebaseerd op de berekening van het doelvermogen vanaf het moment dat de nazorg start en op de rendement- en inflatieprognoses.